Vanessa Collier – Do it my own way
Vanessa Collier is een Amerikaanse saxofoniste, zangeres en songwriter. Zij is geboren in Dallas, Texas en groeide op in Columbia, Maryland. Zij studeerde een aantal jaren privé saxofoon bij Chris Vadala, waar ze klassiek, jazz en vele andere muziekstijlen bestudeerde. Haar invloeden zijn o.a. Bonnie Raitt, Norah Jones,Tedeschi Trucks Band, Ray Charles, Snooks Eaglin, Aretha Franklin, Herbie Hancock, Professor Longhair en Cannonball Adderley. Collier toerde o.a. met Joe Louis Walker die haar aanmoedigde om een solocarrière te beginnen. In 2014 kwam haar debuutalbum Heart soul & saxophone uit.
Onlangs verscheen haar nieuwe album Do it my own way, een album met acht zelf geschreven songs. Elbow grease is de funky opener met een fraai solerende Vanessa op sax en Doug Woolverton op trompet. Prominent is het drumwerk van Byron Cage daarna in het soulvolle met backing vocals versierde titelnummer Do it my own way. Collier is vocaal en met een spetterende saxsolo in topvorm in het soulvolle Take me back, waarin de backing vocals een extra tintje toevoegen. Wild as a rainstorm is een schitterende soulballad met blazers, subtiele gitaarlicks, fluit en fraaie bastonen aan het eind. De blazers en de sterke ritmesectie zijn geweldig op dreef in het funky Shoulda know better. De geweldige saxsolo halverwege is om van te smullen. Met Just one more belanden we met de rumba in Cubaanse sferen. Rosetta is een van de prijsnummers van het album. In deze rockende gospel brengt Collier een schitterende ode aan, “Ik zou graag in haar voetstappen treden”, de Amerikaanse singer-songwriter-gitariste Sister Rosetta Tharpe (1915 – 1973). Het slotnummer Warrior opent met mooi gitaarspel als een rudimentaire blues, maar de blazers, de gitaar en de intense zang voeren daarna het tempo en het volume op. Het einde is weer heel ingetogen.
Conclusie: Do it my own way is een indrukwekkend mooi album.
Tracks cd:
- Elbow grease
- Do it my own way
- Take me back
- Wild as a rainstorm
- Shoulda know better
- Just one more
- Rosetta
- Warrior
Line-up:
- Vanessa Collier – saxofoon, fluit, slide- en resonatorgitaar, zang
- Laura Chavez – gitaar
- Scot Sutherland – bas
- Byron Cage – drums
- Reverend Charles Hodges – Hammond B3
- Doug Woolverton – trompet
- Trey Macias – percussie
- Maureen Murphy – backing vocals
Willie Nelson – Last leaf on the tree
Singer-songwriter Willie Nelson is still alive and kicking. De op 29 april 1933 in Abbott, Texas, geboren en in Forth Worth, Texas opgegroeide Red Headed Stranger vierde in april van dit jaar zijn 91e! verjaardag. Maar met grote regelmaat verschijnen er nieuwe albums. In mei van dit jaar bracht hij The border uit, een album met originele songs van Willie Nelson en zijn producer Buddy Cannon en zes covers. Op 1 november jl. verscheen zijn 76e (!) solo-studioalbum Last leaf on the tree. Dit nieuwe album is geproduceerd door zijn zoon Micah. Op het album staan enkele eigen nummers en nummers van rocklegendes en artiesten als Neil Young, Tom Waits, Nina Simone, Keith Richards, Warren Zevon en Beck. Het album is opgenomen in Hen House Studio in Venice, Californië.
Het album opent met Last leaf van Tom Waits een ballad met de warme en breekbare stem van Willie en overgoten met een psychedelisch sausje. If it wasn’t broken is een song van Sunny War, de blues-punk-folkgitariste uit Nashville, Tennessee. Micah speelt hier surdo, (een bastrommel), drummer John Densmore van The Doors speelt percussie en naast de mooie gitaarlicks van Willie op zijn Trigger is Nikita Sorokin te horen op viool. Op Lost cause van Beck is Micah multi-instrumentaal aanwezig op gitaar, drums, bas, piano en backing vocals. De mondharp is van good old Micky Raphael. Ingetogen jazzy is het met trillende stem gezongen Come ye van Nina Simone. Mondharp, viool en dulcimer verrijken de mooie versie van Warren Zevon’s Keep me in your heart. Multi-instrumentalist Micah Nelson, percussionist Densmore, mondharpist Raphael zijn naast de fraaie gitaarlicks van Willie te horen in Robbed blind, een song van Keith Richards van zijn soloalbum Crosseyed heart. House where nobody lives is de tweede cover van Tom Waits. Een zeer fraaie versie met zoon Micah die weer veel ‘invult’. Are you ready for the country? is een countrysong van Neil Young met slide, fiddle, mondharp en de licks op Trigger. Van The Flaming Lips, de psychedelische rockband uit Oklahoma, is het nummer Do you realize?. Ingetogen en warm gezongen naast mondharp, percussie en viool. Mica schreef Wheels, dat hier met clapping en synthesizer een psychedelisch tintje krijgt. Broken arrow is de tweede song van Neil Young. Willie zingt met gebroken stem naast de backing vocals van Micah die ook cello speelt. De mooie baslijnen zijn van Aroyn Davis. Willie en Micah schreven samen Colour of sound, een rustig liedje met naast Willie en Micah op akoestische gitaar altsaxofonist Sam Gendel op blokfluit. Het album sluit af met The ghost. Dit nummer verscheen in 1967 op het album The party’s over and other great Willie Nelson songs. Het nummer is opnieuw opgenomenmet Micah op elektrische en akoestische gitaar en mellotron, Micky Raphael op mondharp en Daniel Lanois op pedal steel. Aan het eind van dit nummer is nog de hidden track Looking for trouble te horen.
Conclusie: Een nieuw album van Willie Nelson blijft een lust voor het oor.
Tracks cd:
- Last leaf
- If it wasn’t broken
- Lost cause
- Come ye
- Keep me in your heart
- Robbed blind
- House where nobody lives
- Are you ready for the country?
- Do you realize?
- Wheels
- Broken arrow
- Colour of sound
- The ghost
Line-up:
- Willie Nelson – zang, gitaar (Trigger)
- Micky Raphael – mondharmonica (track 1,2,3,4,5,6,7,8,9,13)
- Micah Nelson – akoestische gitaar (track 1 t/m 9,11,12,13), piano (track 1,2,3,7,11), surdo (track 1,2,4,6,7,9,11), percussie (track 1,2,4,6,9,11), cello (track 1,3,7,9,11),steel gitaar (track 1,6), backing vocals (track 2,3,5 t/m 11, 13), bas en drums (track 2,3,5,6,7,8,9,13), elektrische gitaar (track 3,4,5,6,7,9,11,13), clapping (track 4,8,10), dulcimer (track 5), synthesizer (track 6,10), slide gitaar (track 8), mellotron (track 13)
- Daniel Lanois – pedal steel gitaar (track 13)
- Aroyn Davis – bas (track 11)
- John Densmore – percussie (track 1,2,6,9)
- Sam Gendel – alt saxofoon (track 4,10,11), blokfluit (track 12)
- Kevin Smith – contrabas (track 1)
- Nikita Sorokin – viool (track 2,5,9), fiddle (track 8)
- Magatte Sow – drums (track 4)
- Harlan Steinberger en Jeremy Steinberger – clapping (track 4)
Terry Marshall and Friends – Living the blues
Terry Marshall is een 80-jarige Britse saxofonist en medeoprichter van het Engelse Marshall Amplifiers. Meer dan 60 jaar geleden begonnen Terry en zijn vader Jim met het bouwen van de zeer populaire gitaarversterkers die hun naam droegen. Deze versterkers werden al snel de favoriete versterkers van artiesten als Eric Clapton, Jimi Hendrix, The Who en Guns ‘N’ Roses om er maar een paar te noemen.
Hoewel Terry Marshall al decennia lang muziek maakt als sessiemuzikant verscheen vorige maand pas zijn debuutalbum (!). Op dit album, Living the blues, wordt Marshall muzikaal bijgestaan door een verzameling geroutineerde en talentvolle bluesartiesten uit het Verenigd Koninkrijk, zoals bassist Nick Simper (oprichter van Warhorse en Deep Purple), gitarist Peter Parks (speelde met Simper in Warhorse), toetsenist Paul Long, gitarist Laurence Jones, de getalenteerde blueszangeressen Alice Armstrong, Emma Wilson en Zoë Schwarz en de Brits-Noorse zanger-gitarist Krissy Matthews. Gitarist op de meeste songs van het album is Robert Hokum, tevens oprichter en artistiek directeur van The Ealing Blues Festival, het langst lopende evenement in zijn soort in Londen. Het tragische is dat Hokum nog geen week na de release van het album overleed.
Het album opent met een spetterende versie van de Willie Dixon klassieker Hoochie coochie man. Krissy Matthews en Alice Armstrong met krachtige zang, snijdend gitaarwerk en een scheurende saxsolo. Phone booth van Robert Cray is een fraaie bluesballad met zang van Emma Wilson, gruizige gitaarlicks van Hokum en een ‘luie’ saxsolo van Marshall. Uitbundig is de zang van Alice Armstrong en Zoë Schwarz in de funky soulblues Voodoo woman, een song van Koko Taylor. Worried dreams van BB King is een schitterende slowblues met Laurence Jones en Robin Bibi op gitaar. Hugh Budden blaast een strakke mondharpsolo naast de uitbundige zang van Armstrong en Schwarz in Willie Dixon’s I got all you need. De mondharp is ook prominent aanwezig in Help me, de bluesklassieker van Sonny Boy Williamson II en Willie Dixon. De orgelsolo van Paul Long en de scheurende sax zijn ook niet te versmaden. Geweldig is de zang van Emma Wilson daarna in de fantastische soulballad Dr. Feelgood, een song van Aretha Franklin. Een spetterende sax, vlammend gitaarwerk van Jones en de mondharp kleuren Peter Green’s Long grey mare. Energiek is de zang van Alice Armstrong in Me and my gin, een negen minuten lange door pianist J.C. Johnson geschreven soulbluesballad die vooral bekend is van Dinah Washington.Na de Willie Dixon klassieker I’m ready, met Zoë Schwarz en Robert Hokum in de hoofdrollen, eindigt het album ook met een bluesklassieker, de Howlin’ Wolf song Smokestack lightning, met Hugh Budden’s mondharp en de master himself die er nog maar eens een scheurende saxsolo uitgooit.
Conclusie: Living the blues is een album dat iedere bluesliefhebber in zijn kast moet hebben. Verplichte aanschaf!
Tracks cd:
- Hoochie coochie man
- Phone booth
- Voodoo woman
- Worried dreams
- I got all you need
- Help me
- Dr. Feelgood
- Long grey mare
- Me and my gin
- I’m ready
- Smokestack lightning
Line-up
- Terry Marshall – saxofoon
- Krissy Matthews – gitaar, zang
- Alice Armstrong, Emma Wilson, Zoë Schwarz – zang
- Robert Hokum – gitaar
- Nick Simper – bas
- Paul Gordon White – drums
- Peter Parks – gitaar
- Paul Long – orgel, piano
- Kev Hickman – drums
- Hugh Budden – harmonica, zang
- Robin Bibi – zang, gitaar
- Laurence Jones – gitaar
- Oliver Brightman – gitaar
The BluesBones – Live on Tour
De vijfkoppige Belgische bluesband The Bluesbones is opgericht in 2011. Een jaar later verschijnt al hun eerste album Voodoo guitar en in datzelfde jaar krijgt de band de publieksprijs bij de Belgian Blues Challenge en wint de Belgian Blues Challenge in 2016. Bij de European Blues Challenge in Horsens in Denemarken in 2017 eindigt de band als Belgische vertegenwoordiger op de 2e plaats. The Bluesbones spelen op meer dan 400 Europese shows en op verschillende festivals zoals Blues Peer Festival, Ribs & Blues Festival, Moulin Blues, Swing Wespelaar Festival, Scinawski Blues Festival, Cahors Blues Festival, Breda, Jazz, Randers Blues Festival en Blues‘n Jazz Rallye. Ze hebben het podium gedeeld met o.a. Jimmy Vaughan, Seasick Steve, Tommy Castro, Guy Forsyth, Laurence Jones, Danny Bryant, The Nimmo Brothers en Jimmy Thackery.
Tijdens hun concerten in het voorjaar van de zomer van 2024 hebben The BluesBones verschillende concerten opgenomen. Een selectie van die opnamen zijn deze maand uitgebracht op het album Live On Tour. Het is een puur livealbum met het originele geluid en de rauwe energie zoals The BluesBones op het podium staan en spelen. Dus geen overdubs of correcties in de studio achteraf.
Changes, net als meer dan de helft van de nummers, afkomstig van hun meest recente album, het vorige jaar verschenen Unchained, is de sterkte opener. Spetterend gitaarwerk, een zeer strakke ritmesectie en wervelende orgelklanken. De vette bluesrocker Chain gang, is ook op single uitgebracht. Find me a woman is een stampende boogie met de slide van Paglia, het heerlijke orgel van Risbourg en de fantastische ritmesectie Boeckx en Roelandt. Alle bandleden zijn in het energiek rockende Broken down car in absolute topvorm, waarbij Paglia zijn gitaar bijkans aan flarden scheurt. Een van de hoogtepunten is de pianoballad I cry, een eerbetoon aan hun in 2022 overleden ex-drummer Koen Mertens. Een ultieme hommage met de emotionele zang, het prachtige pianospel en de formidabele gitaarsolo. She’s got the devil in her is een cover van de Amerikaanse blueszanger-gitarist uit Arkansas Cedell Davis (1926-2017). Een hoofdrol is weggelegd voor Risbourg met een indrukwekkende orgelsolo. The road ahead is een uptempo bluesrocker aangevoerd door de wederom zeer sterke ritmesectie. Nico De Cock is een uitstekende blueszanger en dat bewijst hij maar weer eens in Moving on. In de ruim 8½ minuut lange bluesballad Believe me zijn The BluesBones weer op hun best. Intense zang, snijdend gitaarwerk, fraaie orgellijnen en een onverstoorbare spelende drummer en bassist. Na de opwindende bluesrocker Time to learn wordt er in de boogie Talking to the Lord door Paglia op slide en Risbourg op orgel weer op los gesoleerd. Het door de Canadese blueszanger-gitarist Matt Andersen geschreven Devil’s bride is een meeslepende bluesrocker met een overheerlijke orgelsolo. Het album sluit af met de strak gespeelde uptempo bluesrocker No good for me.
Conclusie: Op Live on Tour past maar één etiket: TOPALBUM. Het wordt de hoogste tijd dat ik een keer naar een concert van The BluesBones ga.
Tracks cd:
- Changes
- Chain gang
- Find me a woman
- Broken down car
- I cry
- She’s got the devil in her
- The road ahead
- Moving on
- Believe me
- Time to learn
- Talking to the Lord
- Devil’s bride
- No good for me
Line-up:
- Nico De Cock – zang
- Stef Paglia – gitaar
- Edwin Risbourg – Hammond B3, Rhodes
- Geert Boeckx – bas
- Jens Roelandt – drums
Sean Taylor – The end of the rainbow
Sean Taylor (29 december 1983, Kilburn) is een Britse singer-songwriter uit Londen. Hij treedt veelvuldig op in het Verenigd Koninkrijk (hij speelde o.a. vier keer op het Glastonbury Festival) en Europa. Hij was support act van Robert Cray, Tony Joe White, Richard Thompson, John Fogerty, The Neville Brothers, George Benson, Tom Paxton, Eric Bibb, June Tabor, John Mayall en The Band of Horses. Zijn debuutalbum Corrugations verscheen in 2006. In 2023 werd hij genomineerd voor de UK Blues Ward Acoustic Act of the Year.
In september jl. verscheen er weer een nieuw album van Sean Taylor, The end of the rainbow, een album met tien door Taylor geschreven originele nummers.
Het openingsnummer, het melodieuze Berlin, gaat over Berlijn, de stad waar Taylor een week doorbracht, en volgens hem een van de meest levendige en inspirerende steden in de wereld. Steviger is de blues Eternal damnation, met gitaren, drums en een huilende mondharpsolo. Invitation is een ballad met prachtig pianospel en een fraaie cello van de Amerikaanse cellist Brian Standefer. De soms fluisterende zang van Taylor doet me af en toe denken aan Steve Forbert. In de blues 2024 zijn mooie bijdragen te horen van de Britse mondharpspeler met Jamaicaanse roots Errol Linton en de Ierse Hammondspeler Justin Carroll. Taylor schreef samen met bassist Mike Seal de pianoballad DWP, over de bureaucratie en vernederingen waarmee werkzoekenden te maken hebben bij het DWP (Department for Work & Pensions). Helder is de bijdrage van Ben Walker op banjo en mandoline in Mary Jane. Bij het schrijven van Searchin’ for Skip James werd Taylor geïnspireerd door de film Two trains running (2016), over de tocht van twee groepjes muziekminnende jongemannen in de zomer van 1964 naar Mississippi op zoek naar de blueslegendes Skip James (1902 – 1969) en Son House (1902 – 1988). Deze zoektocht vond plaats tegen de achtergrond van het bloedige geweld waarmee de invoering van het stemrecht voor zwarte Amerikanen gepaard ging in het diepe zuiden van de VS. The end is een ballade met mooi akoestisch gitaarspel, een pianosolo en strakke percussie. Way down in Enniscorthy gaat over de historische plaats in het Ierse graafschap Wrexford, bekend van o.a. bluesfestivals en de Slaney River. Naast de boogiewoogie piano is een hoofdrol weggelegd voor de fantastische ritmesectie Mike Seal (contrabas) en de Poolse Paulina Sczzepaniak (drums, percussie). De ballad Only beauty can save the world, met prachtig pianospel en de virtuoze viool van de Poolse violiste Basia Bartz, is een optimistische oproep voor universele mensenrechten. De sfeervolle ballad Gaia, vernoemd naar de mythische Griekse godin van de Aarde die Moeder Natuur personifieert, is een hoopvol geloof dat de aarde zichzelf altijd ‘repareert’. Een mooie afsluiter met akoestische en elektrische gitaren en backing vocals van Donna Edmead.
Conclusie: The end of the rainbow is een heel mooi en sfeervol album.
Tracks cd:
- Berlin
- Eternal damnation
- Invitation
- 2024
- DWP
- Mary Jane
- Searchin’ for Skip James
- The end
- Way down in Enniscorthy
- Only beauty can save the world
- Gaia
Line-up:
- Sean Taylor – zang, gitaren, piano, mondharmonica
- Ben Walker – gitaren, banjo, mandoline, keyboards
- Mike Seal – double en elektrische bas
- Paulina Szczepaniak – percussie, drums
- Errol Linton – mondharmonica (track 4)
- Justin Carrol – Hammond (track 4)
- Brian Standefer – cello (track 3)
- Basia Bartz – viool (track 10)
- Donna Edmead – backing vocals (track 4,9,11)
Kat Riggins & Her Blues Revival – Revival
De op 7 februari 1980 in Miami, Florida, geboren Kat Riggins groeit op in een gezin waar altijd muziek is te horen. En dat vormt haar brede liefde voor muziek. Al op jonge leeftijd begint ze te zingen op familiefeesten en tijdens kerkelijke bijeenkomsten en zo ontwikkelt ze haar zangkwaliteiten. Kat Riggins wordt tegenwoordig vergeleken met Koko Taylor, Etta James en Tina Turner, om maar een paar grootheden te noemen. In 2014 komt Riggins’ debuutalbum Lily Rose uit.
Ze toert met haar band Blues Revival over de hele wereld, ook in Nederland, waar ze vooral bekend is geworden door haar deelname in 2018 en 2019 aan het theaterprogramma Johan Derksen Keeps the Blues Alive. Op 18 oktober jl. verscheen Revival, het nieuwe (6e) album van Kat Riggins & Her Blues Revival, een album met tien nieuwe songs geschreven door Riggins en producer Tim Mulberry.
Met het openingsnummer Lucky zit het tempo er meteen flink in. Een rockende uptempo blues met uitbundige zang, harmonieen, keys en vet gitaarwerk. In de funky blues Revived bewijst Riggins opnieuw over een krachtige stem te beschikken. Ook hier weer harmoniezang van Shaelyn Mulberry en Mark Barner, een orgelsolo van Tim Mulberry en een lyrische gitaarsolo van Erik Guess. Mulberry vormt in de stevige soulblues Southern soul de strakke ritmesectie van drums en bas naast het gruizige gitaarspel. Geweldig is de zang van Riggins daarna weer in het rockende New level. In het gospelachtige Set me free wordt gas teruggenomen. Het is genieten van de baslijnen. Mojo thief begint met een kort tinkelend piano-intro, daarna nemen bas en drums het heft in handen. De uitbundige zang en de harmonieen maken het ‘af’. Straf is het gitaarspel in Chasin’ time met de gepassioneerde zang van Kat Riggins. De rauwe stem van Riggins past daarna goed in de ‘donkere’ begeleiding van Guess en Mulberry in Mighty. In de stevige rocker Old time way is er een terugblik op de goede oude muziektijden. Een boodschap van hoop klinkt door in het slotnummer, de ballad Healer.
Tracks cd 1:
- Lucky
- Revived
- Southern soul
- New level
- Set me free
- Mojo thief
- Chasin’ time
- Mighty
- Old time way
- Healer
Conclusie: Revival is een energiek en gepassioneerd album van een uitstekende zangeres.
Line-up:
- Kat Riggins – zang
- Shaelyn Mulberry & Mark Barner – backing vocals
- Erik Guess – gitaar
- Tim Mulberry – bas, drums, keys, horns
Various artistst – Can’t steel my fire – the songs of David Olney
Singer-songwriter David Olney werd geboren op 23 maart 1948 in Providence, Rhode Island. In 1972 verhuisde hij naar Atlanta, Georgia en in 1973 naar Nashville, Tennessee. Begin jaren ’80 formeerde hij de band The X-Rays met wie hij twee albums opnam. De band opende voor grote artiesten zoals Elvis Costello. In 1985 ging de band uit elkaar en ging Olney verder als soloartiest. Zijn solodebuut Eye of the storm verscheen in 1986.
David Olney was een belangrijk lid van de muziekscene van Nashville. Hij schreef sonnetten en speelde de hoofdrol op het Nashville Shakespeare Festival. Hij bracht gedurende zijn lange carrière meer dan twintig albums uit. Zijn liedjes werden gecoverd door talloze artiesten zoals Emmylou Harris, Del McCoury, Linda Ronstadt, Steve Young en Steve Earle. Olney was ook in Nederland een graag geziene gast en werd door zijn bewonderaars op handen gedragen.
David Olney stierf op 18 januari 2020 aan een hartaanval tijdens een optreden op het podium van het 30A Songwriter Festival in Santa Rose Beach, Florida. “Hij was midden in zijn derde nummer toen hij stopte, zijn excuses aanbood en zijn ogen sloot”, aldus zijn collega-muzikant-begeleider Scott Miller. David Olney werd 71 jaar.
Op 18 oktober jl. verscheen het album Can’t steel my fire – the songs of David Olney. Een album waarop een groot aantal artiesten een ode brengt aan David Olney met de vertolking van songs van de singer-songwriter die door velen van hen werd bewonderd.
Lucinda Williams opent het album indringend met Deeper well met stevig gitaarwerk van Stuart Mathis en Joshua Grange. Steve Earle vertolkt daarna het prachtige Sister Angelina op zijn karakteristieke wijze. Schitterend is de gospelversie van Voices on the water door The McCrary Sisters, het gospelgezelschap uit Nashville Tennessee. De handclaps zijn van dochter Lily Olney. Na de fraaie vertolking van Jerusalem tomorrow door Buddy Miller, komen The Steeldrivers uit Nashville met een heerlijke bluegrassversie van If my eyes were blind. De Texaanse singer-songwriter Willis Alan Ramsey trakteert op een ‘slepende’ versie van Woman across the water. Tammy Rogers van The Steeldrivers is hier aanwezig op viool en mandoline. Zeer indrukwekkend zingt Mary Gauthier daarna 1917, het verhaal van het front in België en Frankrijk in de 1e Wereldoorlog. Met het door R.B. Morris ingetogen gezongen Always a stranger, komen we door de uilleann pipes en tin whistle van Skip Cleavinger in Keltische sferen. Het country getinte If it wasn’t for the wind is een kolfje naar de hand van de Texaan Jimmie Dale Gilmore. Mooi zijn de vioolsolo’s van Warren Hood. Het tempo wordt flink opgevoerd in het stevig rockende Running from love met de explosieve zang van Anana Kaye uit Nashville naast de gitaren, orgel en de strakke ritmesectie. That’s my story is een countryblues door singer-songwriter-gitarist Greg Brown uit Iowa met bluesy gitaarwerk van Bo Ramsey. Sonnet # 40 is een heel kort gesproken intermezzo door David Olney, begeleid door Irakli Gabriel, die met Anana Kay een indo-alt- americana duo in Nashville vormt. Singer-songwriter Afton Wolfe uit Mississippi brengt een ‘duistere’ versie van Titanic met vervormde gitaren, bonkende drums en flarden mondharp. Good old Dave Alvin is ruim zes minuten op dreef in Steal my thunder, samen met Rick Holstrom Trio (Rick Holstrom gitaar, Gregory Boaz bas en Steve Mugalian drums). Delta blues is een mooie countrysong met naast Jim Lauderdale o.a. Ward Stout op fiddle en mandoline en de harmonieen van Rosemary Fossee. Violist Tammy Rogers en bassist Victor Krauss begeleiden Janis Ian op het door haar teder gezongen She’s alone tonight. Het album sluit af met een liveversie van Illegal cargo van Townes Van Zandt, opgenomen in The Cat’s Cradle Chapel Hill, New York City, op 3 november 1977 en nooit eerder uitgebracht.
Conclusie: Can’t steel my fire is een indrukwekkend en mooi gevarieerd eerbetoon aan een groot singer-songwriter.
Tracks cd 1:
- Deeper well – Lucinda Williams
- Sister Angelina – Steve Earle
- Voices on the water – The McCrary Sisters
- Jerusalem tomorrow – Buddy Miller
- If my eyes were blind – The Steeldrivers
- Women across the river – Willis Alan Ramsey
- 1917 – Mary Gauthier
- Always the stranger – R.B. Morris
- If it wasn’t for the wind – Jimmie Dale Gilmore
- Running from love – Anana Kaye
- That’s my story – Greg Brown
- Sonnet # 40 – David Olney
- Titanic – Afton Wolfe
- Steal my thunder – Dave Alvin with the Rick Holstrom Trio
- Delta blues – Jim Lauderdale
- She’s alone tonight – Janis Ian
- Illegal cargo – Townes Van Zandt
Marc Broussard – Time is a thief
Marc Broussard (14 januari 1982, Carencro, Louisiana) is een veelgeprezen Amerikaanse singer-songwriter. Hij is de zoon van Ted Broussard, voormalig lid van The Boogie Kings. Het debuutalbum van Marc Broussard Momentary Setback verscheen in 2002. Broussard werd in Nederland in 2008 bekend met zijn single Come in from the cold en in 2023 met het nummer Friend, een samenwerking met Alain Clark.
Vorige maand verscheen er na zeven jaar weer een nieuw album van Marc Broussard, Time is a thief.
een album met tien nieuwe nummers. Zeven songs zijn geschreven door Broussard samen met Alphonse Ardoin, Travis Meadows, Joe Stark en Eric Krasno. Drie songs zijn geschreven door Krasno.
Het album is geproduceerd door gitarist/songwriter/producer Eric Krasno en producer/gitarist Jeremy Most. Multi-instrumentalist Krasno is op alle nummers te horen en ook Most levert zijn muzikale bijdragen (gitaar, keyboards, drums, percussie). Andere musici zijn Otis McDonald (drums, percussie, piano, clavinet, Hammond B3), Daniel Casare (saxofoon), Lorenzo Molina (trompet) en Mike Olmos (trompet).
Fire is de strakke funky soulvolle opener met blazers. Mood, zonder de blazerssectie, knalt de speakers ook uit. Invloeden van The Temptations zijn te horen in Cool blooded, met een bonkende bas en geweldig gitaarwerk van Krasno. You deserve more is een prachtig soulvol gezongen liefdeslied. Gepassioneerd is de zang van Broussard in de soulballad Hard times, begeleid door een strakke ritmesectie, een multi bijdrage van Krasno, waaronder een spetterende gitaarsolo, en backing vocals van Most. Fraai is de zang in het soepel gespeelde Give you the world. Geweldig is het gitaarwerk van Krasno in het funky en het enigszins in calypso sferen brengende titelnummer Time is a thief. Carry my name is een emotionele en intens gezongen soulballad met mooie begeleiding van Krasno. De stuwende ritmesectie (Krasno op bas en Most op drums) op Way you shine is verpletterend. De ritmetandem Krasno en Most zijn ook de aanjagers in het soulvol gezongen. Gospel invloeden zijn hier duidelijk aanwezig.
Tracks cd 1:
- Fire
- Mood
- Cold blooded
- You deserve more
- Hard times
- Give you the world
- Time is a thief
- Carry my name
- Way you shine
- Stay still
Conclusie: Met Time is a thief heeft Marc Broussard met zijn geweldige band een meesterwerk afgeleverd.
Steve Louw – Between time
Steve Louw is een op 16 september 1955 in Den Haag geboren Zuid-Afrikaanse bluesrock, country en americana singer-songwriter-gitarist. Hij leerde gitaar spelen toen hij geïnspireerd raakte door de muziek van Bob Dylan, The Rolling Stones en Neil Young. In de late jaren ’60 formeerde hij in Kaapstad zijn eerste band Atlantic Rose. Tijdens zijn studie aan de Universiteit van Stellenbosch in de jaren ’70 raakte hij betrokken bij de lokale muziekscene. Zijn carrière als professioneel muzikant begon in 1981 in de band All Night Radio met wie hij twee albums maakte. Enkele jaren later formeerde Louw zijn band Big Sky. Hun debuutalbum Waiting for the dawn verscheen in 1990. Louw werd in 2003 opgenomen in de South African Rock Hall of Fame.
In 2021 kwam, na meer dan tien jaar stilte, zijn eerste soloalbum Headlight dreams uit. Het goed ontvangen album werd o.l.v. producer Kevin Shirley (John Hiatt, The Black Crows) opgenomen in Nashville, Tennessee. Begin september jl. verscheen zijn nieuwe (3e) soloalbum Between time, een dubbelalbum, wederom geproduceerd door zijn vertrouwde producer Kevin Shirley.
Cd 1 opent met het ontspannen Alibi. Het stevige We had it all, met backing vocals, doet me denken aan Bob Dylan’s Like a rolling stone. Beggar tonight is een stevige melodieuze ballad. De bluesrocker Giant’s walk the land, tevens de 1e single van het album, schreef Louw samen met Jim Moginie van Midnight Oil, die op dit nummer ook gitaar en keyboards speelt. Killers is een mooi gezongen ballad met gruizig gitaarwerk en harmonieen en in de ballad StreeJanes dream #3 is de wah wah gitaar zeer te genieten. In de bluesrocker Do me good. met een strakke ritmesectie, is de keyboardsolo van Kevin McKendree een lust voor het oor. De sound van Tom Petty is duidelijk te horen in Flowers from the graves of doves, de rocker Don’t leave a heart alone en in de met orgel en lyrisch gitaarwerk opgesierde ballad Time to get on.
Cd 2 begint stevig rockend met Get real gone, gevolgd door het melodieuze The way your heart beats. Take me for a ride, met fijne backing vocals van Kim Flemming en Devonne Fowlkes, is een rockballad met piano en fel gitaarwerk. Genieten is het van de Hammond van Lachy Doley in het tamelijk ingetogen Streets of rain. Joe Bonamassa geeft een vlijmscherpe gitaarsolo ten beste in het uptempo Cruel hand of fate. Na het door keys gedragen Free to fly is het in het funky en gospelachtige You’n me tonight Doug Lancio die de aandacht op zich gevestigd weet met zijn wah wah gitaar. Na de ingetogen ballad Cold cold rails en het rockende Ever be undone wordt het album geweldig afgesloten met Highway to the sun, een acht minuten lange lyrische ballad die zo ongeveer eindigt in een ware jamsessie.
Tracks cd 1:
- Alibi
- We Had it all
- Beggar tonight
- Giant’s walk the land
- Killers
- StreeJanes dream #3
- Do me good
- Flowers from the graves of doves
- Don’t leave a heart alone
- Time to get on
Tracks cd 2:
- Get real gone
- The way your heart beats
- Take me for a ride
- Streets of rain
- Cruel hand of fate
- Free to fly
- You’n me tonight
- Cold cold rails
- Ever be undone
- Highway to the sun
Conclusie: Between time is een uitstekend album waar de energie van afdruipt.
Line-up:
- Steve Louw – akoestische gitaar, zang
- Doug Lancio – elektrische gitaar, mandoline
- Kevin McKendree – keyboards
- Alison Prestwoord – bas
- Greg Morrow – drums, percussie
Additional musicians
- Jim Moginie – elektrische gitaar, keyboards (track 4)
- Joe Bonamassa – elektrische gitaar (track 15)
- Randy Flowers – elektrische gitaar (track 6,7,9,11,12,19,20)
- Rob McNelley – elektrische gitaar (track 2,3,5,8,10,13,15,16)
- Lachy Doley – hammond orgel (track 14)
- Kim Fleming en Devonne Fowlkes – backing vocals (track 2,13,16)
- Jade MacRae en Danielle DeAndrea – backing vocals (track 17)
The Wild Feathers – Sirens
The Wild Feathers is een countryrockband uit Nashville, Tennessee. De band werd opgericht in 2010
door Ricky Young, Joel King en Taylor Burns. Na de release van hun debuutalbum The Wild Feathers in 2013 sluit drummer Ben Dumas zich aan bij de band en in 2015 multi-instrumentalist Brett Moore.
The Wild Feathers beginnen in 2013 te toeren en speelden honderden shows met o.a. Bob Dylan, Willie Nelson en ZZ Ward. Als hun inspiratiebronnen noemt de band o.a. Tom Petty, Eagles en Otis Redding. Na enige onmin met platenfirma’s tekenen The Wild Feathers een contract bij hun huidige label New West Records. Hun eerste album op dat label Alvarado verschijnt in 2021.
Voor hun begin oktober verschenen nieuwe album Sirens reisde de band af naar Los Angeles. Tijdens studiosessies o.l.v. Shooter Jennings in Dave’s Room in North Hollywood ontstonden uit een groot aantal demo’s volwaardige nieuwe songs voor hun 5e studioalbum.
Het album opent sfeervol met Stereo. Fraaie bastonen, driestemmige zang en een psychedelisch slotakkoord. Pretending is een mooi gezongen pianoballad met dromerige gitaren. Vooral bas, orgel en lyrisch gitaarwerk bepalen het uptempo Sanctuary. L.A. makes me sad is een met orgel en piano versierde fraaie ballad. Na het Tom Petty achtige meanderende Slow down gaan de remmen met uitbundige zang, een strakke ritmesectie en fel gitaarwerk los in de southern rocker Comedown. Fameus is het basintro in de uptempo meerstemmig gezongen rocker Don’t know. Het basspel van King is weer prominent aanwezig in de melodieuze midtempo rocker Rendez-vous. In Sleep for days wordt weer stevig en ‘vol’ geïnstrumenteerd. Het album eindigt heel sfeervol en ingetogen met de akoestische ballad Giving up.
Conclusie: Sirens is een zeer prettig in het gehoor liggend album. Chapeau voor The Wild Feathers.
Tracks cd:
- Stereo
- Pretending
- Sanctuary
- L.A. makes me sad
- Slow down
- Comedown
- Don’t know
- Rendez-vous
- Sleep for days
- Giving up
Line-up:
- Ricky Young – gitaar, zang
- Joel King – gitaar, bas, toetsen
- Taylor Burns – gitaar, zang
- Ben Dumas – drums
- Brett Moore – gitaar, toetsen