Champagne Charlie – Sixpack
De zeskoppige Zeeuwse roots- en bluesband Champagne Charlie vierde het afgelopen jaar hun 30-jarig jubileum. De oorsprong van de band gaat terug naar de tijd dat Sjef Hermans en Theo de Koning zich bezig gaan houden met het maken van Afro-Amerikaanse blues. Na een jaar intensief oefenen gaan ze vanaf 1977 optreden in bluesclubs en cafés onder de naam Delta Blue Boys.
In 1988 ontstaat Champagne Charlie. De naam van de band is afgeleid van het nummer Champagne Charlie is my name van de blinde Amerikaanse ragtime en blueszanger -gitarist Arthur ‘Blind’ Blake. De oorspronkelijke leden van Champagne Charlie zijn Sjef Hermans, Theo de Koning, Geert de Heer, Reindert Hofland en Ad Lijnse. Drummer Lijnse wordt al snel vervangen door Peter Lenselink. Peer Bout vervangt later bassist Reindert Hofland, waardoor de huidige samenstelling een feit is.
De muziek van Champagne Charlie omvat veel Amerikaanse muziekstijlen en gaat veel terug naar de wortels van de blues, de jazz, jugband, country, calypso, zydeco, western swing, folk, gospel etc. etc. Kortom, geen stijl ontkomt aan de Zeeuwen. In 1994 verschijnt hun debuutalbum Live in Razzmatazz. De band deelt de podia met o.a. Hans Theessink, Spencer Bohren, Dave Walker, Doug MacLeod, Guy Davis en Roy Book Binder. En ze zijn op het North Sea Festival te bewonderen.
Op 9 december 2018 trad Champagne Charlie op in De Spot in Middelburg en ter ere van hun 30-jarig jubileum werd toen ook hun nieuwe album Sixpack gelanceerd. Het album opent met een heerlijke relaxte versie van Taj Mahal’s Cakewalk into town. Daarna volgt de eerste traditional, het ook van Doc Watson bekende Deep river blues. Feller gaat het er aan toe in Muddy Waters’ Can’t be satisfied met een huilende harmonica en een vette slide. Sjef Hermans’ Mountain man begint en eindigt met een lyrische mondharmonicasolo. Prachtig ingetogen gezongen. Daarna volgen weer twee traditionals, de in de Keltische sferen verkerende countrysong Streets of Laredo met Ierse samenzang en het vrolijke bluegrassachtige Deeper in the well. Een van de hoogtepunten van het album is Alabama bus, een protestsong die gospelzanger Brother Will Hairston in 1956 schreef naar aanleiding van de boycot die ontstond toen de Amerikaanse burgerrechtenactiviste Rosa Parks in de bus weigerde haar zitplaats af te staan aan een blanke. Na de uptempo countryblues, de traditional Little black train, is het weer de beurt aan een cover van Taj Mahal. In diens Queen bee zijn ook bij Champagne Charlie Caraïbische invloeden te horen. De folktraditional Pick a bale of cotton Silvry is een mooie uptempo akoestische worksong. Een tweede hoogtepunt is de folkstandard Irene goodnight van Leadbelly uit 1933. Een zeer fraaie versie, met samenzang en prachtig geïnstrumenteerd. In het slotnummer On the road again brengen Hermans en de zijnen een ode aan zichzelf: ‘Champagne Charlie is on the road again’.
Conclusie: Met het nieuwe album Sixpack bewijst Champagne Charlie maar weer eens duidelijk dat ze al vele jaren een ambassadeur zijn van de Amerikaanse blues- en rootsmuziek. Deze veelzijdige Zeeuwse band doet dit al 30 jaar en laten we hopen dat ze nog lang doorgaan op dit muzikale pad.
Tracks:
- Cakewalk into town
- Deep river blues
- Can’t be satisfied
- Mountain man
- Streets of Laredo
- Deeper in the well
- Alabama bus
- Little black train
- Queen bee
- Pick a bale of cotton Silvy
- Irene goodnight
- On the road again
Line up
- Sjef Hermans – zang, akoestische gitaar, banjo
- Theo de Koning – elektrische gitaar, slide, zang
- Peter Lenselink – drums, percussie, washboard, backing vocals
- Gait Klein Kromhof – mondharmoncia, backing vocals
- Peer Bout – bas
- Geert de Heer – lapsteel, banjo, dobro, mandoline, elektrische gitaar
Het kan verkeren
Het kan verkeren, kent u die uitdrukking’ zou dominee Gremdaat zeggen. ‘Het kan verkeren’, een veel gebruikte zinspreuk van de dichter Bredero. Ik moest afgelopen weekend weer denken aan de zinspreuk van deze dichter uit de Gouden Eeuw.
Feyenoord speelt de laatste tijd vaak als een natte krant, maar gisteren werd in de stromende regen aartsrivaal Ajax afgeserveerd. Het verschil tussen hoon en euforie is soms heel klein. Het kan verkeren!
Geboren Gouwenaar Hein Otterspeer dacht tot voor kort aan stoppen met schaatsen. Maar gisteren liet hij een periode van ellende achter zich en werd Nederlands kampioen sprint. Oké, er ontbraken een paar kanonnen, maar toch. ‘Was ik geen kampioen geworden dan was het seizoen over en nu moet het nog beginnen’ sprak hij lachend. Het kan verkeren!
Zaterdag moest ik ook aan Bredero denken toen Jodan Boys zijn 7e achtereenvolgende overwinning op rij boekte. Daar waar de Gouwenaars zich twee maanden geleden zich nog in de kelder van de hoofdklasse bevonden en tegen degradatie vochten, is het nu halleluja. Het kan verkeren! De degradatiezorgen zijn als sneeuw voor de zon verdwenen en men droomt nu al van de 2e periodetitel. En in de verte lonkt dan de 3e divisie. Een heel verschil met de 1e klasse. Het kan verkeren!
De dames van VollinGo verpletterden vorige week koploper Tilburg en gingen zaterdag in de eigen sporthal ten onder tegen laagvlieger Zaanstad. Het kan verkeren!
Waterpoloër Mick van den Bree speelde jarenlang bij GZCDONK en versloeg gisteren als kersverse trainer van AZC zijn oude cluppie. Het kan verkeren!
Bredero besefte hoe wisselvallig het leven is. Wekelijks zien we daar in de sport ook de nodige voorbeelden van. En dat is maar goed ook want niets is saaier dan voorspelbaarheid.
John the Revelator – Dreamtime
De Haarlemse bluesband John the Revelator heeft vorig jaar het 50-jarige jubileum gevierd en dat is niet ongemerkt voorbij gegaan. Het jubileumjaar begon in januari 2018 met het uitbrengen van een luxe 4cd box met een prachtig fotoboek. Deze box, 50 & Beyond, was niet zomaar een verzamelaar zoals in zulke gevallen vaak wordt uitgebracht, maar een box met gloednieuwe opnames en nooit eerder uitgebracht materiaal. En err volgde een succesvolle tournee langs zalen in heel Nederland.
Op vrijdag 28 december gaf John the Revelator een Eindejaarsconcert in de grote zaal van het Patronaat in Haarlem tijdens een echte Haarlemse bluesavond samen met Oscar Benton en Barrelhouse. Met deze avond sloot de band een uiterst succesvol jubileumjaar af. Na afloop van dat concert ontvingen alle bezoekers een voucher met code voor het gratis downloaden van het album Dreamtime.
Dreamtime is het nieuwe live album van John the Revelator, met opnamen van het jubileumconcert dat op 14 april 2018 werd gegeven in het Thalia Theater in IJmuiden. De openingstrack A woman knows is een heerlijke bluesballad met lyrisch gitaarwerk, gevolgd door een mooie laidback versie van J.J. Cale’s Sensitive kind. Het titelnummer Dreamtime is een uptempo boogie, met een vette slide, ‘hammondslierten’ en een prima ritmesectie met Henk Suurling als gastbassist. De geest van Pink Floyd waart daarna rond in de fraaie instrumentale slowblues Cahow met spetterende gitaarsolo’s. In de vette stomping blues Down in the mud vlamt de slide van Paul Dammers, naast orgel en een strakke ritmesectie. Zoemende bastonen, droog drumwerk, een tinkelende piano en lyrisch gitaarwerk bepalen de midtempo blues Too many to bail. De tweede cover op het album is Black cat moan, een song van Don Nix die bij mij vooral bekend is van de uitvoering van het hardrocktrio Beck, Bogert & Appice van hun debuutalbum uit 1973. John the Revelator’s versie is hier een ruim 7 minuten durende vette indringende uitvoering met een scherpe slide, hammond en weer die strakke ritmesectie. Het album sluit af met een speciale 50th anniversary reunion bonussong. In Chuck Willis’ (I don’t want to) Hang up my rock ‘n’ roll shoes wordt alles uit de kast gehaald met een hele rij special guests. Felle gitaarsolo’s, een pianosolo, backingvocals van The Mississippi Threesome en de blazers van The Alabama Horns. Met een ‘dank jullie wel’ neemt de band afscheid.
Deze maand wordt de 50th anniversary tour afgesloten met concerten in Veghel, Zoetermeer en Castricum. Daarna duikt de band direct de studio in voor het opnemen van een nieuw studioalbum. ‘De duivel zit ons op de hielen’, aldus Tom Huissen, ‘we hebben geen tijd te verliezen’.
Conclusie: Na een halve eeuw is de bluesvlam bij John the Revelator nog lang niet gedoofd. Dat bewijst de band met hun concerten en het bewijs wordt geleverd op hun verjaardagscadeau Dreamtime. Een lekker bluesalbum dat trouwens voor iedere liefhebber gratis is te downloaden via johntherevelator.bandcamp.com. Ik wacht trouwens met spanning op het nieuwe album.
Tracks:
- A woman knows
- Sensitieve kind
- Dreamtime
- Cahow (blues for a gadfly petrel)
- Down in the mud
- Too many to bail
- Black cat moan
- (I don’t want to) Hang up my rock ‘n’ roll shoes
Line up John the Revelator
- Erwin Aubroeck – hammond, piano, magical sounds, zang
- Paul Dammers – slide & ritme gitaar
- Cor Dijkhuizen – drums
- Tom Huissen – zang, bas
- Frans ten Kleij – lead & ritme gitaar
Special guests:
- Henk Suurling – bas (track 3, 8), drums (track 6)
- Hans van den Dries – gitaar (track 8)
- Charles van den Heuvel – piano (track 8)
- Frank Kraaijeveld – gitaar, zang (track 8)
- Guus Laporte – gitaar (track 8)
- Henk Schippers – gitaar (track 8)
- Bert Baars, Hille van den Galien, Jaap Winder (The Alabama Horns), blazers (track 8)
- Hetty Koopman, Dinah Licumahuwa, Jolanda van Zeelt (The Mississippi Threesome), backing vocals (track 8)
John Mellencamp – Other people’s stuff
De op 7 oktober 1951 in Seymour, Indiana, geboren Amerikaanse rockmuzikant John Mellencamp is een veteraan in de muziekscene, die wereldwijd meer dan 40 miljoen albums heeft verkocht. In 1976 komt zijn debuutalbum Chesnut street incident uit. In de jaren daarna verschijnen er met grote regelmaat nieuwe albums, waarvan American fool (1982), Scarecrow (1985) en vooral The lonesome jubilee (1987), de bekendste zijn. Op dit laatste album staat ook zijn grote hit Paper in fire. Mellencamp toont zijn maatschappelijke betrokkenheid als hij in september 1985 met Willie Nelson en Neil Young de non-profit organisatie Farm Aid opricht. Met deze organisatie organiseert hij benefietconcerten waarbij hij geld inzamelt voor Amerikaanse boeren in financiële nood.
In december 2018 verscheen Other people’s stuff, het nieuwe album van John Mellencamp. Eigenlijk een verzamelalbum waarvan bijna alle nummers al op eerdere albums zijn verschenen.
De opener, het aanstekelijke To the river, stamt uit 1993 en verscheen eerder op zijn album Human Wheels. Een heerlijk typisch Mellencamp nummer met accordeon, viool en mandoline. Gambling bar room blues, is een prettig in het gehoor liggende blues, een nummer dat ook op het tributealbum The songs of Jimmie Rodgers uit 1997 staat. Het weer heerlijke melodieuze Teardrops will fall komt van Trouble no more uit 2003. In my time of dying is een fraaie akoestisch gospel dat eerder op zijn album Rough harvest (1997) verscheen. Prachtig is Micky Newbury’s Mobile blue (album sad clowns & hillbillies uit 2017). De rudimentaire blues Eyes on the prize is een traditionele folksong met alleen zang en gitaar, ook bekend onder de titel Keep your eyes on the prowl. Mellencamp vertolkte dit nummer eerder in 2010 voor president Obama in The White House. Een van de hoogtepunten op het album is Dark as a dungeon, een song van Merle Travis uit 1946. Mellencamp zong en speelde deze indrukwekkende folksong in 2017 in de National Geographic Channel documentaire From the ashes. Het tweede nummer van het album Trouble no more (2003) is een zeer fraaie vertolking van Robert Johnson’s Stones in my passway. Gevoelig gezongen is de traditional The wreck of the old 97, een nummer van het album The rose and the briar, een album waarop ook o.a. Duke Ellington, Mississippi John Hurt, Bob Dylan, Randy Newman, Dolly Parton en Bruce Springsteen te horen zijn. Het album eindigt met I don’t know why I love you, een gedreven gezongen cover van Stevie Wonder. Dit nummer verscheen eerder in 2003 op het album (Conception) An interpretation of Stevie Wonder’s songs, waarop ook o.a. Eric Clapton, Angie Stone en Mary J. Blige te horen zijn.
Conclusie: Other people’s stuff is een fraaie verzamelaar die een heel mooi beeld geeft van de niet geringe muzikale kwaliteiten van John Mellencamp.
Tracks:
- To the river
- Gambling bar room blues
- Teardrops will fall
- In my time of dying
- Mobile blue
- Eyes on the prize
- Dark as a dungeon
- Stones in my passway
- Wreck of the old 97
- I don’t know why I love you
The Rolling Stones – Voodoo lounge uncut
De archieven van The Rolling Stones lijken onuitputtelijk. Met grote regelmaat verschijnen er opnamen op cd, dvd en vinyl. In 1994 en 1995 zijn The Stones weer op wereldtournee, de zgn. Voodoo Lounge World Tour. Deze tour dient ter promotie van hun nieuwe album Voodoo Lounge en dit is de eerste tournee zonder bassist Bill Wyman die in januari 1993 uit de band is gestapt. Zijn plaats wordt ingenomen door Daryll Jones, die heeft gespeeld bij Sting, Miles Davis, Peter Gabriel en Eric Clapton.
Op 25 november 1994 treden The Stones op in Joe Robbie Stadium in Miami. Dit concert is 24 jaar na dato vorige maand uitgebracht op dvd, cd en vinyl.
Na een gloedvolle introductie van ‘the greatest rockband in the world’ door Woopi Goldberg, klinkt er veel percussie en barst het concert los met het opzwepende Not fade away. Hierna slaat Keith Richards de eerste tonen aan van Tumbling dice en vervolgens wordt na een paar ferme drumklappen You got me rocking ingezet waarin Keith Richards en Ron Wood felle gitaarduels uitvechten. In het spetterende Rocks off, rent Jagger zich een slag in het rond over het podium en blaast de blazerssectie alsof hun leven er vanaf hangt. Sparks will fly is een nieuw nummer van hun dat jaar verschenen album Voodoo lounge. Dit nummer wordt gedragen door een onverstoorbaar meppende Charlie Watts. Nadat het zweet van de vloer is geveegd is het tijd voor hun eerste gast, Sheryl Crow die Live with me vocaal mag ondersteunen, naast de strakke ritmesectie en een loeiharde saxsolo van Bobby Keys. Hierna lijkt Jagger enigszins in de war (of hij speelt dit) als hij aankondigt dat ze nu een nummer gaan spelen dat ze nog nooit eerder hebben gespeeld, maar Richards slingert de klassieke riff van Satisfaction het stadion in, waarin hij en Wood weer tekeer gaan op hun gitaren. Na Beast of burden, waarin beide gitaristen afzonderlijk soleren, is het moment van een akoestische set aangebroken. Richards, Wood en Jones zijn er bij gaan zitten en na het prachtige Angie, waar na afloop Richards en Wood elkaar lachend de hand schudden, bewijzen The Stones dat ze naast een blues- en rockband ook een uitstekende countryband zijn. Dead flowers, met mooi pianospel van Chuck Leavell en Sweet Virginia, met Jagger op mondharp en Bobby Keys weer met een scheurende saxsolo, zijn daar prachtige voorbeelden van.
‘Are you feeling good’, vraagt Jagger, maar dat is natuurlijk vragen naar de bekende weg. De akoestische gitaar wordt weer ingeruild voor de elektrische in Doo doo doo doo (heartbreaker). It’s all over now, een van hun eerste grote hits is een strakke versie met een vette solo van Richards, een stoïcijns bassende Jones en een parmantig over het podium stappende Jagger.
De Stones duiken daarna diep in de blues met Robert Johnson’s Stop breaking down met een fraaie gastrol van Robert Cray. Dan komt Bo Diddley met zijn vierkante gitaar het podium op en brengt samen met de band een opzwepende junglebeat met Who do you love. Na het nieuwe nummer I go wild, met keys, gitaarduels en een mooi acapella intermezzo, mag Daryll Jones in Miss you zijn niet geringe baskwaliteiten tonen waarna weer een verpletterende tenorsaxsolo van Keys volgt.
Pianist Chuck Leavell soleert in Honky tonk women en dan is het tijd voor de ‘honky tonk man’ Keith Richards voor zijn gebruikelijke ‘solo’ act. Vocaal ondersteund door Lisa Fischer en Bernard Fowler raast hij eerst door het felle Before they make me run en ontroert dan met het wonderschone The worst, met een fraaie pedalsteel van Wood. Sympathy for the devil gaat er altijd in als koek en Watts blinkt weer uit in Monkey man. Na een fameuze versie van Street fighting man en het ‘gitaristische’ Start me up, waarin Jagger het publiek weer opzweept, blijft het klassiekers regenen. De ultieme rocker It’s only rock ‘n’ roll en een verpletterende versie van Brown sugar met de eveneens klassiek scheurende tenorsax en waarin Jagger nog maar eens een sprintje trekt en Richards weer een plectrum het publiek in gooit.
Het concert wordt eveneens klassiek en vooral daverend besloten met Jumpin’ Jack Flash, waarin alles nog een keer uit de kast wordt getrokken en waarbij Woopie ook Goldberg ook mee doet.
Op de dvd staan vijf bonustracks, opnamen van het concert dat The Stones op 14 augustus 1994 gaven in Giants Stadium in East Rutherford. Het rockende Shattered, de mooie ballad Out of tears met piano en slide, de bluesrocker All down the line, met weer piano en slide en de blazers. Apart is de soulblues I can’t get next to you, een nummer 1 hit van The Temptations. En het bekende door Richards gezongen Happy.
Conclusie: The Rolling Stones waren tijdens hun Voodoo Lounge Tour in topvorm en daar kunnen we een kleine kwarteeuw later gelukkig nog een keer volop van genieten.
Tracks cd 1:
- Not fade away
- Tumbling dice
- You got me rocking
- Rocks off
- Sparks will fly
- Live with me (feat. Sheryl Crow)
- (I can get no) satisfaction
- Beast of burden
- Angie
- Dead flowers
- Sweet Virginia
- Doo doo doo doo doo (heartbreaker)
- It’s all over now
- Stop breakin’ down (feat. Robert Cray)
- Who do you love (feat. Bo Diddley)
Tracks cd 2:
- I go wild
- Miss you
- Honky tonk women
- Before they make me run
- The worst
- Sympathy for the devil
- Monkey man
- Street fighting man
- Start me up
- It’s only rock ‘n’ roll (but I like it)
- Brown sugar
- Jumpin’ Jack Flash
Bonus tracks dvd:
- Shattered
- Out of tears
- All down the line
- I can’t get next to you
- Happy
Line up:
- Mick Jagger – zang, gitaar, mondharmonica
- Keith Richards – gitaar, zang
- Ron Wood – gitaar
- Charlie Watts – drums
- Darryl Jones – bas, backing vocals
- Chuck Leavell – keyboards, backing vocals
- Bobby Keys – saxofoon
- Andy Snitzer – saxofoon, keyboards
- Michael Davis – trombone
- Kent Smith – trompet
- Lisa Fischer – backing vocals
- Bernard Fowler – backing vocals
- Blondie Chaplin – backing vocals, percussie
Binnensportsuccessen
Uitgerekend in het eerste weekend na de winterstop slaat Koning Winter onverbiddelijk toe. Veel sportvelden waren bevroren en spelen was in veel gevallen niet verantwoord. Op zaterdag viel het nog mee. De trip van Jodan Boys naar zonnige oorden had het gewenste succes en de Goudse hoofdklasser ging zaterdag ‘gewoon’ door met winnen. De terugkeer van Jorn van Lunteren wierp meteen zijn vruchten af. Ook de zegetocht van Gouda kreeg in Linschoten een vervolg en de achtervolgers zijn bijna uit zicht verdwenen.
Maar afgelopen zondag heerste er op de meeste sportvelden de spreekwoordelijke zondagsrust. Van de Goudse voetbalclubs kwam alleen ONA in actie, maar achteraf hadden ze liever gehad dat hun wedstrijd tegen ESTO ook was afgelast.
Maar bij de binnensport was Koning Winter in geen velden of wegen te zien. Mooie successen waren er afgelopen weekend bij het waterpolo en vooral bij het volleybal. De dames van GZC DONK lieten geen spaan heel van UZSC. De weg naar de finish is nog lang en landskampioen Polar Bears lijkt onverslaanbaar, maar het team van Patrick van den Heuvel ligt op koers.
Voor de verrassing van het weekend zorgden wat mij betreft de dames van VollinGo. In Tilburg werd koploper Volley Tilburg met 0-4 gesloopt! De spanning aan de kop van de 1e divisie neemt ongemeen spannende vormen aan.
En dan was er de belangrijke overwinning van Damlust, dat zich op nu op een mooie gedeelde 5e/6e plaats terugvindt in de Ereklasse. Een domper op de vreugde bij Damlust was het overlijden van teamleider Gerardo IJssel. Als ik hem bij Damlust tegenkwam knoopte hij altijd wel een praatje met mij aan. Ik zal Gerardo blijven herinneren als een bescheiden, vriendelijke en humorvolle sportman. We gaan hem missen.
Jimmy Rankin – Moving east
In Nederland is James Kevin (Jimmy) Rankin niet zo bekend, maar in zijn geboorteland Canada is de op 28 mei 1964 in Mabou, Nova Scotia geboren singer-songwriter en gitarist een grootheid op het gebied van de country- en traditionele folkmuziek. In de jaren ’70 maakt hij deel uit van The Rankin Family. In 2001 besluit Jimmy solo te gaan en in dat jaar verschijnt ook zijn eerste soloalbum Song dog. Nadat hij op de solotoer is gegaan woont hij een tijdje in Nashville, Tennessee, maar hij keert uiteindelijk weer terug naar Nova Scotia en woont tegenwoordig in Halifax. Als lid van The Rankin Family en als soloartiest ontvangt hij meerdere Canadese (country)-awards.
Afgelopen maand verscheen Moving east, het 7e soloalbum van Jimmy Rankin. Op dit album keert Rankin helemaal terug naar zijn muzikale roots. Producer is Joel Plaskett die ook een duidelijke muzikale inbreng heeft evenals een groot aantal andere getalenteerde gastmuzikanten. Acht songs zijn van de hand van Jimmy Rankin en drie nummers schreef hij samen met anderen.
Het album opent uptempo met het opgewekte Loving you never gets old met een fraaie mandoline van de Canadese bluegrass- en folk instrumentalist Bob Cormier. No more I’ll go roving is een bluesy ballad met banjo, bouzouki en de ‘gang vocals’ van The Villages. Thin ice vertelt het dramatische verhaal van een streekgenoot van Rankin die door het ijs zakte en overleed. In The rawleigh man komt de feestelijke sfeer met banjo en ‘gang vocals’ weer terug en dit nummer zal het ongetwijfeld heel goed doen in de pubs van Cape Breton. Vol traditie zijn vervolgens ook Down at the shore, met buffetpiano en het met Ierse doedelzakken versierde Turn that boat around. Opwindend mandolinespel van Jamie Robinson rockt lekker mee in Been away. These roads zit weer vol tragedie en in deze ballad verhaalt Rankin over ‘the murdering roads’ op Cape Breton waar zoveel ongelukken gebeuren en waar ook zijn broer John Morris in 2000 bij een auto-ongeluk om het leven kwam.
Schotse doedelzakken komen er aan te pas in Highlander. Na de ritmische chant Haul away the whale met handclapping en ‘gang vocals’ eindigt het album met Dirt ‘n’ potatoes, de feestelijke Cape Breton medley (Prince Charlie, The flowers of Edingburh en Bonnie Annie) met een glansrol van Ashley Mac Isaac op fiddle.
Conclusie: Liefhebbers van traditionele folkmuziek kunnen hun hart ophalen aan dit prachtige album.
Tracks cd:
- Loving you never gets old
- No more I’ll go roving
- Thin ice
- The rawleigh man
- Down at the shore
- Turn that boat around
- Been away
- These roads
- Highlander
- Haul away the whale
- Dirt ‘n‘ potatoes – Cape Breton fiddle medley
Line up:
- Jimmy Rankin – zang, akoestische gitaar, tamboerijn
- Geoff Arsenault – drums, percussie, gang vocals (track 5)
- Ronald Hynes – staande en elektrische bas, gang vocals (track 5)
- JP Cormier – mandoline (track 1), banjo (track 2,4)
- Jamie Robinson – mandoline (track 7), bariton elektrische gitaar (track 8)
- Ashley Mac Isaac – fiddle (track 8,11)
- Hilda Chiasson – wurlitzer piano (track 8), buffetpiano (track 11)
- Bill Stevenson – buffetpiano, gang vocals (track 5)
- Glenn Coolen – uilleann pipes (track 6), highland bagpipes (track 9)
- Villages (Matt Ellis, Jon Pearo, Travis Ellis, Archie Rankin) – gang vocals en handclaps (track 2,4,10)
- Joel Plaskett – 12-string gitaar (track 1,3,6,9), bouzouki (track 2,4), mandola (track 3,5,9), elektrische bas (track 2), elektrische gitaar (track 6), akoestische gitaar (track 7), clavinet (track 3), backing vocals (track 1,2,4,5,7,9,10)
Mighty Sam McClain – A diamond in the rough
De Amerikaanse soul- en blueszanger Samuel (Mighty Sam) McClain wordt geboren op 15 april 1943 in Monroe, Louisiana. Hij begint al op 5e jarige leeftijd te zingen in her kerkkoor van zijn moeder. Als hij 13 jaar is verlaat hij het ouderlijk huis en gaat samen met R&B gitarist Little Melvin Underwood het lokale R&B circuit in. Even later wordt Sam tijdens een optreden in de 506 Club in Pensacola, Florida, ontdekt door Papa Don Schroeder, producer, promotor en eigenaar van een radiostation. In 1966 neemt hij zijn eerste single op, Sweet dreams en hij neemt ook singles op in de befaamde Muscle Shoals Studio in Alabama. Eind jaren 60 komt McClain in contact met Jerry Wexler. Maar de platen die hij opneemt voor Atlantic en Malaco worden geen commercieel succes. In 1975 verhuist McClain naar Nashville en in 1982 naar New Orleans. Pas in 1986 gaat hij weer de studio in en verschijnen er daarna met enige regelmaat albums. Op 15 juni 2015 overlijdt Sam McClain in New Hampshire op 72 jarige leeftijd aan een hartaanval.
Van Mighty Sam McClain zijn de afgelopen jaren meerdere mooie albums verschenen, ook na zijn dood. En vorige maand kwam er opnieuw, ruim drie jaar na zijn dood, een album van hem uit, het akoestische album A diamond in the rough. Op de 11 nummers van dit album horen we een geweldige soulzanger die alleen wordt begeleid door Pat Herlehy op akoestische gitaar, saxofoon en fluit. Het album opent met de gostel My everything, gevolgd door de slowblues When the hurt is over. In de groovy soulblues Grooving pakt Herlehy er naast zijn akoestische gitaar ook de saxofoon bij. Ook in de gospel Love’s gonna find zijn mooie saxofoonsolo’s te horen naast de zeer fraaie zang van McClain. Where is the love is weer een slowblues met een prachtige akoestische gitaarsolo waarna McClain weer vocaal schittert in Love me if you want to. Het gitaarspel van Herlehy geeft aan Question en Everytime een lekker jazzy gevoel mee en in de mooie gospel Believe is hij ook te horen op fluit. In de bijna zeven minuten durende soulballad is McClain weer uitstekend op dreef en doet zijn stem mij soms denken aan die van Bobby ‘Blue’ Bland. In het slotnummer, de blues Holy ghost fever, denkt McClain hardop aan zijn vader, zijn moeder, de geest van de rock & roll en die van blueshelden als Muddy Waters, John Lee Hooker en Howlin’ Wolf.
Conclusie: Mighty Sam McClain is helaas niet meer onder ons, maar zijn muziek is er gelukkig nog. A diamond in the rough is een fraai postuum akoestisch soul- en bluesalbum. Ik ben benieuwd of er nog meer van dit moois ergens in archieven ligt.
Tracks:
- My everything
- When the hurt is over
- Grooving
- Love’s gonna find
- Where is the love?
- Love me if you want to
- Question
- Everytime
- Believe
- Southern land
- Holy ghost fever
Na de winterstop
A.s. weekend hervatten de amateurvoetballers in Gouda de competitie weer. Vol goede moed en voorzien van een opgeladen accu kunnen ze hun supporters weer laten zien wat ze in hun mars hebben. Meerdere teams hadden een trainingskamp georganiseerd in het buitenland. Meestal in zonnige oorden. Jodan Boys had de tenten opgeslagen in het Spaanse Marbella, waar en passant ook nog de nodige contracten werden verlengd. Trainer Dennis van den IJssel wil in stijl afscheid nemen aan het eind van het seizoen. Smitshoek is gewaarschuwd!
De selectie van koploper DONK leefde zich uit in het Duitse Düsseldorf. Voor een feestje ben je bij hen altijd aan het goede adres. Voor hen begint de ‘echte’ competitie pas in februari in de promotiepoule.
ONA probeert in hun jubileumjaar wellicht nog een rol van betekenis te gaan spelen. De karakteristieke trap is er weer, dus de spelers kunnen fier afdalen naar het veld om de tegenstander puntloos naar huis te sturen.
SV Gouda heeft zich in de winterstop hopelijk niet in slaap laten sussen door de grote voorsprong die ze nu hebben op de concurrentie. De 3e klasse lonkt. Stel je fans niet teleur mannen!
Tot slot Olympia, het hoogst voetballende team in Gouda op de zondagmiddag. Maar net als het vorige seizoen is het bij de 1e klasser hollen of stilstaan. Vooral in thuiswedstrijden gaat het nogal eens mis. Er wordt door de Olympianen vaak gescholden op het erbarmelijke hoofdveld, maar dat mag geen excuus zijn. Zeker volgend jaar niet, want dan ligt er een spiksplinternieuwe kunstgrasmat. Hoewel dit natuurlijk ook geen garantie voor succes is. Maar eerst dus er de rest van dit seizoen flink tegenaan gaan om ook trainer Tom Rietberg een passend afscheid te bezorgen.
Paulien
De meest besproken sportvrouw afgelopen week was Paulien van Deutekom. Aanleiding waren niet haar sportieve prestaties, maar het trieste nieuws van haar overlijden. Er ging een schok van ongeloof door de sportwereld. Via diverse media werd de oud-schaatsster herdacht. Degenen die dicht bij haar stonden staken de loftrompet over Paulien. Een vrouw zonder kapsones, altijd vrolijk, een sportster met doorzettingsvermogen die prestaties heeft verricht die velen op voorhand niet voor mogelijk hadden gehouden.
Mijn herinneringen aan Paulien gaan terug naar 2007. Paulien was, als lid van de TVM ploeg van Gerard Kemkers, in dat jaar Nederlands kampioene op de 1.000 en 1.500 meter geworden. geworden. Vooral dankzij deze prestaties was zij samen met Sayra Aerts (kata) en Laura Molenaar (atlete) genomineerd voor de titel ‘Sportvrouw 2007 van Gouda’. Ik mocht voorzitter zijn van de Goudse sportjury die haar op vrijdagavond 28 december 2007 in een sfeervolle sporthal De Mammoet tot sportvrouw van het jaar uitriep. Omdat Paulien toen in een trainingskamp zat ter voorbereiding op het WK Allround kon ze zelf niet aanwezig zijn. Maar de aanwezigen konden haar wel horen en zien via een filmpje dat Sport.Gouda i.s.m. Studio Sport had gemaakt. Haar trotse moeder nam onder daverend applaus namens Paulien de bloemen en de sporttrofee in ontvangst.
Dat de jury het goed had gezien bewees Paulien op 10 februari 2008 in Berlijn door onverwacht wereldkampioene allround te worden. Op 14 maart 2008 werd zij onder zeer grote belangstelling op de Goudse Markt groots gehuldigd en door burgemeester Wim Cornelis benoemd tot ambassadeur van de stad Gouda.
Een groot sportvrouw, die haar eerste voorzichtige schaatspasjes op de slootjes en de plassen in Gouda zette, is veel te vroeg van ons heengegaan. De herinnering blijft.