Gerritschinkel.nl Columns & meer

18apr/240

Mavis Staples – Have a little faith

De Amerikaanse soul- en gospelzangeres Mavis Staples (10 juli 1939, Chicago) draait al heel lang mee in de muziekscene. Zij begint op jonge leeftijd met haar vader Roebuck ‘Pops’ Staples, haar zus Cleotha en haar broer Pervis met zingen in lokale kerken. In 1956 scoren ze als The Staple Singers een hit met Uncloudy day. Als Mavis in 1957 klaar is met haar opleiding op de High School gaan The Staple Singers op tournee. Vader ‘Pops’ raakt helemaal in de ban van de boodschap van dominee Martin Luther King. De Staple Singers beginnen protestliederen te schrijven en te zingen en de groep krijgt de bijnaam ‘God’s greatest hitmakers’ en zij worden de meest spectaculaire en invloedrijke gospelgroep voor de vrijheidsbeweging in die jaren.

In 1969 komt het eerste soloalbum van Mavis Staples uit. In de jaren ’80 gaat zij samenwerken met Prince en later ook met o.a. Jeff Tweedy (Wilco), countryzangeres Neko Case, Justin Vernon (Bon Iver) en het Amerikaanse hiphop duo Run the Jewels. Door deze samenwerking wordt Mavis Staples omarmd door nieuwe generaties fans. 

In 2004 krijgt de carrière van Mavis Staples opnieuw een boost door het uitbrengen van het album Have a little faith. Dit baanbrekende album, wordt deze maand in een 20-jarige speciale jubileumeditie opnieuw uitgebracht.

Het openingsnummer Step into the light is een fraaie gospel met akoestische slide en geweldige backing vocals van de gospelgroep The Dixie Hummingbirds. In het funky groovy Pops recipe brengt Mavis een eerbetoon aan haar vader Pops Staples (1914-2000). Mavis is geweldig op dreef in Have a little faith, de in gospelsoul gedrenkte titelsong met een optimistische boodschap. God is not sleeping is een van de gevoeligste songs van het album. A dying man’s plea is een traditional met extra tekst van Pops Staples. Prachtig is ook de bijdrage van John Rice op dobro, bouzouki en fiddle. Intens is de zang in Ain’t no better than you en Mavis is ook in topvorm in de geweldige gospel I wanna thank you. Het strakke drumwerk van Tim Austin mag hier niet onvermeld blijven. I still believe in you is seventies achtige soul met blazers en At the end of the day is fraaie midtempo in R&B gedoopte gospel met fijne backing vocals. There’s a devil on the loose is uitbundig, met orgel, synthesizer, bas en een mooie gitaarsolo van Mark Syker. Een van de hoogtepunten is In times like these, een schitterende gospelballad met hemelse backing vocals van The Chicago Music Community Choir. Het slotnummer is Will the circle be unbroken, de populaire christelijke hymne uit 1907, een compositie van Ada Ruth Habershon (1861-1918) en Charles Hutchinson Gabriel (1856-1932).

Conclusie: Have a little faith is een fantastisch album dat ook na 20 jaar nog niets van zijn glans heeft verloren.

Tracks cd:

  1. Step into the light
  2. Pops recipe
  3. Have a little faith
  4. God is not sleeping
  5. A dying man’s plea
  6. Ain’t no better than you
  7. I wanna thank you
  8. I still believe in you
  9. At the end of the day
  10. There’s a devil on the loose
  11. In times like these
  12. Will the circle be unbroken

Line-up:

  • Mavis Staples – zang
  • Jim Tullio – akoestische , elektrische en basgitaar, drums, percussie, backing vocals
  • Chris "Hambone" Cameron – orgel, klarinet, bariton saxofoon, horn samples
  • Jim Weider – elektrische guitar, akoestische slide gitaar
  • Shawn Christopher – backing vocals
  • Yvonne Gage – backing vocals
  • Arno Lucas – backing vocals
  • Rene Monahan – backing vocals
  • Stevie Robinson – backing vocals
  • Michael Scott – backing vocals

Additional musicians

  • John Martyn – Mutron gitaar (track 1)
  • David Resnick – akoestische slide gitaar (track 1), elektrische guitar (track 7)
  • John Scully – synthesizer (track 2), strings (track 9)
  • Bob Lizik – bas (track 2)
  • Hank Guaglianone – drums (tracks 2,6,11)
  • Greg Marsh – percussie (track 2)
  • Erik Scott – bas (track 3)
  • Larry Beers – drums (track 3)
  • John Giblin – bas, elektrische gitaar (track 4)
  • David Onderdonk – akoestische gitaar (track 4)
  • Mark Walker – percussie (track 4)
  • John Rice – elektrische gitaar, dobro, bouzouki, fiddle (track 5)
  • Foley McCreary – bas (track 6)
  • Pops Staples – elektrische gitaar (track 7,10)
  • Maurice Houston – bas (tracks 7,10)
  • Richard Gibbs – orgel (track 7), synthesizer (track 10)
  • Tim Austin – drums (tracks 7,8,10)
  • Will Crosby – gitaar (track 8)
  • Jack Chatman – bas (track 8)
  • Bill Ruppert – elektrische gitaar (tracks 9,11)
  • Matt Walker – drums (track 9)
  • Mark Skyer – elektrische gitaar (track 10)
  • Alan Berliant – bas (track 11)
  • Lew London – akoestische slide gitaar (track 12)
  • Paul Mertens – harmonica (track 12)
  • The Dixie Hummingbirds – backing vocals (track 1)
  • Chicago Music Community Choir  – backing vocals (track 11)
15apr/240

Anthony Geraci – Tears in my eyes

Anthony Geraci (1954, New Haven, Connecticut) raakt op zijn 4e al in de ban van de piano. Zijn ouders kopen een Kimball Grand Piano voor de jonge Anthony en zijn moeder zorgt er voor dat hij pianoles krijgt aan The Neighborhood School of Music. Geraci is een veteraan in de Amerikaanse muziekscene en heeft in de loop der jaren met veel bluesartiesten gespeeld, zoals Muddy Waters, Big Joe Turner, J.B. Hutto, Otis Rush, Jimmy Rogers, Big Mama Thornton, BB King, Buddy Guy, Van Morrison, J. Geils, Hubert Sumlin, Steve Miller en Chuck Berry. Hij speelde ook mee op meer dan 50 albums van bluesgrootheden als Big Walter Horton, Carey Bell, Odetta, Charlie Musselwhite, Lazy Lester, Snooky Prior en John Brim. Anthony Geraci is een origineel lid van Sugar Ray and the Bluetones en van Ronnie Earl and The Broadcasters.

Deze maand verschijnt Geraci’ s nieuwe album Tears in my eyes. Een album met 11 nieuwe songs die Geraci opnam met zijn band The Boston Blues All-Stars en met medewerking van een aantal speciale gasten onder wie zijn oude vriend zanger Sugar Ray Norcia.

Sugar Ray Norcia maakt meteen zijn opwachting met zijn doorleefde stem in het openingsnummer Broken mirror, broken mirror, een lekkere blues met vet gitaarwerk en een flonkerende pianosolo. Owl’s nest is een swingende piano-instrumental met groovy basloopjes en een scheurende saxsolo van Drew Davies. Het titelnummer Tears in my eyes is stevig uptempo blues met heerlijk pianospel en felle gitaarsolo’s van Barrett Anderson, die ook de vocalen voor zijn rekening neemt. Blues for Willie J. is een piano-instrumental met een vlijmscherpe gitaarsolo. Het nummer is opgedragen aan Willie J. Campbell, de in 2022 overleden bassist met wie Geraci in The Proven Ones speelde. Norcia zingt daarna in de soulblues Judge oh judge in de stijl van de Texaanse blueszanger-pianist Charles Brown (1922 – 1999). Naast de sprankelende pianoklanken is Mario Perrett te gast met een fraaie lange saxsolo. In de souljazz-instrumental Oh no wordt een hommage gebracht aan tenorsaxofonist Eddie Harris (1934 – 1996) en de in december 2023 overleden jazzpianist Les McCann. Geraci is zelf de vocalist in de opwindende boogiewoogie Ooeee. Memphis mist is een mooi georkestreerde instrumental met Anne Harris op viool en Witchy ways is stevige in de Southern rock gewortelde bluesrock. In de slowblues Now what is zanger Norcia met zijn soulvolle zang weer te horen. Het slotnummer Lonely country road blues is een ‘gedragen’ instrumentale pianoblues.

Conclusie: Een nieuw album van Anthony Geraci is voor mij altijd een feest en dat geldt ook weer voor Tears in my eyes. Een fantastisch album.

Tracks cd:

  1. Broken mirror, broken mirror
  2. Owl’s nest
  3. Tears in my eyes
  4. Blues for Willie J
  5. Judge oh judge
  6. Oh no
  7. Ooeee
  8. Memphis mist
  9. Witchy ways
  10. Now what
  11. Lonely country road blues

Line-up:

  • Anthony Geraci – piano, Hammond, zang (track 7)
  • Barrett Anderson – gitaar, zang (track 3,9)
  • Paul Loranger – bas
  • Marty Richards – drums (track 1,2,3,4)
  • Kurt Kalker – drums (track 5,6,7,8,9,10,11)
  • Sugar Ray Norcia – zang (track 1,5,10)
  • Drew Davies – saxofoon (track 2,6,7,9,10)
  • Mario Perrett – saxofoon (track 5)
  • Anne Harris – viool (track 8)
11apr/240

Taj Mahal – Swingin’ live at the Church in Tulsa

Zanger-multi-instrumentalist Taj Mahal (17 mei 1942, New York) kan met recht een veteraan worden genoemd. Deze bluesman is sinds 1964 actief. In dat jaar verhuist hij naar Santa Monica, California, en vormt met o.a. Ry Cooder The Rising Sons. Mahal speelt ook met Muddy Waters, Howlin’ Wolf, Buddy Guy en Lightnin’ Hopkins. In 1968 start hij een solocarrière en in datzelfde jaar komt zijn solodebuut Taj Mahal uit. In 1968 is hij ook te zien in de film The Rolling Stones Rock and Roll Circus. In de loop van de volgende jaren brengt hij regelmatig nieuwe platen uit en speelt met talloze andere musici. Naast blues heeft Taj Mahal ook grote interesse voor muziek afkomstig uit o.a. West-Afrika, Latijns-Amerika, de Caribische eilanden en Hawaï.

Vorige maand verscheen weer een nieuw album van deze bijna 82-jarige veteraan. Met zijn vaste band, aangevuld met Rob Ickes (dobro) en Trey Hensley (akoestische gitaar), toog hij naar de ooit door Leon Russell tot studio omgebouwde kerk in Tulsa, Oklahoma. Met zijn Sextet gaf hij daar een concert. Het resultaat is te horen op Swingin’ live at the Church in Tulsa.  

Het openingsnummer, de strak gespeelde slowblues Betty and Dupree, een nummer van Chuck Willis, brengt het publiek meteen al in een euforische stemming. Fel is het gitaarwerk in de stevige countryblues Mailbox blues. Rob Ickes is zeer prettig aanwezig met zijn dobro, naast de felle gitaarlicks en de strakke ritmesectie in het met een reggae tintje versierde Queen bee. Het duet van Mahal en Trey Hensley is mooi in Lovin’ in my baby’s eyes. De dobro flonkert ook weer. Behalve oud materiaal brengt Mahal ook nieuw werk ten gehore, zoals de ingetogen (gitaar) instrumental Waiting for my papa to come home. Slow drag is een zeer geïnspireerd gezongen en gespeelde blues. De rauwe Howlin’ Wolf song Sittin’ on top of the world krijgt hier door een aparte fraaie countryachtige uitvoering. Twilight in Hawaii is een exotische ‘luie’ en dromerige instrumental met Bobby Igano op lapsteel. Corinna, het bekende nummer uit zijn beginperiode dat Mahal samen schreef met Jesse Ed Davis, krijgt hier een ronduit schitterende livevertolking. Het concert eindigt met de bijna 10 minuten lange slowblues Mean old world. In dit nummer van T-Bone Walker, met Mahal op piano en met een orgelsolo, krijgen Hensley, Ingano en Ickes volop ruimte om te soleren naast de opnieuw strak spelende ritmesectie Bill Rich (bas) en Keser Smith (drums). Een formidabel slotakkoord.

Conclusie: Swingin’ live at the Church in Tulsa is een fantastisch swingend livealbum van een Taj Mahal Sextet in absolute topvorm.

Tracks cd:

  1. Betty and Dupree
  2. Mailbox blues
  3. Queen bee
  4. Lovin’ in my baby’s eyes
  5. Waiting for my papa to come home
  6. Slow drag
  7. Sittin’ on top of the world
  8. Twilight in Hawaii
  9. Corinna
  10. Mean old world

Line-up:

  • Taj Mahal – zang, gitaar, toetsen, ukelele, banjo
  • Bobby Ingano – gitaar, lapsteel
  • Bill Rich – bas
  • Kester Smith – drums
  • Rob Ickes – dobro
  • Trey Hensley – gitaar, zang
9apr/240

Mira Goto – Before

De Amerikaanse singer-songwriter Mira Goto is geboren in Santa Cruz, California en woont tegenwoordig in Nashville, Tennessee. Haar muziek is een mix van country en pop en is naadloos verweven met de muziekscene van Nashville. Zelf omschrijft ze haar muziekstijl als ‘Diet country’, een filosofie die authenticiteit aanmoedigt en doet waar men goed in is.  

Haar inspiratiebronnen zijn (country) zangeressen Kacey Musgraves en Ingrid Michaelson, The Civil Wars (Amerikaanse duo Joy Williams en John Paul White) en de uit Florida afkomstige akoestische indierockband Dashboard Confessional. In 2013 verschijnt New plaid shirt, een album dat zij uitbrengt onder de naam Mira Parfitt. In 2020 brengt Mira Goto haar debuutalbum Nobody wanted me’ uit.

Deze maand verschijnt Before, een ep met vijf nummers, opgenomen in de Prime Recording Studios in Nashville onder toeziend oog van Derek Garten, de producer die volgens Goto in staat is om haar liedjes nieuw leven in te blazen, waardoor ze ook zelfvertrouwen krijgt. Goto omschrijft de nummers op Before als een verzameling nummers die haar zeer nauw aan het hart liggen.

Het openingsnummer Enough to try is sfeervol met het duet van Mira Goto met Derek Garten. Het titelnummer Before is een ontspannen en soepel geinstrumenteerde song. Bright eyes is een pareltje. Uitstekend gezongen en mooie harmonieen. Wanted is een schitterende ballad met fraai pianospel van Garten. Het slotnummer Loving you is killing me is lekkere uptempo melodieuze country.

Conclusie: Before is een heerlijke zeer sfeervolle en prachtig gearrangeerde ep van een fantastische zangeres.

Tracks cd:

  1. Enough to try
  2. Before
  3. Bright eyes
  4. Wanted
  5. Loving you is killing me

Line-up:

  • Mira Goto – zang, gitaar
  • Derek Garten – gitaar, overige instrumenten, backing vocals
  • Pat McGrath – gitaar
8apr/240

Ted Russell Kamp – California son

De Amerikaanse singer-songwriter-producer Ted Russell Kamp is geboren in New York City, maar woont tegenwoordig in Los Angeles, California. Deze multi-instrumentalist en producer is sinds 1995 actief in de muziekscene. Hij is bekend als bassist in de band van Shooter Jennings en speelde ook bas op albums van o.a. Waylon Jennings. Ted Russell Kamp, die ook in Nederland een graag geziene artiest is, brengt in 1996 zijn debuutalbum als soloartiest uit. Vanaf 2005 komen er met grote regelmaat nieuwe soloalbums uit.

Vorige maand verscheen California son, zijn 14e soloalbum, de opvolger van Solitaire uit 2021. Dit nieuwe album is opgenomen in zijn eigen studio ‘The Den’. Volgens Kamp zijn de twaalf nieuwe songs de meest persoonlijke liedjes die hij ooit heeft geschreven.

Het album opent met het ook op single uitgebrachte titelnummer California son. Melodieuze americana. Hard to hold is strak rockend en One word at a time een fraai geinstrumenteerde ballad. Het soepel gespeelde en gezongen Eagles achtige Shine on schreef Kamp samen met Rob Waller en Paul Lacques van de uit Los Angeles afkomstige alternatieve countrygroep I see Hawks in LA. The upside to the downside is een bluesrocker met fijn gitaarwerk en Ballad of the troubadour een ballad met pedal steel en een mondharpsolo van Matt Lemeo. High desert fever is een vrolijke met een klein gospelsausje overgoten countrysong. Fraai zijn de harmonieen van Shane Alexander en Justine Bennett in het ingetogen gespeelde en gezongen Firelight. Na het rockende Miracle mile neemt Kamp het heft alleen in handen met zang en zijn zeer fraaie basspel. Het bluesy Roll until the sun comes up rockt weer lekker weg en het album wordt besloten met de heerlijke countryrocker Every little thing.    

Conclusie: Ted Russell Kamp heeft ons opnieuw verblijd met een zeer aangenaam album.

Tracks cd:

  1. California son
  2. Hard to hold
  3. One word at a time
  4. Shine on (with I See Hawks in L.A.)
  5. The upside to the downside
  6. Ballad of the troubadour
  7. High desert fever
  8. Firelight
  9. Miracle mile
  10. Hangin’ on blues
  11. Roll until the sun comes up
  12. Every little thing

Line-up:

  • Ted Russel Kamp – zang, bas, gitaren, dobro, Hammond, Wurlitzer, percussie
  • Brian Whelan – gitaar (track 1), keyboards (track 1), harmony vocals (track 1,5,7,11)
  • Zachary Ross – gitaar (track 1)
  • John Schreffler – gitaar (track 2.7.9.12), harmony vocals (track 2,7,12)
  • Bart Ryan – gitaar (track 3)
  • Paul Lacques & Paul Marshall – gitaar (track 4)
  • Tommi Viksten – gitaar (track 5)
  • Dan Wistrom – gitaar (track 6)
  • Stephen Musselman & Elijah Ocean – gitaar (track 11)
  • Sasha Smith – keyboards (track 1)
  • Jenny Van West & Ed DesJardins – harmony vocals (track 3)
  • Robert Rex Waller & Paul Marshall – harmony vocals (track 4)
  • Shane Alexander & Justine Bennett – harmony vocals (track 8)
  • Emily Zuzik – harmony vocals (track 9)
  • Matt Lemeo – harmonica (track 6)
  • Michael Jerome Moore – drums en percussie (track 1)
  • Dave Raven – drums en percussie (track 2,6)
  • Jamie Douglass – drums en percussie (track 3,9,12)
  • Jim Doyle – drums en percussie (track 4,7)
  • Janne Haavisto – drums en percussie (track 5)
  • Aaron Goodrich – drums en percussie (track 11)
2apr/240

Rieany Plus – Songs for Rieany Plus

Het trio Rieany Plus bestaat uit Rieany Janssen, BJ Baartmans en Jan Hendriks, drie bevlogen en eigenzinnige muzikanten die in dienst van het lied zingen en spelen tot kunst hebben gemaakt. De drie muzikanten hebben een rijk verleden in het Nederlandse club- en theatercircuit. Zangeres Rieany Janssen is bekend van o.a. Midnight Hour, Boerenleenband en Rienne Va Plus. BJ Baartmans speelt bij o.a. Iain Matthews, Jack Poels, Frans Pollux, Philip Kroonenberg, JW Roy en Andre Manuel. En Jan Hendriks kennen we van o.a. Doe Maar, Boudewijn de Groot, Philip Kroonenberg en CCC Inc.

Medio maart verscheen van het trio het album Songs for Rieany Plus, een album met 12 liedjes (9 Engelstalig en 3 Nederlandstalig), die op verzoek zijn geschreven door bekende songwriters. De opdracht luidde deze liedjes te schrijven vanuit het perspectief van de andere sekse, vanuit een ander gender. De arrangementen zijn van Jan Hendriks en BJ Baartmans, die het album ook produceerden. Tijdens hun theatertournee worden deze songs aangevuld met passende nummers uit eerdere projecten rond Rieany Janssen ten gehore gebracht. Als extra bandlid staat bassist-zanger Richard Wallenburg dan ook op het podium.

Het openingsnummer Molly Sikes is geschreven door Wouter Planteijdt. Mooie americana met slide en fraaie zang. JP Den Tex schreef het met een vleugje reggae overgoten Heart of darkness. Dance with me, een compositie van gitarist Jan van der Meij (The Analogues), is een rustig en gevoelig gezongen liedje. BJ Baartmans schreef de mooie ballad How does that work. Iets steviger is de Jan van Bijnen compositie Never wanted to be a woman. Vrolijke zang en een fraaie bijdrage van Mike Roelofs op piano en orgel. Limburger Ge Reinders is de componist van de fraaie ballad New kind of love. Melodieuze americana is de Philip Kroonenberg song Alone together. Oevers is geschreven door Boudewijn de Groot en dat is duidelijk te horen. Jacques Poels (Rowwen Hèze) en Jan Hendriks zijn de auteurs van het gevoelig gezongen Wat als ik dat zei. Wanda Shelley and me is een lekker in het gehoor liggende folky song van de Britse singer-songwriter Iain Matthews en BJ Baartmans. Björn van der Doelen (ex profvoetballer maar al jaren een gewaardeerde singer-songwriter, schreef het 3e Nederlands talige nummer op dit album, het enigszins psychedelische Weg van hier. In het slotnummer, het door Eric van Dijsseldonk gecomponeerde reggaeachtige You won’t do, laat Rieany Janssen maar weer eens horen wat een geweldige zangeres zij is.  

Conclusie: Songs for Rieany Plus is een mooi gevarieerd album.

Tracks cd:

  1. Molly Sikes
  2. Heart of darkness
  3. Dance with me
  4. How does that work
  5. Never wanted to be a woman
  6. New kind of love
  7. Alone together
  8. Oevers
  9. Wat als ik dat zei
  10. Wanda Shelley and me
  11. Weg van hier
  12. You won’t do

Line-up:

  • Rieany Janssen – zang
  • Jan Hendriks – gitaar, bas, zang
  • BJ Baartmans – gitaar, mandoline, slide, zang
  • Sjoerd van Bommel - drums
  • Mike Roelofs – piano, Hammond, Wurlitzer
25mrt/240

Jesper Lindell – Before the sun

Jesper Lindell is een in Ludvika geboren Zweedse singer-songwriter. In zijn tienerjaren speelde hij bas en gitaar in een aantal rockbands. Later ging hij solo en in 2017 maakte hij zijn debuut EP Little less blue. Zijn eerste volledige album Everyday dreams verscheen in eigen beheer in 2019, maar succes bleef voorlopig uit. Ook de COVID-19 pandemie werkte niet echt mee. Hij had toen wel tijd om een tweede album uit te brengen. Dit album Twilight kwam in 2022 uit.

Deze maand verscheen zijn nieuwe album Before the sun. Het album werd opgenomen en gemixt in Jesper’s eigen studio Brunnsvik Sounds. Lindell wordt begeleid door zijn vaste begeleidingsband The Brunnsvik Sound.  

Het album opent melodieus met One of these rainy days, tevens op single uitgebracht. Hier is al meteen te horen dat Van Morrison een van de favoriete zangers is van Jesper Lindell. De ballad Below the sun is in alle opzichten duidelijk geïnspireerd door The Band en ook in Never gonna last is de geest van Van Morrison en The Band aanwezig. Meer tempo komt er in het fraai geinstrumenteerde  Good evening. A little light in the dark is een prachtige ballad met een glansrol voor Rasmussen Fors op orgel. De swingende blazers van Brunnsvik Horns ‘dragen’ het ook qua tempo gevarieerde Howlin. Het hoogtepunt voor mij op dit album is de ballad A strange goodbye. Geheel in de stijl van The Band met piano, accordeon, mondharp en een duet met de in Portland, Oregon, woonachtige zangeres Kassi Valazza. Zeer fraai is het door Phil Lynott geschreven en door Thin Lizzy in 1971 op de plaat gezette Honesty is no excuse. Brunnsvik is een schitterende ode aan de thuishaven. Vocaal is Lindell weer groots en het soulvol intens en gedeeltelijk falsetto gezongen slotnummer Do me in.

Conclusie: Mijn eerste kennismaking met Jesper Lindell is mij zeer goed bevallen. Before the sun is een met veel bezieling gezongen en gespeeld rootsy album.

Tracks cd:

  1. One of these rainy days
  2. Below the sun
  3. Never gonna last
  4. Good evening
  5. A little light in the dark
  6. Howlin
  7. A strange goodbye (feat. Kassi Valazza)
  8. Honesty is no excuse
  9. Brunnsvik
  10. Do me in

Line-up:

  • Jesper Lindell – zang, elektrische en akoestische gitaar, percussie
  • Anton Lindell – bas
  • Rasmussen Fors – orgel, accordeon, mondharp
  • Jimmy Reimers – elektrische gitaar, viool, backing vocals
  • Carl Lindvall – piano, backing vocals
  • Simon Wilhelmsson – drums
  • Brunnsvik Horns:
  • Christer Falk – saxofoon
  • Mimmi Anterot – trompet
  • Markus Ahlberg – trombone
17mrt/240

Nienke Dingemans – |Ain’t no Hollywood girl

De 19-jarige singer-songwriter Nienke Dingemans uit Ossendrecht wordt gezien als een zeer jong bluestalent. Maar haar muziek strekt zich ook uit naar soul, country en jazz. Haar liefde voor de blues begint als ze pas 12 jaar oud is. Ze neemt zanglessen en bezoekt regelmatig concerten van o.a. Beth Hart, Tedeschi Trucks Band en het North Sea Jazz Festival. In 2020 gaat Nienke samenwerken met de producers en multi-instrumentalisten Jan van Bijnen en Joost Verbraak. In december 2021 verschijnt haar alom gewaardeerde solodebuut, de zes nummers tellende ep Devil on my shoulder. Met de Nienke Dingemans Band is zij support act voor Ana Popovic, Jan Akkerman en Ad Vandenberg. In oktober 2023 wordt Nienke door de  Dutch Blues Foundation onderscheiden met de award Jong Blues Talent.

Op 14 maart a.s. verschijnt het eerste volledige album van Nienke Dingemans. Het album, Ain’t no Hollywood girl wordt die avond gepresenteerd in Gebouw T in Bergen op Zoom. Net als op haar debuut ep zijn ook op dit nieuwe album alle nummer door Nienke Dingemans zelf geschreven. Uiteraard zijn er ook op dit album weer fraaie rollen weggelegd voor de producers en multi-instrumentalisten Joost Verbraak en Jan van Bijnen.

Hollywood girl is de rustige opener met ingetogen begeleiding achter de soulvolle zang van Nienke Dingemans. Iets meer tempo komt er vervolgens in The house of Lily Jones, prachtige americana waar de stem van Dingemans me soms doet denken aan die van Dolly Parton. Southern way is als single uitgebracht. Mooie intense zang, pedal steel, banjo, fraaie contrabas en ingetogen drumwerk. Blue eyed dreams is uptempo rockabilly met een fraaie ‘lopende’ contrabas en saxofoon. Place I call home is een schitterend georkestreerde ballad met violen en cello, bugel en fraaie enigszins vibrerende zang. Stevig rockend is daarna Thelma & Louise, met de gruizige gitaar van van Bijnen en Nienke op slide. Late night blues is een intens gezongen en zeer fraai geinstrumenteerde bluesballad. Last train to Brooklyn is een mooie, soms zeer ingetogen gezongen ballad, met violen en cello en een fraaie slidesolo van Van Bijnen. Het tempo gaat daarna in Outlaw on the run omhoog en de zang van Dingemans doet me soms weer denken aan Dolly Parton. Het slotnummer Last train to Brooklyn krijgt een psyedelische uitvoering met zeer fraaie instrumentale inbreng van Verbraak en Van Bijnen. 

Conclusie: Ain’t no Hollywood girl is een topalbum van een fantastische jonge zeer talentvolle zangeres, met dank aan geweldige muzikale begeleiders.

Tracks cd:

  1. Hollywood girl
  2. The house of Lily Jones
  3. Southern way
  4. Blue eyed dreams
  5. Place I call home
  6. Thelma & Louise
  7. Late night blues
  8. Last train to Brooklyn
  9. Outlaw on the run
  10. Last train to Brooklyn – reprise

Line-up:

Nienke Dingemans – zang, akoestische gitaar (track 1,8), archtop gitaar (track 4), piano (track 5), elektrische slide gitaar (track 6,9), lap steel (track 7)

Joost Verbraak – drums (track 1,2,3,4,6,8,9), percussie (track 1,3,7), trompet (track 1,10), synth (track 2), bugel (track 5,10), udu (track 7), piano (track 7), French horn (track 10), euphonium (track 10, Bb bas (track 10), backing vocals (track 8,9)

Jan van Bijnen – lap steel (track 1), pedal steel (track 3,9,10), banjo (track 1,3), harmonica (track 1,3), akoestische gitaar (track 1,8,9), elektrische gitaar (track 2,4,6,9), bariton gitaar (track 2), mandoline (track 2), dobro (track 7), piano (track 7,10), Hammond (track 7), elektrische slide gitaar (track 8), mandola (track 10), backing vocals (track 9)

Joris Verbogt – contrabas (track 1,3,4,5,7), bas (track 2,6,8,9), backing vocals (track 8,9)

Gijs van Oosterhout – bartion en tenor sax (track 4)

Sarah Verhulst – viool (track 5,8,10)

Marc Hornes – viool (track 5.8.10)

Scarlet Waakop Reijers – cello (track 5,8,10)

14mrt/240

The Rolling Stones – Live at the Wiltern

In 2002 en 2003 maakten The Rolling Stones hun uitgebreide Licks World Tour. De tournee begon op 16 augustus 2002 in Palais Royale in het Canadese Toronto en eindigde op 9 november 2003 in Hong Kong. The Stones traden tijdens deze wereldtournee niet alleen op in stadions en arena’s, maar ze gaven ook intiemere concerten in kleine zalen en theaters. In Nederland traden ze behalve in het Feyenoordstadion, de Amsterdam-Arena en Ahoy op 16 augustus 2003 op in Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht.

Op 4 november 2002 gaf de band een intiem concert in het Wiltern Theatre in Los Angeles, Californië. Dit concert is deze maand in maar liefst vijf verschillende versies uitgebracht. Bijzonder is dat The Stones die dag een setlist hadden met de nodige verrassingen, met songs die ze zelden of nooit live hadden gespeeld. Een concert zonder de vrijwel altijd gespeelde klassiekers als Sympathy for the devil, Satisfaction en You can’t always get what you want.

Cd 1 begint met de bekende riff van Jumpin’ Jack Flash, waarmee het concert spetterend van start gaat, waarna ze met een dampende versie van Live with me in de sixties blijven. Vervolgens krijgen we twee songs die zelden of niet live worden gespeeld. Een opzwepende versie van Neighbours, waarin alle remmen los gaan en Hand of fate, waarin Ronnie Wood gitaristisch het voortouw neemt. Er wordt gas teruggenomen in de prachtige blues No expectations met Jagger op akoestische gitaar en Wood op pedal steel. Na het fraaie Beast of burden krijgen we een zeer indrukwekkende versie van Stray cat blues voorgeschoteld. Jagger is hier met zijn ‘bezwerende’ zang in topvorm, Richards en Wood vechten gitaarduels uit en Darryl Jones geeft een lekkere bassolo weg. Het uit 1980 stammende Dance pt. 1 stelt de studioversie tijdens dit concert volledig in de schaduw. Funky disco, een onverstoorbaar meppende Charlie Watts, gruizige gitaren en een strakke blazerssectie. Dan gaat de band terug naar hun beginperiode met Everybody needs somebody to love, een nummer van Solomon Burke, die het voorprogramma verzorgde en die halverwege het nummer nog even het podium betreedt om met Jagger een paar duetten te zingen. In de soulballad uit 1965 That’s how strong my love is, is het weer volop genieten van de fantastische blazers. Cd 1 wordt afgesloten met het sterk rockende Going to a go-go en de scheurende saxsolo van Bobby Keys.

Nadat Mick Jagger alle bandleden heeft voorgesteld mag Keith Richards, na inleidende roffels van Charlie Watts, cd 2 openen met zijn gebruikelijke twee songs waarin hij de leadvocals voor zijn rekening neemt. Twee songs uit de jaren ’90, de soulvol gezongen ballad Thru’ and thru’ en de reggae  

You don’t have to mean it. Met ondersteuning van blazers en backing vocals blijft Richards vocaal goed overeind. Jagger keert daarna weer terug, en hoe, in het geweldige Can’t you hear me knocking. Een bijwijlen jazzy rocker, met gitaren, keyboards, een verpletterende saxsolo van Bobby Keys en een intense mondharpsolo van Jagger. Na de prachtige BB King bluesklassieker Rock me baby, gaat de gashendel weer helemaal open in de door de blazers gedragen gitaarrocker Bitch. Hierna is het de hoogste tijd voor een aantal klassiekers die heel vaak op de setlist staan. De riff van Honky tonk women is een punt van herkenning bij het publiek dat het refrein meezingt. De ritmesectie Watts-Jones is een strakke geoliede machine en de swingende pianosolo van Chuck Leavell mag er ook zijn. Start me up gaat er ook hier in als koek en dat geldt natuurlijk ook voor Brown sugar, met de gitaarduels en de beroemde saxsolo van Bobby Keys. De toegift Tumbling dice is een klaterend slotakkoord. Felle gitaren, de strakke blazerssectie en de backing vocals die er hier en daar een gospelachtig tintje aan geven.  

Conclusie: The Rolling Stones waren in Wiltern Theatre op 4 november 2002 weer in absolute topvorm. Hopelijk zijn de archieven nog niet uitgeput en kunnen we de komende tijd nog veel meer moois van deze legendarische Britse band tegemoet zien. 

Tracks cd 1:

  1. Jumpin’ Jack Flash
  2. Live with me
  3. Neighbours
  4. Hand of fate
  5. No expectations
  6. Beast of burden
  7. No expectations
  8. Dance pt. 1
  9. Everybody needs somebody to love (feat. Solomon Burke)
  10. That’s how strong my love is
  11. Going to a go-go

Tracks cd 2:

  1. Thru and thru
  2. You don’t have to mean it
  3. Can’t you hear me knocking
  4. Rock me baby
  5. Bitch
  6. Honky tonk women
  7. Start me up
  8. Brown sugar
  9. Tumbling dice

Line-up:

  • Mick Jagger – zang, gitaar, mondharmonica, percussie
  • Keith Richards – gitaar, zang
  • Charlie Watts – drums
  • Ronnie Wood – gitaar, keyboards
  • Darryl Jones – bas,
  • Chuck Leavell – keyboards
  • Bobby Keys – saxofoon
  • Bernard Fowler – backing vocals, percussie
  • Lisa Fischer – backing vocals
  • Blondie Chaplin – backing vocals, percussie
  • Tim Ries – saxofoon, keyboards
  • Kent Smith – trompet
  • Michael Davis – trombone
  • Jim Keltner – percussie
9mrt/240

Dan Penn – The inside track on Bobby Purify

De Amerikaanse singer-songwriter-producer Dan Penn (18 november 1941, Vernon, Alabama) is sinds 1960 actief in de muziekbusiness. Penn is o.a. bekend als (mede) auteur van klassiekers als Dark end of the street (James Carr, Ry Cooder, The Flying Burrito Brothers, Linda Ronstadt), I’m your puppet (James & Bobby Purify, Sam & Dave, Dionne Warwick), Do right woman, do right man (Aretha Franklin, Etta James, Joan Baez, William Bell) en Cry like a baby (The Box Tops, Betty Wright, Arthur Alexander). In 1973 komt zijn debuut soloalbum Nobody’s fool uit.

In 2002 raakt Penn geïnspireerd door de diepgaande interpretatie van het nummer Don’t give up on me van Solomon Burke. Hij neemt contact op met Carson Whitsett en Hoy Lindsey, met wie hij dit nummer heeft geschreven, en nemen een aantal demo’s op in de geest van Don’t give up on me.

In 2004 neemt Dan Penn in zijn thuisstudio in Nashville met een geweldige studioband tien nieuwe nummers op die gebaseerd zijn op de demo’s die hij eerder met Whitsett en Lindsey heeft opgenomen. Deze nummers komen terecht op het in totaal 13 nummers tellende album Better to have it van Bobby Purify. Dit album is echter nooit officieel uitgebracht omdat Bobby Purify, die een paar jaar eerder blind is geworden, niet op tournee wil om het album te promoten.

Bobby Purify (echte naam James B. Moore) vervangt in de jaren ’70 Robert Lee Dicky en vormt met James Purify tot in de jaren ’80 het (nieuwe) duo James & Bobby Purify. Bobby Purify wordt later ook lid van de gospelband Blind Boys of Alabama. Hij overlijdt op 12 mei 2022 op 80-jarige leeftijd.

Vorige maand verscheen het album The inside track on Bobby Purify. Op dit album staan twintig nummers, de tien demo’s van Dan Penn en dezelfde tien nummers die op het album Better to have it van Bobby Purify uit 2005 staan.

In het openingsnummer de pianoballad Forever changed horen we de gevoelige zang van Dan Penn. Better to have it is schitterende gospelsoul met (kerk) orgel. Het tempo gaat iets omhoog in I’m qualified, waarna Things happen zeer ingetogen is met weer een mooi bijdrage van Carson Whitsett op orgel, die vervolgens zijn ‘huppelende’ piano los laat in My life to live over. Mooi is de samenzang van Penn en Lindsey naast het heerlijke pianospel van Whitsett in Nobody’s home. In de prachtige soulballad Hate to see you go is Dan Penn vocaal weer in topvorm. You make me dig en Testimony of a fool zijn fraaie, soms ingetogen ballads met mooi pianospel. Somebody’s gotta do it is iets feller en wordt ook gedragen door de keys.

Vervolgens is het tijd voor dezelfde nummers, maar dan zoals ze oorspronkelijk op het album van Bobby Purify stonden, dus met een uitgebreide band. Forever changed begint met een mooi piano-intro en vervolgens laat Bobby Purify zijn warme stem horen en is er een fraaie gitaarsolo van Reggie Young. Net als in de demoversie is ook hier in Better to have it Whitsett met zijn (kerk) orgel aanwezig en maken de blazers deze prachtige soulballad ‘af’. I’m qualified, met een flonkerende pianosolo, heeft iets meer tempo. Mooi is het toetsenwerk van Whitsett en Spooner Oldham in de soulballad Things happen. My life to live over,met strijkers, is weer het domein van de blazers met vooral de fijne saxsolo van Harvey Thompson. Mooi zijn het basspel van David Hood, de akoestische gitaarsolo van Mike Durham en de backing vocals in Nobody’s home. Hate to see you go is een schitterend gezongen ballad met de fantastische blazerssectie. De blazers ‘dragen’ daarna weer You make me dig, met ook weer een prima bijdrage van bassist Hood. Testimony of a fool levert het bewijs wat een geweldige zanger Bobby Purify was. Het slotnummer Somebody’s gotta do it is mooie funky soul met een hoofdrol voor de fantastische blazers.

Conclusie: The inside track on Bobby Purify is een zeer aangenaam album waar de klasse van afdruipt.

Tracks cd:

DAN PENN

  1. Forever changed
  2. Better to have it
  3. I’m qualified
  4. Things happen
  5. My life to live over
  6. Nobody’s home
  7. Hate to see you go
  8. You make me dig
  9. Testimony of a fool
  10. Somebody’s gotta do it

BOBBY PURIFY

  1. Forever changed
  2. Better to have it
  3. I’m qualified
  4. Things happen
  5. My life to live over
  6. Nobody’s home
  7. Hate to see you go
  8. You make me dig
  9. Testimony of a fool
  10. Somebody’s gotta do it

Line-up tracks 1 t/m 10:

  • Dan Penn – zang, gitaar
  • Carson Whitsett – keyboards
  • Hoy ‘Bucky’ Lindsey – bas, backing vocals

Line-up tracks 11 t/m 20:

  • Bobby Purify – zang
  • Carson Whitsett – keyboards
  • Spooner Oldham – keyboards
  • Reggie Young – lead gitaar
  • Jimmy Johnson – rhythm gitaar
  • David Hood – bas
  • Bryan Owings – drums
  • Mike Durham – akoestische gitaar
  • Wayne Jackson – trompet
  • Charles Rose – trombone
  • Harvey Thompson – saxofoons
  • Anthony Lamarchina – altviool
  • David Angel – viool
  • David Davidson – viool
  • The Settles Connection – backing vocals
  • The Dandylions – backing vocals