Chuck Prophet & Cumbia Group ¿Qiensave? – Wake the dead
Chuck Prophet (28 juni 1963, Whittier, Californië) start zijn muzikale carrière in de Amerikaanse gitaarrockband Green on Red uit Tucson, Arizona, waarmee hij in de jaren ’80 optreedt en een aantal succesvolle platen opneemt. Prophet maakt in 1985 zijn debuut in Green on Red op het album Gas food lodging. Na zijn vertrek uit Green on Red start Chuck Prophet een solocarrière. In 1990 verschijnt zijn eerste soloalbum Brother Aldo, waarna er regelmatig nieuwe albums uitkomen. Met het verschijnen van zijn album No other love (2002) wordt Prophet succesvol als soloartiest. Hij toert regelmatig met zijn begeleidingsband Mission Express (Stephanie Finch, keyboards, zang, Kevin White bas, Vicente Rodriguez, drums, zang en James DePrato gitaar, lapsteel).
In 2022 werd bij Prophet lymfeklierkanker vastgesteld en werd zijn Europese tournee waarbij hij ook in Nederland zou optreden afgelast. Hij onderging een half jaar chemokuren en is nu weer genezen verklaard. In een interview in het Belgische weekblad HUMO in april 2023 zegt Prophet “De ziekte heeft me een enorme optater gegeven, maar ik ben er wellicht wel een beter mens door geworden”.
Tijdens de herstelperiode van zijn ziekte verdiepte Prophet zich in Cumbia muziek, een muziekgenre van Latijns-Amerikaanse oorsprong. Cumbia wordt gespeeld met accordeons, een bajo sexto gitaar en temperamentvolle percussie.
Vorige maand verscheen het album Wake the dead, waarop Chuck Prophet behalve door zijn band Mission Express wordt begeleid door de Cumbia groep ¿Qiensave?. Deze band uit Salinas, Californië, werd opgericht in 2009 en bestaat uit de broers Carlos Cortez (zang, slaggitaar), Mario Cortez (keyboards, zang), William Cortez (bas) en Ricardo Cortez (drums) en Alejandro Gomez (zang, lead gitaar). De roots van ¿Qiensave? liggen in Michoacán, Mexico.
Het album opent met het titelnummer Wake the dead een funky song met een smakelijke cumbia saus van drums en accordeon overgoten. In het reggae achtige Betty’s song, een lied over een immigrantendochter, is een hoofdrol weggelegd voor de sterke ritmesectie. Give the boy a kiss is lekker groovy, gevolgd door het strak gespeelde en met een vette cumbia saus overgoten First came the thunder. Stevig met een fraaie bas en felle gitaarlicks is Sally was a cop. De romantische ballad Red sky night, met wah wah gitaar, is ook op single uitgebracht. Uitbundig is de zang met harmonieen in het met percussie en vette funky gitaarlicks versierde Same old crime. Mooi is het gitaarwerk in het langzame bluesy One lie for me, one for you. Het drums gedreven Sugar into water brengt je door de pompende keyboards in de tex mex sferen van Sir Douglas Quintet. Het reggae achtige In the shadows, met een heerlijk farfisa orgel, lijkt te zijn ‘opgedragen’ aan Elon Musk. Het slotnummer It’s a good day to be alive is een gevoelige ballad waarin Prophet dankbaar is dat hij weer gezond is.
Conclusie: Wake the dead is een verrassend mooi album.
Tracks cd:
- Wake the dead
- Betty’s song
- Give the boy a kiss
- First came the thunder
- Sally was a cop
- Red sky night
- Same old crime
- One lie for me, one for you
- Sugar into water
- In the shadows (for Elon)
- It’s a good day to be alive
Anthony Geraci – Blues called my name
Anthony Geraci (1954, New Haven, Connecticut) raakt op zijn 4e al in de ban van de piano. Zijn ouders kopen een Kimball Grand Piano voor de jonge Anthony en zijn moeder zorgt er voor dat hij pianoles krijgt aan The Neighborhood School of Music. Geraci is een veteraan in de Amerikaanse muziekscene en heeft in de loop der jaren met heel veel bluesartiesten gespeeld, zoals Muddy Waters, Big Joe Turner, J.B. Hutto, Otis Rush, Jimmy Rogers, Big Mama Thornton, BB King, Buddy Guy, Van Morrison, J. Geils, Hubert Sumlin, Steve Miller en Chuck Berry. Hij speelde ook mee op meer dan 50 albums van bluesgrootheden als Big Walter Horton, Carey Bell, Odetta, Charlie Musselwhite, Lazy Lester, Snooky Prior en John Brim. Anthony Geraci is een origineel lid van Sugar Ray and the Bluetones en van Ronnie Earl and The Broadcasters. Geraci ontving in de loop der jaren een groot aantal onderscheidingen. Zijn meest recente kreeg hij vorig jaar (de Pintetop Perkins Piano Player Award). Samen met The Boston Blues All-Stars werd hij in 2021 ook genomineerd voor de Blues Music Award in de categorie Band of the Year.
Deze maand verscheen het album Blues called my name, de opvolger van het in 2020 verschenen Daydreams in blue. Net als op zijn vorige album wordt Geraci ook weer bijgestaan door The Boston Blues-Stars, zanger Sugar Ray Norcia en zijn er gastbijdragen van een aantal bekende gitaristen.
That old pine box, waarin Geraci c.s. een ode brengen aan de sterfelijkheid, is de swingende opener met piano en bijtende gitaarlicks. Het titelnummer The blues called my name is een prachtige bluesballad met zang van Sugar Ray Norcia, barrelhousepiano en een snijdende gitaarsolo van Monster Mike Welch. About last night is een Latin achtige jazzy instrumental ‘drijvend’ in een overvol bad van Hammondtonen en fraai gitaarwerk van Charlie O’Neil. Boston stomp is een flonkerende door piano gedreven instrumental. Erika van Pelt neemt de fraaie gastvocalen voor haar rekening in de bluesballad Corner of heartache and pain. Naast zijn zang hamert Geraci er vervolgens met zijn piano weer op los in de vrolijke boogie I go ooh. Walter Trout’s gitaarwerk in de instrumental Into the night varieert van fel tot lyrisch. Norcia neemt de zangmicrofoon weer ter hand in het door de piano opgepimpte I ain’t going to ask. In de instrumental Wading in the vermillion trekken, naast uiteraard de piano, de vioolsolo’s van de uit Chicago afkomstige Anne Harris de aandacht. Het album wordt prima instrumentaal afgesloten met Song for the planet earth, met alleen Anthony Geraci op piano.
Conclusie: Blues called my name is een fantastisch album.
Tracks cd:
- That old pine box
- The blues called my name
- About last night
- Boston stomp
- Corner of heartache and pain
- I go ooh
- Into the night
- I ain’t going to ask
- Wading in the vermillion
- Song for planet earth
Line-up
- Anthony Geraci – piano, Hammond, zang (track 6)
- Sugar Ray Norcia – zang (track 1,2,8)
- Erika van Pelt – zang (track 5)
- Charlie O’Neil – gitaar (track 1,3,5,6)
- Monster Mike Welch – gitaar (track 2)
- Walter Trout – gitaar (track 7)
- Barret Anderson – gitaar (track 8)
- Paul Loranger – bas (track 1,2,4,5,6,7,8,9)
- Chris Rathbun – bas (track 3)
- Jeff Armstrong – drums
- John Vanderpool – tenor sax (track 6)
- Anne Harris – viool (track 9)
Futsal
Op de persconferentie van 14 januari jl. heeft het nieuwe kabinet de sportwereld weer wat lucht gegeven. Er mag in ieder geval weer normaal worden getraind. Alleen zijn er nog wel de nodige beperkingen bij het spelen van wedstrijden. Er mogen alleen onderlinge wedstrijden worden gespeeld en het publiek is ook nog niet welkom.
Opnieuw gloort er weer hoop dat binnenkort alles weer als vanouds wordt. De aangekondigde persconferentie van 25 januari a.s. zal hopelijk nog meer leuke dingen in petto hebben. Dan zal waarschijnlijk ook duidelijk zijn of de competities weer mogen worden hervat. En ik ben benieuwd wanneer die competities dan weer gaan beginnen. Mijn microfoon heb ik alvast uit de mottenballen gehaald.
Voorlopig ben ik als sportverslaggever nog aangewezen op passieve sportbeleving, maar dat hoeft ook geen straf te zijn. Woensdag begint in Nederland het WK zaalvoetbal, of zoals dat tegenwoordig heet: futsal. Toen ik zondagmiddag bij Studio Sport een reportage over futsal zag, dwaalden mijn gedachten terug naar vrijdagavond 17 april 2015. In een volgepakte sporthal De Mammoet was ik getuige van de kampioenswedstrijd van GZV Watergras. Voorafgaand aan die allesbeslissende wedstrijd mocht ik zelfs met een cameraman in de kleedkamer de tactische bespreking van trainer Marvin Paton bijwonen. Heel bijzonder. “We gaan geschiedenis schrijven”. Met deze woorden stuurde Paton zijn spelers het veld in.
En de Goudse zaalvoetbalvereniging schreef die avond inderdaad geschiedenis door voor het eerst in hun bestaan te promoveren naar de Eredivisie. Het walhalla van het Nederlandse zaalvoetbal was een Gouds zaalvoetbalteam rijker. De euforie was groot!
Twee seizoenen draaide Watergras aardig mee in de Eredivisie, maar in het seizoen 2017-2018 werden slechts twee punten behaald en was degradatie naar de Topklasse B een feit. Daarin spelen ze nog steeds. Ook geen slecht niveau dacht ik.

Martyn Joseph – 1960
Martyn Joseph (15 juli 1960, Penarth) is een singer-songwriter uit Wales. Hij begon op zijn 10e met gitaar spelen toen hij Glen Campbell op tv zag optreden. Zijn muziek heeft voornamelijk een Keltisch en folkloristisch karakter. Zijn carrière duurt al meer dan 35 jaar. Het debuutalbum I’m only beginning komt in 1983 uit. In de jaren ’90 toerde Joseph o.a. met Art Garfunkel. In 2004 wint Joseph de BBC Welsh Music Award voor beste mannelijke artiest. In 2018 wint hij de Spirit of Folk Award en in 2019 wordt zijn song Here come the young bij de Wales Music Awards uitgeroepen tot beste in het Engels gezongen song.
Martyn Joseph is zeer productief, want medio november verscheen zijn nieuwe (23e) studioalbum 1960. De titel heeft betrekking op het geboortejaar van Joseph en hij tot de ontnuchterende gedachte komt dat, nu hij zes kruisjes achter zijn naam heeft staan, de weg die voor hem ligt korter is dan de weg erachter. De elf songs op het album zijn een reflectie op zijn leven en dat van zijn familie.
In het mooi geïnstrumenteerde openingsnummer Born too late vraagt Joseph zich o.a. af hoe lang het duurt voor een man om zichzelf te leren kennen. Ook Josephine Baker komt langs. Felt so much is een ingetogen door Nigel Hopkins georkestreerd liedje. House schreef Joseph samen met de Britse schrijver en radiopresentator Simon Mayo. Janice Ian speelt hier prachtig piano en zingt ook mee. Down to the well heeft iets meer tempo met subtiel akoestisch gitaarspel en handclaps. Heel rustig is daarna weer We are made of stars met vocale assistentie van zangeres Antje Duvekot. Schitterend is het pianospel weer in Trying to grow, met mooie zang, akoestische gitaar en mondharp. Ingetogen is de trompet van Rupert Cobb in Under every smile. Naast de mooie zang en de piano zijn er in In your arms fraaie bijdragen op viool en viola. Shadow boxing is een ode aan zijn vader die aan Alzheimer lijdt. In het folky There’s a field gaat Joseph terug naar de tijd dat hij als vijfjarige op de achterbank van de Renault van zijn vader zit. Het mooiste bewaart Joseph voor het laatst, het akoestische This light is ours met de prachtige zin ‘the light will shine on all of us – not just for the few’. Als verrassing is er dan na ruim een minuut stilte de verborgen track, het van Glen Campbell bekende Wichita lineman. Een schitterende versie met alleen zang en akoestisch gitaar.
Conclusie: 1960 is een heel mooie luisterplaat.
Tracks cd:
- Born too late
- Felt so much
- House
- Down to the well
- We are made of stars
- Trying to grow
- Under every smile
- In your arms
- Shadow boxing
- There’s a field
- This light is ours
Wichita lineman (verborgen track)
Line-up:
- Martyn Joseph – zang, backing vocals, akoestische, elektrische gitaar, bas, piano, orgel, handclaps, mondharmonica
- Andrew Coughlan – bas (track 4,7)
- Nigel Hopkins – elektrisch orgel (track 1,2), piano (track 1)
- Cormac Byrne – percussie (track 7,8)
- Janice Ian – piano en zang (track 3)
- Rupert Cobb – trompet (track 7)
- Innes Watson – viola (track 8)
- Duncan Chisholm – viool (track 8)
- Antje Duvekot – zang (track 5)
- Justine Joseph – zang (track 10)
Larkin Poe – Kindred spirits
Larkin Poe zijn de zussen Rebecca en Megan Lovell. Oorspronkelijk afkomstig uit Calhoun, Noord Carolina, maar tegenwoordig in Nashville, Tennessee gesetteld. Vanwege hun zuidelijke harmonieën en elektrische (slide) gitaarriffs wordt Larkin Poe ook wel beschouwd als de ‘kleine zusjes van The Allman Brothers Band’. De muzikale carrière van Rebecca en Megan Lovell start in 2005 als ze samen met hun oudere zus Jessica de bluegrass/americanagroep The Lovell Sisters gaan vormen. Wanneer deze band in 2009 wordt ontbonden, richten Megan en Rebecca in 2010 Larkin Poe op. Ze toeren met o.a. Elvis Costello, Conor Oberst en Keith Urban. Ze treden ook op tijdens het beroemde Glastonbury Festival waar ze door de Britse zondagskrant The Observer worden uitgeroepen tot ‘Best discovery of Glastonbury 2014’. In 2014 brengen ze ook Kin, hun eerste volledige album, uit.
Op 20 november jl. verscheen Kindred spirits, het nieuwe album van Larkin Poe. Een album met elf (akoestische) covers.
Het album opent met een zeer korte versie van Robert Johnson’s Hellhound on my trail. Jammer dat deze countryblues met fraaie lapsteel slechts 43 seconden duurt. Mooi is de (harmonie) zang in akoestische blues Fly away, een song van Lenny Kravitz. Ingetogen en met een mooie gitaarsolo, is Neil Young’s Rockin’ in the free world. Devil in disguise van Elvis Presley is ook verrassend met lapsteel en mooie harmonieën en dat geldt ook voor de fraaie versie van de Phil Collins klassieker In the air tonight. In het bluesy Nights in white satin van de Moody Blues is weer lekker gitaarwerk te horen. Bo Diddley’s Who do you love is uptempo met akoestische gitaar en lapsteel. Singer-songwriter, gitarist, producer en rapper Post Malone wordt akoestisch en harmonieus geëerd met Take what you want. Een cover van The Allman Brothers Band ontbreekt uiteraard niet en van Ramblin’ man maken de dames Lovell een vrolijke bluesgrass achtige versie. Het prijsnummer is Bell bottom blues van Derek & The Dominos. Een schitterende slowblues met akoestische gitaar, lapsteel en fraaie harmoniezang. Met Elton John’s Crocodile rock wordt het album in stijl afgesloten.
Conclusie: Larkin Poe heeft op Kindred spirits songs van zeer diverse genres in mooie uitgeklede rootsmuziek omgezet.
Tracks:
- Hellhound on my trail
- Fly away
- Rockin’ in the free world
- (You’re the) Devil in disguise
- In the air tonight
- Nights in white satin
- Who do you love
- Take what you want
- Ramblin’ man
- Bell bottom blues
- Crocodile rock
Line up:
- Rebecca Lovell – zang, resonator gitaar, akoestische gitaar, percussie
- Megan Lovell – zang, lap steel, percussie
- Caleb Crosby – percussie (track 2,4)
Covid-19 regels
Nu er weer om het ‘egje’ wordt gevoetbald wordt steeds meer duidelijk hoe lastig het is om zich te houden aan de COVID-19 regels. Ik was de afgelopen weken op meerdere Goudse voetbalcomplexen en heb het met eigen ogen kunnen aanschouwen. Laat ik voorop stellen dat de clubs in ieder geval op papier de voorgeschreven regels naleven. Je moet je laten registreren met naam en telefoonnummer. Maar daar komt meteen een dilemma om de hoek kijken: het is vrijwillig en niemand controleert of naam en telefoonnummer kloppen. Dan kun je je afvragen hoe effectief deze regel is. En wat doe je als vereniging wanneer het maximale aantal supporters bereikt is. Het complex afsluiten? De tent dichtgooien? Ga er maar aan staan. En dan die nu al beruchte 1½ meter. Je kunt stickers plakken en pijlen plaatsen tot je een ons weegt, de praktijk is zeer weerbarstig. Ik zag behoorlijk volle tribunes en ook langs de lijn was het gezellig druk. Ga dan als club maar voor politieagent spelen. Wat mij echt verbaasde was het schijnbaar ongecontroleerde gebruik van de bidons langs de lijn. Is het slim dat iedereen lukraak zo maar een bidon (aan)pakt?
Juichen en zingen is ook verboden. Zaterdag zag ik Mike Obiku, man die bij Feyenoord in de hekken klom toen hij gescoord had. Hij zag zaterdag zijn zoon Mike jr. scoren. Ik heb hem niet zichtbaar zien juichen en aangezien er geen hek was om in te klimmen kon hij ook niet zijn vreugde aan de supporters tonen. Maar het blijft onwezenlijk dat er niet gejuicht mag worden. En dan heb ik het nog niet eens over sportwedstrijden in sporthallen en zwembaden.
Om Shakespeare te parafraseren: mijn koninkrijk voor een coronavaccin!

1996-02-11 14:40:21 Waalwijk:Voetbal RKC-Feyenoord. 1-1. Obiku heeft zijn shirt achtergelaten en snelt naar zijn publiek om zich te laten toejuichen na zijn gelijkmaker.
Weekendvoetbal
‘De KNVB heeft het amateurvoetbal naar de kloten geholpen”. Dit is niet een zin van een dolgedraaide voetbalsupporter, maar is afkomstig van Janus van Peenen de roemruchte oud-voorzitter van VV Heerjansdam. Ik las vorige week een interview waarin deze alom gerespecteerde voetbalbestuurder in één grote monoloog helemaal leeg liep en de vloer aanveegde met de voetbalbond.
Van Peenen is niet de enige die vraagtekens zet bij het reilen en zeilen van de KNVB m.b.t. het amateurvoetbal. Zo deelde de bond afgelopen week mee dat er m.i.v. volgend seizoen geen 4e klas voetbal op zondag meer wordt aangeboden in West II. En in het seizoen daarop ook niet meer voor de 3e klassers.
Nu is er in district West II sprake van een kaalslag in het zondagvoetbal en wordt de KNVB vaak besluitenloosheid verweten, maar dit besluit lijkt erg drastisch. Oké, de clubs mogen kiezen, of op zaterdag, of op zondag in West I of Zuid I. Mag je naar Bergen op Zoom, Terneuzen, Haarlem of misschien zelfs naar Texel. Lekker kilometers maken!
Het afgelopen weekend was dit besluit van de KNVB de gespreksstof in de bestuurskamers. Het toverwoord lijkt weekendvoetbal. Maar de zaterdagclubs zitten daar niet op te wachten. Vooral grote voetbalclubs als Katwijk, IJsselmeervogels en Spakenburg hebben zich laten horen begreep ik zondag van een ingewijde. Maar 3e en 4e klassers waren bijna niet aanwezig bij vergaderingen waarop dit onderwerp op de agenda stond. En ik sprak een scheidsrechter die zich afvroeg of hij dan nog zou blijven fluiten.
Olympia en ONA zijn op dit moment nog ‘veilig’. En DONK kan beter snel promoveren. Maar wie zegt me hoe lang het duurt dat ook 1e en 2e klassers voor de keuze worden gesteld.foto ANP
Het WK voetbal
De straten in Gouda zijn niet van kleur verschoten en we worden ook niet geterroriseerd door allerlei oranje prullaria, maar het WK voetbal is toch in volle gang. President Poetin beleeft zittend op de voorste rij naast andere bobo’s zijn finest hour. En ondanks een schorsing van 6 jaar loopt Sepp Blatter (‘Ik ben held voor dit evenement’)gewoon als speciale gast van Poetin rond. Hoe noem je zoiets?
Ik heb de meeste wedstrijden tot nu toe gezien, maar om nu te zeggen dat ik in opperste opwinding verkeer, nee. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk, want het is niet allemaal kommer en kwel, hoewel sommige reputaties nu al dreigen te sneuvelen. Ik hoop dat de slagers van Argentinië er snel uit liggen en dat aan de vallende ziekte van Neymar ook snel een einde komt. Wat een aansteller. Overdreven enthousiasme is er bij de Belgen en sinds zondag ook bij de Engelsen. Die Mannschaft verrichte een wonder maar dat kon niet iedereen waarderen. Ik blijf het trouwens vreemd vinden dat zoveel mensen blijkbaar nog een hekel hebben aan de Duitsers, terwijl ze toch eigenlijk het beste voetbal spelen. Maar iedereen heeft recht op zijn mening. En over de inzet van de videoref zijn de meningen uiteraard ook weer verdeeld.
In het voetballoze Nederland zit de KNVB niet stil want zij wil de 4e klas zondag in West 2 opheffen en heeft plannen voor een alternatieve competitieopzet. Dat er iets moet gebeuren is een feit. De vraag is nu hoe de huidige 3e en 4e klassers reageren. Ze kunnen tot a.s. vrijdag 17.00 uur hun stem uitbrengen. En op maandag 2 juli wordt bekend hoe de nieuwe competitie er in september uit gaat zien. Ik ben benieuwd.
Elliott and the Audio Kings – Long live the king
Elliott and the Audio Kings komen uit de omgeving van Kitchener en Waterloo, Ontario. De band bestaat uit zanger-gitarist-mondharmonicaspeler Mike Elliott, drummer Jonny Sauder en bassist Scott Fitzpatrick. Het muzikale spectrum van dit pas enkele jaren bestaande Canadese trio strekt zich uit van blues, boogie, bluegrass tot rockabilly swing en old-school rock & roll. Kortom, Elliott and the Audio Kings zijn muzikaal van vele markten thuis. In 2016 verschijnt hun titelloze debuutalbum.
Deze maand is hun nieuwe album Long live the king uitgekomen, een album met 12 nieuwe songs waarbij het weer lastig is om stil te blijven zitten. Opwinding is er meteen al met de opener Zim zam zoom, een jumpblues van het zuiverste water. In de midtempo blues All revved up komen bij mij herinneringen aan The Fabulous Thunderbirds boven. Na de rauwe, hoekige blues met gruizig gitaarwerk in Shoulder the weight en Haven’t been kind bewijst de uitmuntende ritmesectie zijn klasse in de instrumentale shuffle Pringles and perrier, waarin Eilliott ook een lange gitaarsolo ten beste geeft. Vet gitaarwerk is ook te horen in Touch of your hand en met een one, two, three, four swingt de band vervolgens de pan uit met Nothin’ pleases you. In de midtempo blues Day drinking trekt Elliott zijn mondharp tevoorschijn en geeft een fraai harpsolo weg. In het slechts twee minuten durende Rich girl kruipt de sound rockabillyachtig weer tegen die van The Fabulous Thunderbirds aan. Het titelnummer Long live the king is rauwe blues met een strakke ritmesectie en een scheurende harpsolo. Onverstoorbaar zijn de staande bas en de strakke drumklappen in de met een felle gitaarsolo versierde midtempo blues Heart attack. Het slotakkoord is de opzwepende instrumental Tin sandwich. Een spetterend einde.
Conclusie: Het plezier spat van dit album af. Lekkere ongepolijste, no nonsens, recht voor zijn raap muziek. Heerlijk album.
Tracks cd:
- Zim zam zoom
- All revved up
- Shouder the weight
- Haven’t been kind
- Pringles and perrier
- Touch of your hand
- Nothin’ pleases you
- Day drinking
- Rich girl
- Long live the king
- Heart attack
- Tin sandwich
Line up:
- Mike Elliott – zang, gitaar, mondharmonica
- Jonny Sauder – drums, percussie, backing vocals
- Scott Fitzpatrick – staande bas, backing vocals
A room full of strangers – JW Roy & The Royal Family
Singer-songwriter Jan Willem Roy wordt geboren op 12 augustus 1968 in Eindhoven. Hij wil eerst wielrenner worden, maar op een gegeven moment wordt hij gegrepen door het rock ‘n’ roll virus. Als hij in de slagerij van zijn vader in Knegsel Guy Clark op de radio hoort wordt de racefiets aan de kant gezet en verliest hij zijn hart definitief aan de muziek. JW Roy draait nu ruim 20 jaar mee als professioneel muzikant. Zijn debuutalbum Round here verschijnt in 1997. Zijn eerste vier albums zijn Engelstalig, maar vanaf 2005 (album Laagstraat) gaat hij over tot Nederlandstalig (en Brabants) repertoire. In 2012 is hij betrokken bij de Sint Willebrord Sessies vol 1, een muzikaal spektakel met artiesten die een voorliefde voor het wielrennen hebben, zoals Alex Roeka, Guus Meeuwis, Rick de Leeuw, Gerard van Maasakkers, Peter Winnen, Freek de Jonge en de Kift. Vorig jaar was JW Roy als zanger te horen in de Sint Willebrord Sessies vol. 2, een rockopera van Bert Wagendorp over de opkomst en de val van Lance Armstrong.
Roy’s muzikale hart ligt toch vooral bij de americana en daarom keert hij op een gegeven moment weer helemaal terug naar het Engelstalige repertoire. De laatste drie jaar speelt JW Roy, die tegenwoordig in Amsterdam woont, met zijn vaste band The Royal Family. In 2015 brengen ze het album Dry goods & groceries uit, een roadtrip in verhalen en muziek waarin de liefde voor de americana wordt beleden.
Vorige maand bracht JW Roy een nieuw album uit, A room full of strangers. Op dit album wordt JW Roy weer begeleid door zijn vaste band The Royal Family en heeft hij samenwerking gezocht met andere zangers en songwriters. Vanaf het begin van A room full of strangers laten JW Roy & The Royal Family horen er zin in te hebben. Blue sunrise is heerlijk melodieuze uptempo americana, gevolgd door lekker pianospel, een twangende gitaar, bezwerende zang en backing vocals in Don’t walk out on me. In de aangrijpende ballad Broke brothers krijgt Roy assistentie van zijn broer Jeroen en overpeinzen ze bij het graf van hun ouders hun leven. De accordeon van Roel Spanjers maakt het nummer compleet. Keep it simple is weer lekker uptempo prettig in het gehoor liggende americana met een vocale gastrol van Lea Kliphuis. Dat JW Roy Townes van Zandt adoreert is duidelijk te horen in diens cover To live is to fly. Ilse de Lange is mooi aanwezig in We’re still here. In de door hem geschreven soulballad All of my dreams mag Roel Spanjers zijn niet geringe pianokunsten tonen. Gitarist Cok van Vuuren vlamt in het opwindend rockende Right or ride along terwijl Spanjers een fraaie pianosolo weggeeft. Het tempo blijft hoog in het doordenderende Are you ready. Singer-songwriter Michael Prins heeft een gastrol in het southern soulachtige Kind of blue, een song met een verwijzing naar het legendarische jazzalbum van Miles Davis. De bijdragen van de gebroeders Sander en Arnout Brinks, oftewel het folkduo Tangerine, verhogen de mystiek in Riddle of the sands. Het album wordt indrukkend besloten met een prachtige melancholische ode van JW Roy aan zijn vader, die liefkozend The big chief werd genoemd. Indrukwekkend gezongen, mooie piano en de viool van Joost van Es.
Conclusie: Om in wielertermen te spreken, JW Roy & The Royal Family rijden niet anoniem rond in het americana peloton van Nederland. Ze vormen de kopgroep! Grote klasse. A room full of strangers is een uitstekend album.
Tracks:
- Blue sunrise
- Don’t walk out on me
- Broke brothers
- Keep it simple
- To live is to fly
- We’re still here
- All of my dreams
- Right or ride along
- Are you ready
- Kind of blue
- Riddle of the sands
- The big chief
Line up:
- JW Roy – zang, gitaar
- Roel Spanjers – accordeon, orgel, piano
- Cok van Vuuren – gitaar
- Rob Wijtman – drums
- Judith Renkema – bas