Leif de Leeuw – Where we’re heading
Leif de Leeuw (17 februari 1995 Amersfoort), raakt al heel jong bezeten van de gitaar. In 2009 en in 2013 wint hij de Sena Young Talent Guitar Award en in 2016 wordt hij door de lezers van ‘Gitarist’ uitgeroepen tot beste blues(rock) gitarist van de Benelux. In 2014 wint hij met de door hem opgerichte Leif de Leeuw Band de Dutch Blues Challenge. In 2015 wordt de Leif de Leeuw Band door de European Blues Awards uitgeroepen tot ‘Best band 2015’. De lezers van ‘Gitarist’ hebben zeer recent Leif de Leeuw gekozen tot Gitarist van het jaar Benelux (2020) en ook voor de vijfde keer op rij als eerste in de categorie blues(rock) gitarist.
De muziek van de zeskoppige Leif de Leeuw Band wordt gekenmerkt door dampende en snijdende gitaarriffs. De twee drummers voegen een extra groovy dimensie toe aan hun southern rocksound in de beste traditie van Little Feat, The Allman Brothers Band en Derek and the Dominos. In 2017 staat de Leif de Leeuw Band in de Boerderij in Zoetermeer in het voorprogramma van Devon Allman, zoon van de legendarische Gregg Allman. In 2018 toert de band als ‘Leif de Leeuw Band plays Allman Brothers Band. Deze toer is zo’n succes dat de band in juni 2019 besluit om de studio in te duiken en een album met louter songs van The Allman Brothers op te nemen. Deze opnamen verschijnen in oktober 2019 op een dubbelalbum.
Op 28 februari is de release van Where we’re heading, het nieuwe album van Leif de Leeuw Band. Het album opent met Baby James, een gitaarintro van een kleine minuut en met de groovy midtempo bluesrocker James, met gitaren en keys, is de toon gezet. Playing in a band is een echt bandnummer, de titel dekt dus de lading. Melodieuze Allman Brothers achtige gitaarsolo’s, keys, drums en fraai basspel in het rustige intermezzo. Adembenemend intens gitaarwerk is daarna te horen in de stevige bluesballad Do me wrong. Invloeden van Little Feat zijn er in Running, een prachtige ingetogen song, mooi gezongen en met fraaie gitaarsolo’s. Vlammende gitaren, bas en drums maken een feest van de funky instrumental Funky gumbo. Het titelnummer Where we’re heading kent meerdere tempowisselingen van heavy naar ingetogen, van subtiel naar vlammend gitaarwerk, een prominente bas en een wervelende orgelsolo. In het funky All you do improviseren de bandleden achter een wal van orgeltonen. Drive on is southern bluesrock in de beste Allman Brothers traditie. Het sluitstuk, de instrumental The gipsy flies, is een soort jamsessie met een jazzy keysolo en melodieuze gitaren.
Conclusie: Met Where we’re heading heeft Leif de Leeuw Band ons weer op een topalbum getrakteerd.
Tracks:
- Baby James
- James
- Playing in a band
- Do me wrong
- Running
- Funky gumbo
- Where we’re heading
- All you do
- Drive on
- The gipsy flies
Line-up
- Leif de Leeuw – gitaar
- Sem Jansen – gitaar, zang
- Tim Koning – drums
- Joram Bemelmans – drums
- Jelte Noordveld - keys
- Boris Oud – bas
Rory Gallagher – Check shirt wizard – Live in ’77
Op 14 juni a.s. is het al weer 25 jaar geleden dat de op 2 maart 1948 in Ballyshannon geboren Ierse bluesgitarist Rory Gallagher op 47-jarige leeftijd overleed. Gallagher begint zijn muzikale carrière begin jaren ’60 als gitarist in de Fontana Showband en medio jaren ’60 speelt hij in de Impact Sound Show Band. In 1966 formeert hij Taste. In 1971, als Taste wordt ontbonden, formeert Gallagher een eigen nieuwe band. De ster van Gallagher begint te stralen en in 1972 en 1974 wordt hij door het Britse muziekblad Melody Maker uitgeroepen tot beste bluesgitarist van de wereld. Vooral live is Rory Gallagher op zijn best. Door zijn vakgenoten zoals Eric Clapton, U2, Slash, Brian May en The Rolling Stones wordt hij geroemd en geprezen. Van alcohol is Rory niet vies en die eist uiteindelijk zijn tol.
Vorig jaar werd met het uitbrengen van het driedubbele album Blues gevierd dat het precies 50 jaar geleden was het eerste album van Rory Gallagher verscheen. Blues was een verzameling van 36 zeldzame en nooit uitgebrachte opnamen uit de periode 1971-1994.
Op 6 maart a.s. verschijnt Check shirt wizard – Live in ’77, met live opnamen van concerten die Rory Gallagher in januari en februari 1977 gaf in Brighton, Sheffield, Londen en Newcastle.
De eerste nummers van cd 1 Do you read me, Moonchild en Bought and sold zijn explosieve bluesrockers met felle gitaarsolo’s die we van Gallagher gewend zijn en een ritmesectie die soms als een sneltrein voortdendert. Het spel van pianist Lou Martin is prachtig in de slowblues Calling card, en het door merg en been snijdende gitaarwerk van Gallagher barst weer los in de uptempo bluesrocker Secret agent en het door orgeltonen aangekondigde fameuze Tattoo’d lady. Een van mijn favoriete songs van Rory Gallagher is de ballad A million miles away met vooral dat schitterende pianospel van Lou Martin. Het publiek in Londen krijgt hier een ruim negen minuten durende versie voorgeschoteld. De jagende ritmesectie van drummer Rod de’Ath en bassist Gerry McAvoy is op dreef in het zeer snelle I take what I want en de band is in topvorm in het ruim tien minuten durende Walk on hot coals.
Cd 2 opent met een aantal akoestische songs, Ledbelly’s Out on the western plain, Barley & grape rag, met viool, en Blind Boy Fuller’s Pistol slapper blues. De ritmesectie staat in de slowblues J.B. Hutto’s Too much alcohol weer als een huis, naast het intense gitaarspel en de mooie pianosolo. In het akoestische Going to my hometown neemt Gallagher de mandoline ter hand en is het pianospel weer heerlijk. Na het melodieuze Edged in blue improviseert de band lustig in het funky Jack-Knife beat en gaat daarna in de snelle rocker Souped-up ford weer helemaal los. De bekende traditional Bullfrog blues krijgt in Brighton een 11 minuten durende spetterende uitvoering met snijdend gitaarwerk, een lange bas- en drumsolo en een hamerende piano. Met Used to be en Country mile wordt het album afgesloten met een band in topvorm. Energieke bluesrock, verpletterend gitaarwerk, flonkerend pianospel en een zeer strakke ritmesectie.
Conclusie: Het album Check up wizard – Live in ’77 bewijst maar weer eens wat voor een geweldige gitarist Rory Gallagher was. En met Gerry McAvoy, Rod de’Ath en Lou Martin had hij denk ik de beste begeleiders die hij zich maar kon wensen. Rory Gallagher heeft ontelbaar veel concerten gegeven en ik hoop van harte dat er in de archieven nog de nodige pareltjes liggen. Dit blijft naar meer smaken.
Tracks cd 1:
- Do you read me (live from the Brighton Dome, 21 januari 1977)
- Moonchild (live from the Brighton Dome, 21 januari 1977)
- Bought and sold (live from Sheffield City Hall, 17 februari 1977
- Calling card (live at the Hammersmith Odeon, 18 januari 1977)
- Secret agent (live from Sheffield City Hall, 17 februari 1977)
- Tattoo’d lady (live from the Brighton Dome, 21 januari 1977)
- A million miles away (live at the Hammersmith Odeon, 18 januari 1977)
- I take what I want (live from Sheffield City Hall, 17 februari 1977)
- Walk on hot coals (live at the Hammersmith Odeon, 18 januari 1977)
Tracks cd 2:
- Out on the western plain (live from Sheffield City Hall, 17 februari 1977)
- Barley & grape rag (live from Sheffield City Hall, 17 februari 1977)
- Pistol slapper blues (live from Sheffield City Hall, 17 februari 1977)
- Too much alcohol (live at the Hammersmith Odeon, 18 januari 1977)
- Going ot my hometown (live at the Hammersmith Odeon, 18 januari 1977)
- Edged in blue (live at Newcastle City Hall, 18 februari 1977)
- Jack-Knife beat (live at the Hammersmith Odeon, 18 januari 1977)
- Souped-up ford (live from the Brighton Dome, 21 januari 1977)
- Bullfrog blues (live from the Brighton Dome, 21 januari 1977)
- Used to be (live at Newcastle City Hall, 17 februari 1977)
- Country mile (live at Newcastle City Hall, 17 februari 1977)
Line-up
- Rory Gallagher – gitaar, zang
- Gerry McAvoy – bas
- Lou Martin – keyboards
- Rod de’Ath – drums
Onderschatting?
Bestaat onderschatting in de sport? Ik durf met droge ogen te beweren dat dit bestaat. Bewust of onbewust. Een mooi voorbeeld van bewuste onderschatting is de bekerwedstrijd PSV – RKC in oktober 2018. Trainer Mark van Bommel dacht het varkentje wel even met een B-elftal te kunnen wassen. Maar de Eindhovenaren gingen roemloos ten onder, met het schaamrood op de kaken.
Op dinsdag 25 oktober 2016 knikkerde hoofdklasser Jodan Boys eredivisionist Go Ahead Eagles met 2-1 uit het bekertoernooi. Het Goudse feest in de Adelaarshorst was enorm. De Deventer hoogmoed werd genadeloos afgestraft.
Mijn gedachten gingen afgelopen zaterdag weer even terug naar die gedenkwaardige oktoberavond in Deventer. Jodan Boys nam het nu thuis in de 3e ronde van de districtsbeker op tegen 2e klasser SVC ’08. In de bestuurskamer staat nog steeds dat fraaie aandenken aan de Goudse sensatie van al weer bijna 3 ½ jaar geleden. Maar na 90 minuten dropen nu de Gouwenaren gedesillusioneerd af en namen de Wassenaarse fans bezit van sportpark Oosterwei.
Was er zaterdag ook sprake van onderschatting? Jodan Boys trad zonder een aantal basisspelers aan en jeugdspelers mochten het karwei helpen klaren. Maar bij bekervoetbal komen er vaak onvermoede krachten bovendrijven en toen Jodan Boys alsnog een drietal routiniers het veld instuurde was het al te laat. Nieuwe Goudse bekerdromen zijn helaas weer even uit zicht.
Van onderschatting van de tegenstander was zondag bij de trainer van RVC ’33 volgens hem geen sprake. Er moesten nog 13 minuten worden gespeeld van de eerder gestaakte wedstrijd tegen COAL. ‘Ook al is de stand 3-0 en staat de tegenstander met 9 man, we spelen tegen de wind in, dus je weet het nooit’, sprak trainer Potuyt. Maar hier bleef het Rotterdamse wonder uit.
Chip Taylor – In sympathy of a heartbreak
Chip Taylor is op 21 maart 1940 geboren al James Wesley Voight in Yonkers (New York). De Amerikaanse singer-songwriter-gitarist hoopt dus volgende maand 80 jaar te worden. Hij schrijft grote hits als Wild thing (Troggs), Angel of the morning (Merrilee Rush, PP Arnold), I can’t let go (The Hollies), Try (Janis Joplin) en Son of a rotten gambler (Ann Murray, The Hollies, Emmylou Harris).
Vanaf 1971 begint Taylor zelf platen uit te brengen en die carrière duurt, met een onderbreking in de jaren ‘80 en ‘90 toen hij professional gokker was, tot op de dag van vandaag voort. Taylor wordt 2016 opgenomen in de Songwriters Hall of Fame in New York City.
Begin dit jaar verscheen er van hem weer een nieuw album. Dit album, In sympathy of a heartbreak, is de opvolger van het vorig jaar verschenen Whiskey salesman 1958 en is opgenomen in Athletic Sound in Halden, Noorwegen, de studio van producer Kai Andersen (Dr. Kai).
Op In sympathy of a heartbreak staat 11 nieuwe liedjes. Allemaal zelf geschreven m.u.v. het korte Thank you for the offer, dat hij samen schreef met de Canadese singer-songwriter-violiste-gitariste Kendel Carson, met wie Taylor meerdere albums heeft opgenomen en ook heeft getoerd. Taylor wordt ook nu weer begeleid door de Noorse multi-instrumentalist en producer Gøran Grini.
De liedjes op het album zijn vrijwel zonder uitzondering allemaal intiem, ingetogen en rustig. De soms breekbare stem van Taylor, zoals in het titelnummer In sympathy of a heartbreak, Together we’re not much en Bad bus ride doet me denken aan de stem van Johnny Cash op zijn American Recordings. Ook de geest van Leonard Cohen waart in meerdere songs rond. De typische fluisterzang van Taylor is te horen in o.a. Matra for rest. Als begeleider toont Giri zijn klasse op uiteenlopende instrumenten (piano, pumporgan, bas, mellotron, elektrische gitaar, percussie, piano, autoharp, optigan, marxophone, harmochord en celeste). Vooral zijn pianospel in nummers als He’s a magician en Senseless.is flonkerend. In Little girl in blue krijgt Taylor vocale assistentie van de Noorse zangeres Hege Brynildsen. Een van de hoogtepunten is Newfoundland.
Conclusie: Met In sympathy of a heartbreak heeft Chip Taylor weer een vertrouwd mooi album het licht doen zien. Liefhebbers van intieme, ingetogen en tijdloze americana, die tevens van Johnny Cash en Leonard Cohen houden, worden ruim een half uur op hun wenken bediend.
Tracks:
- In sympathy of a heartbreak
- Together we’re not much
- I love you anyway
- It’s hard to sing this song
- He’s a magician
- Thank you for the offer
- Bad bus ride
- Little girl in blue
- Newfoundland
- Senseless
- Mantra for rest
Weekendvoetbal
Het onderwerp weekendvoetbal blijft de gemoederen bezighouden. De belangrijkste aanleiding voor deze discussie is de kaalslag in het zondag in West 2. De lijst van voetbalverenigingen die zich de afgelopen twee jaar prestatief op de zondag hebben teruggetrokken wordt groter en groter. Nieuwerkerk, Gouderak, Haastrecht, Stolwijk, Cabauw, Ammerstol, VEP, Woerden, Moordrecht. En dan noem ik hier alleen nog maar onze regioclubs.
De KNVB probeert de teloorgang van het zondagvoetbal een halt toe te roepen, maar weet niet goed hoe. Vorig jaar werd besloten de 4e en de 3e klasse op zondag in West 2 op te heffen. Gelukkig werd deze desastreuze keutel weer snel ingetrokken.
De discussie is nu opnieuw door de KNVB geopend. De zondagclubs in West 2 wordt weer gevraagd naar hun mening over het fenomeen weekendvoetbal. Ik vraag me af of ze nu andere antwoorden krijgen dan de vorige keer.
Ik zette in eerste instantie vraagtekens bij weekendvoetbal, maar ik ben er de laatste tijd toch anders over gaan denken. Er moet iets gebeuren, want als er niets gebeurt is het zondagvoetbal absoluut ten dode opgeschreven en wie wil dat. Er zijn clubs die flexibel zijn en het belang van weekendvoetbal zien, maar er zijn er ook die halsstarrig zijn en niets moeten hebben van weekendvoetbal.
Hopelijk toont de KNVB daadkracht en wil zij ook niet dat de amateurvoetbalvelden er op zondag desolaat en verlaten bij liggen. In dat geval is er niet alleen sprake van kapitaalvernietiging, maar de clubs zitten dan ook zonder inkomsten, terwijl ze het vaak al moeilijk genoeg hebben.
Ik ben bij nader inzien nu voorstander van weekendvoetbal. Er zullen echter nog de nodige praktische en principiële hobbels moeten worden overwonnen. En het vereist solidariteit tussen zaterdag- en zondagverenigingen.
Ben Poole Trio – Live ’19
De in 1987 in Bedford geboren Britse bluesgitarist Ben Poole heeft de laatste jaren veel loftuitingen in ontvangst mogen nemen. Jeff Beck en wijlen Gary Moore spraken in superlatieven over dit nieuwe gitaartalent. Total Guitar Magazine vroeg zich af of we te maken hebben met de nieuwe Joe Bonamassa. In 2011 werd hij genomineerd voor de British Blues Awards in de categorie “Best young blues artist” en “Best Original Blues Song” voor Everything I want” van zijn gelijknamige mini cd. Zijn debuutalbum Let’s go upstairs uit 2012 werd door zowel pers als publiek zeer positief ontvangen. Ook zijn albums Time has come (2016) en Anytime you need me (2018) kregen goede recensies.
In januari 2020 verscheen Live ’19, een dubbel livealbum met opnamen van de concerten die Ben Poole Trio gaf op 23 juli 2019 in The Old Schoolhouse in Barnsley, op 24 juli 2019 in The Half Moon in Londen en op 25 juli 2019 in Bootleggers in Kendal, Cumbria. De meeste songs die gespeeld worden zijn afkomstig van de twee meest recente albums van Ben Poole.
Na een intro begint cd 1 met Take it no more, een vette midtempo bluesrocker die meteen de kracht van het trio aangeeft: een strakke ritmesectie en fel gitaarwerk. Verschroeiend is vervolgens de gitaarsolo in de shuffle Win you over, waarin halverwege het publiek meeklapt en de band wordt voorgesteld. Ook in het funky Start the car, een cover van de Amerikaanse singer-songwriter Jude Cole, staat het trio als een powerhouse. De door Billy Miles geschreven en vooral van Freddie King en Derek & the Dominos bekende slowblues Have you ever loved a woman begint met Poole lustig improviserend op gitaar, waarna de band invalt en het nummer na zeven minuten ‘explodeert’. Ruim elf minuten genieten. In de melodieuze uptempo rocker The question why zijn invloeden van Santana duidelijk te horen. De groovy baslijn en het strakke drumwerk zijn weergaloos in het funky Further on down the line. Cd 1 eindigt met Don’t cry for me, een lange bluesballad met soulvolle zang en een vlammende gitaarsolo.
Cd 2 begint ook stevig met het door Ian Siegal en Todd Sharpville geschreven Lying to me. Het door Mark Knopfler geschreven en ook door The Jeff Healy Band opgenomen I think I love you too much, krijgt een funky uitvoering met zeer fraaie gitaarsolo’s en een onverstoorbare ritmesectie. Found out the hard way is een met een flinke portie soulsaus overgoten ballad met aan het eind weer spetterend gitaarwerk. Bas en drum openen stevig het uptempo Stay at mine, waarna Poole zijn gitaar weer geselt. De laatste twee songs zijn zeer lange nummers. In de ruim 14 minuten lange funky bluesrocker Anytime you need me steelt Steve Amadeo de show met een lange intense bassolo en gooit Poole er een paar vlammende gitaarsolo’s tegenaan. De toegift is Time might never come, een fraaie ballad van ruim een kwartier, waarin ingetogen gitaarwerk wordt afgewisseld door gierende solo’s.
Conclusie: Live ’19 is een album van grote klasse.
Tracks cd 1:
- Intro
- Take it no more
- Win you over
- Start the car
- Have you ever loved a woman
- The question why
- Further on down the line
- Don’t cry for me
Tracks cd 2:
- Lying to me
- I think I love you too much
- Found out the hard way
- Stay at mine
- Anytime you need me
- Time might never come
Line-up:
- Ben Poole – gitaar, zang
- Steve Amadeo – bas, backing vocals
- Wayne Proctor – drums, backing vocals
The Marshall Tucker Band – New Year’s in New Orleans Roll up ’78 and lightup ’79
Eind jaren 60 en vooral de jaren 70 van de vorige eeuw zijn de bloeitijd van de zgn. southern rock. In het zuiden van de VS ontstaan bands als The Allman Brothers Band, Lynyrd Skynyrd, Outlaws, Charlie Daniels Band, The Marshall Tucker Band, Atlanta Rhytm Section en Wet Willie.
Een van die southern bands is The Marshall Tucker Band, opgericht in 1972 in Spartanburg, South Carolina. De band bestaat dan uit zanger Doug Gray, leadgitarist, zanger Toy Caldwell, toetsenist, saxofonist en fluitist Jerry Eubanks, ritmegitarist George McCorkle, drummer Paul Riddle en bassist Tommy Caldwell. The Marshall Tucker Band, krijgt een platencontract bij Capricorn Records en in 1973 verschijnt hun debuutalbum The Marshall Tucker Band. Hun meest succesvolle album is Carolina dreams uit 1977. In 1980 komt bassist Tommy Caldwell bij een auto-ongeluk om het leven en neemt Franklin Wilkie zijn plaats in. In de jaren 80 zijn er nog meer wisselingen in de samenstelling en in 1993 overlijdt ook medeoprichter en componist Toy Caldwell.
The Marshall Tucker Band bestaat 47 jaar na hun oprichting nog steeds. De huidige bezetting bestaat uit zanger Doug Gray (het enige originele lid), toetsenist, saxofonist en fluitist Marcus James Henderson, de gitaristen Chris Hicks en Rick Willis, bassist Tony Black en drummer B.B. Borden. En ze toeren ook nog steeds.
Op oudejaarsavond 1978 trad The Marshall Tucker Band op in The Warehouse in New Orleans. Het concert werd door 150 radiostations in de VS uitgezonden. De line-up was de originele bezetting.
De opnamen van dit concert verschenen op het dubbelalbum New Year’s eve in New Orleans, roll up ’78 and light up ’79! in november 2019 in gelimiteerde oplage op Record Store Day. Het album is begin dit jaar wereldwijd uitgebracht.
De speaker opent het concert en vraagt of het publiek er klaar voor is om 1978 uit te luiden en 1979 te begroeten en het gehele land laten te horen dat New Orleans feest kan vieren. ‘Welcome to some old friends, The Marshall Tucker Band’. Met Fly like an eagle gaat The Marshall Tucker Band enthousiast uptempo van start en vervolgt swingend met de instrumental Long hard ride, hun hit uit 1976. In de melodieuze countryrocker Fire on the mountain, showt Troy Caldwell zijn fraaie kunsten op de steelgitaar en steelt Jerry Eubanks de show met zijn fluitsolo. Het tempo blijft er stevig in met Heard it in a love song, het jazzy Dream lover en Blue Ridge Mountain skies, met een mooi intermezzo van Toy Caldwell op gitaar. Can’t you see, hun debuutsingle is een prachtige countryballad, die begint en eindigt met de bekende fluitsolo. De stem van Doug Gray is enigszins schor en de gitaarsolo is vlammend. Het tempo gaat daarna weer flink omhoog in de rocker Hillbilly band, waarin gitaar en fluit om voorrang strijden en in de zeer snelle jazzy rocker Ramblin’, met een stomende ritmesectie en felle gitaarsolo’s. This ol’ cowboy is een melodieuze jazzy countryrocker en in de ‘cowboysong’ Desert skies is naast een jazzy gitaarsolo, Jerry Eubanks nu op saxofoon te horen. Het laatste nummer voor het aftellen naar het nieuwe jaar is 24 Hours at a time. Ruim 13 minuten countryrock met improviserende bandleden. Daarna begint New year’s countdown met Auld lang syne, een lied/gedicht van de Schotse dichter Robert Burns. Dit lied wordt in Schotland traditioneel gezongen bij de overgang van het oude naar het nieuwe jaar. Andere Engelstalige landen hebben later deze traditie overgenomen. The Marshall Tucker Band laat het hier bij een instrumentale versie. Met I’ll be loving you gaat de band daarna swingend het nieuwe jaar in. Na het jazzy Searchin’ for a rainbow wordt het concert afgesloten met een opwindende versie van de bekende gospel Will the circle be unbroken. Met een ‘Happy new year’, komt er een einde aan de show.
Conclusie: De Marshall Tucker Band was die avond in New Orlenas in topvorm. Ik kan me voorstellen dat het publiek en de radioluisteraars in de VS ruim 1½ uur hebben genoten van dit concert. En 42 jaar na dato kan iedereen dat nu ook.
Tracks cd 1:
- Fly like an eagle
- Long hard ride
- Fire on the mountain
- Heard it in a love song
- Dream lover
- Blue Ridge Mountain skies
- Can’t you see
- Hillbilly band
- Ramblin’
- This ol’ cowboy
- Desert skies
- 24 Hours at a time
Tracks cd 2:
- New year’s countdown – Auld lang syne
- I’ll be loving you
- Searchin’ for a rainbow
- Will the circle be unbroken
Line-up;
- Doug Gray – zang
- Tommy Caldwell – bas
- Toy Caldwell – leadgitaar, steelgitaar
- Jerry Eubanks – saxofoon, fluit, toetsen
- George McCorkie – ritmegitaar
- Paul Riddle – drums
Ciara
En toen had ik zondag ineens een vrije dag. Met dank aan Ciara of dankzij Ciara, het is maar net hoe je het bekijkt. De KNVB had alle voetbalwedstrijden voor zondag afgelast. En hoewel er ook tegengeluiden waren, was dat voor de afwisseling eens een duidelijk (en wijs) besluit van de voetbalbond. Ze lieten de supporters nu niet in de kou staan. Het was dus een rustige zondag op sportgebied. Zelfs biljartwedstrijden en ook de tafeltenniswedstrijd van de dames van Vriendenschaar werden gecanceld. De organisatoren van het NK Tegenwindfietsen hadden trouwens geen betere dag kunnen kiezen. Stoere binken die lekker met de bakkes in de wind de strijd met elkaar en de elementen aangaan. Maar tot grote verbazing van velen werden de wedstrijden halverwege gestaakt. Niet omdat de fietsers niet durfden, maar omdat het voor de materiaalwagens op de Oosterscheldekering onverantwoord was. Ciara zal hier wel vervloekt zijn.
Het afgelopen weekend stond ook in het teken van afscheid nemen. Na 35 jaar nam Raymond van Barneveld zaterdag afscheid. Barney bergt zijn pijlen definitief op. De man die de dartsport in Nederland populair maakte houdt het voor gezien. Hij zei opgelucht te zijn en dat nu eindelijk alles weer leuk is. Ja, dan denk ik ‘was dan eerder gestopt man’. Gelukkig stopte Barney nu op tijd, want als hij dat een dag later had gedaan, had de martelgang van de voormalige Haagse postbode dankzij Ciara misschien nog langer geduurd.
Ik heb mij in ieder geval zondag niet verveeld. Een mooie documentaire over soulzanger Donny Hathaway, de biografieën van Louis Couperus en de 18e eeuwse Schots-Nederlandse kapitein John Gabriel Stedman en de muziek van Bob Dylan waren meer dan een pleister op de sportwonde die Ciara veroorzaakte.
Tinsley Ellis – Ice cream in hell
De Amerikaanse zanger-gitarist Tinsley Ellis is geboren op 4 juni 1957 in Atlanta, Georgia, maar groeit op in Florida. Hij ontdekt al op jonge leeftijd de blues via de Britse bands als The Yardbirds, The Animals, The Rolling Stones en Cream. Maar vooral de blues van B.B. King, Albert King en Freddie King spreekt hem aan. In 1975 keert Ellis weer terug naar Atlanta en gaat in The Alley Cats spelen en vanaf 1981 bij The Heartfixers. Hij maakt twee album met The Heartfixers en gaat daarna solo. In 1988 komt bij Alligator Records zijn lovend ontvangen debuutalbum Georgia blue uit. Een nieuwe gitaarheld is volgens de critici en de fans geboren. Hij deelt het podium met o.a. Warren Haynes, The Allman Brothers Band, Stevie Ray Vaughn, Otis Rush, Willie Dixon, Son Seals, Koko Taylor, Albert Collins en Buddy Guy. Hij wisselt een aantal keren van platenlabel (Capricorn Records, Telarc en Heartfixer Music), maar inmiddels is hij weer teruggekeerd bij het vertrouwde Alligator Records.
Op 31 januari verscheen het nieuwe album van Tinsley Ellis. Op dit album, Ice cream in hell, staan elf door Ellis geschreven nieuwe songs. Het album opent uitstekend met Last one to know, een midtempo soulblues met orgel en blazers in de beste Stax-traditie en met duidelijke invloeden van Albert King. Don’t know beans start met een funky gitaar die gaandeweg ‘explodeert’ over de golvende Hammondtonen van Kevin McKendree. Schitterend Hammondspel is ook weer te horen in het titelnummer, de melodieuze funky blues Ice cream in hell, Foolin’ yourself is een uptempo shuffle, met een snijdende gitaarsolo en een uitblinkende McKendree op piano en orgel. Een absoluut topnummer is Hole in my heart, een prachtige slowblues. In de boogie/bluesrocker Sit tight mama wordt het tempo flink opgevoerd. Een song met een vette slide en met een hoog Hound Dog Taylor gehalte. Fantastisch is daarna weer de Hammondsolo in de in vlammend gitaarwerk ondergedompelde midtempo blues No stroll in the park. Strak drumwerk is prominent in de funky bluesrocker Evil till sunrise en het melodieuze Everything and everyone zou op het repertoire van Santana zeker niet misstaan. Na de midtempo blues Unlock my heart wordt het album met het absolute hoogtepunt Your love’s like heroin afgesloten. Een ruim zeven minuten lange slowblues met intens lyrisch gitaarwerk en prachtige Hammondgolven. Een schitterende finale.
Conclusie: Ice cream in hell is een absoluut topalbum van een fantastische gitarist.
Tracks:
- Last one to know
- Don’t know beans
- Ice cream in hell
- Foolin’ yourself
- Hole in my heart
- Sit tight mama
- No stroll in the park
- Evil till sunrise
- Everything and everyone
- Unlock my heart
- Your love’s like heroin
Line-up:
- Tinsley Ellis – gitaar, zang
- Kevin McKendree – Hammond, piano, ritme gitaar
- Steve McKey - bas
- Lynn Wiliams – drums
- Jim Hooke – saxofoon
- Quentin Ware – trompet
Josh Smith – Live at the Spud
De Amerikaanse zanger-gitarist Josh Smith is geboren op 7 oktober 1979 in Middletown, Connecticut, maar hij verhuist al snel met zijn ouders naar Pembroke Pines, Florida. Hij is er vroeg bij want hij krijgt al op zijn 3e (!) zijn eerste gitaar en als hij 6 jaar gaat hij gitaarles nemen. Hij raakt al vroeg in de ban van de blues en luistert naar o.a. Muddy Waters, B.B. King, Albert King en T-Bone Walker. Hij bezoekt ook concerten van The Rolling Stones, The Allman Brothers en Bruce Springsteen. Als 12-jarige speelt hij op bekende blues jams in Musicians Exchange Café in Fort Lauderdale en Club M. in Hollywood, Florida. Hij wordt leadgitarist bij The Rhino Cats, de huisband van Club M. Don Cohen, eigenaar van Club M., herkent het grote talent van de jonge Josh en biedt aan hem te helpen om zijn muzikale carrière te ontwikkelen. Josh Smith brengt zijn debuutalbum Born under a bad sign uit als hij 14 jaar is! Hij gaat met een eigen band op tournee door de VS. In 2002 trouwt hij en verhuist met zijn vrouw naar zijn huidige woonplaats Los Angeles, Californië. Hij blijft platen uitbrengen en toeren en begeleidt o.a. Raphael Saadiq, Benny Cassette, Tara Ellis, Taylor Hicks en Mick Jagger.
Op 29 en 30 december 2018 treedt Josh Smith (gitaar en zang), met bassist Travis Carlton en drummer Gary Novak, op in The Baked Potato in Studio City, Californië. Opnamen van deze concerten verschenen begin dit jaar op het album Live at the Spud.
Forse drumroffels zijn het sein voor het powertrio om met How long heel stevig te openen. Vette vuige bluesrock met Jimi Hendrix en Led Zeppelin in het achterhoofd. Het trio bewijst vervolgens in het ruim 13 minuten durende funky Pusher uitstekend op elkaar ingespeeld te zijn. Vlammende gitaarsolo’s, droog, strak en hard drumwerk en een dynamische bassolo. The way you do is een ruim tien minuten lange slowblues met soms heel ingetogen en dan weer fel gitaarspel van Smith. De strakke ritmesectie levert, naast de swingende gitaar, weer prima werk in het funky Letting you go. Bij het schrijven van When I get mine zegt Smith geïnspireerd te zijn door Albert King en dat is aan zijn gitaarspel hier ook duidelijk te horen. Het nummer begint met een fuzzbasintro dat doet denken aan Crossroads van Cream. Carlton’s baslijnen lopen verder fraai door het hele nummer heen. En het sterke drumwerk maakt de samenwerking tussen de bandleden weer compleet. Het concert wordt vervolgd met twee lange instrumentals. Allereerst de slowblues Penance met lyrisch gitaarspel en Triple J. Hoedown, waarin volop wordt geïmproviseerd van een jazzy intro naar uptempo funky en rockend, rollende en jagende drums, stuwende bas en felle gitaarlicks. The middle is een ballad met veel soul en als uitsmijter gaat het trio nog een keer helemaal los in de voortdenderende shuffle Where’s my baby, waarin Smith nog maar weer eens bewijst een uitstekende gitarist te zijn.
Conclusie: Josh Smith schiet met het livealbum Live at the Stud (weer) in de roos. Bluesrock van hoog niveau.
Tracks:
- How long
- Pusher
- The way you do
- Letting you go
- When I get mine
- Penance
- Triple J Hoedown
- The middle
- Where’s my baby