Gerritschinkel.nl Columns & meer

17okt/240

David Rodriguez & The Rhythm Chiefs – Rise and shine

Singer-songwriter David Rodriguez (1 januari 1952 – 26 oktober 2015) was een zoon van Mexicaanse emigranten en werd geboren en groeide op in Houston, Texas. Vanaf zijn 14e speelde David in zijn tienerjaren in een rockband, een folkgroep en pianist in een avant-garde ensemble. Hij werd in zijn jeugd beïnvloed door Lightnin’ Hopkins, Townes Van Zandt, Lydia Mendoza en Jerry Jeff Walker. In 1992, 1993 en 1994 werd hij door muziekmagazine Third Coast Music in Austin gekozen tot the best Texas songwriter. Rodriguez op zijn beurt werd bewonderd door o.a. Lucinda Williams, Butch Hancock en Lyle Lovett.

In 1994 besloot David Rodriguez zich in Nederland te vestigen. In Dordrecht maakte hij kennis met The Rhythm Chiefs. Op zijn concerten werd hij af en toe ook begeleid door zijn dochter, de violiste Carrie Rodriguez. David Rodriguez overleed op 26 oktober 2015 in Dordrecht.

Vlak voor zijn dood blies hij met The Rhythm Chiefs in een studio in Haarlem oud werk nieuw leven in. Dit werd vastgelegd op het album Rise and shine. Het album wordt op 19 oktober a.s., als ode, negen jaar na het overlijden van Rodriguez, tijdens Ramblin Roots Festival in Utrecht gepresenteerd. The Rhythm Chiefs zullen dan songs van Rise and shine spelen met Tim Knol, Ian Siegal en Nika Pantovic als speciale gasten.

Het openingsnummer Wonder how it feels is een mooie song met fraai melodieus gitaarwerk en de breekbare stem van Rodriguez. Lonesome drover is een ingetogen lied met lekkere twangy gitaarlicks. Ballad of the snow leopard and the tanqueray cowboy is ook opgenomen door Lyle Lovett in 1996 op zijn album Step inside this house. Rodriguez zingt hier ingetogen met schorre breekbare stem naast de minimale instrumentatie. Met meanderend gitaarwerk gaat het tempo in het country achtige Lucky ol’ me iets omhoog. South Holland woman is een prachtig liedje over de liefde in Dordrecht. Steviger is ook Visions of Europe, ook de zang. Heerlijke americana. Ballad of the western colonies is een heel rustige met gebroken stem gezongen ballad met sfeervol ingetogen gitaarwerk. In de zeven minuten lange ballad The friedens angel doet de stem van Rodriguez mij af en toe denken van Michael de Jong, de Amerikaans-Nederlandse blueszanger, ook een Dordrechter. In het slotnummer, de lange uptempo countryballad Ballad of Wanda Jewel, krijgen The Rhythm Chiefs alle gelegenheid om zich te manifesteren.

Conclusie: Rise and shine is een wonderschoon afscheidscadeau van David Rodriguez.

Tracks cd:

  1. Wonder how it feels
  2. Lonesome drover
  3. Ballad of the snow leopard and the tanqueray cowboy
  4. Lucky ol’ me
  5. South Holland woman
  6. Visions of Europe
  7. Ballad of the western colonies
  8. The friedens angel
  9. Ballad of Wanda Jewel

Line-up:

  • David Rodriguez – zang, gitaar
  • Dusty Ciggaar – gitaar, zang
  • Danny van ’t Hoff – bas, zang
  • Rafael Schwiddessen – drums, zang
16okt/240

Alastair Greene, Eric Johanson, Katarina Pejak – Blues Caravan 2024

Ruf Records is een onafhankelijk Duits platenlabel voor blues, Het label werd in 1994 opgericht door de manager van Luther Allison, Thomas Ruf, om Allisons carrière te bevorderen. Het motto van het label is Where Blues Crosses Over. Het is gevestigd in Lindewerra. Ruf Records viert dit jaar trots zijn 30-jarig jubileum. In die tijd heeft Ruf honderden albums uitgebracht, tientallen vooraanstaande acts gehuisvest en de carrières van veel van de meest geliefde bluesacts van vandaag gelanceerd.

Al 19 jaar is een van de hoogtepunten van Ruf Records de jaarlijkse Blues Caravan. Drie artiesten die elk een live set spelen en daarna hun krachten bundelen om op tournee gaan. De drie artiesten van Blues Caravan 2024 zijn Alastair Greene, Eric Johanson en Katarina Pejak.

Bluesrocker Alastair Greene is een Amerikaanse singer-songwriter-gitarist uit Californië. Hij speelde o.a. met Eric Burdon, Walter Trout, Coco Montoya, Savoy Brown, Alan Parsons Project en Sugaray Rayford. Hij heeft tegenwoordig zijn eigen power trio.

Eric Johanson is een Amerikaanse bluesrockzanger-gitarist en songwriter uit Louisiana. Hij trad o.a. op met Cyril Neville, Anders Osborne, The Neville Brothers, Terrance Simien, JJ Grey, Eric Lindell en Mike Zito.

Katarina Pejak is een charismatische in Belgrado geboren Servische singer-songwriter-pianiste. Zij is beïnvloed door o.a. Tom Waits, Otis Spann, Van Morrison en Bessie Smith. Zij heeft opgetreden met Ronnie Earl en Ana Popovic en concerten gegeven in de VS en Europa.

Alastair Greene, Eric Johanson en Katarina Pejak traden op 20 april 2024 op in The Blues Garage in Isernhagen, Duitsland. Opnamen van dit concert zijn op 27 september jl. verschenen op cd en op dvd. De cd bevat 16 nummers en de dvd 27 nummers.

De cd opent met de Robert Johnson song Come on in my kitchen. Een swingende uptempo versie met een tinkelende piano van Katarina Pejak en vet gitaarwerk van Alaistair Greene en Eric Johanson. Daarna is het de beurt aan Pejak met vier songs van haar recent verschenen album Pearls on a string. De prachtige gevoelige jazzy pianoballad Jeremy’s boat, het prachtig gezongen Notes on boredom, Excuses waarin het tempo omhoog gaat met de heerlijke pianosolo’s en de Pink Floyd klassieker Money, met het verfijnde pianospel van Pejak. Dan komt Eric Johanson aan de beurt met drie nummers van zijn album Deep and the dirty. Undertow, een uptempo bluesrocker met vlammend gitaarwerk, de vette slide in Familiar sound, de ruige bluesrocker Galaxy girl met de diepe bas en het strakke drumwerk. Van zijn album Below sea level uit 2020 komt de bluesballad Changes the universe. Ruig en enigszins overstuurd gitaarwerk wordt afgewisseld met lyrische solo’s. Alastair Greene put vervolgens uit zijn recente album Standing out loud. te beginnen met het titelnummer van dat album de funky heavy bluesrocker Standing out loud. Vette gitaarsolo’s en de strakke ritmesectie kleuren de groovy bluesrocker Only do. Indringend is het gitaarwerk in de slowblues Rusty dagger. Greene besluit zijn set met Am I to blame?. een uptempo boogie met een groot ZZ Top gehalte. Op de laatste drie nummers van de cd gaan Greene, Alastair en Pejak gedrieën weer los. Allereerst I walk on guilded splinters, een klassieker van Dr. John uit 1968. Een lange jamsessie van 11 minuten met als hoogtepunt die prachtige orgelsolo van Pejak. Gitaarsolo’s, een swingende pianosolo en de strakke ritmesectie zijn te horen in Howlin’ Wolf’s Evil. De fantastische afsluiter is One way out, geschreven door Elmore James maar vooral bekend geworden in de uitvoering van The Allman Brothers. Een lekkere uptempo southern bluesrocker met solo’s en geweldig drumwerk.

Conclusie: Blues Caravan 2024, een album om je vingers bij af te likken.

Tracks cd:

  1. Come on in my kitchen
  2. Jeremy’s boat
  3. Notes on boredom
  4. Excuses
  5. Money
  6. Undertow
  7. Familiar sound
  8. Galaxy girl
  9. Changes the universe
  10. Standing out loud
  11. Only do
  12. Rusty dagger
  13. Am I to blame?
  14. I walk on guilded splinters
  15. Evil
  16. One way out

Tracks dvd:

  1. Come on in my kitchen
  2. Pearls on a string
  3. Jeremy’s boat
  4. Notes on boredom
  5. Excusus
  6. Money
  7. Roads that cross
  8. Honey jar
  9. Undertow
  10. Hammer on the stone
  11. Just like new
  12. Familiar sound
  13. Galaxy girl
  14. Changes the universe
  15. Don’t hold back
  16. Temptation
  17. Slow burn
  18. Standing out loud
  19. You can’t fool me
  20. Rusty dagger
  21. Only do
  22. Am I to blame?
  23. I walk on guilded splinters
  24. Evil
  25. Bullfrog blues
  26. Baby what you want me to do
  27. One way out

Line-up:

  • Alastair Greene – zang, gitaar
  • Eric Johanson – zang, gitaar
  • Katarina Pejak – zang, keys
  • Christin Neddens – drums
  • Tomek Germann – bas
14okt/240

Various artists – I’ll believe I’ll run on – A tribute to Wilson Pickett

Wilson Pickett (18 maart 1941, Prattville, Alabama) was een Amerikaanse soulzanger. Zijn successen waren vooral in de jaren ’60 en beginjaren ’70 van de vorige eeuw. Zijn grootste hit had hij in 1965 in Amerika met In the midnight hour. In Nederland had Pickett minder succes en had slechts vier kleine hits. In 1999 werd Wilson Pickett opgenomen in de Alabama Music Hall of Fame. Hij overleed op 19 januari 2006 in Reston, Virginia aan een hartaanval. Wilson Pickett werd slechts 64 jaar.

Bassist en sessiemuzikant Scott Ward koestert al lang een diepe bewondering voor de geschiedenis van Muscle Shoals, Alabama, haar muzikanten en de iconische "Muscle Shoals Sound". Door de jaren heen heeft Ward samengewerkt met en geleerd van de beste muzikanten en technici uit de regio. Velen van hen kenden Wilson Pickett, schreven met hem of speelden op zijn platen, en vormden zo de inspiratie voor het album I believe I’ll run on – a tribute to Wilson Pickett. Ward nam dit album met een all-star cast voornamelijk op in Wishbone Recording Studio in Muscle Shoals, Alabama. Dit album is op 20 september jl. uitgebracht. 

Met een 1,2,3 opent Jimmy Hall, leadzanger en mondharmonicaspeler van de southern rockband Wet Willie het album met Land of 1000 dances, de grote hit van Wilson Pickett uit 1966. Countryzanger T. Graham Brown is de vocalist in het door Eddie Floyd en Steve Cropper geschreven 634-5789. Bobby Womack schreef I’m sorry about that. Blueszanger Mark Massey tovert deze song met zijn intense zang, naast het orgel en de blazers om tot een prachtige soulballad. Steve Cropper, Eddy Floyd en Wilson Pickett schreven in 1966 Ninety-nine and a half won’t do. De uitbundige zang hier is weer van Jimmy Hall en Cropper speelt gitaar. People make the world, een compositie van Bobby Womack, wordt hier vertolkt door The Bramblemen All Stars, en de prachtige vibrerende soulvolle zang van Corey Glover, leadzanger van Living Colour en droog drumwerk van Simon Kirke (Free en Bad Company). De fantastische blazers maken het feest compleet. Zanger-gitarist Damon Johnson (Brother Cane, Lynyrd Skynyrd, Alice Cooper, Thin Lizzy), is met zijn vlijmscherpe gitaarwerk de ster in de Steppenwolf klassieker Born to be wild. In 1969 nam Pickett de Lennon-McCartney song Hey Jude op. Deze Beatles klassieker is hier door de mooie zang van singer-songwriter Paul Thorn en de blazers een fraaie soulballad geworden. Multi-instrumentalist John Jorgenson (o.a. Desert Rose Band en The Hellecasters) rockt er in Danger zone, geflankeerd door de fantastische blazers, stevig op los. Wilson Pickett nam in 1969 ook het door Andy Kim en Jeff Barry geschreven Sugar sugar op. Dit nummer is vooral bekend in de hitversie van de bubblegumband The Archies. Christine Ohlman (al 30 jaar leadzangers van The Saturday Night Live Band), laat hier een prachtige soulversie horen. Giggy giggy googy gooy is een strakke rockversie door de southern rockband Skinny Molly uit Nashville Tennessee. Don’t let the green grass fool you is een fraaie soulballad, gezongen door singer-songwriter-producer en eigenaar van Wishbone Recording Studio Billy Lawson. De southern rockband uit Alabama Billy Allen & The Pollies sluiten het album af met de stevige soulballad If you need me. Mooi is de acapella zang aan het eind van deze Wilson Pickett compositie uit 1963. 

Conclusie: I’ll believe I’ll run on is een prachtig eerbetoon aan Wilson Pickett.

Tracks cd:

  1. Land of 1000 dances (feat. Jimmy Hall)
  2. 634-5789 (feat. T. Graham Brown)
  3. I’m sorry about that (feat. Mark “Muleman” Massey)
  4. Ninety-nine and a half won’t do (feat. Steve Cropper with Jimmy Hall)
  5. People make the world (The Bramblemen All Stars, feat. Corey Glover and Simon Kirke)
  6. Born to be wild (feat. Damon Johnson)
  7. Hey Jude (feat. Paul Thorn)
  8. Danger zone (feat. John Jorgenson)
  9. Sugar sugar (feat. Christine Ohlman)
  10. Giggy giggy googy googy (feat. Skinny Molly)
  11. Don’t let the green grass fool you (feat. Billy Lawson)
  12. If you need me (feat. Billy Allen & The Pollies)
11okt/240

Robin Borneman – Flora

Robin Borneman is een singer-songwriter-producer uit Oss. Als tiener treedt hij al op in de Nederlandse singer-songwriter scene. Borneman is geïnspireerd door Tom Waits, Johnny Cash en Bob Dylan. In 2012 verschijnt zijn debuutalbum Home. Hij wordt bij een breder publiek in 2021 bekend als hij de talenten TV show ‘We want more’ wint. Hierna volgt een succesvolle tour met uitverkochte zalen. Sinds 2013 toert Borneman ook enkele maanden per jaar door de Verenigde Staten met het Amerikaanse symfonische rockorkest Trans Siberian Orchestra.

Na het verschijnen van zijn album Folklore III in 2019 trekt Borneman zich terug om te werken aan een nieuw hoofdstuk maar verliest hij zich in de eindeloosheid van deze tijd. Vooral in de covid-19 periode voelt hij zich geïsoleerd van de wereld en moet hij vechten om de weg ‘naar boven’ weer te vinden. Hij werkt op dat moment aan een nieuw album, maar daar stopt hij mee en de beloofde releasedatum van dat album wordt geschrapt.

Het wordt even stil rondom Borneman tot hij opeens in zijn woonplaats Oss in een uitverkocht Theater De Lievekamp op 22 maart jl. een try-out optreden geeft met een set nieuwe songs. Een magische avond volgens ingewijden en Robin had van zijn scherven iets wonderschoons gemaakt.

Op 20 september jl. was in de grote zaal van Luxor in Arnhem de officiële release van Flora, het nieuwe album van Robin Borneman, een album met negen semi akoestische folky liedjes Hij heeft dit album in slechts twee weken geschreven.  

Het album opent uptempo met het tevens op single uitgebrachte Really here. Borneman wordt op dit nummer begeleid door de gerenommeerde Amerikaanse country- en bluegrass muzikant Bryan Sutton. Sutton was o.a. leadgitarist in Kentucky Thunder, de band van Ricky Scaggs en sinds 2002 lid van de bluegrassband Hot Rize. Het rustig meanderende Andy laat horen dat Borneman een uitstekende zanger is. Tommy is een ingetogen emotionele ballad over het plotselinge verlies van een goede vriend. Fijn is het gitaarwerk in Heartsong. Meer tempo zit er in Know, waarin ook iets ‘steviger’ wordt geïnstrumenteerd. Prachtig is de zang weer in de ingetogen ballad Ocean. In het in het Nederlands gezongen Moeder brengt Robin een fraaie en liefdevolle ode aan zijn moeder. Mooi is het gitaarwerk weer in het enigszins psychedelische titelnummer Flora. In de ballad So long geeft Borneman nogmaals aan over grote vocale kwaliteiten te beschikken. In dit slotnummer is ook Mee-Eun Kim, lid van Trans Siberian Orchestra, te horen.   

Conclusie: Flora is een heel mooi en gevoelig album van een uitstekende zanger.

Tracks cd:

  1. Really here
  2. Andy
  3. Tommy
  4. Heartsong
  5. Know
  6. Ocean
  7. Moeder
  8. Flora
  9. So long
27sep/240

Tas Cru Band – Live

Tas Cru (geboren als Rick Bates in Quebec, Canada), is een doorgewinterde muzikant die al weer heel wat jaren in de VS woont. Hoewel hij uit een muzikale familie komt had Rick zelf niet veel met muziek totdat hij via een oude dienstkameraad van de US Navy in aanraking komt met de blues en hij gaat een tijdje in diens band spelen. Cru ontwikkelt zich als liedjesschrijver en start een solocarrière. In 2006 komt zijn debuutalbum Biscuits uit. In 2009 brengt hij het album Even bugs sing the blues uit, een album met originele bluesnummers voor kinderen en in 2016 neemt hij het album Doggone blues op, een bluesalbum voor hondenliefhebbers(!). Hij toert met zijn band uitgebreid door de VS, Canada en Europa.

Deze maand verschijnt Live, het nieuwe album van Tas Cru Band. Een live-album met zijn huidige roadband waarmee hij in de zomer en de herfst van 2023 toerde. Opgenomen met publiek in de Subcat Music Studio in Syracuse, New York De tien nummers vormen een mooie bloemlezing van het repertoire van Tas Cru.

Na de openingswoorden ‘Don’t say you will, when you know you won’t’ opent het concert swingend met Dat maybe, gevolgd door de uptempo stampende gospelblues Stand up!, met een strakke gitaarsolo en backing vocals van Mia Casale. De vaart blijft er in met Brown liquor woman met een strakke ritmesectie en een prominente rol van Scott Ebner op orgel. In Have a drink neemt Casale de leadvocals voor haar rekening. Het ruim zes minuten lange Take me back to Tulsa, met lead zang van Ebner, begint heel rustig maar rockt even later met diverse soli lekker melodieus. Het drumwerk van Phil Diiorio is hier ook weer zeer sterk en dat is ook in het funky met heerlijke pianoklanken opgeluisterde Grizzle n’ bone.  “Ik speel met de hand die de goede Heer mij heeft gegeven”, zingt Cru in de funky titelsong One eyed Jack. Het gospelachtige You keep the money wordt weer gekenmerkt door het strakke drumwerk, een indringende gitaarsolo en de harmoniezang van Casale. Prominent is het orgel in het intens gezongen Drunk half the time. Het slotnummer Heal my soul is een swingende gospelblues. De opening is met piano en de vrijwel acapella zang van Mia Casale, maar het nummer gaat rockend verder met een flamboyante pianosolo en mooie duetten van Tas en Mia.   

Conclusie: Live is een uitstekend album met ruwe rauwe en eerlijke muziek van een gedreven Tas Cru Band.

Tracks cd:

  1. Dat maybe
  2. Stand up!
  3. Brown liquor woman
  4. Have a drink
  5. Take me back to Tulsa
  6. Grizzle n’ bone
  7. One eyed Jack
  8. You keep the money
  9. Drunk half the time
  10. Heal my soul

Line-up:

  • Tas Cru – zang, gitaar
  • Mia (Mary-Ann) Casale – zang
  • Tom Terry – zang, bas
  • Phil Diiorio – zang, drums
  • Scott Ebner – piano, orgel
26sep/240

Ronnie Baker Brooks – Blues in my DNA

De Amerikaanse zanger-gitarist-songwriter Ronnie Baker Brooks (23 januari 1967, Chicago) kreeg zijn eerste gitaar van zijn beroemde vader Lonnie Brooks (1933 – 2017) toen hij negen jaar was. Na zijn middelbare schooltijd sloot hij zich (als roadie) aan bij de band van zijn vader. Op een gegeven moment mocht hij bas gaan spelen en uiteindelijk trok zijn vader hem aan als fulltime tweede gitarist in zijn band. Ronnie maakte zijn opnamedebuut in 1988 op het album Live form Chicago: Bayou lightning strikes van Lonnie Brooks. In 1991 ging hij op tournee met The Alligator Records 20th Anniversary Tour Band. In 1998 bracht Ronnie zijn debuutalbum Golddigger uit.

In oktober komt Blues in my DNA, het nieuwe album van Ronnie Baker Brooks uit. Dit is het vijfde album van Brooks, de opvolger van Times have changed uit 2017 en zijn eerste album op Alligator Records.

Het openingsnummer I’m feelin’ you is stevige funky Chicago blues met vlammende gitaarlicks en soulvolle zang. In Lonnie Brook’s blessing geeft vader Lonnie in 13 seconden zijn zoon de zegen om de blues levend te houden. Het titelnummer Blues in my DNA is een vette slowblues met spetterend gitaarwerk. Make you do right is een Robert Cray achtige midtempo blues met gloedvolle gitaarsolo’s naast een fraaie Hammond en een strakke ritmesectie. Blazers en orgel dragen fraai bij aan de soulblues Accept my love, waarna All true man weer een felle funky bluesrocker is met een door merg en been gaande gitaarsolo. Intens is de zang in Robbing Peter to pay Paul en Instant gratification rockt weer fel weg. I gotta make you mine is een lyrische soulvolle gitaarrocker met fijne backingvocals. Het prijsnummer van het album is de ruim acht minuten lange schitterende slowblues Stuck on stupid. waarin Brooks weer laten horen wat een geweldige gitarist hij is. Het album sluit af met twee midtempo bluesrockers Looking for a dime en het uitbundig gezongen My boo.

Conclusie: We hebben er zeven jaar op moeten wachten, maar met Blues in my DNA heeft Ronnie Baker Brooks weer een album met Chicago blues van grote klasse afgeleverd. Vader Lonnie mag tevreden zijn.

Tracks cd:

  1. I’m feelin’ you
  2. Lonnie Brook’s blessing
  3. Blues in my DNA
  4. Make you do right
  5. Accept my love
  6. All true man
  7. Robbing Peter to pay Paul
  8. Instant gratification
  9. I gotta make you mine
  10. Stuck on stupid
  11. Looking for a dime
  12. My boo

Line-up:

  • Ronnie Baker Brooks – zang, elektrische gitaar
  • Will McFarlane – rhythm gitaar
  • Dave Smith – bas
  • Steve Potts – drums
  • Lonnie Brooks – zang (track 2)
  • Rick Steff – elektrische piano (track 3,4,6,7,8,9,11,12)
  • Clayton Ivey – Hammond B 3 (track 4,5,8,9,10)
  • Brad Quinn – tenor- en bariton saxofoon (track 5,8)
  • Drew White – trompet (track 5,8)
  • Trenicia Hodges en Kimberlie Helton – backing vocals (track 9)
19sep/240

Ontarians – More how it is

Ontarians is een Canadese alt-country groep. De oorsprong van de band ligt in 2018 toen Frank Deresti en Craig Smith besloten om samen wat nummers te gaan schrijven. Beide Canadezen waren al veteranen in de rootsrock scene. Deresti doorkruiste als sideman meer dan een decennium het land en bracht onder zijn eigen naam sinds 2012 vier albums uit. Smith was in de jaren ’90, actief in de singer-songwritersscene in Kitchener-Waterloo, maakte twee soloalbums en werd producer.

Deresti en Smith namen een aantal tracks op, stuurden die naar toetsenist Jay Stiles stuurden om zijn partijen toe te voegen. Later speelde ook drummer Chris Johns zijn drumpartijen in. Het resultaat verscheen in 2021 op het door critici bejubelde debuutalbum The greatest story never told.

Deze maand verschijnt het nieuwe album van Ontarians, More how it is. Het album met tien nieuwe weer door Deresti en Smith geschreven nummers is opgenomen in de studio van Craig Smith. Volgens Deresti vertelt elk nummer op deze nieuwe plaat zijn eigen verhaal, maar vertegenwoordigt het album als geheel een periode waarin de wereld meer vragen stelt dan het antwoorden kan bieden.

Het openingsnummer Start over is in augustus op single uitgebracht. Een bluesy opener met mondharp, orgel, gitaren en harmoniezang. Yardsale begint heel ingetogen met banjo, daarna wordt het steviger met gitaar, maar het eindigt weer rustigi met de banjo. Ingetogen is de zang in het met lap steel fraai meanderende Maybe this is something. Met de gruizige gitaren zit Breadcrumbs vol met psychotische elementen. Boo is een heel rustige akoestische ballad met prachtige harmoniezang. De 2e single van het album is Trippin’, is melodieuze americana met mooie harmoniezang, een strakke ritmesectie en gitaren die het einde van het nummer stevig inluiden. Baby’s on a bike rockt lekker weg. Ook vrij stevig is God willing met keyboards en die fijne harmonieen en Heartbreak remedy is weer een mooie akoestische ballad met halverwege een felle mondharpsolo. Het album eindigt met Good trouble weer enigszins psychedelisch.

Conclusie More how it is een album met fraaie melodieuze rootsrock.

Tracks cd:

  1. Start over
  2. Yardsale
  3. Maybe this is something
  4. Breadcrumbs
  5. Boo
  6. Trippin’
  7. Baby’s on a bike
  8. God willing
  9. Heartbreak remedy
  10. Good trouble

Line-up:

  • Frank Deresti – zang, gitaren, bas, banjo, mondharmonica, percussie
  • Craig Smith – zang, gitaren, bas, lap steel, percussie
  • Jay Stiles – keyboards, backing vocals
  • Chris Johns – drums
16sep/240

Frank Catalano & Lurrie Bell – Set me free

Frank Catalano (12 maart 1977, Chicago, Illinois) is een Amerikaanse saxofonist. Hij begon al op 7-jarige leeftijd met saxofoon spelen. Toen hij 16 was, werd zijn rechtermiddelvinger afgesneden tijdens het werken aan een automotor. Na een reconstructieve operatie dwong hij zijn handen om zijn techniek opnieuw te leren. Op zeer jonge leeftijd speelde hij met Louie Bellson, Miles Davis en Tony Bennett. Toen hij 18 was, toerde hij met Santana. In 1988 verscheen zijn eerste soloalbum Cut it out.

Lurrie Bell (13 december 1958, Chicago, Illinois) is een Amerikaanse blueszanger en -gitarist. Zijn vader was de bekende blues-mondharmonicaspeler Carey Bell (1936-2007). Bell begon met gitaar spelen op 6-jarige leeftijd en in zijn tienerjaren verbeterde hij zijn vaardigheden door te spelen met de legendes van het Chicago bluescircuit zoals Eddy ClearwaterBig Walter Horton, Eddie Taylor, Muddy Waters, Howlin’ Wolf en Willie Dixon. Zijn solodebuut Everybody wants to win verscheen in 1989.

Deze twee legendarische muzikanten uit Chicago kwamen na ruim 30 jaar weer bij elkaar om een nieuw album op te nemen. Dit album, Set me free werd o.l.v. producer Blaise Barton (bekend van Otis Clay en Pinetop Perkins) opgenomen in Joy Ride Studio in Chicago en verscheen vorige maand. Het album bevat vijf bluesstandaards en vier originele songs geschreven door Frank Catalano.

Everyday I have the blues, de bluesstandaard die vooral bekend werd door BB King, is met fraaie baslijnen, een flonkerende pianosolo en een scheurende saxsolo de temperamentvolle opener. Sterk is daarna het gitaarwerk in de slowblues, de Elmore James klassieker The sky is crying. Het titelnummer Set me free, geschreven door Catalano, is een uptempo jazzy song met felle gitaarsolo’s, een pianosolo, een spetterende sax en een strakke ritmesectie. Catalano schreef ook de swingende funky instrumental Shakin’. Georgia on my mind van Hoagy Carmichael en Stuart Gorrel uit 1930 en vooral door Ray Charles in 1960 onsterfelijk gemaakt, is ook hier om van te smullen door een zwoele sax, soulvolle zang en een tinkelende piano. De swingende Catalano instrumental Una town wordt gedomineerd door de fantastische sax. In de door Willie Dixon geschreven en vooral van Muddy Waters bekende bluesklassieker I’m ready is iedereen weer geweldig op dreef. De vierde compositie van Catalano op dit album is het ruim acht minuten lange jazzy instrumental Kickin’. Een shuffle met solerende Bell, Catalano en Vaitsas in een bed van bas en drums. Het laatste nummer is weer een regelrechte klassieker, At last, afkomstig uit de musicalfilm Sun Valley Serenade uit 1941. Door velen opgenomen, o.a. door het orkest van Glenn Miller, maar het grootste succes boekte Etta James in 1960 met dit nummer. Met de soulvolle zang, de sax en een prominente rol van pianist Vaitsas wordt hier ook een prachtige versie op de plaat gezet.  

Conclusie: De liefde voor de muziek die Frank Catalano en Lurrie Bell hebben straalt van het begin tot het einde af van dit prachtige album. En een compliment voor de voortreffelijke begeleidingsband.   

Tracks cd:

  1. Everyday I have the blues
  2. The sky is crying
  3. Set me free
  4. Shakin’
  5. Georgia on my mind
  6. Una town
  7. I’m ready
  8. Kicking
  9. At last

Line-up:

  • Lurrie Bell – zang, gitaar
  • Frank Catalano – saxofoon
  • Tom Vaitsas – piano
  • Aaron Mitter – bas
  • Kurt Lubbe – drums
12sep/240

The Deslondes – Roll it out

De Amerikaanse americanaband The Deslondes is opgericht in 2013 in New Orleans, Louisiana. Hun muziek heeft invloeden van folk, rock ‘n’ roll, bluegrass, R&B, blues, gospel, country en zydeco. De naam van de band is ontleend aan een straat (Deslonde Street) in de wijk Holy Cross in The Lower Ninth Ward in New Orleans. In 2015 is hun titelloze debuutalbum uitgebracht.

Deze maand verscheen hun nieuwe album Roll it out, een album met twaalf eigen composities en een cover van J.J. Cale. Het album is weer geproduceerd samen met hun vaste producer Andrija Tokic in The Bomb Shelter studio in Nashville, Tennessee. Howe Pearson heeft inmiddels drummer–percussionist van het eerste uur Cameron Snyder vervangen.

In de prachtige opener Hold on Liza valt meteen de fraaie in veel nummers terugkerende harmoniezang van de bandleden en op een drietal nummers ook van Mat Davidson op. Na de aanstekelijke rocker Take me back volgt de melodieuze countryrocker met mondharp Lies I’ve told. De nieuwe drummer Howe Pearson schreef I’ll do it en zingt de leadvocals. Prachtig weer die harmonieen en handclapping. Grand junction, met een mooi mondharpintro, is fraaie melodieuze americana met pedal steel. Kerkorgel en mandoline zijn te horen in het heerlijk meanderende Find the ground. Pour another round wordt feestelijk opgesierd met de blazersarrangementen van Tuba Skinny. Old Plank Road is een lekkere honky-tonker en Pearson is lekker op dreef met prominent drumwerk en percussie in het swampy Who really loses. Pearson is weer de leadvocalist in het met accordeon, piano en pedal steel opgesierde Go out tonight. Het vrolijke Mercury on parade wordt massaal meegezongen. Line to go, met pedal steel, is schitterende ingetogen melodieuze americana. J.J. Cale’s cover Drifter’s wife uit 1982 (album Grasshopper), is een geweldige bluesy afsluiter met pedal steel, mondharp en die schitterende harmoniezang.  

Conclusie: Roll it out is een prachtig sfeervol album.

Tracks cd:

  1. Hold on Liza
  2. Take me back
  3. Lies I’ve told
  4. I’ll do it
  5. Grand Junction
  6. Find the ground
  7. Pour another round
  8. Old Plank Road
  9. Who really loses
  10. Go out tonight
  11. Mercury on parade
  12. Line to go
  13. Drifter’s wife

Line-up:

  • Sam Doores – zang, gitaar
  • Riley Downing – zang, gitaar
  • Dan Cutler – zang, contrabas, mondharp, mandoline
  • John James Tourville – toetsen, fiddle, pedal steel
  • Howe Pearson – drums, percussie, zang

Guest musicians:

  • Mat Davidson (Twain) – zang (track 1,3,13)
  • Tuba Skinny – blazers arrangement (track 7)
  • Shave Cohn – kornet
  • Barnabus Jones ; trombone
  • Todd Burdick – tuba
  • Craig Flory – klarinet
11sep/240

Jontavious Willis – West Georgia Blues

Jontavious Willis (1996, Greenville, Georgia) is een jonge Amerikaanse countryblueszanger, gitarist, multi-instrumentalist en songwriter. Hij groeit op met het zingen van gospelmuziek samen met zijn grootvader in de plaatselijke Mount Pilgrim Baptist Church. Als hij op 14-jarige leeftijd een video van Muddy Waters ziet wordt hij aangetrokken door de bluesmuziek. Hij leert allerlei stijlen countryblues spelen en ontwikkelt zich verder tot een multi-instrumentalist (o.a. banjo en mondharmonica). In 2015

maakt hij kennis met Taj Mahal die diep onder de indruk is van Willis. Enkele jaren later is Willis  openingsact van de tournee van Taj Mahal en  Keb Mo’. In 2017 brengt Willis zijn debuutalbum Blues Metamorphosis uit. Vorige maand verscheen West Georgia Blues, zijn 3e en nieuwe album.  

De openingstrack, het titelnummer West Georgia blues is een rudimentaire countryblues met acapella zang van Willis en Lloyd Buchanan met handclapping. Charlie Brown blues en Broken hearted moan is authentieke countryblues. Het tempo gaat in Keep your worries on the dancefloor omhoog waarna in Rough time blues weer fraai ‘gitaarpicking’ is te horen. Lula Mae is stevig met ruig gitaarwerk en een flonkerende piano. Ghost woman en Who’s gonna hear it zijn ingetogen rustige countryblues songs. A lift is all I need heeft een hoog Mose Allison gehalte met een heerlijke pianosolo, fraaie baslijnen en een mooie gitaarpartij van Jon Atkinson. Ingetogen pure countryblues is Too close to the finishing line en in Earthworm basement blues waart de geest van authentieke countrybluesmannen als Blind Lemon Jefferson rond. Na het heel korte Squirrlin’ mama en het akoestische Time brings about a change gaat de gashendel open in het stevige Lost ball waarin door de gruizige gitaar de geest van Muddy Waters niet ver weg is. De afsluiter Jontavious West Georgia grind is een instrumental met fel gitaarwerk en een swingende piano.  

Conclusie: West Georgia Blues is een sterk album van een jonge bluesgitarist die zijn liefde voor de authentieke countryblues met veel liefde en plezier brengt. Taj Mahal had het heel goed gezien.

Tracks cd:

  1. West Georgia blues
  2. Charlie Brown blues
  3. Broken hearted moan
  4. Keep your worries on the dancefloor
  5. Rough time blues
  6. Lula Mae
  7. Ghost woman
  8. Who’s gonna hear it
  9. A lift is all I need
  10. Too close to the finishing line
  11. Earthworm basement blues
  12. Squirrlin’ mama
  13. Time brings about a change
  14. Lost ball
  15. Jontavious West Georgia grind

Line-up:

  • Jontavious Willis – gitaar, zang
  • Ethan Leinwand – piano, wurlitzer
  • Jayy Hopp – akoestische gitaar, drums, washtub drum
  • Rodrigo Mantovani – contrabas
  • Lloyd Buchanan – zang (track 1)
  • Jon Atkinson – gitaar (track 9)