Gerritschinkel.nl Columns & meer

11jun/160

Infected with the blues – Spencer MacKenzie

Spencer MacKenzie is pas 16 jaar, maar deze jonge zanger-gitarist is zeker in zijn thuisland Canada een blues sensatie en iedereen voorspelt hem een gouden toekomst. Hij won in 2013 de Niagara Music Rising Award en dit jaar mag hij optreden op The International Blues Challenge in Memphis. Bovendien heeft hij een studiebeurs ontvangen van The Blues Foundation en kan hij naar het Fernando Jones Blues Camp in Chicago.

Vorige maand kwam het album Infected with the blues uit. Op dit debuutalbum, opgenomen in de Phase One Recording Studio in Toronto, staan drie eigen composities van MacKenzie en vijf covers van bluesoriginals. In de opener, de titelsong Infected with the blues, laat de jonge Canadees meteen horen dat hij een zeer belovende gitarist is. Een swingende bluesrocker met een tinkelende pianosolo van David ‘Groove doctor’ McMorrow. De door Ahmed Ertegun geschreven eerste hit van Ray Charles begint met het typische piano intro dat we van Ray Charles kennen en samen met de blazers en de saxsolo krijgt Mess around ook hier een swingende uitvoering. Devil under her skin is een rauwe countryblues met slide, mondharmonica en backingvocals. In dit uitstekende nummer is wel goed te horen dat MacKenzie nog erg jong is. Met een meer doorleefde stem zou dit nummer een topper zijn. In Kissing in the dark, de klassieker van Memphis Minnie, laat MacKenzie weer een felle gitaarsolo horen. Dat BB King een van de idolen is van Spencer MacKenzie blijkt uit Goodbye Lucille, een prachtige bluesballad met uitstekend gitaarwerk, met piano en hammond. MacKenzie schreef dit nummer na de dood van BB King als een ode aan de grote gitaarmeester. Jumpin’ from six to six, een cover van de Canadese singer-songwriter-gitarist Colin James is een opwindende jumpblues met blazers, een saxofoonsolo en swingend pianospel. Het tempo gaat weer omlaag in de soulballad Sinner’s prayer van Lowel Fulson, waarin MacKenzie een slepende gitaarsolo tevoorschijn tovert. Het laatste nummer is ook een cover, het door Bob Dylan geschreven, maar vooral van Jimi Hendrix bekende All along the watchtower. De versie van Hendrix wordt hier niet geëvenaard (ik vraag me af wie dat ooit zou kunnen, laat staan verbeteren, maar dat terzijde), maar MacKenzie komt met zijn virtuoze gitaarsolo’s een heel eind in de goede richting. De backingvocals en de hammond geven een extra dimensie aan deze klassieker.

Conclusie: Blues is muziek voor en door ouwe mannen wordt mij wel eens toegeroepen. Maar gelukkig is lang niet iedereen die mening toegedaan en staat de jeugd klaar om het tegendeel te beweren. Spencer MacKenzie is daar een goed voorbeeld van. Zijn debuutalbum belooft in ieder geval heel wat. De titel van het album dekt zeker de lading.

Tracks:

  1. Infected with the blues
  2. Mess around
  3. Devil under her skin
  4. Kissing in the dark
  5. Goodbye Lucille
  6. Jumpin’ from six to six
  7. Sinner’s prayer
  8. All along the watchtower

Line up:

  • Spencer MacKenzie – gitaar, zang
  • David ‘Groove Doctor’ McMorrow – toetsen
  • Brant Parker – gitaar, zang
  • Alan Duffy – bas
  • Sean O’Grady – drums
  • Ryan Baker – trompet
  • Mike Polci - trombone
  • Bill Holinaty – saxofoon
  • Max Hiller – mondharmonica
  • Sharon Riley, Rochelle Harrison, Camille Harrsion, Dean Malton – backing vocals

 

 

10jun/160

From the root to the fruit – The Nick Moss Band

Nick Moss (geboren 15 december 1969 Chicago, Illinois) is begonnen als bassist en speelde twee jaar in de band van Buddy Scott. Daarna speelde hij bas in de band van Jimmy Dawkins en in 1993 bij The Legendary Blues Band. Willy “Big eyes” Smith van The Legendary Blues Band adviseerde Moss om van de bas over te schakelen naar de gitaar en dat gebeurde en hij deed dat enkele jaren later ook in de band van Jimmy Rogers. Na drie jaar bij Jimmy Rogers te hebben gespeeld begon Moss aan een solocarrière. In 2003 kwam zijn eerste album First offence uit, onder de naam Nick Moss & The Flip Tops. In 2009 veranderde hij de naam in The Nick Moss Band (NMB). De band onderging nogal wat mutaties, en bestaat nu uit Nick Moss (gitaar, harmonica, zang), Michael Ledbetter (zang, gitaar, ritmegitaar), Patrick Seals (drums), Nick Fane (bas, backup vocals) en Taylor Streiff (piano, orgel). De band sleepte de laatste jaren de nodige prijzen in de wacht. Hun album Here I am werd in 2013 genomineerd in de categorie Rock Blues Album en hun voorlaatste studioalbum Time ain’t free werd in 2014 door Guitar World Magazine gekozen in de Top 50 Albums van 2014.

Vorige maand kwam From the root to the fruit, het 12e album van The Nick Moss Band uit. Een dubbelalbum met in totaal 27 nummers. Het album heeft twee verschillende gezichten. Cd 1 is lekkere Texas-, Chicago-, jumpblues, variërend  van uptempo, midtempo, slow- en soulblues. Nick Moss’ gitaarspel, dat bij mij soms associaties oproept aan Albert King en Buddy Guy, is de ene keer relaxed (Make way for me), dan lyrisch (Lost and found) en hij kan fel te keer gaan in nummers als Dead man’s hand, I dig, en de instrumentale songs Haymarket hop, Rump rash en Cold sore. Een uitstekende gitarist en het is niet voor niets dat iemand als Ronnie Earl hem tot een van zijn favoriete gitaristen rekent.  Het aandeel van Taylor Streiff is niet te versmaden met zijn heerlijke orgelsolo’s, zijn prachtige pianosolo in het titelnummer From the root to the fruit en zijn swingende piano in Love me. Michael Ledbetter, ritmegitaar op cd 1 en gitaar op cd 2 is tevens een uitstekende zanger zoals in songs als  Symone, Love me en Walk away goed is te horen. Zijn zang doet me soms denken aan Otis Rush. Drummer Patrick Seals en bassist Nick Fane vormen steeds de solide ritmesectie. Gastharmonicaspeler Jason Ricci is lekker op dreef in The woman I love en de gastbijdragen van Gordon Beadle ( “Sax Gordon”) op zijn scheurende sax in vooral Dead man’s hand kunnen mij ook bekoren.   

De muziek op cd 2 verschilt nogal van hetgeen de band ons op cd 1 voorschotelt. Hier is funky, wat meer experimentele en soms enigszins psychedelische muziek te horen. Meer lange nummers met wah wah gitaar, zoals de ruim negen minuten durende bluesballad Serves me right en Speak up. Heavy gitaarsolo’s in Breakdown en een twanggy gitaar in de popachtige rocksong Stuck. De psychedelische sfeer komt naar voren in Catch me I’m falling en Free will (met een gastbijdrage van David Hidalgo van Los Lobos die de 2e gitaarsolo speelt). De orgelsolo’s van Taylor Streiff in Serves me right en, Ta ta for tay tay, zijn weer verrukkelijk. Breathe easy is een van de hoogtepunten van cd 2. Een mooie soulballad van ruim 7 minuten met goede zang, backvocals van Tina Crawley en Lara Jenkins, orgel en ingetogen gitaarsolo’s. Een ander hoogtepunt is de psychedelische slowblues Stand by met zijn gitaarsolo’s. In het slotnummer, het instrumentale Heavy water, mag ieder bandlid zich uitleven.    

Conclusie: The Nick Moss Band laat op het nieuwe dubbelalbum From the root to the fruit zien dat ze van meerdere bluesmarkten thuis is. Liefhebbers van rechttoe rechtaan meer traditionele blues(rock) komen op cd 1 volledig aan hun trekken. Op cd 2 treedt de band meer buiten de geijkte bluespaden maar het resultaat mag er zijn. Al met al meer dan ruim twee uur luisterplezier.

Tracks cd 1:

  1. Before the night Is through
  2. Make way for me
  3. Dead man’s hand
  4. From the root to the fruit
  5. Haymarket hop
  6. Symone
  7. Love me
  8. Lost and found
  9. I dig
  10. Rump rash
  11. Long tall woman
  12. The woman I love
  13. Walk away
  14. Cold sore

Tracks cd 2:

1 Catch me I’m falling
2. Jupiter Florida
3. Breakdown
4. Serves me right (space jam)
5. Ta ta for tay tay
6. Breathe easy
7. Free will
8. Grateful
9. Shade tree
10. Stuck
11. Stand by
12. Speak up
13. Heavy water

 

6jun/160

De hemel op aarde

Op de website van RVC ’33 stond de oproep “Kom op de fiets, want het zal ongetwijfeld erg druk worden op Sportpark Kaagjesland”. Het was warm zondag en er waren zo’n 1000 voetballiefhebbers op de promotiewedstrijd afgekomen. De hardwerkende Reeuwijkers sleepten een 1-1 gelijkspel uit het vuur, maar dat was helaas niet genoeg voor een finaleplaats. Een mooi voetbalseizoen eindigde zo in mineur hoewel ik na afloop niet geen treurnis heb gezien, alleen maar trots.

Na de wedstrijd werd ik door Aad de Wit “meegesleurd” naar de bestuurskamer voor een biertje en dan is het altijd lachen. Het beroemde trio Aad, Theo en Bert werd door de voorzitter overgehaald om volgend seizoen RVC ’33 ook weer namens het bestuur te vertegenwoordigen. En dan was er het hilarische optreden van een man met een onduidelijke functie die een merkwaardige toespraak hield, en waarvan eigenlijk niemand de inhoud begreep. Uit dank had hij een Bakkie Westland meegebracht en een grote foto van hemzelf,  langs de lijn van het veld.

Wie de doos met tomaten heeft meegenomen weet ik niet, cultheld Kees de Jong in ieder geval niet. De foto werd later door de gever via de grensrechter weer opgeëist. Wederom verbazing alom. De beginzin van de “cabaretier” is mij wel bijgebleven: “RVC’33 uit Reeuwijk is de hemel op aarde”.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
4jun/160

Live at Bluesnow! – Big Pete

 

Bij het noemen van de naam Pieter van der Pluijm zullen niet veel belletjes gaan rinkelen, maar wanneer je Big Pete zegt, verschijnt er op de gezichten van vooral veel bluesliefhebbers een grote glimlach. De Nederlandse blueszanger en mondharmonicaspeler Big Pete is bekend van o.a. The Strikes, The Backbones, M.O.C.T. (Men Of Considerable Taste) en The Lester Butler Tribute Band, waarmee hij de afgelopen jaren op talloze podia heeft gestaan. Big Pete’s eerste soloalbum Choice cuts uit 2011 werd lovend ontvangen en werd genomineerd voor een Blues Music Award in de VS.

In de zomer van 2014 trad Big Pete met zijn band op tijdens het eerste BluesNow! Festival in Basel, Zwitserland. De onversneden registratie van dit optreden is nu uitgebracht op cd onder de titel Live at Bluesnow! Na de korte aankondiging “Wir wünschen Ihnen viel Spass, Big Pete’s Bluesband” en een klaterend applaus blaast Big Pete op zijn scheurende harmonica in Mean de aftrap voor een spetterend optreden. Sander Kooiman speelt een voortreffelijke gitaarsolo en bassist Erkan Özdemir en drummer Wuff Maes vormen de strakke ritmesectie. Born to die is een midtempo bluesrocker met weer die huilende mondharmoncia. Junior Wells krijgt een ode in diens compositie Come on in this house, waarin Big Pete de stijl van Wells angstvallig dicht benadert. Niet alleen met zijn harmonica maar ook de stem van de grote bluesman. In This time no lies, een nummer van Boyd Small, vriend van Pete en zanger en drummer van The Terraplanes, valt wederom de strakke ritmesectie op. Na de introductie van de band verwelkomt Big Pete “Monster” Mike Welch die in 0.28125 een verschroeiend felle gitaarsolo op het enthousiaste publiek los laat. De volgende special guest is pianist Anthony Geraci die door zijn inbreng van I’ve got my eyes on you een feest maakt. Het hoogtepunt van het album is Ball and chain, een slowblues met wederom een hoofdrol voor Geraci met zijn schitterende lange hammondsolo. Vervolgens weer felle harmonicasolo’s achter een onverstoorbare ritmesectie in Just to be with you. In de Geraci compositie Only time will tell, met vrolijk pianospel van Geraci, bewijst Big Pete behalve een formidabele mondharmonicaspeler, ook een uitstekende zanger te zijn. De volgende special guest is Kid Ramos die in Howlin’ Wolf’s Rockin’ daddy een aantal striemende solo’s uit zijn gitaar tovert. De huilende harmonica, de hamerende piano en de ritmesectie vullen elkaar allemaal prachtig aan in deze vurige versie. De bonustrack op het album is My backscratcher van Frank Frost. Big Pete’s Bluesband weer in grote vorm.

Conclusie: Wat was ik graag op het Bluesnow! Festival geweest bij het optreden van Big Pete’s Bluesband. Wat een heerlijk bluesconcert heeft hij gegeven. Prachtig. En wat een zegen dat het nu is uitgebracht en voor iedereen te beluisteren is.

Tracks:

  1. Mean
    2. Born to die
    3. Come on in this house
    4. This time no lies
    5. 0.28125
    6. I’ve got my eyes on you
    7. Ball and chain
    8. Just to be with you
    9. Only time will tell
    10. Rockin’ daddy
    11. My backscratcher (bonustrack)

Line up:

  • Big Pete-  zang, harmonica
  • Sander Kooiman -  gitaar
  • Wuff Maes -  drums
  • Erkan Özdemir -  bas

Special guests:

  • “Monster” Mike Welch -  gitaar
  • Anthony Geraci -  keyboards
  • Kid Ramos - gitaar