Gerritschinkel.nl Columns & meer

13dec/220

Sharon Van Etten – We’ve been going about this all wrong

De Amerikaanse singer-songwriter Sharon Katharine Van Etten is geboren op 26 februari 1981 in Belleville, New Jersey. Ze bezocht de North Hunderdon High School in Clinton, New Jersey en later de Middle Tennessee State University in Murfreesboro. Na een aantal jaren in Brooklyn te hebben gewoond, woont ze sinds 2019 met haar gezin in Los Angeles. Van Etten beschouwt singer-songwriter Ani DiFranco als haar grote inspiratiebron. In 2009 verschijnt haar debuutalbum Because I was in love. In mei 2022 verscheen haar 6e album We’ve been going about this all wrong. Dit album is vorige maand opnieuw uitgebracht in een deluxe edition met vier extra tracks.  

Het album opent met Darkness fades, een mooi gezongen dromerige ballad. Na het rustige en ingetogen Home to me, wordt het met I’ll try, met lekker drumwerk en gruizige gitaren, iets pittiger. Anything begint mooi akoestisch, maar wordt daarna steeds steviger. Ook Born is een gevarieerd nummer dat begint met de bijna fluisterende zang, maar halverwege wordt het met orgel, drums en gitaren weer lekker stevig. Bonkende drums, vervormde gitaren en synthesizer maken van Headspace een donkere rockende song. Van Etten etaleert haar grote (heldere) vocale kwaliteiten in de prachtige ballad Come back. Fenomenaal is de zang in het subtiele akoestisch Darkish. Na het rockende Mistakes is Far away weer een ballad met vervormde gitaren en ‘zwevende’ zang. Never gonna change is een song als veel andere op dit album, akoestisch rustig beginnen, maar met synthesizer, gitaren, bas, drums en uitbundige zang steeds steviger eindigend. Porta en Used to it worden ook gekenmerkt door synthesizer, lekker drumwerk, vervormde gitaren en uitstekende zang. Het slotakkoord When I die is een dromerige en prachtige gezongen ballad.

Conclusie: We’ve been going about this all wrong is een album met prachtige melodieën van een fenomenale zangeres. 

Tracks cd:

  1. Darkness fades
  2. Home to me
  3. I’ll try
  4. Anything
  5. Born
  6. Headspace
  7. Come back
  8. Darkish
  9. Mistakes
  10. Far away
  11. Never gonna change
  12. Porta
  13. Used to it
  14. When I die

Line-up

  • Sharon Van Etten – zang, akoestische gitaar (tracks 1,5,8,11,13,14), drums (tracks 2,3,4,5,11,12, 13,14), synthesizer (tracks 1,2,11,12,13,14), orgel (tracks 5,7), piano (tracks 11, 14), keyboards (tracks 3,5,6,7,9,10) tamboerijn (tracks 1,4), Wurlitzer (track 13,14), drummachine (track 14)
  • Benji Lysaght – akoestische gitaar (tracks 2,7)
  • Charley Damski – gitaar (tracks 3,4,5,6,9,10,11,12,13,14),  Glockenspiel (track 1), synthesizer (tracks 1,2,3,5,6,7,9,10,11,14), piano (track 14), Wurlitzer (track 13)
  • Daniel Knowles – percussie (track 5), bas (track 1), gitaar (track 14)
  • Devin Hoff – gitaar (tracks 1,2,3,4,5,6,7,9,10), bas (track 11,12,13,14)
  • Jay Bellerose – drums (tracks 2,5,7)
  • Jorge Balbi – drums (tracks 1,2,3,5,6,7,9,10,11,12,13,14), percussie (track 6), bas (track 14)
  • Dave Palmer – piano (track 7)
  • Owen Pallett – strings (track 5)
  • Zachary Dawes – gitaar (tracks 2,5)
5dec/220

Various artists – Live forever – a tribute to Billy Joe Shaver

De Amerikaanse outlaw countryzanger, songwriter en acteur Billy Joe Shaver werd geboren op 16 augustus 1939 in Corsicana, Texas. Op zijn 17e ging hij naar de Amerikaanse Marine. Na zijn ontslag had hij verschillende banen, o.a. bij een houtzagerij, waar hij, omdat zijn rechterhand bekneld raakte in de machine, het grootste deel van twee vingers kwijt raakte. Desondanks leerde hij gitaar spelen zonder die ontbrekende vingers.  Hij vond werk als songwriter in Memphis, Tennessee. Daar maakte hij kennis met Waylon Jennings die een groot aantal van Shaver’s songs opnam op zijn legendarische album Honky tonk heroes. Ook Elvis Presley, Kris Kristofferson, Bobby Bare, The Allman Brothers Band en Nick Cave namen zijn liedjes op. In 1973 verscheen Shaver’s debuutalbum Old five and dimers like me. Zijn 23e en laatste studioalbum Long in the tooth verscheen in 2014. Dit was het eerste album van Shaver dat in Bilboard’s Top Country Albums en de Billboard 200 terecht kwam. Billy Joe Shaver stierf na een bewogen leven op 28 oktober 2020. Hij werd 81 jaar.

Deze maand verscheen het album Live forever, a tribute to Billy Joe Shaver. Op dit album brengen oude geestverwanten als Willie Nelson, Rodney Crowell, Lucinda Williams en Steve Earle en anderen een ode aan Billy Joe Shaver.

Het album opent met I’m gonna live forever, gezongen door Willie Nelson met Lucinda Williams in de backing vocals en Charlie Sexton op dobro en B3. In het stevige Ride me down easy horen we de duozang van Ryan Bingham en Nikki Lane. Zanger-gitarist Rodney Crowell neemt de ingetogen ballad Old five and dimers voor zijn rekening met wederom een mooie gitaarbijdrage van Sexton. Lekker uptempo en vrolijk is de zang van Miranda Lambert, naast het heerlijke pianospel van Jimmy Wallace in I’m just an old chunck of coal (but I’m gonna be a diamond someday. Na de door Edie Brickell prachtig gezongen ballad I couldn’t be without you duiken we de pure country in met zang, gitaar en dobro van Nathaniel Rateliff en Luke Mossman op gitaar in You asked me to. Pure country klinkt ook door in de typische zang van George Strait in de ballad Willie the wandering gypsy and me, met een ‘slepende’ fiddle van Warren Hood en de pedal steel van Ricky Ray Jackson. Opwindend is de zang van Amanda Shires in Honky tonk heroes met Mickey Raphael op mondharp en gitaristische bijdragen van Audley Freed en Jason Isbell. Steve Earle draait daarna zijn bekende hand niet om met de countryrocker Ain’t no God in Mexico. Fraai is in dit nummer ook de fiddle van Eleanor Whitmore en de pedal steel van Ricky Ray Jackson. Margo Price neemt de leadvocals voor haar rekening in de zeer fraaie ballad Ragged old truck met harmoniezang van Joshua Hedley. Willie Nelson is weer present met zang en gitaar in de uptempo trainsong Georgia on a fast train. Willie’s in maart dit jaar overleden zus Bobby speelt een mooie pianosolo. Het slotnummer Tramp on your feet is een schitterend door de Canadese singer-songwriter gezongen ballad met fraaie backing vocals van de SistaStrings, de uit Milwaukee, Wisconsin, afkomstige zusters Monique en Chauntee Ross.   

Conclusie: Live forever is ronduit een schitterende ode aan een geweldige liedjesschrijver. 

Tracks cd:

  1. I’m gonna live forever (Willie Nelson, Lucinda Wiliams)
  2. Ride me down easy (Ryan Bingham, Nikki Lane)
  3. Old five and dimers (Rodney Crowell)
  4. I’m just an old chunck of coal (but I’m gonna be a diamond someday) (Miranda Lambert)
  5. I couldn’t be me without you (Edie Brickell)
  6. You asked me to (Nathaniel Rateliff)
  7. Willy the wandering gypsy and me (George Strait)
  8. Honky tonk heroes (Amanda Shires)
  9. Ain’t no God in Mexico (Streve Earle)
  10. Ragged old truck (Margo Price, Joshua Hedley)
  11. Georgia on a fast train (Willie Nelson)
  12. Tramp on your street (Allison Russell)
28nov/220

Dave Keys – Rhythm, blues & boogie

De in New York geboren toetsenist, zanger en songwriter Dave Keys is een veteraan in de blues- en american-roots muziekscene en loopt al ruim 30 jaar mee. Zijn muzikale helden zijn o.a. Fats Domino, Dr. John, Johnny Johnson en Professor Longhair. Het grootste deel van de afgelopen 10 jaar werkte Keys, naast zijn eigen Dave Keys Band en solo-optredens, samen met Popa Chubby en tot haar overlijden begin dit jaar met Ronnie Spector. Eerder werkte hij lange tijd samen met o.a. Odetta, David Johansen, Bo Diddley, rockabilly-legende Sleepy LaBeef en gospelgrootheid Marie Knight.

Hij werkte verder ook als sideman voor muzikale grootheden als Eddy Clearwater, Big Jay McNeely, Tracy Nelson, Gladys Knight, Pam Tillis, Darlene Love, Ruth Brown, Lou Rawls en Levon Helm.

De muziek van David Keys vindt zijn wortels in diepe blues, soul en rock and roll. Deze roots vormen de basis van zijn recente albums en levendige liveshows. Zijn goed ontvangen vorige albums zijn onstuimige sets van grotendeels origineel materiaal, variërend van New Orleans tweedelijns funk tot langzame sensuele blues, opzwepende shuffles en onstuimig rockende boogiewoogie.

Vorige maand verscheen zijn nieuwe album Rhythm blues & boogie. Op dit album spelen een aantal speciale gasten mee zoals Doug MacLeod, Popa Chubby en de legendarische 83-jarige drummer Bernard ‘Pretty ’Purdie. 

Bij het openingsnummer Shake shake shake kunnen de voetjes meteen van de vloer. Een groovy nummer met klassiek drumwerk van Bernard Purdie, een spetterende saxsolo van Chris Eminizer en pianospel van Dave Keys in de beste traditie van Professor Longhair. Prachtig zijn de blazersarrangementen daarna in het swingende That’s what I call the blues, met naast de piano een indringende gitaarsolo van John Putnam. Gitarist Early Times is te gast met een vette gitaarsolo in het uptempo R&B nummer Blues and boogie. In de ballad Funny how time slips away van Willie Nelson toont de croonende Keys zijn grote klasse met zijn prachtige pianospel. Ain’t doing that nor more begint met een fraai drumintro van Purdie, waarna de blazers invallen en met de backing vocals en de slide van Putnam belanden we zo in cajunsferen. Na het soulvolle Ain’t going down met een felle gitaarsolo van Putnam, soleert Keys in de swingende boogie WBGO, een titel die verwijst naar het gelijknamige jazz- en blues radiostation in Newark. Popa Chubby is gastgitarist in het jazzy met salsa-invloeden overgoten Not fighting anymore. Keys schreef Invisable man samen met Doug MacLeod, die in deze akoestische blues gitaar speelt en aan het slot ook vocaal zijn wijsheden uitstrooit. De bonustrack 7 O’clock somewhere is een ode ‘to our frontline heroes who continue to give so much’. Een feestelijke afsluiter.

Conclusie: Dave Keys schiet met Rhythm blues & boogie wederom in de roos. Een voortreffelijk album.

Tracks cd:

  1. Shake shake shake
  2. That’s what I call the blues
  3. Blues and boogie
  4. Funny how time slips away
  5. Ain’t doing that no more
  6. Ain’t going down
  7. WBGO boogie
  8. Not fighting anymore
  9. Invisable man
  10. 7 O’clock somewhere

Line-up

  • Dave Keys – piano, B-3, Wurlitzer, accordeon, zang
  • Bernard ‘Pretty’ Purdie – drums (tracks 1.2.5.6)
  • John Putnam – gitaar (tracks 1.2.5.6.10)
  • Jeff Anderson – bas (tracks 1,2,3,5,6)
  • Frank Pagano – drums (tracks 3,6,10, percussie, backing vocals
  • Early Times – gitaar (track 3)
  • Popa Chubby – gitaar (track 8)
  • David J. Keys – bas (track 8)
  • Doug MacLeod – akoestische gitaar en zang (track 9)
  • Chris Eminizer – tenor sax (tracks 1,2,3,5,8)
  • Tim Quimette – trompet en blazersarrangementen (tracks 1,2,3,5,8)
22nov/220

Jacques Mees – Texas mood

De Tilburgse singer-songwriter Jacques Mees (1959, Moergestel), wordt al op jonge leeftijd door de muziek gegrepen. Als hij 11 jaar is koopt hij zijn eerste gitaar. Zijn eerste en grootste inspiratiebron was en is nog steeds Bob Dylan. Later ontdekt hij ook de muziek van artiesten als Woody Guthrie, Hank Williams en Dave van Ronk. Jacques Mees staat alom bekend als de bekendste en beste vertolker van de songs van Bob Dylan. De naam Jacques Mees wordt zelfs vermeld in het in 2011 verschenen ABC Dylan Book van de in 2020 overleden Nederlandse popjournalist Bert van de Kamp.

In 1996 verschijnt zijn eerste officiële album Drive them all crazy. Mees brengt de laatste jaren regelmatig een ode aan zijn favoriete singer-songwriters. Op de ep I’ll remember you brengt hij in 2016 een eerbetoon aan de 75-jarige Bob Dylan, zijn absolute voorbeeld. In datzelfde jaar eert hij op de ep All americana Guy Clark, Townes van Zandt, John Prine en Blaze Foley. Op de ep You got my heart uit 2020 brengt hij een eerbetoon van Billy Marlow en Rory C. McNamara. Vorig jaar werd Bob Dylan 80 jaar en dat was de aanleiding voor Mees om hem (samen met de Italiaanse klassieke gitarist Luigi Catuogno) te eren op de ep Masked and separated.  

Eind vorige maand verscheen Texas mood. Op deze ep staan twee songs van Michael David Fuller, beter bekend als Blaze Foley (1949-1989) en vier songs van Townes van Zandt (1944-1997). Mees wordt op deze ep muzikaal bijgestaan door Harry Brekelmans op pedal steel en bassist Gerben Koolen.

De eerste twee songs Clay pigeons en Cold cold world zijn covers van Blaze Foley. Fijn akoestisch gitaarwerk en mooie zang en ingetogen baslijnen in het tweede nummer. Van de vier songs van Townes van Zandt zijn er drie door Van Zandt zelf geschreven. Don’t you take it too bad, Lungs en Nothin’ zijn mooie rustige vertolkingen en worden gekenmerkt door fraai akoestisch gitaarspel van Mees en in het laatste nummer weer de mooie ingetogen baslijnen van Gerben Koolen. Dead flowers stond ook op het repertoire van Van Zandt, maar is een compositie van Mick Jagger en Keith Richards van The Rolling Stones, een van de hoogtepunten van hun album Sticky fingers uit 1971. Mees tovert ons een zeer fraaie ingetogen versie voor met een heel mooie bijdrage van Harry Brekelmans op pedal steel.

Conclusie: Jacques Mees brengt op Texas mood wederom op fraaie wijze een eerbetoon aan twee van zijn favoriete singer-songwriters.

Tracks cd:

  1. Clay pigeons
  2. Cold cold world
  3. Dead flowers
  4. Don’t you take it too bad
  5. Lungs
  6. Nothin’
17nov/220

The California Honeydrops – Soft spot

The California Honeydrops is een Amerikaanse blues- en R&B band. De band, opgericht in november 2007, trad voor het eerst op straat op en in de metrostations van Oakland, California. De muziek van The California Honeydrops is geworteld in de blues, gospel, vroege R&B en New Orleans jazz. Bandleider en frontman is de in Warschau, Polen, geboren Lech Wierzynski. Hun debuutalbum Soul tub! Verscheen in 2008.

Begin oktober verscheen Soft spot, het nieuwe album van The California Honeydrops, de opvolger van het in januari jl. uitgebrachte album Covers from the cave.

Met lekker gitaarwerk en blazers belanden we met het soulvolle en funky Honey and butter in New Orleans sferen. Fraaie pianoklanken en wederom de blazers schitteren in de Southern soulballad Gonna be alright. Nothing at all is een ingetogen en mooi gezongen soulballad. I miss you baby, pt. 1 begint met een mooi kort piano-intro dat gevolgd wordt door funky blazers. Fantastische soul. Mooi zijn de baslijnen en de percussie in de opwindende ballad Tumblin’. Ook in de jazzy soulballad Takin’ my time zijn er weer fraaie baslijnen en halen ook de blazers weer alles uit de kast. Met het instrumentale The unicorn belanden we daarna weer in de sferen van New Orleans en de elementen van New Orleans zijn vervolgens ook aanwezig in het titelnummer, de bluesy soulballad Soft spot. De blazers schroeven het tempo in de funky soulballad In your arms weer iets op. Een scheurende saxsolo en een tinkelende piano verrassen in Lil bit of love. Sneakin’ into heaven is funky soul met handclapping en mooie harmonieen. I miss you baby, pt. 2 is de uitsmijter waar vooral door de fameuze blazers de soul van afdruipt.  

Conclusie: Soft spot is aanstekelijke en zeer energieke soul en R&B. Sam Cooke, Smokey Robinson en de grote dagen van Stax zijn niet ver weg.

Tracks cd:

  1. Honey and butter
  2. Gonna be alright
  3. Nothing at all
  4. I miss you baby, pt. 1
  5. Tumblin’
  6. Takin’ my time
  7. The unicorn
  8. Soft spot
  9. In your arms
  10. Lil bit of love
  11. Sneakin’ into heaven
  12. I miss you baby, pt. 2

Line-up

  • Lech Wierzynski – zang, trompet, gitaar
  • Ben Malament – drums, washboard, percussie
  • Johnny Bones – tenor saxofoon, klarinet
  • Lorenzo Loera – keyboards
  • Beau Brandbury – bas, percussie
16nov/220

Sunjay – Black & blues revisited

Sunjay Edward Brain (23 september 1993, Derby, Derbyshire) is een Britse singer-songwriter-gitarist. Hij is de zoon van een Engelse vader en een Indiase moeder. Sunjay begint op vierjarige leeftijd te zingen en gitaar te spelen na het zien van het tv programma The day the music died, een documentaire over de korte maar veelbewogen carrière van Buddy Holly.

In 2011 verschijnt zijn debuutalbum Seems so real. Hij wint diverse prijzen en treedt op met o.a. Steeleye Span, Mud Morganfield, Albert Lee, Ian Siegal, Curved Air, Fairport Convention, Terry Reed en Graham Gouldman.  

Vorige maand verscheen Black & blues revisited, een nieuw album met elf (bekende) covers van legendarische bluesmusici. Het album is opgenomen in Get Real Studios in Bath (UK) en is geproduceerd door Sunjay en Josh Clark.

De opener, Built for comfort van Willie Dixon, is een swingende Chicago blues met gitaren, Hammond, piano en flarden mondharp. In de vlotte versie van Blind Willie McTell’s Statesboro blues laten de begeleiders zich ook weer van hun beste kant zien. De standard blues Key to the highway van Big Bill Broonzy wordt in een iets hoger tempo gespeeld dan die we van veel andere vertolkers kennen. Mooi en melodieus is de zang van Sunjay in de akoestische countryblues, de traditional Hesitation blues. Een wervelende Hammond, mondharpsolo’s en een strakke ritmesectie zijn verrukkelijk aanwezig in Living with the blues van Brownie McGhee. Monday morning blues van Mississippi John Hurt is weer een prachtige akoestische countryblues. Mooi is het akoestische gitaarwerk naast de ingetogen begeleiders in de slowblues Come back baby van Walter Davis. Vooral de scheurende mondharpsolo’s zijn verantwoordelijk voor de opwindende versie van Leadbelly’s Big fat woman. Freight train werd door Elizabeth Cotten in 1906 geschreven toen zij pas 12 jaar was. Sunjay tovert dit nummer om in een mooie melodieuze akoestische folkblues. Robert Johnson’s, maar vooral ook door Elmore James bekend geworden Dust my broom is hier een soepele strakke versie. In het slotnummer, The easy blues van ragtime- en jazzpianist Jelly Roll Morton, laat Sunjay nogmaals zijn klasse horen met akoestische gitaar en zang, daarbij prettig bijgestaan door Lee Southall op mondharp.    

Conclusie: Black & blues revisited is een mooi en heel lekker in het gehoor liggend bluesalbum.

Tracks cd:

  1. Built for comfort
  2. Statesboro blues
  3. Key to the highway
  4. Hesitation blues
  5. Living with the blues
  6. Monday morning blues
  7. Come back baby
  8. Big fat woman
  9. Freight train
  10. Dust my broom
  11. The easy blues

Line-up

  • Sunjay – zang, akoestische en elektrische gitaren
  • Josh Clark – drums, bas
  • Bob Fridzema – Hammond, piano, Wurlitzer
  • Josh Jewsbury – bas
  • Lee Southall – mondharmonica
14nov/220

Boogie Beasts – Blues from Jupiter

De vierkoppige Belgische bluesband Boogie Beasts wordt opgericht in januari 2011 na een jamsessie in blueskroeg De Blauwe Kater in Leuven. De band gaat op zoek naar een eigen geluid en treedt op in kroegen, jeugdhuizen en clubs in België, Nederland en Duitsland. Ze staan in het voorprogramma van o.a. The Fabulous Thunderbirds. In Nederland treden ze op op festivals zoals Moulin Blues, Ospel, Zwarte Cross, Waterpop en Paaspop. Boogie Beasts hebben geen bassist in hun gelederen omdat ze vinden dat de muziek dan ruiger klinkt.

Hun goed ontvangen debuutalbum Come and get me verschijnt in 2015. Medio oktober is het 4e album van Boogie Beasts uitgekomen. Dit album, Blues from Jupiter, bevat 11 bluescovers. Jupiter in de titel verwijst naar de studio waar het album is opgenomen, nl. Studio Jupiter in Tongeren.

De toon van het album wordt met Still a fool van Muddy Waters meteen gezet, een ruige door de fuzz gitaren gestuurde Chicago blues met een scheurende mondharpsolo. Het tempo wordt daarna extra opgevoerd met Someday baby blues van Sleepy John Estes en vervolgens davert de band door met France chance van Mississippi Joe Callicot. Met de bluesballad Pushing my luck van Robert ‘Wolfman’ Belfour neemt het tempo af maar blijft de volumeknop open staan. Boogie chillun van John Lee Hooker tovert de band om in een ruim 7½ minuut lange dampende boogie met een loeiende mondharp van Fabian Bennardo. Howlin’ Wolf’s Who’ll be next (de 2e single van het album) is een door de fuzzy gitaren van Jan Jaspers en Patrick Louis gestuurde uptempo bluesrocker. Het drumwerk van Gert Servaes is prominent in Grinnin’ in your face van Son House, dat als 1e single is uitgebracht. De gitaren gaan er, naast een scheurende mondharpsolo, weer volop tegenaan in de R.L. Burnside song Long haired doney. In het door drums en mondharp gedreven Work me van Junior Kimbrough zakt het tempo weer. De gitaren exploderen dan weer in You don’t love me van Bo Diddley. Tot slot gaan alle vier remmen los in de zeer snelle boogie No more lovers van Arthur ‘Big Boy’ Crudup.     

Conclusie: Boogie Beasts geven op Blues from Jupiter een geheel eigen interpretatie van (klassieke) bluessongs waarop je het etiket vuig, ruig, dreigend, hypnotiserend en explosief kunt plakken. Ik kan me voorstellen dat sommigen het als een aanslag op je trommelvliezen voelen, maar ik ben er ook zeker van dat de band de podia hiermee plat spelen.

Tracks cd:

  1. Still a fool
  2. Someday baby blues
  3. France chance
  4. Pushing my luck
  5. Boogie chillun
  6. Who’ll be next
  7. Grinnin’ in your face
  8. Long haired doney
  9. Work me
  10. You don’t love me
  11. No more lovers

Line-up

  • Jan Jaspers – zang, gitaar
  • Patrick Louis – zang, gitaar
  • Gert Servaes – drums
  • Fabian Bennardo – mondharmonica
1nov/220

Robert Jon & the Wreck – Wreckage vol. 2 (live)

De Amerikaanse southern rockband Robert Jon & The Wreck (RJTW) uit Orange County, California, is in 2011 opgericht door zanger-gitarist Robert Jon Burrison. In 2013 verschijnt hun goed onthaalde debuut EP Rhythm of the road. Op de OC Music Awards 2013 in Orange County wordt de band verkozen tot beste liveband van dat jaar. In 2015 verschijnt hun debuutalbum Glory bound. De band krijgt daarna een steeds grotere schare fans, niet alleen in de VS maar ook in Europa.

Eind september verscheen Wreckage vol. 2 (live), het nieuwe album van Robert Jon & The Wreck. Een album met tien songs die tussen 2020 – 2022 live zijn opgenomen. Het album is uitgebracht op KTBA (Keeping The Blues Alive), het label van Joe Bonamassa.

Het openingsnummer is She’s a fighter, een opwindende rocker met gruizig gitaarwerk, een strakke ritmesectie en een pingelende piano. Het nummer is opgenomen in Ancienne Belgique in Brussel op 29 juni 2022. Deze nieuwe single werd voor het eerst tijdens hun Europese tournee van 2022 gespeeld. De uptempo rocker Waiting for your man (ook op single uitgebracht) is eveneens opgenomen in Brussel op 29 juni 2022. Na een onheilspellend intro barst de band los met gitaarsolo’s, piano en prominent drumwerk. Rescue train en The weight zijn opgenomen op 26 februari 2020, midden in de COVID-19 pandemie, in Shuffle Brothers Studios in Gallatin, Tennessee. Rescue train is een van de oudste songs van RJTW, een rocker met indringende gitaarsolo’s, fraaie basloopjes en heerlijke keyboards. The weight is een schitterende ruim 7½ minuut lange groovy en funky cover van de klassieker van The Band. De keyboardsolo’s van Steve Maggiora zijn weer om van te smullen. De  volgende drie songs zijn opgenomen op 23 juni 2020 in Sunset Sound in Hollywood, Californië, o.l.v. producer Darrell Thorp (bekend van o.a. Foo Fighters, Radiohead, Beck en OutKast). Old hotel room is een mooie ballad en ook Dark roses is een (stevige) ballad over een overleden vriend die dichtbij de band stond. In de zeer snelle dynamische rocker On the run wordt het tempo weer flink opgeschroefd met vlammende gitaarsolo’s. De instrumental Cannonball, waarin de band er ruim 9 minuten lang lustig op los soleert, is weer opgenomen in Shuffle Brothers Studios op 26 februari 2020. De laatste twee nummers zijn opgenomen via livestream in de DJE Studio’s in Foothill Ranch, Californië op 14 mei 2020. Something to remember me by begint met een kort drumintro, maar deze funky song explodeert snel daarna met heavy gitaarriffs in een bad van keyboards. De afsluiter Witchcraft laat een band in topvorm horen. Een ruim 10 ½ minuut durende southern rock instrumental, met vlammende gitaarsolo’s van Henry James, een flitsend solerende Steve Maggiora op keyboards en een gedreven ritmesectie. 

Conclusie: Met het album Wreckage vol. 2 is het bewijs weer geleverd: Robert Jon & The Wreck is een geweldige liveband.

Tracks cd:

  1. She’s a fighter
  2. Waiting for your man
  3. Rescue train
  4. The weight
  5. Old hotel room
  6. Dark roses
  7. On the run
  8. Cannonball
  9. Something to remember me by
  10. Witchcraft

Line-up

  • Robert Jon Burrison – zang, gitaar
  • Andrew Espantman – drums, backing vocals
  • Steve Maggiora – keyboards, backing vocals
  • Henry James – lead gitaar, backing vocals
  • Warren Murrel – bas, backing vocals
22okt/220

Buddy Guy – The blues don’t lie

Buddy Guy wordt op 30 juli 1936 geboren in Lettsworth, Louisiana. Begin jaren ’50 begint hij met bandjes op te treden. Muzikaal wordt hij geïnspireerd door Muddy Waters om later in de jaren ’60 zelf een inspiratiebron voor Jimi Hendrix, Stevie Ray Vaughan, Eric Clapton en andere bekende bluesgitaristen uit die jaren te worden. In 1957 verhuist hij naar Chicago en in 1958 krijgt hij een platencontract. In 2005 wordt Buddy Guyj opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame en in 2014 in de Musicians Hall of Fame. Hij wint vele prijzen waaronder acht Grammy Awards.   

Eind september, 50 jaar nadat Guy verhuisde van Louisiana naar Chicago, verscheen The blues don’t lie, het 34e studioalbum van de 86-jarige bluesveteraan. Op het album, dat geproduceerd is door songwriter/drummer Tom Hambridge, zijn gastrollen voor o.a. Mavis Staples, Elvis Costello, James Taylor en Jason Isbell.

Met golven B3, fraaie bastonen, blazers en vlammend gitaarwerk is het funky I let my guitar do the talking een sterke opener. In Blues don’t lie wordt wat gas teruggenomen, maar het gitaarwerk van Guy is in dit nummer, waarin een aantal blueslegendes de revue passeren, ook weer fantastisch, net als daarna in de shuffle The world needs love, met het tinkelende pianospel van Kevin McKendree. In de bluesballad We go back is het genieten van de soulvolle zang van Mavis Staples. Symptoms of love is een gruizige swampy boogie waar ZZ Top patent op heeft. Elvis Costello horen we hier in de backing vocals. Mooi is de duozang in het refrein met een soepel zingende James Taylor in het door Reese Wynans met B3 en Wurlitzer versierde Follow the money. Well enough alone begint als een rustige countryblues maar explodeert al snel met felle gitaarlicks. Bobby Rush is de gastvocalist in het funky What’s wrong with that, waarin Buddy weer vlammende gitaarsolo’s tevoorschijn tovert. Jason Isbell is daarna prominent met zang maar vooral op elektrische gitaar aanwezig in de bluesballad Gunsmoke blues. House party is een Jimmy Reed achtige boogie met uitbundige zang van Wendy Moten. In BB King’s slowblues Sweet thing is het naast het gitaarwerk van Guy weer genieten van het pianospel van McKendree. Scheurend is het gitaarwerk daarna in het zeer stevige Back door scratchin’ en de funky uitvoering van I’ve got a feeling, een compositie van Lennon/McCartney van het Beatles album Let it be uit 1970. McKendree is weer uitstekend op dreef in de slowblues Rabbit blood en de jazzy blues Last call. Met het slotnummer, Slim Harpo’s I’m a king bee, sluit Buddy Guy in zijn eentje meesterlijk akoestisch af.

Conclusie: The blues don’t lie is een uitstekend album van een vitale bluesgitarist die nog lang niet versleten is. En afgaande op de foto van een lachende Buddy Guy op de hoes van het album heeft hij er ook nog steeds plezier in.

Tracks cd:

  1. I let my guitar do the talking
  2. Blues don’t lie
  3. The world needs love
  4. We go back
  5. Symptoms of love
  6. Follow the money
  7. Well enough alone
  8. What’s wrong with that
  9. Gunsmoke blues
  10. House party
  11. Sweet thing
  12. Back door scratchin’
  13. I’ve got a feeling
  14. Rabbit blood
  15. Last call
  16. I’m a king bee

Line-up

  • Buddy Guy – gitaar, zang
  • Tom Hambridge – drums, tamboerijn (track 2,8), percussie (track 4,5,13), backing vocals (track 2,5,7)
  • Reese Wynans – B3 (track 1,2,6,7,8,10), Wurlitzer (track 6,9), piano (track 9) Fender Rhodes (track 13)
  • Michael Rhodes – bas (track 1,2,6,7,8,9,10,13)
  • Rob McNelley – elektrische gitaar (track 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15)
  • Glenn Worf – bas (track 3,4,5,11,12,14,15)
  • Kevin McKendree – piano (track 3,11,14,15,), Wurlitzer (track 4), B3 (track 4,5,12,15), B3 (track 12)
  • Michael Saint-Leon – gitaar (track 2)
  • Max Abrams & Steve Patrick – blazers (track 1,2)
  • Mike Hicks – backing vocals (track 2)
  • Mavis Staples – zang (track 4)
  • Elvis Costello – backing vocals (track 5)
  • James Taylor – zang (track 6)
  • Bobby Rush – zang (track 8)
  • Jason Isbell – zang en elektrische gitaar (track 9)
  • Wendy Moten – zang (track 10)
19okt/220

Troy Redfern – The wings of salvation

Bluesgitarist en singer-songwriter Troy Redfern wordt de Britse ‘King of Slide Guitar’ genoemd. Hij begint al op 12-jarige leeftijd met gitaar spelen en wordt muzikaal beïnvloed door de vroege bluespioniers en de rockiconen van de jaren ‘70 en ’80. Via blueslegendes Son House en Hound Dog Taylor ontdekt hij de slidegitaar. Hij deelt het podium met o.a. Dr. Feelgood en Robert Plant en krijgt langzamerhand een trouwe schare fans.

In september jl. verscheen Redfern ’s nieuwe album The wings of salvation, de opvolger van het vorige jaar zeer goed ontvangen album The fire cosmic. De sessies van The wings of salvation vonden plaats in Lee Russell’s Dulcitone Studios in Kettering (graafschap Northamptonshire). Het album werd gemasterd door Sean Magee in de befaamde Abbey Road Studios in Londen.

Het album opent met Gasoline, tevens de 2e single, een stevige Southern rocker met vette slide. Sweet Carolina is ook een zeer stevige rocker met Stones invloeden, waarin Redfern trakteert op een spetterende gitaarsolo. Come on, als 1e single uitgebracht, is een stampende blues boogie die herinneringen oproept aan de sound van Marc Bolan & T-Rex. Navajo wordt gedreven door strak drumwerk, resonator gitaar en slierten banjo. Redfern haalde zijn inspiratie bij het schrijven van dit nummer uit de Long Walk of the Navajo, een poging tot etnische zuivering van het Navajo-volk door de federale regering van de VS in 1864. Bonkende drums, groovy bastonen, een indringende gitaarsolo en intense zang zijn de elementen van de midtempo bluesrocker Mercy. De strakke ritmesectie is weer prominent in de gedreven rocker Can’t let go. In het enigszins onheilspellende Dark religion speelt Redfern op een dobro resonator uit 1935 en in het zeer energieke door een jagende drummer en pompende bas gedreven Profane perst Redfern een splijtende solo uit een Silvertone Jupiter gitaar uit 1962. Na het in een voodoo beat gedrenkte Down sluit het album af met Heart soul, een zware rauwe blues met wederom zeer intens gitaarwerk en gospelachtige elementen door de kickdrums.

Conclusie: The wings of salvation is in dikke bluessaus gedrenkte energieke powerrock.

Tracks cd:

  1. Gasoline
  2. Sweet Carolina
  3. Come on
  4. Navajo
  5. Mercy
  6. Can’t let go
  7. Dark religion
  8. Profane
  9. Down
  10. Heart soul

Line-up

  • Troy Redfern – zang, elektrische en akoestische gitaar, backing vocals
  • Dave Marks – bas, piano, keyboards, percussie, banjo, gitaar, backing vocals
  • Paul Stewart – drums