Tas Cru Band – Live
Tas Cru (geboren als Rick Bates in Quebec, Canada), is een doorgewinterde muzikant die al weer heel wat jaren in de VS woont. Hoewel hij uit een muzikale familie komt had Rick zelf niet veel met muziek totdat hij via een oude dienstkameraad van de US Navy in aanraking komt met de blues en hij gaat een tijdje in diens band spelen. Cru ontwikkelt zich als liedjesschrijver en start een solocarrière. In 2006 komt zijn debuutalbum Biscuits uit. In 2009 brengt hij het album Even bugs sing the blues uit, een album met originele bluesnummers voor kinderen en in 2016 neemt hij het album Doggone blues op, een bluesalbum voor hondenliefhebbers(!). Hij toert met zijn band uitgebreid door de VS, Canada en Europa.
Deze maand verschijnt Live, het nieuwe album van Tas Cru Band. Een live-album met zijn huidige roadband waarmee hij in de zomer en de herfst van 2023 toerde. Opgenomen met publiek in de Subcat Music Studio in Syracuse, New York De tien nummers vormen een mooie bloemlezing van het repertoire van Tas Cru.
Na de openingswoorden ‘Don’t say you will, when you know you won’t’ opent het concert swingend met Dat maybe, gevolgd door de uptempo stampende gospelblues Stand up!, met een strakke gitaarsolo en backing vocals van Mia Casale. De vaart blijft er in met Brown liquor woman met een strakke ritmesectie en een prominente rol van Scott Ebner op orgel. In Have a drink neemt Casale de leadvocals voor haar rekening. Het ruim zes minuten lange Take me back to Tulsa, met lead zang van Ebner, begint heel rustig maar rockt even later met diverse soli lekker melodieus. Het drumwerk van Phil Diiorio is hier ook weer zeer sterk en dat is ook in het funky met heerlijke pianoklanken opgeluisterde Grizzle n’ bone. “Ik speel met de hand die de goede Heer mij heeft gegeven”, zingt Cru in de funky titelsong One eyed Jack. Het gospelachtige You keep the money wordt weer gekenmerkt door het strakke drumwerk, een indringende gitaarsolo en de harmoniezang van Casale. Prominent is het orgel in het intens gezongen Drunk half the time. Het slotnummer Heal my soul is een swingende gospelblues. De opening is met piano en de vrijwel acapella zang van Mia Casale, maar het nummer gaat rockend verder met een flamboyante pianosolo en mooie duetten van Tas en Mia.
Conclusie: Live is een uitstekend album met ruwe rauwe en eerlijke muziek van een gedreven Tas Cru Band.
Tracks cd:
- Dat maybe
- Stand up!
- Brown liquor woman
- Have a drink
- Take me back to Tulsa
- Grizzle n’ bone
- One eyed Jack
- You keep the money
- Drunk half the time
- Heal my soul
Line-up:
- Tas Cru – zang, gitaar
- Mia (Mary-Ann) Casale – zang
- Tom Terry – zang, bas
- Phil Diiorio – zang, drums
- Scott Ebner – piano, orgel
Ronnie Baker Brooks – Blues in my DNA
De Amerikaanse zanger-gitarist-songwriter Ronnie Baker Brooks (23 januari 1967, Chicago) kreeg zijn eerste gitaar van zijn beroemde vader Lonnie Brooks (1933 – 2017) toen hij negen jaar was. Na zijn middelbare schooltijd sloot hij zich (als roadie) aan bij de band van zijn vader. Op een gegeven moment mocht hij bas gaan spelen en uiteindelijk trok zijn vader hem aan als fulltime tweede gitarist in zijn band. Ronnie maakte zijn opnamedebuut in 1988 op het album Live form Chicago: Bayou lightning strikes van Lonnie Brooks. In 1991 ging hij op tournee met The Alligator Records 20th Anniversary Tour Band. In 1998 bracht Ronnie zijn debuutalbum Golddigger uit.
In oktober komt Blues in my DNA, het nieuwe album van Ronnie Baker Brooks uit. Dit is het vijfde album van Brooks, de opvolger van Times have changed uit 2017 en zijn eerste album op Alligator Records.
Het openingsnummer I’m feelin’ you is stevige funky Chicago blues met vlammende gitaarlicks en soulvolle zang. In Lonnie Brook’s blessing geeft vader Lonnie in 13 seconden zijn zoon de zegen om de blues levend te houden. Het titelnummer Blues in my DNA is een vette slowblues met spetterend gitaarwerk. Make you do right is een Robert Cray achtige midtempo blues met gloedvolle gitaarsolo’s naast een fraaie Hammond en een strakke ritmesectie. Blazers en orgel dragen fraai bij aan de soulblues Accept my love, waarna All true man weer een felle funky bluesrocker is met een door merg en been gaande gitaarsolo. Intens is de zang in Robbing Peter to pay Paul en Instant gratification rockt weer fel weg. I gotta make you mine is een lyrische soulvolle gitaarrocker met fijne backingvocals. Het prijsnummer van het album is de ruim acht minuten lange schitterende slowblues Stuck on stupid. waarin Brooks weer laten horen wat een geweldige gitarist hij is. Het album sluit af met twee midtempo bluesrockers Looking for a dime en het uitbundig gezongen My boo.
Conclusie: We hebben er zeven jaar op moeten wachten, maar met Blues in my DNA heeft Ronnie Baker Brooks weer een album met Chicago blues van grote klasse afgeleverd. Vader Lonnie mag tevreden zijn.
Tracks cd:
- I’m feelin’ you
- Lonnie Brook’s blessing
- Blues in my DNA
- Make you do right
- Accept my love
- All true man
- Robbing Peter to pay Paul
- Instant gratification
- I gotta make you mine
- Stuck on stupid
- Looking for a dime
- My boo
Line-up:
- Ronnie Baker Brooks – zang, elektrische gitaar
- Will McFarlane – rhythm gitaar
- Dave Smith – bas
- Steve Potts – drums
- Lonnie Brooks – zang (track 2)
- Rick Steff – elektrische piano (track 3,4,6,7,8,9,11,12)
- Clayton Ivey – Hammond B 3 (track 4,5,8,9,10)
- Brad Quinn – tenor- en bariton saxofoon (track 5,8)
- Drew White – trompet (track 5,8)
- Trenicia Hodges en Kimberlie Helton – backing vocals (track 9)
Ontarians – More how it is
Ontarians is een Canadese alt-country groep. De oorsprong van de band ligt in 2018 toen Frank Deresti en Craig Smith besloten om samen wat nummers te gaan schrijven. Beide Canadezen waren al veteranen in de rootsrock scene. Deresti doorkruiste als sideman meer dan een decennium het land en bracht onder zijn eigen naam sinds 2012 vier albums uit. Smith was in de jaren ’90, actief in de singer-songwritersscene in Kitchener-Waterloo, maakte twee soloalbums en werd producer.
Deresti en Smith namen een aantal tracks op, stuurden die naar toetsenist Jay Stiles stuurden om zijn partijen toe te voegen. Later speelde ook drummer Chris Johns zijn drumpartijen in. Het resultaat verscheen in 2021 op het door critici bejubelde debuutalbum The greatest story never told.
Deze maand verschijnt het nieuwe album van Ontarians, More how it is. Het album met tien nieuwe weer door Deresti en Smith geschreven nummers is opgenomen in de studio van Craig Smith. Volgens Deresti vertelt elk nummer op deze nieuwe plaat zijn eigen verhaal, maar vertegenwoordigt het album als geheel een periode waarin de wereld meer vragen stelt dan het antwoorden kan bieden.
Het openingsnummer Start over is in augustus op single uitgebracht. Een bluesy opener met mondharp, orgel, gitaren en harmoniezang. Yardsale begint heel ingetogen met banjo, daarna wordt het steviger met gitaar, maar het eindigt weer rustigi met de banjo. Ingetogen is de zang in het met lap steel fraai meanderende Maybe this is something. Met de gruizige gitaren zit Breadcrumbs vol met psychotische elementen. Boo is een heel rustige akoestische ballad met prachtige harmoniezang. De 2e single van het album is Trippin’, is melodieuze americana met mooie harmoniezang, een strakke ritmesectie en gitaren die het einde van het nummer stevig inluiden. Baby’s on a bike rockt lekker weg. Ook vrij stevig is God willing met keyboards en die fijne harmonieen en Heartbreak remedy is weer een mooie akoestische ballad met halverwege een felle mondharpsolo. Het album eindigt met Good trouble weer enigszins psychedelisch.
Conclusie More how it is een album met fraaie melodieuze rootsrock.
Tracks cd:
- Start over
- Yardsale
- Maybe this is something
- Breadcrumbs
- Boo
- Trippin’
- Baby’s on a bike
- God willing
- Heartbreak remedy
- Good trouble
Line-up:
- Frank Deresti – zang, gitaren, bas, banjo, mondharmonica, percussie
- Craig Smith – zang, gitaren, bas, lap steel, percussie
- Jay Stiles – keyboards, backing vocals
- Chris Johns – drums
Frank Catalano & Lurrie Bell – Set me free
Frank Catalano (12 maart 1977, Chicago, Illinois) is een Amerikaanse saxofonist. Hij begon al op 7-jarige leeftijd met saxofoon spelen. Toen hij 16 was, werd zijn rechtermiddelvinger afgesneden tijdens het werken aan een automotor. Na een reconstructieve operatie dwong hij zijn handen om zijn techniek opnieuw te leren. Op zeer jonge leeftijd speelde hij met Louie Bellson, Miles Davis en Tony Bennett. Toen hij 18 was, toerde hij met Santana. In 1988 verscheen zijn eerste soloalbum Cut it out.
Lurrie Bell (13 december 1958, Chicago, Illinois) is een Amerikaanse blueszanger en -gitarist. Zijn vader was de bekende blues-mondharmonicaspeler Carey Bell (1936-2007). Bell begon met gitaar spelen op 6-jarige leeftijd en in zijn tienerjaren verbeterde hij zijn vaardigheden door te spelen met de legendes van het Chicago bluescircuit zoals Eddy Clearwater, Big Walter Horton, Eddie Taylor, Muddy Waters, Howlin’ Wolf en Willie Dixon. Zijn solodebuut Everybody wants to win verscheen in 1989.
Deze twee legendarische muzikanten uit Chicago kwamen na ruim 30 jaar weer bij elkaar om een nieuw album op te nemen. Dit album, Set me free werd o.l.v. producer Blaise Barton (bekend van Otis Clay en Pinetop Perkins) opgenomen in Joy Ride Studio in Chicago en verscheen vorige maand. Het album bevat vijf bluesstandaards en vier originele songs geschreven door Frank Catalano.
Everyday I have the blues, de bluesstandaard die vooral bekend werd door BB King, is met fraaie baslijnen, een flonkerende pianosolo en een scheurende saxsolo de temperamentvolle opener. Sterk is daarna het gitaarwerk in de slowblues, de Elmore James klassieker The sky is crying. Het titelnummer Set me free, geschreven door Catalano, is een uptempo jazzy song met felle gitaarsolo’s, een pianosolo, een spetterende sax en een strakke ritmesectie. Catalano schreef ook de swingende funky instrumental Shakin’. Georgia on my mind van Hoagy Carmichael en Stuart Gorrel uit 1930 en vooral door Ray Charles in 1960 onsterfelijk gemaakt, is ook hier om van te smullen door een zwoele sax, soulvolle zang en een tinkelende piano. De swingende Catalano instrumental Una town wordt gedomineerd door de fantastische sax. In de door Willie Dixon geschreven en vooral van Muddy Waters bekende bluesklassieker I’m ready is iedereen weer geweldig op dreef. De vierde compositie van Catalano op dit album is het ruim acht minuten lange jazzy instrumental Kickin’. Een shuffle met solerende Bell, Catalano en Vaitsas in een bed van bas en drums. Het laatste nummer is weer een regelrechte klassieker, At last, afkomstig uit de musicalfilm Sun Valley Serenade uit 1941. Door velen opgenomen, o.a. door het orkest van Glenn Miller, maar het grootste succes boekte Etta James in 1960 met dit nummer. Met de soulvolle zang, de sax en een prominente rol van pianist Vaitsas wordt hier ook een prachtige versie op de plaat gezet.
Conclusie: De liefde voor de muziek die Frank Catalano en Lurrie Bell hebben straalt van het begin tot het einde af van dit prachtige album. En een compliment voor de voortreffelijke begeleidingsband.
Tracks cd:
- Everyday I have the blues
- The sky is crying
- Set me free
- Shakin’
- Georgia on my mind
- Una town
- I’m ready
- Kicking
- At last
Line-up:
- Lurrie Bell – zang, gitaar
- Frank Catalano – saxofoon
- Tom Vaitsas – piano
- Aaron Mitter – bas
- Kurt Lubbe – drums
The Deslondes – Roll it out
De Amerikaanse americanaband The Deslondes is opgericht in 2013 in New Orleans, Louisiana. Hun muziek heeft invloeden van folk, rock ‘n’ roll, bluegrass, R&B, blues, gospel, country en zydeco. De naam van de band is ontleend aan een straat (Deslonde Street) in de wijk Holy Cross in The Lower Ninth Ward in New Orleans. In 2015 is hun titelloze debuutalbum uitgebracht.
Deze maand verscheen hun nieuwe album Roll it out, een album met twaalf eigen composities en een cover van J.J. Cale. Het album is weer geproduceerd samen met hun vaste producer Andrija Tokic in The Bomb Shelter studio in Nashville, Tennessee. Howe Pearson heeft inmiddels drummer–percussionist van het eerste uur Cameron Snyder vervangen.
In de prachtige opener Hold on Liza valt meteen de fraaie in veel nummers terugkerende harmoniezang van de bandleden en op een drietal nummers ook van Mat Davidson op. Na de aanstekelijke rocker Take me back volgt de melodieuze countryrocker met mondharp Lies I’ve told. De nieuwe drummer Howe Pearson schreef I’ll do it en zingt de leadvocals. Prachtig weer die harmonieen en handclapping. Grand junction, met een mooi mondharpintro, is fraaie melodieuze americana met pedal steel. Kerkorgel en mandoline zijn te horen in het heerlijk meanderende Find the ground. Pour another round wordt feestelijk opgesierd met de blazersarrangementen van Tuba Skinny. Old Plank Road is een lekkere honky-tonker en Pearson is lekker op dreef met prominent drumwerk en percussie in het swampy Who really loses. Pearson is weer de leadvocalist in het met accordeon, piano en pedal steel opgesierde Go out tonight. Het vrolijke Mercury on parade wordt massaal meegezongen. Line to go, met pedal steel, is schitterende ingetogen melodieuze americana. J.J. Cale’s cover Drifter’s wife uit 1982 (album Grasshopper), is een geweldige bluesy afsluiter met pedal steel, mondharp en die schitterende harmoniezang.
Conclusie: Roll it out is een prachtig sfeervol album.
Tracks cd:
- Hold on Liza
- Take me back
- Lies I’ve told
- I’ll do it
- Grand Junction
- Find the ground
- Pour another round
- Old Plank Road
- Who really loses
- Go out tonight
- Mercury on parade
- Line to go
- Drifter’s wife
Line-up:
- Sam Doores – zang, gitaar
- Riley Downing – zang, gitaar
- Dan Cutler – zang, contrabas, mondharp, mandoline
- John James Tourville – toetsen, fiddle, pedal steel
- Howe Pearson – drums, percussie, zang
Guest musicians:
- Mat Davidson (Twain) – zang (track 1,3,13)
- Tuba Skinny – blazers arrangement (track 7)
- Shave Cohn – kornet
- Barnabus Jones ; trombone
- Todd Burdick – tuba
- Craig Flory – klarinet
Jontavious Willis – West Georgia Blues
Jontavious Willis (1996, Greenville, Georgia) is een jonge Amerikaanse countryblueszanger, gitarist, multi-instrumentalist en songwriter. Hij groeit op met het zingen van gospelmuziek samen met zijn grootvader in de plaatselijke Mount Pilgrim Baptist Church. Als hij op 14-jarige leeftijd een video van Muddy Waters ziet wordt hij aangetrokken door de bluesmuziek. Hij leert allerlei stijlen countryblues spelen en ontwikkelt zich verder tot een multi-instrumentalist (o.a. banjo en mondharmonica). In 2015
maakt hij kennis met Taj Mahal die diep onder de indruk is van Willis. Enkele jaren later is Willis openingsact van de tournee van Taj Mahal en Keb Mo’. In 2017 brengt Willis zijn debuutalbum Blues Metamorphosis uit. Vorige maand verscheen West Georgia Blues, zijn 3e en nieuwe album.
De openingstrack, het titelnummer West Georgia blues is een rudimentaire countryblues met acapella zang van Willis en Lloyd Buchanan met handclapping. Charlie Brown blues en Broken hearted moan is authentieke countryblues. Het tempo gaat in Keep your worries on the dancefloor omhoog waarna in Rough time blues weer fraai ‘gitaarpicking’ is te horen. Lula Mae is stevig met ruig gitaarwerk en een flonkerende piano. Ghost woman en Who’s gonna hear it zijn ingetogen rustige countryblues songs. A lift is all I need heeft een hoog Mose Allison gehalte met een heerlijke pianosolo, fraaie baslijnen en een mooie gitaarpartij van Jon Atkinson. Ingetogen pure countryblues is Too close to the finishing line en in Earthworm basement blues waart de geest van authentieke countrybluesmannen als Blind Lemon Jefferson rond. Na het heel korte Squirrlin’ mama en het akoestische Time brings about a change gaat de gashendel open in het stevige Lost ball waarin door de gruizige gitaar de geest van Muddy Waters niet ver weg is. De afsluiter Jontavious West Georgia grind is een instrumental met fel gitaarwerk en een swingende piano.
Conclusie: West Georgia Blues is een sterk album van een jonge bluesgitarist die zijn liefde voor de authentieke countryblues met veel liefde en plezier brengt. Taj Mahal had het heel goed gezien.
Tracks cd:
- West Georgia blues
- Charlie Brown blues
- Broken hearted moan
- Keep your worries on the dancefloor
- Rough time blues
- Lula Mae
- Ghost woman
- Who’s gonna hear it
- A lift is all I need
- Too close to the finishing line
- Earthworm basement blues
- Squirrlin’ mama
- Time brings about a change
- Lost ball
- Jontavious West Georgia grind
Line-up:
- Jontavious Willis – gitaar, zang
- Ethan Leinwand – piano, wurlitzer
- Jayy Hopp – akoestische gitaar, drums, washtub drum
- Rodrigo Mantovani – contrabas
- Lloyd Buchanan – zang (track 1)
- Jon Atkinson – gitaar (track 9)
Joe Ely – Driven to drive
Singer-songwriter-gitarist Joe Ely (9 februari 1947, Amarillo, Texas) is in de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw een van de belangrijkste aanjagers van de progressieve countryscene van Austin, Texas. Vanaf zijn 12e groeit hij op in Lubbock Texas, waar hij in 1971 met Jimmie Dale Gilmore en Butch Hancock The Flatlanders opricht. Het debuutalbum van The Flatlanders verschijnt in 1972. De band valt al snel uiteen (wordt trouwens in de jaren ’90 heropgericht) en de leden starten allemaal een solocarrière. In 1977 brengt Ely zijn solodebuutalbum Joe Ely uit.
Tijdens zijn lange carrière treedt hij op met artiesten als Bruce Springsteen, Uncle Tupelo, Los Super Seven, The Chieftains, James McMurtry, Lyle Lovett, John Hiatt en Guy Clark. In oktober 2022 wordt Joe Ely opgenomen in de Austin City Limits Hall of Fame.
In juni jl. verscheen er weer een nieuw album van Joe Ely, Driven to drive, een verzameling van twaalf liedjes over gemotoriseerde reizen die Ely met zijn band in de jaren ’70 maakte in de vlaktes van de Llano Estacado in West Texas. Hij dook in het verleden om na te denken over het leven dat hij on the road doorbracht. Uit zijn studiobestanden van Spur Studios diepte hij een aantal songs op, sommigen nog nooit uitgebracht en een aantal nummers zijn bewerkt. Zo ontstond een eigen compilatie van road-songs uit verschillende tijdperken van zijn lange carrière.
Drivin’ man is de sprankelende opener met akoestische gitaar en een zeer fraaie accordeon. Bruce Springsteen is de gastvocalist op de groovy blues Odds of the blues, met Jeff Plankenhorn op elektrische gitaar. Joel Guzman swingt met zijn accordeon daarna weer in het rockende For your love. Watchin’ them semis roll, een compositie van zijn Flatlanders maatje Butch Hancock, is een heel kort folky nummer met Plankenhorn op slide. Didn’t we Robbie is een uptempo rocker met orgel en een fantastisch swingende honky-tonk piano. Een ultieme road-song. In het countryachtige Nashville is a catfish horen we naast de prachtige stem van Ely de harmonieen van Eddie Beethoven en wederom de schitterende accordeon. Ride motorcycle rockt lekker weg met elektrische gitaren en synthesizers. Joe Ely is solo te horen in de countryblues San Antonio brawl. Accordeon en viool zijn de ingrediënten in Slave to the Western wind. Fraaie tex-mex. Gulf Coast blues is een rustige ingetogen met accordeonklanken versierde blues. Gedreven is de zang met de harmonieen in het energiek door gitaarsolo’s rockende titelnummer Driven to drive. Het album sluit af met Jackhammer rock, een door Donald Elwood Dykes geschreven bruisende rocker.
Conclusie: Joe Ely neemt je met Driven to drive mee op een fantastische muzikale roadtrip.
Tracks cd:
- Drivin’ man
- Odds of the blues (feat. Bruce Springsteen)
- For your love
- Watchin’ them semis roll
- Didn’t we Robbie
- Nashville is a catfish
- Ride motorcycle
- San Antonio brawl
- Slave to the Western wind
- Gulf Coast blues
- Driven to drive
- Jackhammer rock
Line-up:
- Joe Ely – zang, gitaar, synthesizer
- Bill Guinn – orgel, piano
- Eddie Beethoven – zang
- Jeff Plankenhorn – gitaar
- Bruce Springsteen – zang (track 2)
- Joel Guzman – accordeon, mandoline
- Mitch Walkins – elektrische gitaar, synthesizer
- Pat Manske – drums
- Richard Bowden - viool
Willie Buck & Delmark All-Stars – Live at Buddy Guy’s Legends Chicago
Blueszanger Willie Buck (William Crawford) is in 1937 geboren in Houston, Mississippi. Hij verhuist in 1954 naar Chicago. Daar verdiept hij zich in de echte Chicago bluesscene en hij neemt hier ook zijn eerste plaat op, The disco blues. Vanaf die tijd treedt hij niet alleen in de VS op, maar ook in Canada, Mexico en Europa waaronder Nederland. In 2004 wordt Buck opgenomen in de Blues Hall of Fame in Chicago.
Willie Buck wordt beschouwd als een van de laatste vaandeldragers van de zgn. ‘old school’ Chicago bluesstijl. Hij kent veel musici in Chicago en heeft met velen opgetreden. Vorig jaar trad hij met een groep ervaren en gerespecteerde bluesartiesten uit Chicago (the Delmark All-Stars) op in Buddy Guy’s Legends Chicago. Opnamen van dit concert verschijnen deze maand op Delmark Records.
Het album Live at Buddy Guy’s Legends Chicago opent met de ruim zes minuten lange instrumental Jumping. Een scheurende mondharp, een swingende piano, een groovy ritmesectie en lekkere bluesy gitaarlicks. Na het voorstellen van de band introduceert Scott Durks de ‘star of the show’ Mr. Willie Buck. Buck neemt de microfoon ter hand in de door Leiber & Stoller geschreven bekende swingende door de piano gedragen shuffle Kansas city. In de groovy Chicago blues Try to work something out trekken de tinkelende pianosolo en het fraaie gitaarwerk de aandacht. What we were talking about is een lekkere shuffle waarin Buck goed bij stem is. Fraai ingetogen is het gitaarwerk in de slowblues Let’s see if we can come together. Ook in de slowblues Snow klinkt de stem van Buck tamelijk vitaal voor iemand van 87 jaar. Na een gesproken intermezzo horen we Muddy Water’s klassieker Rock me door een uitstekend spelende band. Na de slowblues Walking and swimming, met een strakke ritmesectie, wordt er met het door Willie Dixon geschreven en vooral van Muddy Waters bekende Hoochie coochie man afgesloten. Een echte Chicago blues afsluiter.
Conclusie: Live at Buddy Guy’s Legends is een album met (h)eerlijke lekkere klassieke Chicago blues zonder poespas.
Tracks cd:
- Jumping
- Kansas City
- Try to work something out
- What we were talking about
- Let’s see if we can come together
- Snow
- Willie Buck talking
- Rock me
- Walking and swimming
- Hoochie coochie man
Line-up:
- Willie Buck - zang
- Scott Durks - mondharmonica
- Thaddeus Krolicki – rhythm gitaar
- Billy Flynn – lead gitaar
- Johnny Iguana - piano
- Melvin Smith - bas
- Willy Hayes - drums
Misty Blues – I’m too old for games – A live tribute to Odetta
Misty Blues is een Amerikaanse band, gevestigd in Berkshire County, Massachusetts. De band, geleid door zangeres Gina Coleman, die de band in 1999 oprichtte, speelt originele en traditionele blues met vleugjes jazz, soul, funk en gospel. Misty Blues stond in het voorprogramma van o.a. Roomful of Blues, Tab Benoit, James Montgomery en John Primer.
Odetta Holmes (31 december 1930 – 2 december 2008) was een Afro-Amerikaanse actrice, gitariste, componiste en militant activiste voor de burgerrechten. Zij werd ‘de stem van de beweging voor de burgerrechten’ genoemd. Haar repertoire bestond vooral uit Amerikaanse folkmuziek, blues, jazz en negrospirituals. Artiesten als Bob Dylan, Joan Baez en Janis Joplin werden door Odetta beïnvloed.
Begin jaren 90 waren zangeres Gina Coleman en Odetta allebei te gast bij Arlo Guthrie tijdens zijn optreden in de Bottom Line Club in New York City. Sinds die avond beloofde Coleman hulde te brengen aan de Queen of American Folk. In 2023 bracht Misty Blues hun eerste live-tribute-album aan Odetta uit, Tell me who you are, maar toen Coleman hoorde dat Misty Blues een van de eerste bands was die een volledig album-eerbetoon aan Odetta bracht, besloot Coleman dat Misty Blues nog een tributealbum moest maken om Odetta’s oeuvre niet in de vergetelheid te laten verdwijnen. Dit nieuwe tributealbum, I’m too old for games – A tribute to Odetta verscheen begin augustus.
Het album opent met de gospelblues Jim Crow blues, een song van Leadbelly. Fantastisch gezongen, met harmonieen, piano en een scheurende saxsolo. Gina Coleman is daarna weer in topvorm in de shuffle Weepin’ willow blues. Leadbelly’s Alabama bound is hier een opwindende funky song met een strakke ritmesectie. Yonder come the blues van Ma Rainy is een uptempo blues met lekker pianospel en een fraaie akoestische gitaarsolo. Intens is de zang van Coleman, begeleid door wederom een strakke ritmesectie, een swingende pianosolo en een spetterende saxsolo, in Special delivery blues. Piano en sax zijn daarna weer mooi in het jazzy Homeless blues. De traditional Jack Ó’ Diamonds is funky soul met prominent drumwerk, een vloeiende akoestische gitaarsolo en een verpletterende saxsolo. Uitbundig is de zang in de traditional Hold on met om beurten solerende bandleden. Keep on movin’ it on is een piano gedreven gospel met handclapping. Na de funky soulblues 900 Miles wordt het album op grootse wijze afgesloten met Freedom trilogy. een ruim negen minuten lange gospel.
Conclusie: Misty Blues brengt met I’m too old for games een fantastisch eerbetoon aan Odetta. En absoluut topalbum,
Tracks cd:
- Jim Crow blues
- Weepin’ willow blues
- Alabama bound
- Yonder come the blues
- Special delivery blues
- Homeless blues
- Jack ‘O’ Diamonds
- Hold on
- Keep on movin’ it on
- 900 Miles
- Freedom trilogy
Line up:
- Gina Coleman – zang
- Aaron Dean – saxofoon
- Seth Fleischmann – gitaar
- Diego Mongue – bas
- Rob Tatten – drums, zang
- Chantell McCulloch – zang, percussie
- Joel Nicholas – piano
- Eileen Markland - viool
Various artists – Petty country – A country music celebration of Tom Petty
Op 2 oktober a.s. is het zeven jaar geleden dat Tom Petty (20 oktober 1950, Gainesville, Florida) in Santa Monica (Florida) overleed. Dat zijn muziek nog steeds wordt gewaardeerd blijkt o.a. uit het aantal postuum uitgebrachte albums en meerdere tribute albums. Een mooi voorbeeld van dat laatste is het album Runnin’ down a dream van Lucinda Williams uit 2021.
Juni jl. verscheen Petty country, een countrymuziek eerbetoon aan deze grote Amerikaanse singer-songwriter-gitarist. Dit album, Petty country, is samengesteld door enkele van de beste vrienden en medewerkers van Tom Petty. Bekende en bij het grote publiek minder bekende artiesten hebben een keuze gemaakt uit de grote catalogus van Petty. In 20 songs geven zij hun eigen tintje aan zijn muziek. Het album heeft de zegen van The Tom Petty Estate en is geproduceerd door Petty’s oude studiopartner George Drakoulias.
Het album opent met een ruige en rauwe versie van I should have known it door Chris Stapleton. Door mandoline en violen zijn er daarna Keltische invloeden te horen in het opwindende Wildflowers door Thomas Rhett. Luke Combs horen we in de strakke gitaarrocker Runnin’ down a dream. Fraai is de zang van Dolly Parton in Southern accents. Justin Moore blijft met Here comes my girl redelijk dicht in de buurt van het origineel van Petty uit 1980. Dierks Bentley’s bijdrage is een rockende versie van American girl, een song van het debuutalbum van Tom Petty & the Heartbreakers uit 1976. Stop draggin’ my heart around was een single van Petty en Stevie Nicks. Vooral door de zang van Hillary Scott van Lady A heeft deze versie hier een aardig Fleetwood Mac gehalte. Jamey Johnson brengt een prachtige ingetogen versie van I forgive it all (Mudcruch 2). I won’t back down is een van mijn favoriete Petty songs, vooral in de uitvoering van Johnny Cash. De cover door Brothers Osborne hier mag er ook zijn. Uitbundig met mandoline is Refugee door Wynonna & Lainy Wilson. Angel dream (no. 2) krijgt een typische Willie Nelson uitvoering. Eli Young Band en Ryan Hurd & Carly Pearce brengen met resp. Learning to fly en Breakdown recht toe recht aan covers. Steve Earle verrast met een strakke bluegrass versie van Yer so bad. Ways to be wicked (boxset Playback uit 1995) wordt opwindend gebracht door de uitbundige zang van Margo Price en het gitaarwerk van Heartbreaker Mike Campbell. Mary Jane’s last dance van de Texaanse rockband Midland is stevig. In Free fallin’ wordt de rockband The Cadillac Three uit Nashville vocaal bijgestaan door rapper Breland (die hier overigens niet rapt). Marty Stuart & His Fabulous Superlatives brengen een recht toe recht aan versie van I need to know. Heel apart is Don’t come around here no more met de geïnspireerde zang van Rhiannon Giddens met Silkroad Ensemble en pianist Heartbreaker Benmont Tench. Het album sluit af met een vette live versie van You wreck me door George Straitt.
Conclusie: Tom Petty krijgt met Petty country een mooi eerbetoon. Ik denk dat dit album zeker de goedkeuring van de meester had gekregen.
Tracks cd:
- Chris Stapleton – I should have known it
- Thomas Rhett – Wildflowers
- Luke Combs – Runnin’ down a dream
- Dolly Parton – Southern accents
- Justin Moore – Here comes my girl
- Dierks Bentley – American girl
- Lady A – Stop draggin’ my heart around
- Jamey Johnson – I forgive it all
- Brothers Osborne – I won’t back down
- Wynonna & Lainy Wilson – Refugee
- Willie Nelson & Lukas Nelson – Angel dream (no. 2)
- Eli Young Band – Learning to fly
- Ryan Hurd & Carly Pearce – Breakdown
- Steve Earle – Yer so bad
- Margo Price & Mike Campbell - Ways to be wicked
- Midland – Mary Jane’s last dance
- The Cadillac Three & BRELAND – Free fallin’
- Marty Stuart and His Fabulous Superlatives – I need to know
- Rhiannon Giddens & Silkroad Ensemble & Benmont Tench – Don’t come around here no more
- George Straitt – You wreck me