Gerritschinkel.nl Columns & meer

3dec/230

Luther Dickinson – Magic music for Family Folk

Singer-songwriter Luther Dickinson (18 januari 1973, Memphis, Tennessee) is de zoon van de legendarisch producer, pianist en zanger Jim Dickinson (1941 – 2009). Luther groeit op met het spelen van concerten. Geïnspireerd door artiesten als Otha Turner, R.L. Burnside en Junior Kimbrough richt Dickinson in 1996 The North Mississippi Allstars op. Daarnaast is hij ook als solo-artiest actief. Zijn solodebuutalbum Onward and upward verschijnt in 2009.

Deze maand kwam Luther Dickinson met een nieuw album, Magic Music for Family Folk. Dit album is een verzameling van favorieten uit zijn kindertijd die hij voor de lol thuis met familie en vrienden heeft opgenomen. Dickinson wilde deze liedjes delen met zijn kinderen en de kinderen van zijn vriend, en zijn dochters laten kennismaken met het plezier van het leren, uitvoeren en opnemen van muziek die zijn vader met hem deelde.De opnamen werden grotendeels in 2017 gemaakt tijdens etentjes, logeerpartijtjes en speelafspraken, hetzij in een sociale setting in gezinsstijl, hetzij terwijl de kinderen sliepen. Dickinson heeft de ruwe opnamen op cd’s gebrand voor vrienden en voor in de gezinsauto. In 2023 besloot hij de ruwe opnamen met een aantal andere musici verder af te maken. Zijn dochters hebben een paar nummers opnieuw ingezongen.

Bij het door Homer Banks geschreven openingsnummer Are you sure denkt Dickinson vooral terug aan de versie van The Staple Singers uit 1972. Meeslepende harmoniezang en bluesy gitaarwerk. Het nummer is ook op single uitgebracht. They all ask for you is oorspronkelijk een funky nummer van The Meters uit 1975. Dickinson c.s. maken er een akoestische versie van met wederom mooie harmonieen. Crawdad, een traditional uit de vroege 20e eeuw, is een zeer ontspannen akoestische song, waarbij de harmonieen weer zeer prettig zijn. Mooi is het drumwerk van Sharde Thomas in de traditional Old blue. Het hoogtepunt van het album is wat mij betreft Beulah land, een spirituele hymne die vooral bekend is in de uitvoering van Mississippi John Hurt. De rustige percussie en de fife van Thomas en de prachtige soulvolle zang van zangeres Yola transformeren het nummer tot een pareltje. Mooi en ingetogen wordt er weer geïnstrumenteerd en gezongen in de traditional Old hen. Fraai is de banjo van Allison Russell in Turkey in the straw, een folksong uit de 19e eeuw. Chicken van Mississippi John Hurt is een akoestische countryblues met een lekkere contrabas van Amy LaVere. Boom boom boom van John Lee Hooker is hier te horen met akoestische gitaar en piano en gruizige Tom Waits achtige zang van Dickinson. Mississippi John Hurt lijkt me een van de favorieten van Dickinson want diens Pay day krijgt hier een uitvoering in de typische Mississippi John Hurt stijl. Het slotnummer Whatever river is door Dickinson zelf geschreven. Hij componeerde deze mooie folky song speciaal voor zijn dochters. Het nummer schetst de verbondenheid met geliefden en familietradities. Een ontroerend slotakkoord. 

Conclusie: Magic Music for Family Folk is een ontroerend mooi album.

Tracks cd:

  1. Are you sure
  2. They all ask for you
  3. Crawdad
  4. Old blue
  5. Beulah land
  6. Old hen
  7. Turkey in the straw
  8. Chicken
  9. Boom boom boom
  10. Pay day
  11. Whatever river

Line-up:

  • Luther Dickinson – zang, gitaren, akoestische bas, Wurlitzer
  • Lucia, Isla Belle en Mary Lindsay Dickinson – zang
  • Sharde Thomas – drums, fife, zang
  • Lillie Mae Rische – fiddle, zang
  • Allison Russell – banjo, klarinet, zang
  • Amy LaVere – contrabas, zang
  • Yola – zang
  • Sharisse Norman – zang
  • Cody Dickinson – celeste, piano
  • Marco Giovino – drums
  • Jim Spake – (bas) klarinet
  • Jimmy Crosthwait – washboard
30nov/230

Blues Traveler – Traveler’s soul

De Amerikaanse rockband Blues Traveler is opgericht in 1987 in Princeton, New Jersey. De band speelt nog steeds in de originele samenstelling, m.u.v. bassist Tad Kinchla, die de in 1999 overleden bassist van het eerste uur Bobby Sheehan heeft vervangen. In dat jaar wordt de band ook uitgebreid met keyboardspeler Ben Wilson. Hun muziekgenre varieert van blues, rock, psychedelische rock, folkrock, soul tot Southern rock. Hun debuutalbum Blues traveler verschijnt in 1990. De band breekt in 1994 door met de hitsingle Run-around. In september en oktober 1997 is Blues Traveler negen keer openingsact bij de start van de Bridges to Babylon Tour van The Rolling Stones in de VS en Canada.

Vorige maand verscheen er een nieuw album van Blues Traveler. Op dit album, Traveler’s soul, zijn ook een groot aantal gastmusici te horen.

Het door Curtis Mayfield geschreven openingsnummer Fool for you is een fijne soulballad met keys en  mondharp. Heerlijke soul is daarna Tired of being alone van Al Green, met blazers en zang van Alisan Porter. Indrukwekkend is Waterfalls, een  hit van de R&B- soul- en hiphop groep TLC uit 1994. Pat Monahan van de rockband Train zingt, bijgestaan door de rappende Daisha McBride (the rap girl uit Tennessee). I can’t stand the rain van Ann Peebles is een strakke versie waarin John Popper vocale assistentie krijgt van Valerie June. Que sera sera (Whatever will be will be), bekend van Doris Day die het in 1956 zong in de film The man who knew too much van Alfred Hitchcock, wordt omgetoverd in een schitterende soulballad waarbij de backing vocals het nummer een extra gospeltintje geven. Via de ragtime piano, de blazers en een mondharpsolo belanden we met de Dr. John song Qualified rechtstreeks in de sferen van New Orleans. In We can work it out, de Lennon/McCartney compositie en hit van The Beatles uit 1965, horen we mooie duetten van Popper met Sara Niemietz. Groove is in the heart van Herbie Hancock is funky soul met lekker drumwerk van Brendan Hill, de mondharp en zang van R&B zangeres Liv Warfield (The New Power Generation) en soulzanger Davie. In Last train van Allen Toussaint is een strakke ritmesectie te horen, mondharp, mooie backing vocals en Ben Wilson op piano en met een spetterende orgelsolo. In Groove me, de hit van King Floyd uit 1970, zijn er weer de blazers, een huilende mondharp en een funky gitaar. Singer-songwriter Clyde Lawrence is de vocalist in de funky soulsong Just kissed my baby van de funkgroep The Meters. Het slotnummer When a man loves a woman, de klassieke soulslijper van Percy Sledge, wordt hier schitterend gezongen door soulzanger Ryan Shaw.

Conclusie: Traveler’s soul is een fantastisch album waar de soul van afdruipt.

Tracks cd:

  1. Fool for you
  2. Tired of being alone (feat. Alisan Porter)
  3. Waterfalls (feat. Pat Monahan & Daisha McBride)
  4. I can’t stand the rain (feat. Valerie June)
  5. Que sera sera (Whatever will be will be) (feat. Wendy Moten)
  6. Qualified
  7. We can work it out (feat. Sara Niemietz)
  8. Groove is in the heart (feat. Liv Warfield & Davie)
  9. Last train
  10. Groove me
  11. Just kissed my baby (feat. Clyde Lawrence)
  12. When a man loves a woman (feat. Ryan Shaw)

Line-up Blues Traveler:

  • John Popper – zang, mondharmonica
  • Chan Kinchla – gitaar
  • Tad Kinchla – bas
  • Ben Wilson – keyboards
  • Brendan Hill - drums
19nov/230

Johnny Laporte – That’s me

Johnny Laporte (1952, Medan) emigreerde in 1958 met zijn familie vanuit Indonesië naar Nederland om zich in Haarlem te vestigen. Op jonge leeftijd kwam Johnny, met zijn broer Guus, als gitaristen in de muziekscene terecht. Johnny ging spelen in de Oscar Benton Blues Band. Sinds 1974 speelt Johnny samen met zijn broer in de Haarlemse bluesband Barrelhouse. Barrelhouse is met twee Edisons bekroond en is in 2012 opgenomen in de Dutch Blues Hall of Fame. De band bestaat volgend jaar 50 jaar. Dit jubileum gaat gevierd worden met een uitgebreide afscheidstournee.

In 2018 maakte Laporte met Oscar Benton het album I am back en in 2019 het album Mirror’s don’t lie. In de coronaperiode begon hij in zijn homestudio te werken aan eigen repertoire. Het resultaat verschijnt deze maand op zijn eerste soloalbum. Dit album, That’s me, kan terecht een soloalbum worden genoemd want Johnny bespeelt op dit album alle instrumenten en maakt ook zijn debuut als zanger. Gelijktijdig met That’s me verschijnt op dezelfde dag (18 november) Johnny’s debuutroman Zwijgen zweeg gezwegen. Voor een aantal songs op het album zijn de teksten ontleend aan deze roman. Album en boek worden op 18 november a.s. om 13.30 uur in Theater Hakim in Haarlem gepresenteerd.

That’s me opent uptempo met Waitin’. Melodieus gitaarwerk en halverwege een vertrouwde gitaarsolo. Better run through the fire, met ingetogen zang, is een mooie blues die me af en toe in de verte doet denken aan I just can’t be satisfied van Muddy Waters. Schitterend is het gitaarspel, in de stijl van Peter Green, in de op de klassieker Summertime geïnspireerde bluesballad Forbidden fruit. Lyrisch zijn daarna de gitaarlicks in Jimmy Rogers midtempo blues World’s in a tangle en in de ingetogen gospelachtige blues At the end of the book. Het ‘smachtend’ gezongen Angel fly home is gitaristisch een pareltje. Lekker is het pianospel naast het bijtende en lyrische gitaarwerk in Robert Johnson’s klassieker Ramblin’ on my mind. Een schitterende versie. Behalve op de elektrische gitaar is Laporte in Bobby ain’t dump ook als bassist op dreef. Een synthesizer is te horen in het reggae-achtige We gotta tie her down. Laporte speelt weer fraai piano in het rustige jazzy Storyteller. In de boogie There’s a war outside is Laporte zo te horen duidelijk beïnvloed door John Lee Hooker. Het slotnummer, de instrumentale swampblues Play it, met strak drumwerk en een fraaie pianosolo, wordt opgeluisterd met een aantal samples van de ‘Swamp Fox’ Tony Joe White.   

Conclusie: That’s me is een afwisselend bluesalbum van een gedreven en allround bluesman. Een zeer prettig in het gehoor liggend solodebuut.

Tracks cd (inclusief 2 bonustracks):

  1. Waitin’
  2. Better run through the fire
  3. Forbidden fruit
  4. World’s in a tangle
  5. At the end of the book
  6. Angel fly home
  7. Ramblin’ on my mind
  8. Bobby ain’t dumb
  9. We gotta tie her down
  10. Storyteller
  11. There’s a war outside
  12. Play it
10nov/230

Chickenforce – Chickenforce 2

Chickenforce is een project van Gooitzen Greidanus, Rik Meijer en Nico Outhuijse uit Friesland. Vorig jaar bracht Rik Meijer, die eerder al werkte met Erwin Java, Huub van der Lubbe, Bert Heerink e.v.a., het album Chickenforce 1 uit. Op dit album werd ook meegewerkt door een aantal door de wol geverfde musici als Cindy Oudshoorn, Monique Bakker, Fokke de Jong en Jack Bottleneck.

Begin november is Chickenforce 2 verschenen, een album met 12 covers. Ook op dit album zijn, net als op het vorige album, weer een groot aantal gastmusici die hun sporen in de muziekscene hebben verdiend te horen. Chickenforce 2 is opgenomen in Studio Greenbaum van Nico Outhuijse.  

Het openingsnummer Fool in love is een cover van Ike & Tina Turner uit 1961. Opwindende R&B met de enigszins rauwe zang van Minke Adema. Blues about you baby (2002) is een van de twee covers van de Texaanse singer-songwriter Delbert McClinton. Rock ‘n’ roll met een swingende piano en zang van Jack Bottleneck. Leon Russell’s Hummingbird (1970) is een schitterende ballad. Fraaie duozang van Monique Bakker en Kevin Stuurhaan en fantastisch gitaarwerk van Rik Meijer. De groovy ritmesectie Fokke de Jong (drums) en Gooitzen Greidanus (bas) is op dreef in het funky Why did you do it, een hit van de Britse band Stretch uit 1975. Cobus Prins neemt in dit nummer de zang voor zijn rekening. In het uptempo soulvol door Jack Bottleneck gezongen Need never get old, een song van de Amerikaanse zanger-gitarist Nathaniel Rateliff uit 2016, is Ruben Mulder te horen op keyboards en Willem Pen op saxofoon. Total control is een cover van de Amerikaanse new-wave band The Motels uit 1979. Pieter Sijbesma is de leadzanger naast de fraaie bastonen, de felle gitaarlicks van Meijer en het orgel van Ruben Mulder. Monique Bakker neemt de zang voor haar rekening in het funky Single bed, een song van de Britse band Fox uit 1978. De backing vocals zijn van Auke Busman. Midnight rambler is een compositie van Mick Jagger en Keith Richards uit 1969 en nog steeds een vast onderdeel van de concerten van The Rolling Stones. Hier horen we een mooie soulvolle uitvoering met zang van Einte Bijlsman en backing vocals van Minke Adema en Cindy Oudshoorn. De felle gitaarlicks zijn uiteraard van Meijer. Love you like a man is een jazzy rocker van de  Amerikaanse folk-blueszanger-gitarist Chris Smither uit 1970. De zang is van Pieter Sijbesma en Bas Kleine glorieert op mondharp. Jack Bottleneck en Minke Adema zijn weer fantastisch op dreef in de schitterender door Billy Maddox en Paul Thorn geschreven ballad What I could do. Prachtig is ook het mandolinespel van Meijer. Lie no better (1997) is de tweede cover van Delbert McClinton met zang van Cobus Prins, Bas Kleine op mondharp en een strakke ritmesectie. Het slotnummer is Gun in my hand, een song van de Amerikaanse rockband Dorothy uit 2016. Een bluesrocker met uitbundige zang van Cindy Oudshoorn en een huilende mondharp van Bas Kleine.

Conclusie: Chickenforce 2 is een uitstekend album. Laat Chickenforce 3 maar snel komen.

Tracks cd:

  1. Fool in love
  2. Blues about you baby
  3. Humming bird
  4. Why did you do it
  5. Need never get old
  6. Total control
  7. Single bed
  8. Midnight rambler
  9. Love you like a man
  10. What I could do
  11. Lie no better
  12. Gun in my hand
3nov/230

Adam Douglas – Dancing for the moon

De Amerikaanse singer-songwriter-gitarist Adam Douglas (1981) is geboren en getogen in Oklahoma. In 2008 verhuist hij naar Noorwegen en vestigt zich in 2017 in Harestua. In 2015 verschijnt zijn debuutalbum I may never learn. In 2016 wint Douglas het Baltic Songfestival in Karlshamn en in 2017 de muziekwedstrijd Stjernekamp op NRK. Voor zijn 4e album Better angels uit 2021 wint hij de Spellemannprijs in de klasse blues.

Begin november verschijnt Dancing for the moon, het nieuwe album van Adam Douglas. Hij wordt op dit album begeleid door een groot aantal voortreffelijke Noorse musici.

Het openingsnummer, Wish I had not said that, een song van J.J. Cale uit 1981, wordt lekker laidback gezongen door Douglas. De fraaie bastonen zijn van Manus Reksjø. Het tempo gaat omhoog in Stop, drop and roll, waarin fantastisch wordt gemusiceerd door de Noorse musici. Uitbundig is de zang in Plenty of time, none to waste. De viool van Mari Birgitte Bølgen Halvorsen en de Wurlitzer van Thor-Erik Fjellvang liggen ook prettig in het gehoor. True blue is een relaxt nummer met een strakke ritmesectie en de backing vocals van Charlotte Bredesen. Déja rendezvous, met een psychedelisch intro, is vooral door de duozang van Douglas en Solveig Slettahjell, een heerlijke countrysong. Sterk is de zang en uitstekend de begeleiding weer in het midtempo He’ll be alright. I need a cigarette is stevig(er) met weer die strakke ritmesectie en een fraaie gitaarsolo. Prachtig is de duozang van Douglas met Christel Alsos in het door Don Williams geschreven We’re all the way. In het opwindende Maybe someday vallen de mooie harmonieen van Charlotte Bredesen en Lars Andreas Aspesaeter op. In het soulvolle Closer to you bewijst Douglas nogmaals dat hij een uitstekende zanger is.  

Conclusie: Dancing for the moon is een mooi album van een geweldige zanger.

Tracks cd:

  1. Wish I had not said that
  2. Stop, drop and roll
  3. Plenty of time, none to waste
  4. True blue
  5. Déja rendezvous
  6. He’ll be alright
  7. I need a cigarette
  8. We’re all the way
  9. Maybe someday
  10. Closer to you

Line-up

  • Adam Douglas – zang, gitaren, synthesizers
  • Charlotte Bredesen – backing vocals (track 4,9)
  • Christel Alsos – zang (track 8)
  • Geir Sundstøl – pedal steel, lap steel, clavinet (track 5)
  • Lars Andreas Aspesaeter – backing vocals (track 3,6,8,9)
  • Mari Birgitte Bølgen Halvorsen – viool, viola (track 2,3)
  • Manus Reksjø – bas (track 1,4,5,6,7,8)
  • Ruben Dalen – drums, percussie
  • Ruben Fredheim Oma – bas (track 10)
  • Solveig Slettahjell – zang (track 5)
  • Thor-Erik Fjellvang – wurlitzer (track 2,3,4,5,6,7,9,10)
  • Tor Egil Kreken – bas (track 2,9)
30okt/230

Old Californio – Metaterranea

Old Californio is een countryrockband o.l.v. singer-songwriter Rich Dembowski uit Zuid-California. Hun platendebuut Along the cosmic Grass verschijnt in 2007. In hun ruim 16-jarige bestaan heeft de band nu zes albums uitgebracht. Het zesde album Metaterranea verschijnt deze maand. Het album is opgenomen in Bonsai Universe Studio in Rosemead, California. De tien nieuwe songs op Metaterranea zijn geschreven door Rich Dembowski.

Old kings road is de melodieuze uptempo countryrocker met een fraaie lap steel van Paul Lacques en een wervelende keyboard- en gitaarsolo. De ballad Come undone, met heerlijk pianospel van Jon Niemann en de slide van Woody Aplanalp, roept herinneringen op aan de sound van The Band. In het ‘slepend’ gezongen The swerve speelt Dembowski lekkere solo’s op zijn string maudal gitaar. Dembowski’s zang is ingetogen, naast de swingende lapsteel en de conga, in het akoestische Timeless things. Destining again is een midtempo countryrock song, met felle gitaarsolo’s, strak drumwerk van Justin Smith en fraaie harmonieen. Het akoestische Weeds (wildflowers) wordt schitterend opgeluisterd door de contrabas van Corey McCormick, de omfloerste drum van Lon Hayes en de nylon string gitaarlicks van Aplanalp. Het fel rockende The seer zou ook op het repertoire van Neil Young en Crazy Horse kunnen staan. De mooie bariton van Dembowski is weer prachtig in het akoestische, enigszins psychedelische Tired for a sea. Het sobere drumwerk van Anthony Logerfo en de contrabas van McCormick zijn ook hier weer een lust voor het oor. Prettig zijn de harmonieen in het harmonieuze Through the days (and past all nights). Just like a cloud is een voortreffelijke afsluiter. Keyboards, de sterkte ritmesectie Logerfo – McCormick en het nummer eindigt met een lange snijdende gitaarsolo van Aplanalp.     

Conclusie: Metaterranea is een prima album.

Tracks cd:

  1. Old kings road
  2. Come undone
  3. The swerve
  4. Timeless things
  5. Destining again
  6. Weeds (wildflowers)
  7. The seer
  8. Tired for a sea
  9. Through the days (and past all nights)
  10. Just like a cloud

Line-up:

  • Rich Dembowski – lead zang, gitaar, bas (track 1,2,5,7,9), string maudal gitaar (track 3)
  • Woody Aplanalp – gitaar, backing vocals, nylon string gitaar (track 6), lapsteel (track 4), slide gitaar (track 2)
  • Jon Niemann – keyboards, piano, bells
  • Justin Smith – drums (track 1.2.5.7.9), backing vocals (track 2,5,9)
  • Jason Chesney – backing vocals (track 5,6,9)
  • Paul Lacques – lapsteel (track 1,7)
  • Anthony Logerfo – drums (track 3,8,10)
  • Lon Hayes – drums (track 6)
  • Corey McCormick – bas (track 3,4,6,8,10)
  • Andres Rentaria – conga (track 4)
25okt/230

Rod Picott – Starlight tour

De Amerikaanse singer-songwriter Rod Picott is op 3 november 1964 geboren in New Hampshire. Als kind verhuist hij naar South Berwick in Maine. Op school raakt hij bevriend met Slaid Cleaves, waarmee hij samen jaren muziek maakt, o.a. in het bandje The Magic Rats. In 2000 schrijven ze het nummer Broke down, dat veel gedraaid wordt op de americana zenders in de VS. Het succes hiervan leidt er toe dat Picott zijn baan in de bouw opgeeft om zich volledig aan de muziek te wijden. In 2001 verschijnt zijn debuutalbum Tiger Tom Dixon’s Blues. Picott is dan inmiddels verhuisd naar Nashville Tennessee. Collega’s als Ray Wylie Hubbard, Fred Eaglesmith en Slaid Cleaves hebben songs van Picott opgenomen.

Deze maand verschijnt er weer een nieuw album van Rod Picott, Starlight tour, opgenomen in Skinny Elephant in Nashville, Tennessee, en geproduceerd door Neilson Hubbard, die ook drums en percussie speelt op het album.

Met Next man in line, een song over de vergankelijkheid en het jachtige bestaan, wordt het album lekker ritmisch geopend. Strak is de ritmesectie in het rauwe Tom Waits achtige Digging ditches. Sober en mooi ingetogen gezongen is daarna Television preacher. Iets meer tempo komt er in A puncher’s chance, een opgewekte song over de mogelijkheden om succesvol te zijn in het leven.

Combine, met de mooie repeterende zin ‘All I need is more harvest from this old combine, is een rustige song met mandoline en pedal steel. In het vrolijke Homecoming queen blikt Picott terug op zijn jeugdromen (everybody wants to dance with the queen). In het akoestisch en enigszins fluisterend gezongen titelnummer Starlight tour stelt Picott dat je niet kunt ontsnappen aan de huid waarin je zit. Een prachtig nummer!. Het uptempo en heel fraai geinstrumenteerde Wasteland, is een heerlijki nummer over de woeste heuvels van Georgia. Pelican bay vertelt het emotionele verhaal van een uit Viet goddamn Nam teruggekeerde militair en zijn vrouw Mary. Time to let go of your dream is het indrukwekkende slotnummer waarin een sprankje hoopt wordt geschetst.

Conclusie: Rod Picott stelt eigenlijk nooit teleur. Met Starlight tour heeft hij zijn oeuvre weer met een parel uitgebreid.

Tracks cd:

  1. Next man in line
  2. Digging ditches
  3. Television preacher
  4. A puncher’s chance
  5. Combine
  6. Homecoming queen
  7. Starlight tour
  8. Wasteland
  9. Pelican bay
  10. Time to let go of your dream

Line-up

  • Rod Picott – zang, akoestische gitaar
  • Juan Solorzano – elektrische en akoestische gitaar, pedal steel, piano, glockenspiel, trompet
  • Lex Price – bas, mandoline
  • Neilson Hubbard – drums, percussie
24okt/230

Sean Taylor – Short stories

Sean Taylor (29 december 1983) is een Britse singer-songwriter uit Londen. Hij toerde door het Verenigd Koninkrijk (hij speelde o.a. vier keer op het Glastonbury Festival) en Europa. Hij was support act van Robert Cray, Tony Joe White, Richard Thompson, John Fogerty, The Neville Brothers, George Benson, Tom Paxton, Eric Bibb, June Tabor, John Mayall en The Band of Horses. Zijn debuutalbum Corrugations verscheen in 2006. Dit jaar werd hij genomineerd voor de UK Blues Ward Acoustic Act of the Year.

In augustus jl. verscheen zijn nieuwe album Short stories. Happy days is de relaxte opener met Hammond, bluesy piano en de schorre rappende zang van Sean Taylor. De ballad Snowdonia is een mooie ode aan de schoonheid van de natuur met piano en pedal steel. Wildflower is een ingetogen gezongen pianoballad. De ballad Open your heart to love, met een fraaie contrabas, is een pleidooi voor de liefde. Mona Lisa, met boogiewoogie piano en een mondharpsolo is het verhaal over het gestolen schilderij van Leonardo da Vinci, waar Picasso van werd beschuldigd. Set me free is een mooi liefdesliedje met piano, akoestische gitaar en pedal steel. Op Gravestones is een gastrol voor Basia Bartz op viool, naast de schorre zang en tinkelende pianoklanken. In Sweet Maria vallen de   percussie en de Hammond op. The letter is een uptempo blues met mondharmoncia. Het slotnummer Be cool duurt bijna 7 minuten. Een sfeervol, relaxt en jazzy nummer met gefluisterde en gesproken zang, piano en fraaie trompetsolo’s.

Conclusie: Short stories is een heerlijk sfeervol album.

Tracks cd:

  1. Happy days
  2. Snowdonia
  3. Wildflower
  4. Open your heart to love
  5. Mona Lisa
  6. Set me free
  7. Gravestones
  8. Sweet Maria
  9. The letter
  10. Be cool

Line-up:

  • Sean Tayjor – zang, gitaren, piano, harmonica
  • Ben Walker – gitaren en elektrische piano
  • Mike Seal – contra bas
  • Paulina Szczepaniak -  percussie
  • Justin Carroll – Hammond
  • Joe Harvey Whyte – pedal steel
  • Eric Lounsbury – trompet
  • Basia Bartz - viool
22okt/230

The Rolling Stones – Hackney diamonds

De fans hebben er heel lang op moeten wachten, maar eindelijk is er na 18 jaar weer een album van The Rolling Stones met nieuw materiaal verschenen. Het laatste album met eigen materiaal was A bigger bang (2005). Hun meest recente album Blue & lonesome (2016) bevatte louter bluescovers.

Maar nu is er dus, na een zeer uitgebreide en uitgekiende wereldwijde publiciteitscampagne, Hackney diamonds, wereldwijd op 20 oktober uitgebracht. Over de totstandkoming van dit album en waarom het zo lang heeft geduurd is de afgelopen weken zoveel geschreven dat ik dit hier maar achterwege laat. Op Hackney diamonds maakt een aantal gerenommeerde artiesten als Stevie Wonder, Paul McCartney, Elton John en Lady Gaga hun opwachting. Op twee songs is de twee jaar geleden overleden drummer Charlie Watts nog te horen en ook voormalig bassist Bill Wyman speelt op een nummer bas. En de rol van de jonge Amerikaanse producer Andrew Watt (33) is een zeer belangrijke. Watt krijgt ook de credits, naast Jagger en Richards, van drie songs. 

Het 24e studioalbum opent met Angry, dat in september als eerste single werd uitgebracht. Een energieke en typische Stones rocker met de knallende drums van Steve Jordan en een Mick Jagger in vocale topvorm. Get close heeft die typische Stones gitaarsound, Elton John op piano en een vette saxsolo van James King. Het tempo zakt in de prachtige ballad Depending on you, waarmee de Stones de richting van de country opgaan. De zang van Jagger is weer uitstekend (‘too young to die, to old to live’). Mooi akoestisch gitaarwerk en een zeer fraaie slide van Ron Wood. Bite my head off is een agressieve punkachtige rocker met een striemende gitaarsolo en Paul McCartney met zijn soms overstuurde grommende basspel. Whole wide world is een doordenderende venijnige rocker waar de Stones patent op hebben. Messcherpe gitaarsolo’s en een ‘jagende’ drummer. Jagger is vocaal weer in topvorm in het schitterende Dreamy skies met gospelinvloeden, fraai veelal ingetogen gitaarwerk, Hammond en mondharp. Mess it up is een felle melodieuze rocker met het kenmerkende swingende en strakke drumwerk van Charlie Watts. Charlie Watts is ook aanwezig op de vette gitaarrocker Live by the sword. Bill Wyman speelt bas zodat de originele ritmetandem even in ere is hersteld. Elton John tinkelt weer op de piano en Wood perst een splijtende solo uit zijn gitaar. De Stones in topvorm. De eerste gitaarlicks van het midtempo Driving me too hard doen me denken aan Tumblin’ dice. Keith Richards mag op dit album ook weer op een song de leadzang voor zijn rekening nemen. Hij is nog aardig bij stem in Tell me straight, dat vertrouwd klinkt in het verlengde van songs als Slipping away en This place is empty van vorige Stones albums. Dan het absolute hoogtepunt van het album, het ook op single uitgebrachte Sweet sounds of heaven. Een wonderschone gospel met Stevie Wonder op piano en Moog, Matt Clifford op B-3, maar vooral de fantastische zang van Mick Jagger en Lady Gaga. Een Stones klassieker in wording. Ruim zeven minuten puur genieten. In het slotnummer gaan de Stones terug naar hun begintijd met Rolling Stone blues. De Rolling Stones ontlenen hun naam aan deze klassieker van Muddy Waters uit 1950. Een indrukwekkende rudimentaire blues met Richards op gitaar en Jagger zang en mondharmonica. Is hiermee de cirkel rond?

Conclusie: Het lange wachten was de moeite waard. Op Hackney diamonds laten The Rolling Stones horen dat ze nog springlevend zijn. Een uitstekend album. Hopelijk hoeven we weer niet zo lang te wachten op nieuw werk, maar als dit het laatste album is dat deze legendarische band heeft gemaakt, dan hebben ze wel knallend afscheid genomen.

Tracks cd:

  1. Angry
  2. Get close
  3. Depending on you
  4. Bite my head off
  5. Whole wide world
  6. Dreamy skies
  7. Mess it up
  8. Live by the sword
  9. Driving me too hard
  10. Tell me straight
  11. Sweet sounds of heaven
  12. Rolling Stone blues

Line-up

  1. Mick Jagger – zang, backing vocals, gitaar, percussie, mondharmonica
  2. Keith Richards – gitaar, bas, backing vocals, zang (track 10), piano
  3. Ronnie Wood – gitaar, bas, backing vocals
  4. Charlie Watts – drums (track 7,8)
  5. Bill Wyman – bas (track 8)
  6. Steve Jordan – drums
  7. Matt Clifford – (Wurlitzer, Rhodes) piano, B-3, 
  8. Elton John – piano (track 2,8)
  9. Lady Gaga – zang (track 11)
  10. Paul McCartney – bas (track 4)
  11. Stevie Wonder – piano, Moog (track 11)
  12. Andrew Watt – backing vocals, percussie, bas, gitaar
  13. James King – saxofoon (track 2, 11)
  14. Ron Blake – trompet (track 2, 11)
  15. Karlos Edwards – percussie (track 2, 7)
  16. Benmont Tench – Hammond (track 3, 6)
18okt/230

Brent Cobb – Southern star

De Amerikaanse singer-songwriter Brent Cobb is geboren op 1 augustus 1986 in Americus, Georgia, maar groeit op in de nabijgelegen stad Ellaville. Als tiener is Cobb frontman van de lokale band Mile Marker 5. Op zijn 16e geeft hij zijn neef en producer uit Los Angeles Dave Cobb een demo-cd. Met zijn neef Dave neemt Brent Cobb in 2006 in Los Angeles zijn debuutalbum No place left to leave op. Na enige tijd keert Cobb weer terug naar Georgia en verhuist hij in 2008 naar Nashville, Tennessee, alwaar hij een songwriterscontract krijgt. Hij schrijft songs voor meerdere artiesten zoals Luke Bryan, David Nail, Kellie Pickler, Kenny Chesney en Miranda Lambert. Hij toert en opent o.a. voor gevestigde sterren als Blake Shelton, Sara Evans en is speciale gast van Chris Stapleton tijdens diens All American Roadshow Tour.

In september jl. verscheen Southern star, het 5e album van Brent Cobb. Het album is opgenomen in de legendarische Capricorn Sound Studios in Macon, Georgia.

Het album opent lekker ontspannen met het titelnummer Southern star, gevolgd door meeslepende J.J. Cale achtige laidback in It’s a start. Livin’ the dream is licht funky met keyboards en flarden mondharmonica. Cobb’s vrouw Layne schreef Patina, een mooi zacht en ingetogen gezongen liedje.

Het rockende gospelachtige ‘On’t know when wordt zeer fraai opgeluisterd door de achtergrondzang van het plaatselijke koor The Boswellz. De zoete mondharp is weer te horen in het rustige melodieuze Kick the can. Steviger wordt het daarna in het funky Devil ain’t done met de groovy mondharp van Chris Hicks. When country came back to town is met ruim vijf minuten het langste nummer. In dit nummer, dat ook op single is uitgebracht, brengt Cobb een ode aan alternatieve countryartiesten als Sturgill Simpson, Margot Price, Brandi Carlile en Jason Isbell. Het prijsnummer van dit album!

Miss Ater, geschreven door singer-songwriter Sally Jaye uit Georgia, vertelt het droevige verhaal van een eenzame vrouw in een verlaten stad. De begeleiders zijn hier in topvorm. Het slotnummer is Shade tree, alleen akoestische gitaar en zeer ingetogen zang met een zachte mondharmonica op de achtergrond.   

Conclusie: Southern star is een mooi verfijnd album waar ik met veel plezier naar kan luisteren.

Tracks cd:

  1. Southern star
  2. It’s a start
  3. Livin’ the dream
  4. Patina
  5. ‘On’t know when
  6. Kick the can
  7. Devil ain’t done
  8. When country came back to town
  9. Miss Ater
  10. Shade tree

Line-up

  • Brent Cobb – akoestische gitaar, zang, backing vocals
  • Charlie Gilbert – elektrische gitaar
  • Leroy Wilson – drums
  • Miles Landrum – bas
  • Josh Morningstar, Sally Jave, The Boswellz – backing vocals
  • Chris Hicks – harmonica
  • Jimmy Matt Rowland – keyboards
  • Rob Sumowski – percussie
  • Oran Thornton – backing vocals