Samantha Fish – Paper doll
Samantha Fish is een op 30 januari 1989 in Kansas City, Missouri, geboren singer-songwriter-gitariste. Samantha Fish is als drummer begonnen, maar op haar 15e stapt ze over op de gitaar. De eerste muziek die ze hoort is van Bonnie Raitt en Stevie Ray Vaughan en later van Tom Petty en The Rolling Stones. Ze noemt het album Sticky fingers van The Stones als een vroege invloed. Fish gaat in die tijd regelmatig naar de Knuckleheads Saloon in Kansas City, waar veel bluesartiesten optreden.
In 2009 verschijnt het album Live bait van The Samantha Fish Blues Band. Met deze band toert Fish door de VS en Europa. In de loop van de jaren komen er regelmatige nieuwe (solo) albums van Samantha Fish uit. Voor het album Death wish blues uit 2023 ontvangt ze een Grammy nominatie. Op 21 juli 2024 is ze in Ridgedale, Missouri, openingsact voor The Rolling Stones tijdens hun Hackney Diamonds Tour.
Deze maand verscheen Paper doll, het nieuwe album van Samantha Fish. Het album is opgenomen in The Orb in Austin en Savannah Studios in Los Angeles. Het is het eerste album dat Fish opneemt met haar tourband. Paper doll is geproduceerd door Bobby Harlow, die in 2017 ook het album Chills & fever produceerde.
Het album opent opwindend met de ruige gitaarrocker I’m done runnin’. Een strakke ritmesectie, golven keys, verschroeiende gitaarsolo’s en uitbundige zang zijn de ingrediënten van de heavy bluesrocker Can’t ya handle the heat? In het hevig rockende Lose you tovert Samantha Fish weer een vlammende solo uit haar elektrische gitaar. Fraai zijn de harmonieen naast de spetterende gitaarsolo’s in de soulvolle ballad Sweet southern sounds. Off in het blues is een mooi gezongen vrij ingetogen ballad met surf-gitaar licks. Passievol is de zang in de dromerige, psychedelische bluesballad Fortune teller. Het nummer explodeert halverwege in een ruige uptempo gitaarrocker om aan het einde weer in tempo te zakken. Mick Collins, zanger van The Gories en Dirtboms, Amerikaanse punkbands uit Detroit, is gastvocalist in Rusty razor. Een stevig punkie nummer met vlammende gitaarsolo’s, een strakke ritmesectie en uitbundige, soms enigszins schreeuwerige zang van Fish. Het titelnummer Paper doll was het eerste nummer dat Fish voor dit album schreef. Een rauw rebels soort feministisch lied. Het album eindigt melodieus met Don’t say it. Mooie harmonieen en Fish gooit er ook nog een gierende gitaarsolo uit.
Conclusie: Paper doll is een dynamisch en energiek (blues) rock album.
Tracks cd:
- I’m done runnin’
- Can’t ya handle the heat?
- Lose you
- Sweet southern sounds
- Off in the blues
- Fortune teller
- Rusty Razor (feat. Mick Collins)
- Paper doll
- Don’t say it
Line-up:
- Samantha Fish – zang, elektrische en akoestische gitaar
- Ron Johnson – bas
- Jamie Douglass – drums
- Mickey Finn – Hammond, Rhodes, Wurlitzer, akoestische piano
- D. Scaife, elektrische piano, backing vocals
- Gabbi Beauvais, Keo – backing vocals
- Bobby Harlow - tamboerijn
Moses Patrou – Confession of a fool
Moses Patrou is een Amerikaanse in Nashville, Tennessee, geboren singer-songwriter-multi-instrumentalist die al een tijdje actief is in de muziekscene van New York City. Patrou combineert zijn warme baritonstem met zijn Hammond-orgelspel, waarmee hij blues, soul, country en jazz naadloos combineert en creëert hiermee een sfeer die we kennen van o.a. steden als Memphis en New Orleans. Zijn zangstijl wordt wel vergeleken met die van Bill Withers. Hij heeft op podia gespeeld met o.a. Levon Helm, Boz Scaggs en Gregg Allman en op diverse jazzfestivals in de VS en in Europa gestaan. Zijn debuutalbum Introducing Moses Patrou komt in 2007 uit, in 2013 gevolgd door Can’t stop vol. 1. Vorige maand verscheen er na twaalf jaar weer een nieuw album van Moses Patrou, Confession of a fool, een album met dertien nieuwe door Patrou geschreven songs.
De mooie baritonstem van Patrou is meteen al te horen in het openingsnummer Look what love can do. Funky soul, golven Hammond, een lekkere gitaarsolo en vocale assistentie van Nicky Richards. De soul blijft er van af druipen in Willing to change, met de fantastische blazers, en vooral de zeer fraaie saxsolo van Al Falaschi. Het tempo gaat omhoog in het door een strakke ritmesectie gedreven en swingend 7 Days and counting. De titelsong Confession of a fool is een emotionele soulballad met backing vocals, Hammond, Rhodes en slide. Prominent is het drumwerk, naast die uitstekende blazerssectie in het funky bluesy That ain’t love. Run away is een langere ballad met George Laks op Hammond en piano en Eric Finland op Wurlitzer, gevolgd door Lyin’ to yourself, ‘luie’ soul met een gruizige gitaarsolo van Xavier Lynn. De fameuze blazers verfraaien het sterk gezongen met een soulsaus overgoten Who’s it gonna be. De schitterende ballad I know you ain’t mine doet me sterk denken aan I’ve been loving you too long van Otis Redding. Wervelend zijn de Hammondsolo’s in het swingende Better get it right. De blazers zijn weer top, met een glansrol voor Todd Horton en zijn trompetsolo in het funky Land of the groove. In de ingetogen ballad Ain’t it easy to see is het fijn luisteren naar de pedal steel van Rich Hinman en de harmonieen van Nicky Richards. Fijn is het akoestische gitaarwerk in het slotnummer She’s got other plans, met cajun-invloeden die je in de sferen van New Orleans brengen.
Conclusie: Confession of a fool is een zeer smaakvol album.
Tracks cd:
- Look what love can do
- Willing to change
- 7 Days and counting
- Confession of a fool
- That ain’t love
- Run away
- Lyin’ to yourself
- Who’s it gonna be?
- I know you ain’t mine
- Better get it right
- Land of the good groove
- Ain’t it easy to see
- She’s got other plans
Line-up:
- Moses Patrou – zang (track 1,2,3,5,6,7,8,9,10), elektrische gitaar (track 1,2,9,13), bas (track 12), piano (track 3), Rhodes Wurlitzer, clavinet (track 1,2,4,5,7,8,9,11), Hammond (track 1,2,3,5,7,8,9,10), drums (track 7,11), percussie (track 1,2,3,4,5,6,7,8,10,11), backing vocals (track 3,6)
- Luca Benedetti – elektrische en akoestische gitaar (track 2,3,4,5,6,7,8,13)
- Ed Cherry – elektrische en akoestische gitaar (track 1,3,8,9,10)
- Xavier Lynn – elektrische en akoestische gitaar (track 7,11)
- Avi Bortnik – elektrische en akoestische gitaar (track 12)
- Rich Hinman – pedal steel (track 12)
- Tony Scherr – slide (track 4)
- Will Bernard – elektrische en akoestische gitaar (track 6)
- Tony Scherr – bas (track 1,2,3,4,5,6,8,9,10,11)
- Derek Nevergelt – drums en bas (track 7)
- George Laks – piano (track 6), Hammond (track 6)
- Eric Finland – Rhodes , Wurlitzer, clavinet (track 6)
- Ricky Peterson – Hammond (track 4)
- Diego Voglino – drums (track 1,2,3,4,5,6,8,9,10,12,13), box drum & tamboerijn (track 13)
- Nicky Richards – backing vocals (track 1,2,3,5,6,7,12)
- Leah Siegel – backing vocals (track 2,4,6,7,9)
- Hope Debates – backing vocals (track 4,8,9,)
- Amanda Khiri – backing vocals (track 4,8,9,)
- Al Falaschi – backing vocals (track 12), saxofoon (track 2,5,8,11)
- Courtney Larsen – trombone (track 2,5,8,11)
- Jim Doherty – trompet (track 2,5,8,11)
- Todd Horton – trompet (track 11)
Dawn Brothers – Cry alone
Dawn Brothers is een in 2015 opgerichte Rotterdamse band. De vier leden van de band waren voor die tijd al bekende gezichten in de muziekscene van Rotterdam en Dordrecht. Na het uiteenvallen van de bands waarin ze spelen besluiten ze in 2015 samen een groep op te richten. De naam van de nieuwe band is Bolt & The Swamp People, een naam die in 2017 wordt veranderd in Dawn Brothers. De muziek van Dawn Brothers is volgens hun bio een botsing van klanken en stijlen, waarbij rock, folk, blues en soul worden gemixt en geroerd tot een onweerstaanbare cocktail. In 2017 verschijnt hun platendebuut Stayin’ out late, een album dat is opgenomen in de studio van DeWolff aan de Oudegracht in Utrecht. Als gitarist-zanger Bas van Holt en zanger-gitarist Pablo van der Poel van DeWolff tot de ontdekking komen dat ze allebei een grote voorliefde hebben voor oude soul en R&B besluiten, beide bands samen een album op te nemen. Dit zeer goed ontvangen album, Double Cream, wordt in 2022 uitgebracht. Het album wordt ook genomineerd voor een Edison. In de jaren sinds hun debuutalbum in 2017 toeren de Dawn Brothers volop, spelen op North Sea Jazz en Nashville ’s Americanafest en verzorgen het voorprogramma van The Black Keys en Golden Earring.
Vorige maand verscheen Cry alone, het nieuwe en 6e studioalbum van Dawn Brothers. Het album is weer opgenomen in de Electric Monkey Studio in Amsterdam met Paul Willemsen ook nu weer als producer, die ook nieuwe technieken uitprobeerde.
Do me wrong is de soulvolle funky opener met jazzy toetsenwerk en fraaie gitaarlicks. Invloeden van Tom Petty hoor ik in het uptempo Can’t let you in, can’t let you out. Fraai toetsenwerk, mooie meerstemmige zang en helder gitaarwerk. Naast het prominente drumwerk valt het (surf) gitaarwerk op in het heerlijke meanderende door stevige intermezzo’s afgewisselde I will never hold you heart again. Het melodieuze I cry alone heeft een strakke ritmesectie en percussie. In de stamper Seven year itch zitten invloeden van The Band maar het heeft tevens een 10 CC gehalte. Psychedelische elementen zijn er in de ‘donkere’ ballad Don’t you weep. Drum, bas en toetsen leggen de basis voor de uptempo rocker Let it bleed. Een andere stijl heeft Live a little. Lui, groovy, jazzy toetsenwerk en verder sterk geïnstrumenteerd. De ritmesectie legt weer de basis in het rockende Jack of all trades. In het dampende Humble call zitten gierende toetsen, een vlammende gitaarsolo en wederom de sterke ritmesectie. In het soulvolle You know why is de meerstemmige zang een lust voor het oor. Het album wordt met I don’t think I’ve ever really had it sterk afgesloten. Afwisselend qua tempo, heerlijke bastonen en een gruizige gitaarsolo.
Conclusie: Plak de stickers fris, zonder opsmuk, eerlijk, rauw en energiek op de hoes van Cry alone en je weet dat je naar een uitstekend en gevarieerd album gaat luisteren.
Tracks cd:
- Do me wrong
- Can’t let you in, can’t let you out
- I will never hold your heart again
- I cry alone
- Seven year itch
- Don’t you weep
- Let it bleed
- Live a little
- Jack of all trades
- Humble call
- You know why
- I don’t think I’ve ever really had it
Line-up:
- Bas van Holt – gitaar, zang
- Rowan de Vos – toetsen, zang
- Tammo Deuling – bas, zang
- Rafael Schwiddessen – drums
Kris Delmhorst – Ghosts in the garden
Kris Delmhorst is geboren in Brooklyn, New York. Ze is getrouwd met singer-songwriter en producer Jeffrey Foucault en woont tegenwoordig in West-Massachusetts. Zij maakt actief deel uit van de folkscene in Boston. Behalve gitaar speelt zij ook viool, cello, contrabas en piano. Haar debuutalbum Appetite verschijnt in 1998. In 1999 verschijnt er een livealbum van The Vinal Avenue String Band, waar Delmhorst deel van uitmaakte. Delmhorst maakt ook met het trio Redbird, met echtgenoot Jeffrey Foucault en Peter Mulvey, platen. Zij is ook te horen op albums van o.a. Mary Gauthier, Peter Wolf, Chris GhostsSmither, Jeffrey Foucault en Lori McKenna. Delmhorst wordt vergeleken met o.a. Lucinda Williams en Ricky Lee Jones.
Vorige maand verscheen er na vijf jaar weer een nieuw album van Kris Delmhorst. Op dit album, Ghosts in the garden, wordt zij ondersteund door een compacte band en zijn er gastrollen voor bekende zangers en zangeressen uit de vriendenkring van Delmhorst, waaronder echtgenoot Jeffrey Foucault. Het album is opgenomen in The Great North Sound Society, een opnamestudio gevestigd in een 18e eeuwse boerderij in het zuiden van Maine.
Het album wordt met Summer growing old sfeervol geopend. Meeslepend gezongen met duozang van Rose Cousins en prachtig geïnstrumenteerd. In Wolves is naast de soms enigszins fluisterende zang van Delmhorst mooi gitaarwerk te horen. In het titelnummer Ghosts in the garden horen we weer die soms fluisterende zang. Pedal steel, Rhodes en de backing vocals van Jabe Beyer toveren het nummer om in een wonderschone song. Won’t belong is onlangs ook op single uitgebracht. Het is een steviger uptempo nummer met felle en rauwe gitaarlicks. Uitbundig is de duozang met Rachel Baiman.
Ook Not the only one is op single verschenen. Vocale steun is er naast het jazzy gitaarwerk van Ana Tivel. In het zweverige Detour horen we flarden pedal steel en verzorgt echtgenoot Jeffrey Foucault de backing vocals. Zeer aangenaam is de duozang met Ana Egge in het melodieus meanderende Age of innocence. Lucky river, met backing vocals van Anaïs Mitchell, is een enigszins psychedelisch nummer waarin de band terughoudend instrumenteert. Het door Delmhorst en Matthew Sanborn geschreven Beyond the bounderies is een prachtige ballad en mooie duozang met Taylor Ashton. De slide is ook fraai. Dematerialize is uptempo en stevig met backing vocals van Jabe Beyer. De band speelt uitstekend. In het rustige en ingetogen geïnstrumenteerde slotnummer Something to show, de eerste single van het album, zijn de backing vocals net als in het openingsnummer van Rose Cousins.
Conclusie: Ghosts in het garden is een prachtig sfeervol rootsalbum. Kris Delmhorst heeft weer een pareltje toegevoegd aan haar toch al imposante oeuvre.
Tracks cd:
- Summer growing old (feat. Rose Cousins)
- Wolves
- Ghosts in het garden (feat. Jabe Beyer)
- Won’t be long (feat. Rachel Baiman)
- Not the only one (feat. Ana Tivel)
- Detour (feat. Jeffrey Foucault)
- Age of innocence (feat. Ana Egge)
- Lucky river (feat. Anaïs Mitchell)
- Beyond the boundaries (feat. Taylor Ashton)
- Dematerialize (feat. Jabe Beyer)
- Something to show (feat. Rose Cousins)
Line-up:
- Kris Delmhorst – zang, elektrische en akoestische gitaar, Rhodes
- Ray Rizzo – drums, udu, chimes, percussie
- Jeremy Moses Curtis – elektrische en contrabas
- Erik Koskinen – elektrische en akoestische gitaar, orgel,
- Sam Kassirer – piano, orgel Rhodes, Wurlitzer, autoharp
- Rich Hinman – pedal steel, elektrische gitaar
Gast vocalisten
- Anais Mitchell, Rose Cousins, Ana Tivel, Ana Egge, Tayor Ashton, Rachel Baiman, Jabe Beyer, Jeffrey Foucault
Chris Kramer & Paddy Boy Zimmerman – Tales of Tampa
Chris Kramer (2 maart 1970) is een uit Dortmund afkomstige Duitse singer-songwriter-gitarist en mondharmonicaspeler. Op zijn 18e begint hij zijn muzikale carrière. In 1995 neemt hij met The Bluesbyrds zijn eerste album Born with the blues op.Daarna bouwt Kramer gestaag aan een solocarrière. Hij wint meerdere keren Duitse Blues Awards, zoals vijfvoudig winnaar (2010, 2012, 2014, 2018, 2020) in de categorie Best Blues Harp en in 2019 wint hij in de categorie Beste Blues cd de eerste prijs voor zijn album Way back home.
Paddy Boy Zimmerman (8 februari 1982) is een Duitse songschrijver, gitarist en studiomuzikant uit Mönchengladbach. Hij maakt door de jaren heen deel uit van verschillende rock- en bluesbands, waaronder het bluesrocktrio The Paddy Boy Zimmerman Band. Hij is ook te horen op albums van bluesharpist Chris Kramer.
Onlangs hebben Chris Kramer en Paddy Boy Zimmerman de handen weer ineen geslagen en een muzikale duik genomen in de catalogus van de Amerikaanse blueszanger en –gitarist Tampa Red (1904 – 1981). Tampa Red was een virtuoze slidegitarist die bekend stond als The Guitar Wizard.
Tampa Red verhuisde in de jaren ’20 van de vorige eeuw naar Chicago en vormde daar met Georgia Tom Dorsey het duo Hokum Boys. Tot in de jaren ’50 behoorde Tampa Red naast Big Bill Broonzy en Muddy Waters tot de leidende bluesmuzikanten van Chicago. Na het overlijden van zijn vrouw in 1953 stokte zijn carrière mede door alcoholproblemen. Begin jaren ’60 nam hij nog een paar soloalbums op, maar een nieuwe carrière opbouwen lukte niet. Tampa Red overleed berooid op 19 maart 1981. Hij werd in datzelfde jaar opgenomen in de Blues Hall of Fame.
Begin april verschijnt het album Tales of Tampa, waarmee Kramer en Zimmerman zoals gezegd in het repertoire van de legendarische Tampa Red (geboren als Hudson Woodbridge) zijn gedoken.
Het openingsnummer So crazy about you baby zet meteen de toon. Fijne countryblues, een heerlijke mondharpsolo en prettige samenzang. Het ragtime achtige Seminole blues heeft een hoog Sonny Terry & Brownie McGhee gehalte, en dat gevoel is in meerdere nummers aanwezig. Het tempo gaat daarna omhoog in You rascal you no. 1, met fraaie gitaarlicks en bas en een felle mondharp. Black angel blues is de soulvolle bluesstandaard uit 1928. Een prachtige versie. Mooi is de zang in de rudimentaire countryblues Please mister blues. I’ll kill your soul is een uptempo door mondharp gedreven groovy shuffle met fraaie gitaarsolo’s. Indrukwekkend is de mondharmonica in Love her with a feeling. Meeslepend is de samenzang in No matter how she done it en verpletterend de mondharpsolo in Crying won’t help you. De sound van Sonny Terry & Brownie McGhee is er weer in de countryblues Kingfish blues, waarin Chris Kramer nog maar weer eens bewijst een geweldige mondharpspeler te zijn. Prachtig is de samenwerking tussen Kramer en Zimmerman in de shuffle Dead cat on the line. Virtuoos is de mondharp in het passievol gezongen If she don’t come back. Het album wordt perfect afgesloten met de dromerige ragtime achtige blues The duck yas yas yas.
Conclusie: Tales of Tampa is een passievol en respectvol gemaakt album met vakkundige heldere interpretaties van een geweldig bluesgenre. Kortom, een prachtig eerbetoon aan Tampa Red.
Tracks cd:
- So crazy about you baby
- Seminole blues
- You rascal you no. 1
- Black angel blues
- Please mister blues
- I’ll kill your soul
- Love her with a feeling
- No matter how she done it
- Crying won’t help you
- Kingfish blues
- Dead cat on the line
- If she don’t come back
- The duck yas yas yas
Line-up:
- Chris Kramer – zang, mondharmonica
- Paddy Boy Zimmerman – (slide) gitaar, bas, percussie, zang
Darling West – Woods
Darling West is een in Oslo gevestigd Noors folkduo. Het duo is het echtpaar Mari Sandvær Kreken (zang, mandoline, akoestische gitaar, mondharmonica, hakkebord) en Tor Egil Kreken (zang, pedal steel, gitaar, banjo). Maar zowel in de studio als live worden ze vaak geassisteerd door gitarist Kjetil Steensnaes, gitariste Christer Gracia Slaaen en drummer Thomas Gallatin.
Darling West bracht hun vormende jaren door als sessiemuzikanten voor andere artiesten, maar er gebeurt iets magisch als ze samenkomen als Darling West. Ze schrijven hun eigen nummers en creëren muziek die even goed resoneert op de drukke straten van Nashville, de zonnige bergtoppen van Hollywood Hills en in de regenachtige valleien van Noorwegen. De band zegt muzikaal beïnvloed te zijn door Emmylou Harris, Doc Watson, Gram Parsons, John Prine, Townes Van Zandt, Gillian Welch, Kacey Musgraves, Ryan Adams, Sam Outlaw en Jason Isbell.
In 2014 verscheen hun debuutalbum Winter passing. Dit album werd genomineerd voor ‘Country Album of the Year’ bij de Spellemannpris (Noorse Grammy Awards).
Deze maand kwam er weer een nieuw album van Darling West uit. Op dit album, Woods, keert Darling West terug naar hun roots en omarmt de magie van een akoestisch en uitgeklede sound waarmee zij bij hun debuut in 2014 bekend werden. De titel Woods verwijst naar de relatie met bos en natuur.
In het openingsnummer Faster valt meteen de heldere zang op van Mari Kreken naast de tokkelende gitaar, pedal steel en mellotron. In het zweverige Oh Maria met de ingetogen gitaarlicks van Tor Kreken zijn vooral ook de stringarrangementen van Håkon Aase heel mooi. Season is een korte instrumental van bijna twee minuten met strings, pedal steel banjo en Gran Casa (grote Turkse trom). In het sfeervolle Off to the woods is de hoofdrol voor Tor op diverse gitaren. Het titelnummer Woods is een minimalistische instrumental van een minuut met flarden pedal steel en elektrische gitaar. Mari is vocaal top in In the woods, met backing vocals van Tor en Thomas Gallatin. Time is the healer is sfeervol met meerstemmig zang, ingetogen gitaarwerk en schitterend stringarrangement van Aase. Alleen strings zijn daarna te horen in het zeer korte instrumentale Time. Our little world is weer een voorbeeld van mooie ingetogen meerstemmige zang van Mari en Tor. Het ruim een minuut durende slotakkoord Silince is weer minimalistisch met alleen piano en synthesizer door Christer Slaaen.
Conclusie: Woods is een album met sfeervolle folky songs die zijn weg naar de liefhebbers zeker zal vinden.
Tracks cd:
- Faster
- Oh Maria
- Season
- Off to the woods
- Woods
- In the woods
- Time is the healer
- Time
- Our little world
- Silence
Line-up:
- Mari Sandvaer Kreken – zang (track 1,2,4,5,6,7,9), nylon string gitaar (track 2) akoestische gitaar (track 7)
- Tor Egil Kreken – bas (track 1,4), pedal steel (track 1,3,4,5,6), akoestische gitaar (track 1,4,6,9), elektrische gitaar (track 1,2,4,5,7), banjo (track 3,4,) zang (track 4,6,7,9)
- Thomas Gallatin – percussie (track 1,4), drummachine (track 1,4), Gran Casa (track 3), zang (track 1,6,7), claps (track 4,6)
- Christer Gracia Slaaen – mellotron (track 1), gitaar (track 7), piano (track 9,10), synthesizer (track 10), zang (track 7)
- Håkon Aase – strings en stringsarrangementen (track 2,3,7,8)
Mike Farris – The sound of Muscle Shoals
De Amerikaanse zanger-gitarist Mike Farris is in 1968 geboren in Winchester, Tennessee. In april 1991 richt hij in Tennessee The Screamin’ Cheetah Wheelies op, een band die muziek maake in de zuidelijke bluesy stijl van Lynyrd Skynyrd, The Allman Brothers Band en The Black Crows. In 2001 begint Farris een solocarrière en verlegt zijn muzikale focus meer naar soul en gospel. Zijn solodebuut Goodnight sun komt in 2002 uit.
Deze maand bracht Mike Farris voor het eerst sinds 2018 weer een nieuw album uit. Voor de opname van dit album ging hij naar de befaamde FAME Studios in Alabama. Samen met muzikanten uit de Muscle Shoals scene en een reeks vocalisten nam hij o.l.v. producer Rodney Hall, zoon van FAME oprichter Rick Hall, het album The sound of Muscle Shoals op.
Droog en hard drumwerk is prominent aanwezig, naast de felle gitaarlicks en de Wurlitzer in het openingsnummer Ease on. Heavy on the humble is vervolgens een soulvol gezongen southern rocker met felle gitaren en lekkere backing vocals. De Tom Petty cover Swingin’ is een intens gezongen rockballad met wederom fijne backing vocals. De geest van Tom Petty & the Heartbreakers blijft daarna hangen in de prachtige zweverige ballad I’ll come runnin’. Na de met een flinke soulsaus overgoten blues Bird in the rain, met een heerlijke Wurlitzer solo, horen we een van de absolute hoogtepunten van het album Slowtrain, een song van Steve Cropper en William Bell. Een schitterende gospel met hemelse backing vocals. Het nummer is vooral bekend geworden door The Staple Singers. De pedal steel klinkt voortreffelijk in de melodieuze countryrocker Bright lights. Een ander prijsnummer is de prachtig emotioneel gezongen soulballad Learning to love. Na de intense soulballad Her is het weer tijd voor gospel in Before there was you & I. Uitbundige zang in een bad van orgeltonen. Het slotnummer Sunset road is soul met gospel invloeden. De fantastische harmonieen zijn om van te smullen.
Conclusie: The sound of Muscle Shoals is een absoluut topalbum
Tracks cd:
- Ease on
- Heavy on the humble
- Swingin’
- I’ll come runnin’
- Bird in the rain
- Slow train
- Bright lights
- Learning to love
- Her
- Before there was you & I
- Sunset road
Line-up
- Mike Farris – zang, akoestische gitaar
- Clayton Ivey – piano, Hammond, Wurlitzer
- Will McFarlane, Kevin Holly, Wes Sheffield – gitaren
- Jimbo Hart – bas
- Justin Holder – drums
- Wendy Moten, Kevin Clayborn, Lashanda Evans, Cindy Walker, Angela Hacker – zang
- Philippe Bronchtein – pedal steel
- Brad Guin – saxofoon
- Drew White - trompet
Jacques Mees – If not
De Tilburgse singer-songwriter Jacques Mees (1959, Moergestel), wordt al op jonge leeftijd door de muziek gegrepen. Als hij 11 jaar is koopt hij zijn eerste gitaar. Zijn eerste en grootste inspiratiebron was en is nog steeds Bob Dylan. Later ontdekt hij ook de muziek van artiesten als Woody Guthrie, Hank Williams en Dave van Ronk. Mees wordt door velen beschouwd als de bekendste en beste vertolker van de songs van Bob Dylan. De naam Jacques Mees wordt zelfs vermeld in het in 2011 verschenen ABC Dylan Book van popjournalist Bert van de Kamp.
In 1996 verschijnt zijn eerste officiële album Drive them all crazy. Mees heeft de afgelopen jaren meerdere keren een muzikale ode gebracht aan zijn favoriete singer-songwriters Guy Clark, Townes van Zandt, John Prine, Blaze Foley, Billy Marlow, Rory C. McNamara en uiteraard zijn grote inspiratiebron Bob Dylan. Mees toert regelmatig in Nederland en België en hij vierde in 2023 zijn 50-jarige artiestenjubileum.
Vorige maand verscheen er weer een nieuw album van Jacques Mees. Op dit album, If not staan twaalf vertolkingen van songs van zijn grote voorbeeld Bob Dylan. Mees wordt bijgestaan door een keur aan musici. Het album is opgenomen in de Triple Moon Studios in Oosterhout.
Het album opent met het mooi gezongen en met o.a. fraaie pedal steel opgesierde folky Tomorrow is a long time. If not for you is ingetogen akoestisch met viool en Hammond op de achtergrond. Mooi is het gitaarwerk in Don’t think twice it’s alright. In ‘Cept you zijn de elektrische contrabas van Jos van Es en de mandoline van B.J. Baartmans een lust voor het oor. Vervolgens raken we in de Keltische sferen met een heel aparte versie van All I really want to do, met de uilleann pipes van Marc van Daal en het duet met Dagny van der Loo. Die Keltische sfeer blijft in Boots of spanish leather met de prachtige zang van Dagny van der Loo. De stem van van der Loo doet me denken aan Sandy Denny. Een schitterend nummer! De typische Dylan sound is te horen in het mooi geinstrumenteerde Red river shore. Met Tell me komen we enigszins in mediterrane sferen met het fijne gitaarwerk van Luigi Catuogno en de accordeon van Anna Palumbo. Het melodieuze gitaarwerk van Catuogno is ook, naast de fraaie bas, te horen in de mooie ballad Not dark yet. Bart Buis is vocaal te horen in You’re gonna make me lonesome when you go. De bijdrage op sopraansax van Christian Grotenberg mag er trouwens ook zijn. Het prachtig geinstrumenteerde Love sick is ook weer zo’n typische Dylan ballad. In de afsluiter Forever young trekt het soms heavy gitaarwerk van Martijn Kerkhofs de aandacht.
Conclusie: If not is een prachtige verzameling Bob Dylan covers. Een pareltje in het oeuvre van Jacques Mees.
Tracks cd:
- Tomorrow is a long time
- If not for you
- Don’t think twice it’s alright
- ‘Cept you
- All I really want to do (feat. Dagny van der Loo)
- Boots of spanish leather (feat. Dagny van der Loo)
- Red river shore
- Tell me (feat. Luigi Catuogno)
- Not dark yet (feat. Luigi Catuogno)
- You’re gonna make me lonesome when you go (feat. Bart Buls en Martijn Kerkhofs)
- Love sick (remix) (feat. Martijn Kerkhofs)
- Forever young (feat. Martijn Kerkhofs)
Line-up
- Jacques Mees – zang, gitaren, mondharmonica, producer
- Peer Desmense – pedal steel
- Piet Maas – bas, contrabas
- Bert Vervoorn – gitaar, keys
- Frederik Felix – gitaren
- B.J. Baartmans – gitaren, mandoline
- Martijn Kerkhofs – gitaren, producer
- Jos van Es – elektrische contrabas
- Han Wouters – drums
- Yvonne van de Pol en Hilde van Rijsewijk – viool
- Kees den Hoed – basgitaar
- Christian Grotenberg, sopraan sax, Hammond, keys
- Dagny van der Loo – zang
- Marc van Daal – uilleann pipes, tin whistle
- Luigi Catuogno – gitaar
- Anna Palumbo – accordeon
- Bart Buls – zang
Turmoil – Coming home
In rare tijden ontstaan de beste ideeën. Vier vrienden grepen de onrust van lockdowns tijdens de COVID-19 periode aan om samen muziek te maken. Het begon met covers via webcams vanaf de bank en is rap gegroeid naar een americana band met eigen werk. Turmoil past wat betreft sound zo binnen het rijtje van Dawn Brothers, Tim Knol & Wondering Hearts en Voltage.
Toen de band weer de oefenruimte in mocht stuurde leadzanger en songwriter Bart de Waal een demo door van ‘iets waar we misschien wel iets mee kunnen’. Dat sloeg aan bij de rest van de band en in 2022 werd in een zelf ingerichte studio hun eerste EP Turmoil Vol. 1 opgenomen. Naast de vaste bezetting van gitaar, bas en drums werden ook lapsteel en mandoline ingezet voor een bluegrass twist. Een jaar later komt hun EP Turmoil Vol. 2 uit. In de tussentijd wint Turmoil de Parel van de Betuwe, openen ze Appelpop en knallen ze op Culemborg Blues.
In vier jaar tijd is de band gegroeid van covers op afstand naar een americana rockformatie met een fantastische live sound. Op 28 februari jl. verscheen Coming home, het eerste volwaardige album van Turmoil. Het album is opgenomen in Mambo Sound Studios van Rogier Steijaert. Alle tien nummers zijn geschreven door zanger-gitarist Bart de Waal.
Het openingsnummer Let me down easy is ingetogen americana met fijne backing vocals van Veerle van de Bilt en een fraaie lapsteelsolo. Lekker melodieus rockend is daarna Runaway en Starting over heeft lekker gitaarwerk en een strakke ritmesectie. Down the line meandert met een mooie pedal steel. Uitstekend is het gitaarwerk weer in When ghosts come knocking. Het stevige titelnummer Coming home is een Tom Petty achtige gitaarrocker met prominent drumwerk. In het sterk geinstrumenteerde Seventeen is de geest van Neil Young niet ver weg. Een van de hoogtepunten van het album is het met fameus gitaarspel opgesierde Black & white. De sound van Tom Petty komt weer om de hoek kijken in Broken sun. Het album sluit af met het mooi gezongen akoestische Best of me.
Conclusie: Coming home is een zeer prettig in het gehoor liggend album.
Tracks cd:
- Let me down easy
- Runaway
- Starting over
- Down the line
- When ghosts come knocking
- Coming home
- Seventeen
- Black & white
- Broken sun
- Best of me
Line-up:
- Bart de Waal – zang, gitaar
- Thijs van der Poel – drums
- Jasper Schurgers – gitaar, backing vocals
- Arno Keet – bas
- Veerle van de Bilt – backing vocals (track 1)
The Yearlings – After all the party years
In 1999 – 2000 bundelen in Utrecht leden van diverse bandjes de krachten en vormen zodoende The Yearlings. De band wordt een grote naam voor de liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek. Ze treden op in binnen- en buitenland en staan op het podium met artiesten als Ryan Adams, The Jayhawks, Heather Myles, Jason Ringenberg, Buddy Miller, Fred Eaglesmith en Slobberbone. Hun titelloze debuutalbum verschijnt in 2001.
In 2006 geeft de band er de brui aan en houdt er mee op, maar 10 jaar later, in 2016, komt de band weer bij elkaar en gaat weer optreden en platen maken. Hun comebackalbum Skywriting wordt in 2018 door de muziekpers enthousiast ontvangen.
Op 24 januari jl. verscheen het nieuwe album van The Yearlings, After all the party years. Dit vierde album is volgens de band vooral een plaat die hen hoop geeft en waarmee ze verder kunnen.
Het openingsnummer Medicine ball is tevens de eerste single van het album. Een fraaie opening met rauwe gitaren en orgel over de nacht dat Joe Biden (in 2020) de presidentsverkiezingen won. Het tempo gaat omhoog in het R.E.M. achtige Bilstering clouds, met lekker melodieus gitaarspel, harmonica en harmonieen. Mooi is het samenspel tussen gitaar en orgel in At my table. In Live with laughter, met fijne harmonieen en pedal steel, zijn duidelijk de invloeden van The Byrds te horen. De invloeden van R.E.M. zijn er daarna weer in het melodieuze uptempo End game. Your silhouette is voor mij het prijsnummer van het album. Ronduit een schitterend nummer waarin alle instrumentale remmen worden losgegooid. In het rockende uptempo Thats’s where we are zijn de invloeden van R.E.M. opnieuw aanwezig en het balladachtige Walking somewhere wordt afgerond met Byrds achtig gitaarwerk. In het prachtig gezongen Here is your life is er weer het mooie samenspel tussen gitaar en orgel. Het sterke slotnummer Torn bags of Asian takeout is een ruim 5 ½ minuut lange slepend en rockende afsluiter waarin alles nog een keer uit de instrumentale kast wordt gehaald.
Conclusie: Het blijft feest bij The Yearlings, want met After all the party years hebben ze een topalbum afgeleverd.
Tracks cd:
- Medicine ball
- Blistering clouds
- At my table
- Live with laughter
- End game
- Your silhouette
- That’s where we are
- Walking somewhere
- Here is your life
- Torn bags of Asian takeout
Line-up:
- Niels Goudswaard – zang, akoestische gitaren, percussie, harmonica
- Herman Gaaff – bas
- Léon Geuyen – drums, backing vocals
- Olaf Koeneman – zang, gitaren, mandoline, keyboards
- Betram Mourits – slide gitaar, pedal steel, keyboards
- Martijn Vink - gitaren