Gerritschinkel.nl Columns & meer

11jun/240

Hymn For Her – Bloodier than blood

De ontstaansgeschiedenis van het Amerikaanse muziekduo Hymn For Her (H4H) is een apart verhaal. Als Wayne Waxing op een namiddag een snaar van zijn gitaar breekt, steekt hij de straat over naar de nabijgelegen muziekwinkel. Achter de toonbank van die muziekwinkel zit Lucy Tight een deuntje te tokkelen dat zij zelf heeft geschreven. Wayne deelt met haar een nummer dat hij heeft geschreven en vanaf dat moment bundelen Wayne en Lucy hun muzikale krachten en gaan ze samen muziek schrijven en gaan ze optreden in cafés en clubs in hun geboortestad Philly. Hun debuutalbum Year of the golden pig verschijnt in 2008.

Eind mei verscheen Bloodier than blood, het nieuwe album van H4H. Op dit zesde album is ook voor het eerst hun dochter Diver te horen. Zij is volwaardig lid van de band, zodat H4H dus nu een trio is. Het album, met 14 door de bandleden geschreven songs, is opgenomen in hun eigen Bambi Airstream Studios in Swampville, Florida.   

Het openingsnummer Been drinkin is een fraaie countrysong met mondharp en piano. Wayne neemt de leadvocals voor zijn rekening naast de heerlijke harmonieen van Lucy en Diver. Lucy is leadvocaliste en speelt tevens ukelele en cigarbox gitaar in het folky Unsee. Dochter Diver’s heldere leadzang kleurt het zeer ingetogen Deer isle. Dead to the world is steviger en wordt een feest met de blazers. Het gas gaat er daarna op in het zeer opwindende en swingende hillbilly punkachtige Guns, porn & Jesus. Ingetogen met banjo en prachtige harmoniezang is Elders. In Canine calypso belanden we met de accordeon in Caraïbische sferen. Helder is de zang van Diver weer in het folky melodieuze Things 2 say 2 you en het is weer genieten van de prachtige harmonieen in het ingetogen Electric love. Blue cowboy boots, met duistere zang van Wayne, is vrij stevig met drums en gitaar. Stolen heartbeat is het trieste verhaal van het vermiste kind van een vriend van Wayne en Lucy. Zeer opwindend met een fraaie banjo is Skook. Na het swampy The buzz, met mondharp en de vervormde stem van Wayne, wordt het album in stijl afgesloten met de prachtige (harmonie)zang in Sunset ride.  

Conclusie: Hymn For Her heeft mij prettig verrast met hun mooie album Bloodier than blood.

Tracks cd:

  1. Been drinkin
  2. Unsee
  3. Deer isle
  4. Dead to the world
  5. Guns, porn & Jesus
  6. Elders
  7. Canine calypso
  8. Things 2 say 2 u
  9. Electric love
  10. Blue cowboy boots
  11. Stolen heartbeat
  12. Skook
  13. The buzz
  14. Sunset ride
7jun/240

Tim Easton – Find your way

De Amerikaanse gitarist en singer-songwriter Tim Easton (25 april 1966, Lewiston, New York), groeit op in Akron, Ohio. Tijdens zijn studie vormt hij de band Kosher Spears. Hij maakt daarna reizen naar o.a. Londen, Parijs, Spanje, Italië en Ierland. Bij zijn terugkeer in de VS midden jaren ’90 treedt hij toe tot The Haynes Boys. Het enige album van deze band verschijnt in 1996. Als The Haynes Boys uiteenvallen start Easton een solocarrière. Zijn debuutalbum Special 20 verschijnt in 1998. Easton woont tegenwoordig in Nashville, Tennessee.

Medio mei verscheen het nieuwe album van Tim Easton, Find your way, opgenomen in Victoria, British Columbia, Canada met Canadese studiomusici. Het album is geproduceerd door de Canadese alt-country singer-songwriter-producer Lee John Thomas Starck, beter bekend als Leeroy Stagger.

Het album opent met de titelsong Find your way, een lome folky song met fijne harmoniezang van Jeanne Tolmie. Fraai is daarna het snarenwerk in de melodieuze folksong Everything you’re afraid of. Na de ballad Here for you volgt het mooie met countryinvloeden versierde Jacqueline. Little brother is een ontroerende song met banjo over verslavingsproblematiek in de familie. Dan is het tijd voor de blues. Met de mondharp in Drum (inside my head), de banjo, viool, mondharp en strak drumwerk in het uptempo Arkansas twisted heart en de opzwepende countryblues Dishwater blues.Bluegrass invloeden zijn er in het ingetogen en dromerige What will it take. Het album sluit af met het rustige en soulvol gezongen akoestische liefdesliedje By the end of the night.

Conclusie: Find your way is een fijn sfeervol album.

Tracks cd:

  1. Find your way
  2. Everything you’re afraid of
  3. Here for you
  4. Jacqueline
  5. Little brother
  6. Drum (inside my head)
  7. Arkansas twisted heart
  8. Dishwasher’s blues
  9. What will it take
  10. By the end of the night

Line-up:

  • Tim Easton – zang, gitaar, mondharmonica, banjo
  • Geoff Hicks – drums
  • Jeremy Holmes – bas
  • Jeanne Tolmie – backing vocals
  • Ryland Moranz – gitaar, backing vocals
  • Tyler Lieb – akoestische gitaar, pedal steel
1jun/240

Giulia Millanta – Only Luna knows

Singer-songwriter-gitariste Giulia Millanta is geboren in Florence, Italië. Van haar vader leert ze op haar 8e de eerste gitaarakkoorden. Giulia heeft altijd de neiging gehad om te reizen en de wereld te verkennen. Ze verhuist naar de bergen in Toscane en werkt daar als reisgids en paardentrainster. In 2005 en 2006 woont ze in Barcelona en speelt met straatmuzikanten. Als ze eind twintig is begint ze op te treden in bars en clubs en haar eigen liedjes te schrijven. In 2008 verschijnt haar debuutalbum Giulia and the Dizzyness. Na een Europese toer van 2012 verhuist ze naar haar huidige woonplaats Austin, Texas.

Onlangs verscheen haar negende soloalbum Only Luna knows. Millanta haalt op dit album de banden met haar geboorteland Italië aan. Ze zingt vijf van de tien songs helemaal of gedeeltelijk in haar moedertaal. Het album is o.l.v. producer Don Antonio opgenomen in de Crinale Lab Studio in de heuvels van Toscane.  

Fatale is het lome en relaxte openingsnummer met gitaar en viool en Millanta die switcht van Engels naar Italiaans. Het Italiaans gezongen Luna, la Follia brengt de luisteraar in nachtclubsferen. In Sin eater is de begeleiding ‘donker’ naast de zwoele zang. In het latin achtige Chiar di Luna is een zeer fraaie rol voor contrabassist Danilo Gallo. In Stormy night in paradise zijn twangy gitaarlicks te horen. Het titelnummer Only Luna knows is een mooie ballad met contrabas en cello. I dance my way, de titel zegt het al, is een uptempo jazzy en dansbaar nummer. Millanta zingt ingetogen Italiaans in het verder enigszins onheilspellende Luna lo sa. In het emotionele liefdeslied Love is a sadness machine zit halverwege fel gitaarwerk en het eindigt met cello en viool. Het melancholische Mi chiamava Lulu begint met acapella Italiaanse zang, de begeleidende musici roepen daarna psychedelische sferen op.    

Conclusie: Only Luna knows is een mooi gevarieerd album van een uitstekende en veelzijdige zangeres.

Tracks cd:

  1. Fatale
  2. Luna, la Follia
  3. Sin eater
  4. Chiar di Luna
  5. Stormy night in paradise
  6. Only Luna knows
  7. I dance my way
  8. Luna lo sa
  9. Love is a sadness machine
  10. Mi chiamava Lulu

Line-up:

  • Giulia Millanta – zang, akoestische en elektrische gitaar, kalimba
  • Don Antonia – gitaren, keys
  • Danilo Gallo – contrabas
  • Diego Sapignoli – drums, percussie
  • Danilea Savoldi – cello
  • Alice Chiari – cello
  • Francesco Moneli – viool
  • Ivan Broccardo – akoestische gitaar
  • Massimiliano Larocca – akoestische gitaar
27mei/240

Ad Vanderveen – Rise in love

De muziek van singer-songwriter Ad Vanderveen (21 september 1956, Hilversum) is stevig geworteld in de americana. Dit heeft wellicht te maken met zijn Canadese roots omdat zijn halve familie de Canadese nationaliteit heeft. Vanaf zijn 14e speelt hij al in R&R bandjes. Muzikaal is Vanderveen beïnvloed door o.a. Bob Dylan, Neil Young, John Lennon en Townes van Zandt. Begin jaren ’80 richt hij zijn eigen band Personnel op. Hun debuutalbum On strike verschijnt in 1983. Op hun in 1992 in Nashville, Tennessee, opgenomen album Continuing stories spelen o.a. Al Kooper, Flaco Jimenez en Al Perkins mee. Begin jaren ’90 verlaat Vanderveen Personnel en start een succesvolle solocarrière.

Vanderveen is zeer productief want jaarlijks komen er nieuwe albums van hem uit.

In april jl. verscheen zijn nieuwe album Rise in love. Een album met tien nieuwe eigen songs.

Het album opent met het titelnummer Rise in love, een soort knipoog naar Falling in love. Een heerlijke melodieuze en fijn georkestreerde song over de vele facetten van de liefde. Can’t cross over is een warm ingetogen gezongen liedje. Why wonder why is fraai geinstrumenteerde americana. De stem van Vanderveen heeft hier iets weg van Gerry Rafferty. In het prachtig gezongen Good life horen we pedal steel en fijne gitaarlicks. Where does love belong is een ballad met pianol en fijne harmonieen. Iets steviger, met percussie, is What is it. In het akoestische One more goodbye, met piano, is het weer genieten van de harmony vocals van Kersten de Ligny, naast de sterke zang van Vanderveen. Na het korte Homesick is het in het bluesy Forgiveness weer genieten van het gitaarspel en de harmonieen. Ad Vanderveen heeft het beste voor het laatst bewaard. De titel Best for last dekt dan ook de lading. Een ruim 6 minuten durend fraai geïnstrumenteerde en heel mooi gezongen song.

Conclusie: Ad Vanderveen blijft mooie albums afleveren. Ook op Rise in love is het weer volop genieten.

Tracks cd:

  1. Rise in love
  2. Can’t cross over
  3. Why wonder why
  4. Good life
  5. Where does love belong
  6. What is it
  7. One more goodbye
  8. Homesick
  9. Forgiveness
  10. Best for last

Line-up:

  • Ad Vanderveen – zang, gitaren, piano, harmonica, banjo, mandola
  • Kersten de Ligny – harmony vocals, percussie
  • Jan Erik Hoeve – pedal steel, harmony vocals
  • René Kaay – mellotron
  • Michael Kay – drums, percussie
  • Pete Fisher – bas
  • Per Hu – strings
21mei/240

Beaux Gris Gris & the Apocalypse – Hot nostalgia radio

De Amerikaans/Britse band Beaux Gris Gris and the Apocalypse is in 2017 opgericht door de Amerikaanse zangeres Greta Valenti en haar partner de Britse gitarist Robin Davey, o.a. bekend van de Britse bluesband The Hoax. Beaux Gris Gris and the Apocalypse maakt op New Orleans geïnspireerde muziek die zich niet in een apart hokje laat plaatsen. Hun debuutalbum Love & murder verscheen in 2019. Deze maand verschijnt hun nieuwe album Hot nostalgia radio, hun 3e, de opvolger van het vorig jaar verschenen dubbele livealbum Live in the United Kingdom.

Het album opent met de stevige uptempo rocker Oh yeah! die er meteen in knalt met vette gitaren, een bonkende ritmesectie, hamerende piano en flamboyante zang. Het blijft stevig rocken in Wild woman met een Greta Valenti in topvorm. Safety queen, met vlijmscherp gitaarwerk, kent rustigere gedeeltes met backing vocals. Uitbundig is de zang weer in de gitaarrocker I told you baby. In Middle of the night komen de blazers in actie, waarna in Sad when I’m dancing gas wordt teruggenomen. All I could do was cry is een prachtige intens gezongen soulballad, die me doet denken aan het bekende Pain in my heart (o.a. Otis Redding en The Rolling Stones). In de powerballad The runaway, met scherp gitaarwerk, varieert de zang van ingetogen tot intens. Na de ballad Harder to breathe gaat het tempo weer flink omhoog in Don’t let go met keys, gitaren en percussie. Na de mooie ingetogen bluesy ballad Penny paid rockstar musiceert de band er in het heerlijk melodieuze Marie lustig op los. In de twee slotnummers horen we waar Beaux Gris Gris and the Apocalypse hun inspiratie vandaan halen. Met de accordeon belanden we in Let’s ride in de New Orleans sferen en ook in de geweldige feestelijke afsluiter Mama cray, tex-mex en zydeco in optima forma, met een fraaie accordeonsolo is het volop genieten.

Conclusie: Hot nostalgia radio is een energiek en gedreven album van een geweldige band met een flamboyant boegbeeld.

Tracks cd:

  1. Oh yeah!
  2. Wild woman
  3. Satisfy your queen
  4. I told my baby
  5. Middle of the night
  6. Sad when I’m dancing
  7. All I could do was cry
  8. The runaway
  9. Harder to breathe
  10. Don’t let go
  11. Penny paid rockstar
  12. Marie
  13. Let’s ride
  14. Mama cray

Line-up:

  • Greta Valenti (a.k.a Beaux Gris Gris) – zang, percussie
  • Robin Davey – gitaren, backing vocals
  • Stephen Mildwater – bas, backing vocals
  • Sam Robertson – keys, piano, accordeon, glockenspiel, backing vocals
  • Tom Rasulo – drums, percussie, backing vocals
  • Chris Cunningham – bas (track 14), backing vocals
  • Jon-Paul Frappier  - trompet
  • Yuri Villar – tenor- en bariton sax
  • Marie Gammage, Daniel Jester, Alesia Jester – backing vocals
16mei/240

Blind Lemon Pledge – Oh so good

De in San Francisco woonachtige producer, singer-songwriter en multi-instrumentalist James Byfield ontdekt op jonge leeftijd de blues en folk in de plaatselijke clubs. Behalve blues en folk hebben ook country, jazz en rock & roll zijn interesse. Na zijn studie aan de universiteit van San Francisco besluit Byfield zich toe te leggen op een carrière in de muziek, naast zijn werkzaamheden als grafisch designer, multimedia producer en animator. In 2008 neemt hij het besluit om fulltime muzikant te worden en noemt zich voortaan Blind Lemon Pledge. Zijn eerste album Livin’ my life with the blues, een album met originals en bluesklassiekers, verschijnt in 2009.

Medio april verscheen Oh so good, het nieuwe studioalbum van Blind Lemon Pledge.

Het openingsnummer Big Bill is een countryblues met slide en nodigt uit tot meezingen. De slide is ook aanwezig met ‘wolvengehuil’ in Junkyard dog. Het titelnummer Oh so good heeft ragtime-invloeden.  How can I still love you is een ingetogen gezongen en gespeelde blues. Fraai zijn de baslijnen. Na de jumpblues Hard heart honey bee belanden we in de cajunsferen met het gedeeltelijk in Creools patois gezongen Ma belle cherie. In de langzame wals Moon over Memphis brengt het trio een mooie ode aan Memphis. Go jump willie is een merkwaardig nummer maar het swingt wel lekker. Cora Lee is een klaagzang over een in de steek gelaten minnaar. In Come back little Sheba met rumba ritme zitten ook jugband invloeden. Mooi is het gitaarspel in de gospel Give my poor heart ease. Het slotnummer is het vooral van The Animals bekende, maar ook door veel anderen gecoverde House of the risin’ sun. Pledge geeft een mooie eigen interpretatie van deze traditional met een vette slide en een strakke ritmesectie.

Conclusie: Oh so good is een liefdevol gemaakt album dat het beluisteren meer dan waard is.

Tracks cd:

  1. Big Bill
  2. Junkyard dog
  3. Oh so good
  4. How can I still love you
  5. Hard heart honey bee
  6. Ma belle cherie
  7. Moon over Memphis
  8. Go jump the willie
  9. Cora Lee
  10. Come back little Sheba
  11. Give my poor heart ease
  12. House of the risin’ sun

Line-up:

  • Blind Lemon Pledge – gitaar, zang
  • Peter Grenell – bas
  • Juli Moscovitz – drums
1mei/240

Pernice Brothers – Who will you believe

The Pernice Brothers is een Amerikaanse indierockband uit Massachusetts. De band wordt in 1998 opgericht door Joe Pernice na het uiteenvallen van zijn oude band The Scud Mountain Boys. Hun debuutalbum Overcome by happiness verschijnt in 1998.

Begin april verscheen het nieuwe album van The Pernice Brothers. Who will you believe is de opvolger van Spread the feeling uit 2019. De twaalf nieuwe songs op het album zijn geschreven door Joe Pernice.  

Het openingsnummer Who will you believe is een fraaie melodieuze titelsong van het album in de beste traditie van Tom Petty. Look alive is een lekker vrolijk nummer waarna er in Not this pig heerlijk wordt geïnstrumenteerd met o.a. vette gitaarlicks. Lyrische gitaarlicks zijn te horen in het gevoelig en ingetogen gezongen What we had. Ook December in het eyes is een gevoelig nummer met strings, toetsen en trompetten. Na de enigszins zweverige georkestreerde instrumental A song for Sir Robert Helpmann gaat het tempo flink omhoog in de stevige gitaarrocker Hey, guitar. A man of means, met stevig en strak drumwerk en fraaie basloopjes, doet me denken aan de sound van The Beatles ten tijde van Sgt. Pepper. Don’t need that anymore is een mooi countryduet met country singer-songwriter Niko Case. Ordinary goldmine is een rustig akoestisch nummer met backing vocals. Na het prachtige en gevoelige How will we sleep wordt het album afgesloten met The purple rain, een emotionele en dramatische, met koor en strijkers gelardeerde ode aan Joe Harvard, de in 2019 overleden neef van Joe Pernice.

Conclusie: We hebben er lang op moeten wachten, maar die vijf jaar waren het wachten waard. Who will you believe is een mooi album dat bij tijd en wijle ontroert.

Tracks cd:

  1. Who will you believe
  2. Look alive
  3. Not this pig
  4. What we had
  5. December in her eyes
  6. A song for Sir Robert Helpmann
  7. Hey, guitar
  8. A man of means
  9. Don’t need that anymore
  10. Ordinary goldmine
  11. How will we sleep
  12. The purple rain

Line-up:

  • Joe Pernice – zang, gitaar, bas, keyboards, percussie
  • Bob Pernice – gitaar
  • Michael McKenzie – gitaar, bas, keyboards, percussie
  • Liam Jaeger – zang, gitaar, bas, keyboards, drums, percussie
  • Patrick Berkery – drums, percussie
  • Michael Belitsky – drums, percussie
  • Peyton Pinkteron – gitaar
  • Neko Case – zang (track 9)
  • Andrew Joslyn – viool en viola
  • Joshua Karp - trompet
  • Greg Kramer - trombone
  • Mike Evin -  piano
  • Choir! Choir! Choir! - zang
  • Laura Stein - zang
  • Jennifer Pierce - zang
  • Stephen Dyte - trompet
  • Christian Overton - trombone
  • Julian Nali -  saxofoon
  • Jon Brooks -  gitaar
  • Matthew Zapruder – gitaar
18apr/240

Mavis Staples – Have a little faith

De Amerikaanse soul- en gospelzangeres Mavis Staples (10 juli 1939, Chicago) draait al heel lang mee in de muziekscene. Zij begint op jonge leeftijd met haar vader Roebuck ‘Pops’ Staples, haar zus Cleotha en haar broer Pervis met zingen in lokale kerken. In 1956 scoren ze als The Staple Singers een hit met Uncloudy day. Als Mavis in 1957 klaar is met haar opleiding op de High School gaan The Staple Singers op tournee. Vader ‘Pops’ raakt helemaal in de ban van de boodschap van dominee Martin Luther King. De Staple Singers beginnen protestliederen te schrijven en te zingen en de groep krijgt de bijnaam ‘God’s greatest hitmakers’ en zij worden de meest spectaculaire en invloedrijke gospelgroep voor de vrijheidsbeweging in die jaren.

In 1969 komt het eerste soloalbum van Mavis Staples uit. In de jaren ’80 gaat zij samenwerken met Prince en later ook met o.a. Jeff Tweedy (Wilco), countryzangeres Neko Case, Justin Vernon (Bon Iver) en het Amerikaanse hiphop duo Run the Jewels. Door deze samenwerking wordt Mavis Staples omarmd door nieuwe generaties fans. 

In 2004 krijgt de carrière van Mavis Staples opnieuw een boost door het uitbrengen van het album Have a little faith. Dit baanbrekende album, wordt deze maand in een 20-jarige speciale jubileumeditie opnieuw uitgebracht.

Het openingsnummer Step into the light is een fraaie gospel met akoestische slide en geweldige backing vocals van de gospelgroep The Dixie Hummingbirds. In het funky groovy Pops recipe brengt Mavis een eerbetoon aan haar vader Pops Staples (1914-2000). Mavis is geweldig op dreef in Have a little faith, de in gospelsoul gedrenkte titelsong met een optimistische boodschap. God is not sleeping is een van de gevoeligste songs van het album. A dying man’s plea is een traditional met extra tekst van Pops Staples. Prachtig is ook de bijdrage van John Rice op dobro, bouzouki en fiddle. Intens is de zang in Ain’t no better than you en Mavis is ook in topvorm in de geweldige gospel I wanna thank you. Het strakke drumwerk van Tim Austin mag hier niet onvermeld blijven. I still believe in you is seventies achtige soul met blazers en At the end of the day is fraaie midtempo in R&B gedoopte gospel met fijne backing vocals. There’s a devil on the loose is uitbundig, met orgel, synthesizer, bas en een mooie gitaarsolo van Mark Syker. Een van de hoogtepunten is In times like these, een schitterende gospelballad met hemelse backing vocals van The Chicago Music Community Choir. Het slotnummer is Will the circle be unbroken, de populaire christelijke hymne uit 1907, een compositie van Ada Ruth Habershon (1861-1918) en Charles Hutchinson Gabriel (1856-1932).

Conclusie: Have a little faith is een fantastisch album dat ook na 20 jaar nog niets van zijn glans heeft verloren.

Tracks cd:

  1. Step into the light
  2. Pops recipe
  3. Have a little faith
  4. God is not sleeping
  5. A dying man’s plea
  6. Ain’t no better than you
  7. I wanna thank you
  8. I still believe in you
  9. At the end of the day
  10. There’s a devil on the loose
  11. In times like these
  12. Will the circle be unbroken

Line-up:

  • Mavis Staples – zang
  • Jim Tullio – akoestische , elektrische en basgitaar, drums, percussie, backing vocals
  • Chris "Hambone" Cameron – orgel, klarinet, bariton saxofoon, horn samples
  • Jim Weider – elektrische guitar, akoestische slide gitaar
  • Shawn Christopher – backing vocals
  • Yvonne Gage – backing vocals
  • Arno Lucas – backing vocals
  • Rene Monahan – backing vocals
  • Stevie Robinson – backing vocals
  • Michael Scott – backing vocals

Additional musicians

  • John Martyn – Mutron gitaar (track 1)
  • David Resnick – akoestische slide gitaar (track 1), elektrische guitar (track 7)
  • John Scully – synthesizer (track 2), strings (track 9)
  • Bob Lizik – bas (track 2)
  • Hank Guaglianone – drums (tracks 2,6,11)
  • Greg Marsh – percussie (track 2)
  • Erik Scott – bas (track 3)
  • Larry Beers – drums (track 3)
  • John Giblin – bas, elektrische gitaar (track 4)
  • David Onderdonk – akoestische gitaar (track 4)
  • Mark Walker – percussie (track 4)
  • John Rice – elektrische gitaar, dobro, bouzouki, fiddle (track 5)
  • Foley McCreary – bas (track 6)
  • Pops Staples – elektrische gitaar (track 7,10)
  • Maurice Houston – bas (tracks 7,10)
  • Richard Gibbs – orgel (track 7), synthesizer (track 10)
  • Tim Austin – drums (tracks 7,8,10)
  • Will Crosby – gitaar (track 8)
  • Jack Chatman – bas (track 8)
  • Bill Ruppert – elektrische gitaar (tracks 9,11)
  • Matt Walker – drums (track 9)
  • Mark Skyer – elektrische gitaar (track 10)
  • Alan Berliant – bas (track 11)
  • Lew London – akoestische slide gitaar (track 12)
  • Paul Mertens – harmonica (track 12)
  • The Dixie Hummingbirds – backing vocals (track 1)
  • Chicago Music Community Choir  – backing vocals (track 11)
15apr/240

Anthony Geraci – Tears in my eyes

Anthony Geraci (1954, New Haven, Connecticut) raakt op zijn 4e al in de ban van de piano. Zijn ouders kopen een Kimball Grand Piano voor de jonge Anthony en zijn moeder zorgt er voor dat hij pianoles krijgt aan The Neighborhood School of Music. Geraci is een veteraan in de Amerikaanse muziekscene en heeft in de loop der jaren met veel bluesartiesten gespeeld, zoals Muddy Waters, Big Joe Turner, J.B. Hutto, Otis Rush, Jimmy Rogers, Big Mama Thornton, BB King, Buddy Guy, Van Morrison, J. Geils, Hubert Sumlin, Steve Miller en Chuck Berry. Hij speelde ook mee op meer dan 50 albums van bluesgrootheden als Big Walter Horton, Carey Bell, Odetta, Charlie Musselwhite, Lazy Lester, Snooky Prior en John Brim. Anthony Geraci is een origineel lid van Sugar Ray and the Bluetones en van Ronnie Earl and The Broadcasters.

Deze maand verschijnt Geraci’ s nieuwe album Tears in my eyes. Een album met 11 nieuwe songs die Geraci opnam met zijn band The Boston Blues All-Stars en met medewerking van een aantal speciale gasten onder wie zijn oude vriend zanger Sugar Ray Norcia.

Sugar Ray Norcia maakt meteen zijn opwachting met zijn doorleefde stem in het openingsnummer Broken mirror, broken mirror, een lekkere blues met vet gitaarwerk en een flonkerende pianosolo. Owl’s nest is een swingende piano-instrumental met groovy basloopjes en een scheurende saxsolo van Drew Davies. Het titelnummer Tears in my eyes is stevig uptempo blues met heerlijk pianospel en felle gitaarsolo’s van Barrett Anderson, die ook de vocalen voor zijn rekening neemt. Blues for Willie J. is een piano-instrumental met een vlijmscherpe gitaarsolo. Het nummer is opgedragen aan Willie J. Campbell, de in 2022 overleden bassist met wie Geraci in The Proven Ones speelde. Norcia zingt daarna in de soulblues Judge oh judge in de stijl van de Texaanse blueszanger-pianist Charles Brown (1922 – 1999). Naast de sprankelende pianoklanken is Mario Perrett te gast met een fraaie lange saxsolo. In de souljazz-instrumental Oh no wordt een hommage gebracht aan tenorsaxofonist Eddie Harris (1934 – 1996) en de in december 2023 overleden jazzpianist Les McCann. Geraci is zelf de vocalist in de opwindende boogiewoogie Ooeee. Memphis mist is een mooi georkestreerde instrumental met Anne Harris op viool en Witchy ways is stevige in de Southern rock gewortelde bluesrock. In de slowblues Now what is zanger Norcia met zijn soulvolle zang weer te horen. Het slotnummer Lonely country road blues is een ‘gedragen’ instrumentale pianoblues.

Conclusie: Een nieuw album van Anthony Geraci is voor mij altijd een feest en dat geldt ook weer voor Tears in my eyes. Een fantastisch album.

Tracks cd:

  1. Broken mirror, broken mirror
  2. Owl’s nest
  3. Tears in my eyes
  4. Blues for Willie J
  5. Judge oh judge
  6. Oh no
  7. Ooeee
  8. Memphis mist
  9. Witchy ways
  10. Now what
  11. Lonely country road blues

Line-up:

  • Anthony Geraci – piano, Hammond, zang (track 7)
  • Barrett Anderson – gitaar, zang (track 3,9)
  • Paul Loranger – bas
  • Marty Richards – drums (track 1,2,3,4)
  • Kurt Kalker – drums (track 5,6,7,8,9,10,11)
  • Sugar Ray Norcia – zang (track 1,5,10)
  • Drew Davies – saxofoon (track 2,6,7,9,10)
  • Mario Perrett – saxofoon (track 5)
  • Anne Harris – viool (track 8)
11apr/240

Taj Mahal – Swingin’ live at the Church in Tulsa

Zanger-multi-instrumentalist Taj Mahal (17 mei 1942, New York) kan met recht een veteraan worden genoemd. Deze bluesman is sinds 1964 actief. In dat jaar verhuist hij naar Santa Monica, California, en vormt met o.a. Ry Cooder The Rising Sons. Mahal speelt ook met Muddy Waters, Howlin’ Wolf, Buddy Guy en Lightnin’ Hopkins. In 1968 start hij een solocarrière en in datzelfde jaar komt zijn solodebuut Taj Mahal uit. In 1968 is hij ook te zien in de film The Rolling Stones Rock and Roll Circus. In de loop van de volgende jaren brengt hij regelmatig nieuwe platen uit en speelt met talloze andere musici. Naast blues heeft Taj Mahal ook grote interesse voor muziek afkomstig uit o.a. West-Afrika, Latijns-Amerika, de Caribische eilanden en Hawaï.

Vorige maand verscheen weer een nieuw album van deze bijna 82-jarige veteraan. Met zijn vaste band, aangevuld met Rob Ickes (dobro) en Trey Hensley (akoestische gitaar), toog hij naar de ooit door Leon Russell tot studio omgebouwde kerk in Tulsa, Oklahoma. Met zijn Sextet gaf hij daar een concert. Het resultaat is te horen op Swingin’ live at the Church in Tulsa.  

Het openingsnummer, de strak gespeelde slowblues Betty and Dupree, een nummer van Chuck Willis, brengt het publiek meteen al in een euforische stemming. Fel is het gitaarwerk in de stevige countryblues Mailbox blues. Rob Ickes is zeer prettig aanwezig met zijn dobro, naast de felle gitaarlicks en de strakke ritmesectie in het met een reggae tintje versierde Queen bee. Het duet van Mahal en Trey Hensley is mooi in Lovin’ in my baby’s eyes. De dobro flonkert ook weer. Behalve oud materiaal brengt Mahal ook nieuw werk ten gehore, zoals de ingetogen (gitaar) instrumental Waiting for my papa to come home. Slow drag is een zeer geïnspireerd gezongen en gespeelde blues. De rauwe Howlin’ Wolf song Sittin’ on top of the world krijgt hier door een aparte fraaie countryachtige uitvoering. Twilight in Hawaii is een exotische ‘luie’ en dromerige instrumental met Bobby Igano op lapsteel. Corinna, het bekende nummer uit zijn beginperiode dat Mahal samen schreef met Jesse Ed Davis, krijgt hier een ronduit schitterende livevertolking. Het concert eindigt met de bijna 10 minuten lange slowblues Mean old world. In dit nummer van T-Bone Walker, met Mahal op piano en met een orgelsolo, krijgen Hensley, Ingano en Ickes volop ruimte om te soleren naast de opnieuw strak spelende ritmesectie Bill Rich (bas) en Keser Smith (drums). Een formidabel slotakkoord.

Conclusie: Swingin’ live at the Church in Tulsa is een fantastisch swingend livealbum van een Taj Mahal Sextet in absolute topvorm.

Tracks cd:

  1. Betty and Dupree
  2. Mailbox blues
  3. Queen bee
  4. Lovin’ in my baby’s eyes
  5. Waiting for my papa to come home
  6. Slow drag
  7. Sittin’ on top of the world
  8. Twilight in Hawaii
  9. Corinna
  10. Mean old world

Line-up:

  • Taj Mahal – zang, gitaar, toetsen, ukelele, banjo
  • Bobby Ingano – gitaar, lapsteel
  • Bill Rich – bas
  • Kester Smith – drums
  • Rob Ickes – dobro
  • Trey Hensley – gitaar, zang