Little brothers – Chip Taylor
Chip Taylor werd op 21 maart 1940 geboren als James Wesley Voight in Yonkers (New York). Hij is een broer van de acteur John Voight (o.a. Midnight Cowboy) en de actrice Angelina Jolie moet oom tegen hem zeggen. ‘Chip wie?’, hoor ik vaak om mee heen als ik weer eens de loftrompet steek over deze Amerikaanse singer-songwriter. Als ik dan zeg dat Chip Taylor de schrijver is van bekende hits als Wild thing (Troggs), Angel of the morning (Merrilee Rush, PP Arnold), I can’t let go (The Hollies), Try (Janis Joplin) en Son of a rotten gambler (Ann Murray, The Hollies, Emmylou Harris), begint bij velen het bekende een belletje te rinkelen.
Vanaf 1971 begon Taylor zelf platen uit te brengen en die carrière duurt, met een onderbreking in de jaren 80 en 90 toen hij professional gokker was, tot op de dag van vandaag voort. Kendal Carson en Carrie Rodriguez, met wie hij ook regelmatig op tournee was, hebben hun carrière min of meer aan Taylor te danken. Chip Taylor werd deze maand, samen met Elvis Costello, Tom Petty, Marvin Gaye en Nile Rodgers en Bernard Edwards van Chic opgenomen in de Songwriters Hall of Fame in New York City.
Hoewel hij al 76 jaar is denkt Taylor er nog niet over om op zijn lauweren te gaan rusten en van zijn welverdiende pensioen te genieten. Hij blijft stug doorgaan met het schrijven van mooie liedjes. Als opvolger van zijn in 2014 uitgebrachte driedubbele album The little prayer’s trilogy verscheen er deze maand weer een nieuw album van Chip Taylor. Het album Little brothers is geïnspireerd op zijn jongere broers, de acteur Jon Voight en de vulkanoloog Barry Voight. Het nieuwe album is opgenomen in Halden (Noorwegen). Taylor wordt op Little brothers begeleid door John Platania (gitaar), Goran Grini (keyboards) en Bill Troiani (bas). Taylor’ s kleindochters Riley, Kate en Sammy Ennis zijn te horen in de achtergrondvocalen. Op de hoes van het album staat een jeugdfoto van Chip met zijn beide broers Jon en Barry.
Op Little brothers is weer de typische Chip Taylor te horen. Het album opent met het grotendeels gesproken Barry and the buffalo, gevolgd door Bobby I screwed up, waarin het tempo iets hoger ligt en een mooie rol is weggelegd voor keyboardspeler Goran Grini met een paar mooie solo’s. Enlighten yourself bestaat grotendeels uit gesproken tekst, maar de gedeelten die Taylor zingt zijn mooi. Het titelnummer Little brothers heeft voor Taylor een speciale betekenis en is een heel mooi liedje, met subtiel gitaarwerk en pianosolo’s. Skebo story is geheel gesproken en verhaalt over zijn tournee in augustus 2015 door Zweden met Goran Grini en is de inleiding voor Refugee children, een ontroerend liedje over vluchtelingenkinderen in Skebo. Zijn kleinkinderen zijn in de achtergrondzang te horen. Zijn kleinkinderen zijn ook te horen in St. Joan, met een mompelend en fluisterend zingende Taylor en prachtig pianospel. “Time goes by, you get older and I get older too” fluisterzingt Taylor in het prachtige Time goes by, waarin hij een ode brengt aan zijn vrouw Joan. Volgens Taylor een van de mooiste liedjes die hij ooit heeft geschreven. Grini is weer in topvorm en dat is hij met Taylor ook in Book of hope. Het slotnummer is een zeer korte maar mooie reprise van Enlighten yourself.
Conclusie: Chip Taylor heeft met Little brothers zijn fans weer verblijd met een aantal mooie songs. Een subtiel luisteralbum van de singer-songwriter met de karakteristieke zang. En een dikke pluim voor zijn begeleiders.
Tracks:
- Barry and the buffalo
- Bobby, I screwed up
- Enlighten yourself
- Little brothers
- Skebo story
- Refugee children
- Joan
- Time goes by
- Book of hope
- Enlighten yourself (reprise)
Red clay soul – Tinsley Ellis
De op 4 juni 1957 in Atlanta (Georgia) geboren Tinsley Ellis is al meer dan 40 jaar actief in de muziek. In die vier decennia heeft hij opgetreden in alle staten van de VS, Canada, Europa, Zuid Amerika en Australië. Hij heeft de podia gedeeld met o.a. Otis Rush, The Allman Brothers Band, Stevie Ray Vaughan, Willie Dixon, Son Seals, Koko Taylor, Albert Collins en Buddy Guy. In zijn jeugd luisterde hij veel naar The Yardbirds, The Animals, The Rolling Stones en Cream. Toen hij bij een concert van BB King was besloot hij bluesgitarist te worden. De eerste professionele band waar hij deel van uitmaakte was The Alley Cats en in 1981 formeerde hij The Heartfixers. Toen die band in 1988 uiteenviel tekende Tinsley Ellis een platencontract bij het befaamde Alligator Records. In 1988 verscheen zijn eerste soloalbum Georgia blue. Na een aantal omzwervingen bij verschillende platenlabels richtte Ellis in 2013 zijn eigen label Heartfixer Music op.
Begin juni verscheen Red clay soul, het nieuwe album van Tinsley Ellis. Op dit album brengt Ellis een ode aan de muzikale traditie van Georgia, de staat waar de blues soul heeft volgens Ellis. Het geluid dat men daar red clay soul noemt, van de gospel van Ray Charles, de R&B van James Brown en Otis Redding, de rock ‘n‘ roll van Little Richard tot de bluesrock van The Allman Brothers.
De openingstrack All I think about is een Freddie King achtige rocker met gitaarsolo’s en de piano en het orgel van de fabuleuze Kevin McKendree. Gitarist Oliver Wood (Wood Brothers en jaren geleden ook al eens lid van de band van Tinsley Ellis), schreef Givin’ you up samen met Ellis al jaren geleden en verschijnt hier voor het eerst op plaat. Een prachtig Allman Brothers achtig nummer met orgel en piano, mondharmonica en leadzang van Wood. Callin’ is een Al Green achtige soulballad met BB King achtig gitaarwerk van Ellis en mooie bescheiden background vocals van Wendy Moten. Dat Ellis een uitstekende gitarist en een goede zanger is bewijst hij ook in Anything but you, een soulblues met weer dat heerlijke orgel van McKendree. De slowblues Hungry woman blues heeft ook weer heel mooi gitaarwerk en in de bluesstomper Circuit rider neemt McKendree de gitaar ter hand. In dit nummer valt ook de uitstekende ritmesectie op. De uptempo rocker Don’t cut it heeft een Southside Johnny achtig begin met weer fantastische gitaarsolo’s. Een heel mooi rustpunt op het album is Party of one, een prachtige jazzy slowblues met ingetogen zang. Het tempo gaat weer omhoog in de Santana achtige latin instrumental Estero noche. In het slotnummer vraagt Ellis zich af wat het beste is, de bijbel, de fles of het geweer. Maar los van het antwoord op deze vraag is de ballad The bottle, the book or the gun een prachtige afsluiter, met uitmuntende gitaarsolo’s over de golvende orgeltonen en een strakke ritmesectie.
Conclusie: Met Red clay soul heeft Tinsley Ellis weer een mooie parel toegevoegd aan zijn indrukwekkende oeuvre. Southern soul en blues van de bovenste plank.
Tracks:
- All I think about
- Givin’ you up
- Callin’
- Anything but go
- Hungry woman blues
- Circuit rider
- Don’t cut it
- Party of one
- Estero noche
- The bottle, the book or the gun
Line up:
- Tinsley Ellis – guitaren, zang, harmonica
- Kevin McKendree – orgel, piano, gitaar (track 6)
- Oliver Wood – gitaar, zang (track 2)
- Lynn Williams – drums, percussie
- Steve Mackey – bas
- Wendy Moten – background vocals (track 3)
Mijn ergernissen van het EK voetbal
Eigenlijk kijk ik met een beetje met tegenzin naar het EK voetbal. Kijk dan niet zult u zeggen, maar als voetballiefhebber ben ik toch nieuwsgierig wat er allemaal gebeurt. Maar echt vrolijk ben ik nog niet geworden. Sterker nog, ik erger me soms kapot, met als dieptepunt de wedstrijd Kroatië – Portugal. Hemeltergend slecht voetbal van veel te dik betaalde voetbalmiljonairs. Alleen Duitsland kan me tot nu toe wel bekoren en sinds zondagavond is ook België eindelijk uit zijn schulp gekropen en speelde de sterren van de hemel. Zuurpruim en professioneel afkraker van alles Jan Mulder was op de VRT tot tranen toe geroerd en de Rode Duivels doen in zijn ogen ineens helemaal niets verkeerd meer.
Radio 1 heet de komende maanden NPO Radio 1 Sportzomer. Mooi dat al die omroepen een gezamenlijk programma maken, maar inhoudelijk is het soms om te huilen. Nog erger is het dagelijkse NOS Studio France met een schijnbaar ongeïnteresseerde Hugo Borst die af en toe iets roept. Maxim Hartman die na Rembo en Rembo nooit meer iets leuks heeft gemaakt en met Rafael van der Vaart over kroketten zit te twisten. Arme Henri Schut die er nog iets van probeert te maken.
Toch blijf ik kijken, hopend dat het beter wordt. Trouwens, een potje ergeren lucht soms lekker op.
What’s in a name
Net als voorgaande jaren is het dit jaar ook weer wennen aan nieuwe namen. Ik bedoel dan niet de namen van sporters die min of meer uit het niets opduiken en ineens een nationale volksheld worden. Ik bedoel nieuwe sportverenigingen. Hoewel nieuw niet de juiste benaming is omdat ze alleen een andere naam hebben gekregen. Vooral in het honkbal is dit schering en inslag. De Utrechtse honkbalvereniging UVV heet ineens Pickles UVV en Twins uit Oosterhout gaat in het nieuwe honkbalseizoen als Glaskoning Twins door het leven. ‘Ik ga naar Glaskoning – Pickles’. ‘Oh, ik dacht dat je naar het honkballen ging’.
What’s in a name. Als er geen sprake is van een fusie, hebben naamsveranderingen te maken met geld. Een gulle sponsor ziet graag zijn naam terug.
In Gouda hebben we sinds vorige week ook een ‘nieuwe’ sportvereniging. De aloude Jeu de Boules Vereniging Gouda heet nu officieel Petanque Vereniging Gouda. Met deze naamswijziging wil men de strijd tegen de vergrijzing aangaan. Maar of ze met een simpele naamswijziging nieuw jeugdig elan aanboren vraag ik me af, maar ik hoop dat het lukt. Gelukkig blijft de visie dat de club op sociaal gebied willen blijven scoren fier overeind staan. Het wordt nog een hele klus om de letters JEU DE BOULES op het clubhuis te veranderen.
Totally stripped -The Rolling Stones
Ik neem u even ruim 20 jaar mee terug in de tijd. Ik liep op de Coolsingel in Rotterdam toen ik hoorde van de kaartverkoop voor twee verrassingsconcerten van The Rolling Stones in Paradiso in Amsterdam. Maar ja hoe kom je zo snel van Rotterdam naar Amsterdam voor kaartjes, dus ik heb de moeite maar niet eens genomen. De concerten van 26 en 27 mei waren uiteraard binnen een mum van tijd uitverkocht. Opnamen van hun optredens in Paradiso verschenen op bootlegs en sommige nummers ook op het in november van dat jaar uitgebrachte album Stripped.
Maar nu, 21 jaar na dato is het volledige concert dat The Rolling Stones op 26 mei 1995 in Paradiso gaven op dvd uitgebracht. Samen met de concerten die ze in juli 1995 gaven in Parijs (L ’Olympia) en in Londen (Brixton Academy), een documentaire over het “project” Totally Stripped en een cd met nummers van de drie concerten. Bij aanschaf van de luxe editie hebt je alles bij elkaar, inclusief een mooi boekwerk.
De eerste dvd neemt de kijker mee naar Amsterdam, Parijs en Londen. De documentaire bevat interviews, live opnamen, rehearsels in de studio en verhalen over deze unieke periode in de carrière van The Stones.
Dvd 2 is een weergave van het volledige concert in Paradiso op 26 mei 1995. Mick Jagger knikt, Keith Richards en Ronnie Wood slaan de eerste akkoorden op hun gitaren aan en de show begint met het oude Buddy Holly nummer Not fade away, waarin Jagger applaus oogst als hij de smoelschuif laat loeien. Terwijl Charlie Watts de drumstokjes even soepel door zijn vingers laat fladderen zet Wood It’s all over now in, waarin Richards later verder soleert en Watts onverstoorbaar aan het drummen is geslagen. De nieuwe bassist Darryl Jones pompt vervolgens de stuwende bastonen van Live with me de zaal in terwijl Jagger gedreven de tekst zijn strot uitgeschreeuwd. Good old Bobby Keys blaast vervolgens zijn bekende saxsolo. In Let it bleed gaat het er even iets rustiger aan toe. Prachtige uitvoering, met Wood op pedalsteel en heerlijke pianoklanken van Chuck Leavell. Dan is het weer de beurt aan een song uit de begintijd van hun carrière, The spider and the fly, een slowblues met een geïnspireerd solerende Richards. Wood is weer op dreef in Beast of burden en Jagger bespeelt op de zijn bekende manier het publiek. De band heeft er ook lol in want zelfs Charlie Watts lacht. “Something romantic” roept Jagger en het applaus barst los als Richards de eerste tonen van Angie laat horen. Het blijft een prachtig lied en de piano van Chuck Leavell draagt daar zeker aan bij. “I’m really enjoying this, it’s nice to be in such a small place” zegt Jagger, terwijl hij zijn jasje heeft uitgetrokken en in topvorm de ballad Wild horses zingt, met mooie backing vocals van Lisa Fischer en Bernard Fowler. Tijd voor country! Sweet Virginia met Jagger’s bekende mondharmonicasolo en Bobby Keys met de saxsolo. Een volgend hoogtepunt is de schitterende versie van Dead flowers. Jagger kondigt het volgende nummer aan en zegt dat ze dit nog niet vaak gespeeld hebben. Maar daar is niet veel van te merken, want de gospel Shine a light krijgt een indrukwekkende uitvoering. Producer Don Was, met zonnebril, schuift even aan op hammond. Het refrein van Like a rolling stone (“Bob Dylan wrote this for us”) wordt door het publiek massaal meegezongen. Dan is het de beurt aan het bekende “sologedeelte” van Keith Richards. Met een “Looking good Amsterdam” zet hij lachend Connection in. De bandleden worden vervolgens voorgesteld, waarbij Jagger tot zijn schande bemerkt dat hij Charlie Watts vergeet, maar het publiek maakt dat meer dan goed door massaal de naam van de bescheiden drummer te gaan scanderen. Richards gaat verder met het intens gezongen Slipping away en The worst. Met een “God bless you Amsterdam” bedankt hij het publiek en even later horen we het bekende intro van Gimme shelter. Dat is live altijd een feest om te horen (en te zien) want dan is het weer “Lisa Fischer time”. Wat een strot. Ze is in staat om de knopen van je overhemd en de veters uit je schoenen te laten springen. De snelheid wordt opgevoerd in All down the line (blazers en een hamerende piano) en Respectable met een gedreven Watts. Het tempo bereikt een hoogtepunt in Rip this joint met de saxsolo’s, de staande bas en een Jagger die vocal alle snelheidsgrenzen overschrijdt. Dan de onvermijdelijke toegift. Rifmaster Richards zet Street fighting man in en de band speelt geïnspireerd het concert naar een daverend einde.
Dvd 2 bevat het volledige concert in L’ Olympia in Parijs op 3 juli 1995. De setlist verschilt behoorlijk van de setlist in Amsterdam. De opener is een energieke uitvoering van Honky tonk women, met de bekende pianosolo van Chuck Leavell, waarbij Richards ook nog even een paar toetsen mag aanslaan. Na de vlijmscherpe solo’s van Wood en het schetterend koper in Tumbling dice ramt Richards, na een “bienvenue L ‘Olympia” van Jagger de eerste noten van You got me rockin’ de zaal in. De blazers blazen zich uit de naad in All down the line waarin Wood weer op slide te keer gaat. Tijdens Shattered krijgen we een blik op de imposante gestalte van de nieuwe bassist Darryl Jones. Jagger bespeelt het publiek weer in Beast of burden. Let it bleed krijgt ook in Parijs een mooie uitvoering en tijdens Angie worden de lichtjes ontstoken. Jagger is weer in topvorm in Wild horses.
Pure blues is Howling Wolf’s Down in the bottom. Na Shine a light en Like a rolling stone, die ook op de setlist in Amsterdam stonden, wordt I go wild ingezet, waarin Richards en Wood felle gitaarsolo’s uitvechten. De pompende bas van Jones kondigt Miss you aan dat op een gegeven moment een soort variété wordt wanneer Lisa Fischer als een langbenige vamp met zwarte netkousen in hoge laarzen gestoken haar verleidingskunsten los laat. Maar dan komt Bobby Keys tussenbeide met een verschroeiende saxsolo waarna de band er weer een muzikale show van maakt. Honky tonk man Keith Richards krijgt na de introductie van de band de gitaar omgehangen en speelt en zingt Connection en Slipping away. De huilende mondharmoncia kondigt Midnight rambler aan, altijd een geheid succes tijdens concerten en het Parijse publiek wordt ook nu getrakteerd op een spetterende versie. Na het supersnelle Rip this joint de bekende riff van Start me up, een andere publiekslieveling en dat laat een in het publiek meeswingende met zwarte zonnebril getooide Jack Nicholson ook merken. It’s only rock ‘n’ roll is altijd een feest en Richards trekt zijn “riffdoos” nog maar eens open en zet Brown sugar in. Een ritmesectie als een betonnen muur en uiteraard weer een hoofdrol voor Bobby Keys. Na een “au revoir” is het afgelopen, maar het publiek schreeuwt om een toegift. De toegift is een intense versie van Jumpin’ Jack Flash. Hoewel Nicholson daarna nog bis bis roept is het nu toch echt afgelopen.
Dvd 4 is een weergave van het complete concert dat The Stones in Londen (Brixton Academy) gaven op 19 juli 1995. Net als in Parijs werden 22 nummers gespeeld. De setlist komt in grote lijnen overeen met die van Parijs. De eerste drie nummers zijn exact dezelfde. I.p.v. All down the line wordt Live with me gespeeld, met het bekende basintro. Hoewel het concert dus pas vier nummers oud is loopt het zweet bij Keith Richards al van zijn gezicht, maar een hulpvaardige Mick Jagger wist dit met een handdoek behulpzaam wet. Ronnie Wood mag zijn kunsten botvieren in Black limousine en hij vertolkt een glansrol met zijn solo’s. Dan volgt een countryset met eerst een mooie versie van Dead flowers (piano en solo Wood). “I feel like a hillbilly” roept Jagger en pakt dan zijn mondharmonica voor een slepende solo in Sweet Virginia. Een prachtige versie, gedragen door de piano van Leavell. Jagger zet zich dan achter de piano en het publiek wordt vergast op een tranen trekkend mooie versie van Far away eyes met een excellerende Wood op pedal. Na de country duikt de band de blues weer in met Robert Johnson’s Love in vain, met Wood op slide en een ingetogen Richards en Down in the bottom.
De rest van de setlist is bijna identiek aan die van Parijs, alleen wordt i.p.v. It’s only rock ‘n‘ roll hier Monkey man gespeeld. Dit nummer uit 1969 (album Let it bleed) is een feest om te horen en te zien zoals het spetterende duet van Jagger en Fischer die elkaar telkens uitdagen. Jumpin’ Jack Flash is ook hier de toegift waarin Keith Richards met ontbloot bovenlijf zijn gitaar bijna aan stukken ragt en het plectrum aan het einde nog maar eens het publiek in gooit. Na een laatste ferme klap van Charlie Watts is het helaas afgelopen.
De inhoud van de cd is een beetje teleurstellend. Waarom maar 14 nummers? Dat hadden er van mij wel wat meer mogen zijn.
Conclusie: Stadionconcerten zijn leuk, aardig, goed en soms heel goed, maar er gaat toch niets boven een intiem concert. The Rolling Stones verkeerden in 1995 in topvorm en dat hebben ze met hun formidabele concerten in Amsterdam, Parijs en Londen laten zien. Fantastisch, grote klasse!
Dvd 1:
Totally stripped documentary
Tracks dvd 2 The Paradiso Amsterdam, 26 mei 1995
- Not fade away
2. It’s all over now
3. Live with me
4. Let it bleed
5. The spider and the fly
6. Beast of burden
7. Angie
8. Wild horses
9. Sweet Virginia
10. Dead flowers
11. Shine a light
12. Like a rolling stone
13. Connection
14. Slipping away
15. The worst
16. Gimme shelter
17. All down the line
18. Respectable
19. Rip this joint
20. Street fighting man
Tracks dvd 3 L ‘Olympia Paris, 3 juli 1995
- Honky tonk women
2. Tumbling dice
3. You got me rockin’
4. All down the line
5. Shattered
6. Beast of burden
7. Let it bleed
8. Angie
9. Wild horses
10. Down in the bottom
11. Shine s light
12. Like a rolling stone
13. I go wild
14. Miss you
15. Connection
16. Slipping away
17. Midnight rambler
18. Rip this joint
19. Start me up
20. It’s only rock ‘n’ roll
21. Brown sugar
22. Jumpin’ Jack Flash
Tracks dvd 4 Brixton Academy, 19 juli 1995
- Honky tonk women
2. Tumbling dice
3. You got me rockin’
4. Live with me
5. Black limousine
6. Dead flowers
7. Sweet Virginia
8. Faraway eyes
9. Love in vain
10. Down in the bottom
11. Shine a light
12. Like a rolling stone
13. Monkey man
14. I go wild
15. Miss you
16. Connection
17. Slipping away
18. Midnight rambler
19. Rip this joint
20. Start me up
21. Brown sugar
22. Jumpin’ Jack Flash
Tracks cd:
- Not fade away – Amsterdam
2. Honky tonk women – Paris
3. Dead flowers – Amsterdam
4. Faraway eyes – London
5. Shine a light – Amsterdam
6. I go wild – Paris
7. Miss you – London
8. Like a rolling stone – Amsterdam
9. Brown sugar – Paris
10. Midnight rambler – London
11. Jumpin’ Jack Flash – Paris
12. Gimme shelter – Amsterdam
13. Rip this joint – Amsterdam
14. Street fighting man – Amsterdam
Line up:
- Mick Jagger – zang, gitaar, mondharmonica
- Keith Richards – gitaar, zang
- Charlie Watts – drums
- Ronnie Wood – gitaar, backingsvocals
- Darryl Jones – bas
- Lisa Fischer – backing vocals
- Bernard Fowler – backing vocals
- Chuck Leavell – keyboards
- Bobby Keys – saxofoon
- Andy Snitzer - saxofoon
- Kent Smith – trompet
- Michael Davis – trombone
Mudcrutch 2 – Mudcrutch
In 2008 werden we verrast met een studioalbum van de Amerikaanse southern- en countryrockband Mudcrutch. Mudcrutch werd in 1970 in Gainsville, Florida, opgericht door bassist-zanger Tom Petty en gitarist Tom Leadon. De band bestond oorspronkelijk verder uit zanger Jim Lenahan, leadgitarist Mike Campbell en drummer Randall Marsh. Marsh en Leadon verlieten de band in 1972 en werd keyboardspeler Benmont Tench lid van de band. In 1975 ging de band uit elkaar. Tench en Campbell vormden een jaar later The Heartbreakers en toen Tom Petty zich bij hen aansloot was de geboorte van de succesformatie Tom Petty & The Heartbreakers een feit.
Maar 32 jaar na het uiteenvallen van Mudcruch vond er een reünie plaats en verscheen eindelijk dan toch nog hun eerste album. En vorige maand zag de opvolger, Mudcrutch 2 het licht. Mudcrutch 2 is weer een feest van herkenning en dat begint al meteen bij het openingsnummer Trailer. Een melodieuze uptempo rocker, met de typische Tom Petty zang, de twanggy gitaar van Mike Campbell en de keys van Benmont Tench. In Dreams of flying valt de pompend bassende Petty op, de lyrische gitaarsolo’s en de beukende drums. Dan is het tijd voor de prachtige ballad Beautiful blue, met weer de opvallende bas, de Pink Floyd achtige gitaarsolo en een mooie pianosolo. Pareltje! Het door drummer Randall Marsh geschreven en gezongen Beautiful word is weer een uptempo rocker met zijn roots in de jaren 70. Een rustpunt is het subtiele I forgive it all, met ingetogen zang van Petty en mooi orgelspel van Tench. Het door Tom Leadon (broer van Bernie Leadon, de voormalige gitarist van The Eagles) geschreven The other side of the mountain is een fantastische melodieuze uptempo rocker. Het tempo blijft er flink in met de psychedelische heavy stomper Hope, met scheurende gitaren en een beukende drummer. Benmont Tench heeft Welcome to hell geschreven. Hij neemt in dit rockabilly achtige nummer, dat doet denken aan The Traveling Wilburys en Nick Lowe, de vocalen voor zijn rekening. In de melodieuze uptempo rocker Save your water tovert Mike Campbell Byrds achtige klanken uit zijn gitaar die ook zo typisch zijn voor veel van de songs van Tom Petty & The Heartbreakers. Mike Campbell is ook de componist van Victim of circumstance, een opwindende instant garage rocker, waarin ieder bandlid zijn duidelijke inbreng heeft. Het album eindigt met de ruim zes minuten durende ballad Hungry no more, met een lyrische scheurende gitaarsolo.
Conclusie: Hungry no more is de titel van het slotnummer van Mudcrutch 2, maar volgens mij zijn Tom Petty en de zijnen nog zo hongerig als een wolf. Mij kun je met dit album wakker maken. Ik lust er wel pap van.
Tracks:
- Trailer
- Dreams of flying
- Beautiful blue
- Beautiful word
- I forgive it all
- The other side of the mountain
- Hope
- Welcome to hell
- Save your water
- Victim of circumstance
- Hungry no more
Line up:
- Tom Petty – bas, zang, mondharmonica
- Mike Campbell – gitaar
- Benmont Tench – keyboards
- Tom Leadon – rhythm gitaar
- Randall Marsh – drums
Spacedust & ocean views – Anders Osborne
De Amerikaanse singer-songwriter Anders Osborne is op 4 mei 1966 geboren in Uddevalla (Zweden). Als tiener begon hij gitaar te spelen en luisterde naar platen van Neil Young, Bob Dylan, Jackson Browne en Joni Mitchell. Zijn favoriete zangers waren Van Morrison, Ray Charles en Lowell George. En toen hij Robert Johnson ontdekte viel hij helemaal voor de blues. Osborne ging het huis uit toen hij 16 was en vertrok liftend en muziek makend door Europa, Noord Afrika, het Midden Oosten, Azië en de VS. In 1985 streek hij neer in New Orleans. In 1989 verscheen zijn eerste album Doin’ fine. In de jaren daarna verschenen er regelmatig albums op verschillende labels. Van 2010 tot 2013 werden drie albums en een ep uitgebracht op Alligator Records.
Onlangs verscheen Spacedust & ocean views, het nieuwe album van Anders Osborne. Een album met twaalf door Osborne zelf en soms met anderen geschreven songs. Het album begint heel rustig met het mooie laid back luisterliedje Pontchartrain. Subtiele begeleiding en mooi gezongen, herinneringen oproepend aan Bon Iver en Jackson Browne. Ook Life don’t last that long is een mooi liedje met ingetogen gitaarsolo’s en fijne backing vocals. Lafayette is steviger, lekker uptempo, fellere gitaarsolo’s en uitbundige zang. Dan is het tijd voor de ruim zes minuten durende ballad Cape Cod, met keys en vooral de strijkers. Wind is weer stevig, funky, met strakke drums, zoemende bas, orgel en een mooie gitaarsolo. All there is to know is weer een ballad, met indringende zang van Osborne. Ook Can’t you still hear me is een ballad met orgel, strijkers en een korte bluesy gitaarsolo. De geest van The Holmes Brothers hangt boven de broeierige gospelblues Move back to Mississippi, met een spetterende gitaarsolo van Osborne. Het orgel van John ‘Papa’ Gros is prachtig in de bluesballad Burning up slowly, met weer die gedreven zang van Anders Osborne. Het vrolijke Tchoupitoulas street parade is weer heel iets anders met de blazerssectie en de fluitsolo’s van Rex Gregory. Big talk begint melodieus rockend en eindigt in een ballad met keys. Het nummer doet me in de verte een beetje denken aan Layla van Derek & The Domino’s. De titel van het slotnummer From space dekt de lading helemaal. Soms jazzy gitaarklanken en de gesproken woorden van Anders Osborne en van Ricky Lee Jones.
Conclusie: Ik ben wel gecharmeerd van het album Spacedust & ocean views. Anders Osborne is vooral een goede zanger en met behulp van een aantal voortreffelijke muzikanten is zijn nieuwste album een gevarieerd product geworden, dat zijn weg naar de liefhebbers zeker zal vinden.
Tracks:
- Pontchartrain
- Life don’t last that long
- Lafayette
- Cape Cod
- Wind
- All there is to know
- Can’t you still hear me
- Move back to Mississippi
- Burning up slowly
- Tchoupitoulas street parade
- Big talk
- From space
Line up:
- Anders Osborne – zang, gitaar, keyboard
- Carl DuFrene – bas
- James Singleton – upright bas
- Brady Blade en Johnny Vidacovic – drums
- Tony Leone – drums, percussie
- Scott Medzger en Phil Frank – gitaar
- Ivan Neville – keyboard, backing vocal
- John ‘Papa’ Gros – piano, wurlitzer, hammond
- Rex Gregory – saxofoon, fluit
- Stevie Blacke – strings
- Mark McGrain – trombone, flugelhorn
- Tiffany Lamson – backing vocals
Trilogy – Ana Popovic
Ana Popovic is geboren op 13 mei 1976 in Belgrado, in het voormalige Joegoslavisch en de hoofdstad van het huidige Servië. Muziek speelde een grote rol in de familie Popovic en Ana speelt al vanaf haar 15e gitaar. In 1995 vormt zij de band Hush waarmee ze in haar thuisland succes had. In 1998 traden ze zo’n 100 keer op en was de band ook regelmatig op de Joegoslavische televisie te zien. Hush ging uit elkaar toen Ana in 1998 naar Nederland kwam om aan het conservatorium in Utrecht te gaan studeren. Maar een jaar later stopte ze al met haar studie en ondertekende een platencontract. In 2002 verscheen haar eerste soloalbum Hush. Sinds 2012 woont Ana Popovic in Memphis.
Ana Popovic is inmiddels een gevestigde naam in de blues- en jazzwereld. Ze toert het hele jaar door met haar uitstekende band. Zo was ze op 3 juni jl. de openingsact op het Holland International Blues Festival in Grolloo en vanaf eind juni staat er weer een tournee in de VS en Canada op stapel. Haar gitaarspel wordt door niet de eerste de beste gitaristen geprezen. ‘Ana Popovic is one helluva a guitar-player’, zei Bruce Springsteen. En volgens Billy Gibbons van ZZ Top ‘rocks Ana the blues in fine, fine fashion’. Geen slechte aanbeveling lijkt mij.
En tussen de tournees door worden er ook nog albums gemaakt. Vorige maand kwam Trilogy uit. En de titel zegt het al, een driedubbel album met in totaal 23 songs..
De eerste vier nummers op cd 1 overvallen je als een tornado. Funky bluesrock, temperamentvolle blazers, scheurende felle gitaarsolo’s, keys en een ritmesectie die herinneringen oproept aan The Meters, maar dat is ook niet zo vreemd als je bassist George Porter jr. inhuurt. In de soulbluesballad Train is Joe Bonamassa te horen met een vlammende gitaarsolo zoals we van hem gewend zijn. If tomorrow was today wordt gedragen door de blazers en het orgel van Ivan Neville. De prima ritmesectie komt weer naar voren in Long road down, met een verpletterende gitaarsolo aan het eind. In Johnny Guitar Watson’s Hook me up is Robert Randolph te gast met een indringende solo op lapsteel. Een prachtige lovesong met weer een verschroeiende gitaarsolo van Popovic. Dat Ana Popovic niet alleen een uitstekende gitariste maar ook een heel goede zangeres is bewijst ze in het afsluitende Too late.
Cd 2 opent weer overdonderend met vlijmscherpe gitaarsolo’s in de bluesrocker You got the love, waarna het tempo sterk terugloopt in het jazzy Johnny Ray met mooi pianospel. Orgel, spetterend gitaarwerk en de indringende zang zijn in Woman to love te horen en Let’s do it again is een soulvol duet van Popovic en Alphonzo Bailey, beter bekend als de rapper Al Kapone. Vlammende gitaarsolo’s, beukende drums en een rollende bas domineren het uptempo instrumentele Who’s yo’ mama? Wasted is een soulbues met lyrisch gitaarwerk van Popovic. Cd 2 eindigt met het indringend gezongen Crying for me.
Cd 3 is totaal iets anders. Jazzliefhebbers komen op dit schijfje goed aan hun trekken. New coat of paint is pure jazz met blazers, een mooie pianosolo van Kyle Roussell en heldere zang van Popovic. Waiting on you heeft een Dave Brubeck achtig begin, met weer de uitstekende zang en een vloeiende jazzy gitaarsolo van Popovic. In a sentimental mood, de jazzklassieker van Duke Ellington uit 1935 is een juweeltje. Schitterende zang, weer een mooie jazzy gitaarsolo en een ingetogen blazerssectie. Het vervolg is swingend met drie songs waarin de zuivere en soepele zangstem van Ana Popovic weer een hoofdrol speelt. Het slotnummer You don’t know what love is, brengt je rechtstreeks naar de nachtclubs van New Orleans. Een heerlijk nummer met puik pianospel en een zwoel zingende Popovic.
Conclusie: Ana Popovic maakt haar faam weer waar. Trilogy is een uitstekend, gevarieerd album, waarop Ana Popovic met verve de diverse muzikale wegen bewandelt.
Tracks cd 1:
- Love you tonight
- She was a doorman
- Show you how strong you are
- Fencewalk
- Train
- If tomorrow was today
- Long road down
- Hook me up
- Too late
Line up:
- Ana Popovic – (slide)gitaar, zang
- Ivan Neville en Jason Clark – keys
- Derwin Perkins en Harold Smith – rhythm gitaar
- Mark Mullins – trombone
- Bobby Campo – trompet
- Jason Mingledorff – tenor sax
- George Porter jr. Jacky Clark en Tommy Sims – bas
- Raymond Weber en Peewee Jackson – drums
- Angie Primm, Anjelika Josepth en Erica Falls – backing vocals
Tracks cd 2:
- You got the love
- Johnnie Ray
- Woman to love
- Let’s do it again
- Who’s yo’ mama?
- Wasted
- Crying for me
Line up:
- Ana Popovic – (slide) gitaar en zang
- Michele Papadia en Jason Clark – keys
- Jacky Clark en Mark van Meurs – bas
- Tommy Sims – bas, rhythm gitaar
- Cody Dickinson – drums en keys
- Stephane Avellaneda en Edward Cleveland– drums
- Angie Primm – backing vocal
Tracks cd 3:
- New coat of paint
- Waiting on you
- In a sentimental mood
- Old country
- Waiting on you (double time swing)
- Heaven’s crying Aka song for the next generation
- You don’t know what love is
Line up:
- Ana Popovic – zang en gitaren
- Delfeayo Marsalis – trombone en horn arraangements
- Khari Allen Lee – alt sax
- Roderick Paulin – tenor sax
- Scott Johnson – bariton sax
- Kyle Rousell – piano
- David Pulphus en Barry Stephenson – akoestische bas
- Herlin Riley en Bernard Purdie – drums
Live At Blues Baltica – John F. Klaver Band
John F. Klaver is al lang geen onbekende meer in de Nederlandse blueswereld. Hij begon al op zijn 7e met gitaar spelen. Zijn inspiratiebronnen waren o.a. Gary Moore, Robben Ford en Jimi Hendrix. Hij ging op een gegeven moment in de VS studeren en nam privé gitaarlessen en studeerde daar ook muziektheorie. Terug in Nederland kreeg hij aan het Amsterdamse conservatorium lessen van Jesse van Ruller, Martijn van Iterson en Eef Albers. In 2007 startte hij zijn eigen band, The John F. Klaver Trio, later omgedoopt in The John F. Klaver Band. Hun debuutalbum Jetpepper verscheen in 2008. In 2011 en in 2013 won de band The Dutch Blues Challenge. The John F. Klaver Band speelde op veel grote festivals zoals Moulin Blues, IBC Memphis, EBC Berlijn, Big Rivers and Jazz in Juketown en de band stond in het voorprogramma van o.a. Johnny Winter, Dana Fuchs en Matt Schofield.
Op 15 juni vorig jaar trad de John F. Klaver Band op tijdens Blues Baltica in het Noord-Duitse Eutin, een van de grotere bluesfestivals in Duitsland. Het optreden werd opgenomen door Deutschlandfunk en hiervan is vorige maand het livealbum “Live At Blues Baltica” verschenen, een album met zeven eigen nummers en een cover. De opener Just for kicks is een swingende blues met heerlijke gitaarrifs, een strakke ritmesectie en een swingende hammondsolo. In het funky Make it so zijn weer die hechte ritmesectie, de “zwevende” orgeltonen en de lekkere gitaarsolo’s te horen. Heartful of blues is een bijna negen minuten durende slowblues met Stevie Ray Vaughan achtige gitaarsolo’s naast die heerlijke groove van de hammond en de vloeiend pompende bas. De enige cover is 32-20 van Robert Johnson, waar bijna acht minuten de energie van af spat met die wah wah gitaarsolo’s en (weer) die Pascal Lanslots, die met zijn hammond toveren kan. Peace of mind is weer een slowblues, gedreven enigszins hese zang en melodieuze gitaarlicks van Klaver, de drums en de bas en de hammond die soms als een kerkorgel klinkt. Prachtig. Het tempo wordt weer opgevoerd in het funky Wrong or right met ruig (wah wah) gitaarwerk. Devil woman is een swingende shuffle, uitstekende (soms felle) gitaarsolo’s, wederom de hechte ritmesectie en verpletterende hammondsolo’s. Het concert (en het album) eindigt met Dynamite, een psychedelische bluesrocker waarin de band weer helemaal los gaat.
Conclusie: “We really enjoyed it playing here” besluit John F. Klaver het concert en ik weet haast zeker dat het publiek in Blues Baltica ook heeft genoten van het optreden van deze Nederlandse topband. Het livealbum Live at the Blues Baltica bevat heerlijke stevige melodieuze bluesrock van de bovenste plank.
Tracks:
- Just for kicks
- Make it so
- Heartful of blues
- 32-20 Blues
- Peace of mind
- Wrong over right
- Devil woman
- Dynamite
Line up:
- John F. Klaver – gitaar, zang
- Iris Sigtermans – bas
- Pascal Lanslots – hammond
- Robert-Jan van Schoonacker – drums
Voor wie ben jij eigenlijk?
Voor wie ben jij eigenlijk? Dit is de laatste weken een veel gestelde vraag. Of je van voetbal houdt of niet, je wordt domweg geacht deze vraag te beantwoorden of je wilt of niet. Nederland doet niet mee aan het EK voetbal. Dat vind ik zoals zovelen ook jammer, maar we zijn in ieder geval verlost van een heleboel onzinnige toestanden zoals het compleet oranje schilderen van hele straten en van vele idiote snuisterijen. Ieder zijn meug, maar van mij hoeft het niet. Zo heeft ieder nadeel zijn voordeel zoals Johan Cruijff altijd zei. Maar nu moet je dus blijkbaar voor iemand anders supporter zijn. Als je zegt dat je gewoon lekker ontspannen van een lekkere pot voetbal wil genieten, is dat niet genoeg.
Mij is die vraag (nog) niet gesteld, maar ook ik heb mijn voorkeuren. Als sportverslaggever moet je objectief zijn, maar ik ben niet roomser dan de paus en hoop altijd dat een Goudse club wint. Zondag was ik supporter van DONK en heb ook staan juichen.
Nu het antwoord op de vraag. Ik ben al jaren verliefd op België en ga er binnenkort weer heen met vakantie. De vraag voor wie ik eigenlijk ben is dus hierbij beantwoord. Maar ik hoop vooral op mooi voetbal en de rest is gewoon bijzaak.