Gerritschinkel.nl Columns & meer

28jan/200

Sir Oliver Mally & Hubert Hofherr – Overdue

De Oostenrijkse singer-songwriter ‘Sir’ Oliver Mally (6 februari 1966 Waga, Steiermark), leert zichzelf op 15-jarige leeftijd elektrische gitaar spelen. Mally zegt beïnvloed te zijn door bluesgitaristen Albert King, Buddy Guy, John Lee Hooker, BB King en Albert Collins. Als songwriter zijn Townes van Zandt en Steve Earle zijn voorbeelden. In de late jaren ’90 wordt de akoestische gitaar meer zijn grote liefde. Vanaf 2002 verschijnen er aan de lopende band albums van Mally. In 2017 ontvangt hij de Gouden Medaille van Stiermarken voor zijn verdiensten als muzikant en organisator.

Op zijn akoestische live album Folk blues adventures uit 2018 werkte Mally samen met de Duitse gitarist Peter Schneider en op zijn nieuwe album Overdue heeft Mally wederom een Duitse muzikant in de arm genomen, de in Neder-Beieren geboren mondharmonicaspeler Hubert Hofherr.

Met Mainstreet blues en Cracks in the mirror opent het album met lekkere luie countryblues die je in de Mississippi Delta doet belanden. Intense zang, tokkelende akoestische gitaar en een huilende mondharp. Butterfly girl is een dromerige liefdesverklaring an zijn vlindermeisje. Prachtige mondharpsolo’s zijn te horen in het melodieuze Sweet & fine en ook in Meet me in the alley, is naast de bottleneck, een hoofdrol weggelegd voor de mondharp. Ingetogen is daarna weer de zang in de trage blues Sittin’ here wonderin’. Ontspannen is My old friend the blues, een cover van Steve Earle uit 1986 (album Guitar town). De vibrerende mondharp voegt een extra dimensie aan dit nummer toe. I.D.C.A.A. (I Don’t Care At All), is tokkelende gitaar en mondharp. Een totaal afwijkend nummer op het album is het ruim een minuut durende psychadelische intermezzo Gin-ology. In Got some nasty habits keert de (12 bar) blues weer terug. Het mooiste wordt wat mij betreft tot het eind bewaard. Ruim zes minuten genieten van Time, een song van Tom Waits van zijn befaamde album Raindogs uit 1985. Het nummer lijkt op het lijf van Mally geschreven. Heel mooi gezongen en Hofherr ‘huilt’ lekker mee op zijn mondharp.

Conclusie: Met Overdue heeft Sir Oliver Mally weer een fraai akoestisch bluesalbum afgeleverd.

Tracks:

  1. Mainstreet blues
  2. Cracks in the mirror
  3. Butterfly girl
  4. Sweet & fine
  5. Meet me in the alley
  6. Sittin’ here wonderin’
  7. My old friend the blues
  8. D.C.A.A.
  9. Gin-ology
  10. Got some nasty habits
  11. Time
27jan/200

Nieuw Varkenoord

Ik loop nu ruim 35 jaar als verslaggever rond in de sportwereld en in die tijd ben ik op heel veel sportcomplexen geweest. Sportvelden, sporthallen, sportzalen en zwembaden, te veel om op te noemen. Maar er is de laatste jaren ook hier ontzettend veel veranderd. Verouderde accommodaties hebben plaatsgemaakt voor nieuwbouw, zoals b.v. bij Olympia. De oude kleedkamers, de kantine en de gammele tribune zijn gesloopt en er is een prachtige accommodatie voor in de plaats gekomen.

Er zijn ook sportvelden helemaal verdwenen. Veel Goudse sportliefhebbers, die nu wekelijks in het Groenhovenpark hun favorieten aanmoedigen, denken soms nog met weemoed terug aan de oude sportvelden aan de Nieuwe Vaart. Het knusse complex van SV DONK aan de Julianasluizen moest plaats maken voor de Zuidelijke Randweg. Sporthal De Springers, de eerste sporthal van Gouda, is in 2012 gesloopt. Sporthal De Zebra en de nieuwe Mammoet zijn er voor in de plaats gekomen. De zwembaden de Trefkuil, het Spaardersbad en de Tobbe zijn ook geschiedenis. Nieuwe accommodaties zijn geboren. Sportpark Uiterwaard, de voetbalvelden aan de Nieuwe Donkstraat en binnenkort ook de nieuwe sporthal bij het tamelijk nieuwe Groenhovenbad.

Over nieuwe accommodaties gesproken. Ik was zaterdag in Rotterdam op Nieuw Varkenoord, het spiksplinternieuwe complex van SC Feyenoord. ‘We zijn er groos op meneer’,  sprak een bestuurslid met een vet Rotterdams accent. En daar was geen woord van gelogen. Alleen het scorebord werkte nog niet en één van de bierpompen produceerde alleen schuim. Maar verder was alles pico bello. Bij de opkomst van beide elftallen schalde ‘Mijn Feyenoord’ van Lee Towers luid uit de speakers. En voor een verslaggever is het heerlijk comfortabel om vanaf de fraaie Giovanni van Bronckhorst tribune de wedstrijd te kunnen verslaan.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
21jan/200

Joe Henry – The gospel according to water

De op 2 december 1960 in Charlotte, North Carolina, geboren Joe Henry is behalve als singer-songwriter de laatste twee decennia vooral bekend als producer. Hij produceert o.a. albums van Solomon Burke, Aimee Mann, Susan Tedeschi, Betty LaVette, Elvis Costello en Allen Toussaint, Mary Gauthier, Rodney Crowell, Salif Keita, Ramblin’ Jack Elliott, Mose Allison, Aaron Neville, Billy Bragg en Joan Baez. Henry is ook mede-componist van songs van Madonna, van Rosanne Cash, Madeleine Peyroux en Chely Wright. In 1986 verschijnt zijn eerste soloalbum Talk of heaven.

Op 19 november kwam het 15e album van Joe Henry uit. Dit album, The gospel according to water, de opvolger van het in 2017 verschenen Thrum, heeft Henry uiteraard zelf geproduceerd. Het album kwam tot stand in een periode van persoonlijke beslommeringen (bij Henry werd prostaatkanker geconstateerd). Het opnemen van de 13 songs nam slechts 2 dagen in beslag en Joe Henry wordt begeleid door een aantal bevriende uitstekende musici. Ook zoon Levon verleent zijn medewerking.

De meeste songs worden gekenmerkt door prachtig akoestisch gitaarspel van Joe Henry en de Engelse folkgitarist John Smith. Fraaie voorbeelden daarvan zijn het openingsnummer Famine walk, de titelsong The gospel according to water en Green of the afternoon. De soms expressieve zang van Henry heeft hier en daar wat weg van die van Tom Waits en Randy Newman. Mule, Orson Wells en In time for tomorrow worden opgevrolijkt door de klarinet van Levon Henry, die in Gate of prayer cemetery #2 een jazzy saxsolo speelt. De bijdragen van Patrick Warren op keyboards en piano zijn vaak subtiel en lyrisch zoals in Choir boy. Fraai is ook de harmoniezang van J.T. Nero en Allison Russell (Birds of Chicago) in The fact of love.    

Conclusie: The gospel according to water is een sober, warm, intiem en ontspannend album

Tracks:

  1. Famine walk
  2. The gospel according to water
  3. Mule
  4. Orson Welles
  5. Green of the afternoon
  6. In time for tomorrow
  7. The fact of love
  8. Book of common prayer
  9. Bloom
  10. Gate of prayer cemetery #2
  11. Salt and sugar
  12. General Tzu names the planets
  13. Choir boy

Line-up;

  • Joe Henry – zang, akoestische en elektrische gitaar
  • Levon Henry – klarinet, tenorsax
  • J.T. Nero – zang
  • David Pitch – bas
  • Allison Russell – zang
  • John Smith – akoestische gitaar
  • Patrick Warren – keyboards, upright piano

 

 

20jan/200

Uit de winterstop

Ik zag afgelopen zaterdag veel vrolijke gezichten. Veel voetbalfans waren blij dat de winterstop er op zat. Een paar weekjes zonder voetbal is leuk, maar het moet natuurlijk niet te lang duren. En de fans waren uiteraard benieuwd of hun favorieten een beetje goed uit de winterstop zouden komen, want dat is ook maar afwachten. Een paar weken niet voetballen kan het ritme verstoren. Een team dat voor de winterstop in de zgn. ‘winning mood’ zat had wellicht liever helemaal geen winterstop gehad. En een team dat daarentegen behoorlijk van slag was, zou zo’n onderbreking misschien juist goed uitkomen.

Aangezien we niet in Engeland wonen zal een discussie over al dan niet een winterstop houden nauwelijks worden gevoerd. Bij het nut van een trainingskamp kun je misschien eerder vraagtekens zetten. En dan vooral over een trainingskamp in zonnige oorden. De Hollandse kou ontvluchten en de zon opzoeken.

Hoofdklasser Jodan Boys was een paar dagen in Torremolinos neergestreken. Hard trainen, geen wedstrijdjes spelen en verder veel lol maken. Teambuilding was het toverwoord. Ik ga verder niet in op het nut van trainingskampen, maar als je wint heb je gewoon gelijk. Jodan Boys versloeg streekgenoot en koploper Sportlust ’46 met 4-1. Beide teams deden niet veel voor elkaar onder en de bezoekers uit Woerden hadden voetballend eigenlijk meer in hun mars. Maar daar ben je er niet mee. Jodan Boys speelde meer als een team en als ook de tegenstander op een aantal fronten verzaakt dan stap je als thuisploeg uiteindelijk juichend van het veld. Had Sportlust ’46 in plaats van naar Doorwerth ook naar Torremolinos moeten gaan?

A.s. weekend hervatten ook de overige amateurs hun competitie. Ik ben reuze benieuwd hoe zij uit de winterstop komen.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
20jan/200

S.A. Harris – Best of blues from Cell Block D.

S. (hawn). A(lexander). Harris is geboren op 30 mei 1968 in Medford, Oregon. Als hij acht jaar oud is ontdekt hij een natuurlijk oor voor muziek toen hij aan een piano ging zitten en begint te spelen alsof hij dat al een paar jaar doet. In 1978, als hij tien jaar oud is, krijgt hij zijn eerste baan om muziek voor een muziekwinkel te spelen. De eerste keer dat een menigte zich om hem heen verzamelt weet hij het zeker: ‘dit is waarvoor ik geboren ben’. In zijn tienerjaren speelt hij ik een 50's - 70's Rock Review band. Blues en classic rock hebben de muzikale smaak van Shaw sterk beïnvloed. Peter Green van Fleetwood Mac brengt hem er toe de gitaar te pakken.

In december 2019 verscheen het album Best of blues from cell block D. Op dit album staan twaalf tracks die Harris tussen 2011 en 2017 heeft opgenomen als hij in de Oregan State Penitentiary zit opgesloten. In totaal neemt hij in die periode 40 nummers op. Hij heeft alleen een gitaar en een multi-track recorder ter grootte van een rekenmachine. Harris had speciale toestemming gekregen om deze in zijn cel te hebben. Harris is hier min of meer een eenmansband want hij speelt behalve gitaar ook bas en drums. Op het uiteindelijke resultaat spelen op een aantal nummers gastmusici mee. Harris heeft het album opgedragen aan zijn 28-jarige zoon Michael Alexander, die in 2018 zelfmoord pleegde.

Op het openingsnummer, de midtempo blues Feather bed, is fraai pianospel te horen van Christian Hawkins. Marc Leverett speelt een vette gitaarsolo. Harris zingt, drumt en speelt ritmegitaar en bas. In de funky instrumental, met lekker basloopjes, Strange funky bird is Harris weer alleen te horen. I wanted whiskey, ook uitgebracht op single, is een uptempo bluesrocker met een gruizig zingende Harris en in de midtempo blues Gonna ride, met vette gitaarlicks is Hawkins in de backing vocals te horen. Dat Harris een fan is van Peter Green is overduidelijk te horen in The Peter Green blues.  Friday night at the Roadhouse is een fraaie midtempo instrumental met melodieus gitaarwerk. De invloeden van Peter Green en de oude Fleetwood Mac zijn ook volop aanwezig in de slowblues Blue jean blues en de instrumental A storm’s a coming. Fraai gitaarwerk. Freedom bound is een heavy uptempo bluesrocker in de stijl waar het powerrocktrio Beck Bogert & Appice patent op had. Het rockt daarna lekker verder in de instrumental On the move en Blues De’ville. Het slotnummer is Dirty ole blues, een midtempo bluesrock instrumental met lekkere gitaarsolo’s.  

Conclusie: De blues uit cell block D bevalt mij uitstekend

Tracks:

  1. Feather bed
  2. Strange funky bird
  3. I wanted whiskey
  4. Gonna ride
  5. The Peter Green blues
  6. Friday night at the Roadhouse
  7. Blue jean blues
  8. A storm’s a coming
  9. Freedom bound
  10. On the move
  11. Blues De’ville
  12. Dirty ole blues
18jan/200

Danny Vera – Pressure makes diamonds live

De Zeeuwse singer-songwriter Danny Vera (31 mei 1977, Middelburg) behoorde tot de eerste lichting studenten van de Rockacademie in Tilburg. Met zijn eerste band Till dawn toerde hij begin deze eeuw door Nederland. In 2003 verscheen zijn debuutalbum For the light in your eyes. Bij het grote publiek werd Danny Vera vooral bekend als huisband in de voetbalshows VI Inside en Veronica Inside op tv, waarbij Johan Derksen menigmaal de loftrompet stak over Vera. Het succes van de altijd in strak maatpak gestoken en met een fraaie vetkuif uitgeruste zanger-gitarist is daarna alleen maar groter geworden. Het afgelopen jaar belandde hij, ook tot zijn eigen verbazing, met de single Roller coaster uit het niets op de 4e plaats van de Top 2000 van NPO Radio 2.

Voor Danny Vera, wie kent hem nu niet in Nederland, was 2019 een zeer succesvol jaar. Zijn platen gingen als zoete broodjes over de toonbank en hij speelde voor vrijwel uitverkochte zalen. Medio december 2019 verscheen het album Pressure makes diamonds live, een live-album met opnamen van de toer van het afgelopen jaar. De tracks zijn opgenomen in de Stadsschouwburg van Haarlem en in Theater De Lievekamp in Oss. Het album is gemixt in de Wisseloord Studios in Hilversum.

Het album Pressure makes diamonds live laat de veelzijdigheid van Danny Vera horen. De ingetogen en zachte kant in songs als Born again, Oblivious desire, Veins en You. In songs als Pompadour hippie en ook in Every time is de stijl van Glen Campbell te horen. Viool en cello voegen vooral in de rustige nummers een fijne sfeer toe. Maar Danny Vera en zijn band kunnen ook stevig rockend uitpakken, zoals in Fallen king, het broeierige Ghost, Next night flight, het rockabilly achtige L.O.V.E. en in het lange Honey south, met scheurende gitaren, pianosolo’s en solo’s van de blazers. Uiteraard ontbreekt de grote hit, het mooie akoestische Roller coaster niet. De crooner in Vera is te horen in het jazzy Snow in april. Zeer vrolijk en hilarisch is Expandable time, dat als intro begint met The lion sleeps tonight, de grote hit van The Tokens.

De twee nummers die niet op de cd maar wel op de dubbel lp staan zijn Bye bye Eddie, een gevoelig liedje met alleen zang en akoestische gitaar. En de uitsmijter, een knallende versie van het van Jackie Wilson bekende Higher and higher, mag er zeker zijn, met veel dank aan de prominente blazerssectie,

Conclusie: Van deze sympathieke Zeeuw zijn we nog niet af. En dat is maar goed ook. Pressure makes diamonds live is een mooi en smaakvol album. Dit jaar zal hij ongetwijfeld weer voor enthousiaste volle zalen spelen.

Tracks:

  1. Born again
  2. The outsider
  3. Every time
  4. Oblivious desire
  5. Veins
  6. Pompadour hippie
  7. You
  8. Tomorrow will be mine
  9. Fallen king
  10. Pressure makes diamonds
  11. Ghost
  12. Distant rumble
  13. Roller coaster
  14. Next night flight
  15. Expandable time
  16. Honey south
  17. Snow in april
  18. O.V.E.

Alleen op lp:

  1. Bye bye Eddie
  2. Higher and higher

Line-up

  • Danny Vera – zang, gitaar
  • Rob de Groot – gitaar
  • Almer Kaasschieter - bas
  • Erik Swinkels – piano
  • Gert-Jan Zegel – drums
  • Eva van der Poll – cello
  • René van Hertum – saxofoon
  • Kees Adolfsen – trombone
  • Fred van Straten – trompet
  • Adriaan Breunis – viola
  • Loes Dooren – viool
  • Geidré Mundinaité – viool

 

13jan/200

Steve Strong and the Jackknife Truckers – F.U.N.

Steve Strong and the Jackknife Truckers is voor mij een volslagen onbekende band. Maar dat is misschien ook niet zo vreemd want deze band uit Kansas City, Missouri, is nog geen jaar geleden opgericht. Dit Amerikaanse trio bestaat uit Steve Strong (gitaren, bas, zang), Dave Evans (leadgitaar) en Mark McMann (drums). Het afgelopen jaar is de band bezig geweest met het schrijven van songs en het opnemen daarvan. Deze songs zijn samengebracht op hun debuutalbum F.U.N. dat in oktober 2019 werd uitgebracht.

Op F.U.N. staan 12 veelal puntige songs die gemiddeld zo’n 3 minuten duren. De openingsnummers F.U.N. en That girl is dynamite, zijn uptempo melodieuze rockers met een rockabilly sound en die me doen denken aan het werk van The Fabulous Thunderbirds. Beide songs zijn vorig jaar ook als single uitgebracht. I like to drink beer is vrolijke midtempo countryrock en in de energieke uptempo rocker  Turn the lights down low gaan de gitaren er weer tegenaan. Het tempo blijft daarna hoog in de countryrocker Am I to blame. Prachtig dobro- en banjospel is te horen in het mooie Better place than I found. Defective blue is ‘gewoon’ prettig in het gehoor liggende americana. Een rustpunt is de ballad Gone. De uptempo countryrocker The mess around doet me sterk denken aan The Flying Burrito Brothers. Fraai banjospel is daarna weer te horen in de ballad I don’t know how to make you happy en in het midtempo Don’t want let you go is zelfs een orgel te horen. Het album wordt afgesloten met Broken down wings. Het nummer begint en eindigt met acapella zang van Steve en Leslie Schuh. En de banjo is ook weer present. Een heel mooie song.

Conclusie: Mijn muzikale kennismaking met Steve Strong and the Jackknife Truckers is mij goed bevallen. Op F.U.N. horen we een energieke band die muziek zonder poespas maakt. De albumtitel dekt de lading. Zeer goed te pruimen.

Tracks:

  1. F.U.N.
  2. That girl is dynamite
  3. I like to drink beer
  4. Turn the lights down low
  5. Am I to blame
  6. Better place than I found
  7. Defective blue
  8. Gone
  9. The mess around
  10. I don’t know how to make you happy
  11. Don’t want let you go
  12. Broken down wings

Line-up

  • Steve Strong – gitaren, bas, zang, keys, banjo, fiddle
  • Dave Evans – leadgitaar
  • Mark McMann – drums

Gastmusici:

  • Randy Singleton – dobro
  • Ryan Strong – drums (track 8)
  • Leslie Schuh – backing vocals (track 12)
  • Mark Hudson – drums (track 3)
13jan/200

2020

Het sportjaar 2020 is voorzichtig begonnen en zal de komende weken weer in volle hevigheid losbarsten. Op de nieuwjaarsrecepties waar ik de afgelopen week aanwezig was voerde optimisme voor het nieuwe sportjaar de boventoon. Sportief zit het dus wel snor mag ik hier uit afleiden. Maar er werd ook zorg uitgesproken, want het wordt voor sportclubs steeds moeilijker om voldoende vrijwilligers te krijgen. En een sportclub drijft nu eenmaal op vrijwilligers. Zonder scheidsrechter, elftalbegeleider, onderhoudsman, barpersoneel, wedstrijdsecretaris, ouders die hun kinderen naar wedstrijden rijden en bestuursleden kun je als sportclub wel inpakken en wegwezen. Het verloop in het vrijwilligersbestand is tegenwoordig groot. Iedereen heeft het druk en men staat, om welke redenen dan ook, niet te trappelen om de vrijwillige handen uit de vrijwillige mouwen te steken. Een maatschappelijke trend die helaas ook voor de sportwereld op gaat. De oudjes doen het nog wel, maar de jeugd staat helaas niet te springen.

Maar terug naar het optimisme. Voor een aantal Goudse sportclubs is 2020 een speciaal jaar. Ik licht er een paar uit. SV DONK is aan hun jubileumjaar begonnen en gaat het feit dat ze dit jaar een eeuw oud zijn groots vieren. De creatie van Pater van den Donk en de heer Karsbergen is na een eeuw nog springlevend. SV Gouda gaat in juni een feestje bouwen om te vieren dat het 50 jaar geleden is dat de zaterdagtak werd opgericht. In diezelfde maand is het ongetwijfeld ook groot feest bij RFC Gouda. Nu hebben de Goudse rugbyers nooit veel moeite met de zgn. derde helft, maar de derde helft om het 40-jarig jubileum te vieren zal ongetwijfeld zeer speciaal worden.

Mijn voorzichtige voorspelling is dat het een mooi sportjaar wordt.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
10jan/200

Dave Warmerdam Band – Play

De Dave Warmerdam Band werd in maart 2017 opgericht en deze ban,d bestaande uit vijf jonge musici, timmert in haar korte bestaan al behoorlijk aan de weg. De band is een veel gevraagde act op festivals en clubs in Nederland en België. Zij wonnen afgelopen jaar de Dutch Blues Challenge 2019 en gaan eind januari 2020 Nederland vertegenwoordigen bij de International Blues Challenge in Memphis, Tennessee. En in april neemt de band deel aan de  European Blues Challenge 2020 in Zaandam.

Eind december 2017 verscheen het debuutalbum A tribute to the masters of the blues’. Op 24 november 2019 heeft de Dave Warmerdam Band, met de nieuwe zangeres Janne Timmer, opnamen gemaakt in JJ Musichouse, het muziekcentrum voor muzikanten en muziekliefhebbers in Zoetermeer, Deze opnamen zijn 20 december 2019 uitgebracht op het livealbum Play.

Het album opent met het hilarische Where the fxck is my truck. Janne Timmer vraagt zich, slechts begeleid door de piano van Dave, vertwijfeld af waar haar truck is. Na dit openingsnummer volgt een mooie bluesballad van bijna negen minuten. Wederom prachtig pianospel en indrukwekkende zang in Daddy why don’t you teach me how to play the blues. Het tempo gaat omhoog in het funky Tears ain’t fun. Mooi piano-intro, gitaar en een droge ritmesectie. Tennessee whiskey, de countrysong van Dean Dillon en Linda Hargrove, en in 1981 door David Allan Coe op de plaat gezet, duurt weer lekker lang. Een bijna negen minuten lange tranen trekkend mooie countryballad met piano, een ‘waaierende’ Hammond, Janne die ingetogen en dan weer uitbundig zingt. Soulblues is Sweet lover, de cover van Aretha Franklin uit 1960. Piano, een mooie gitaar- en Hammondsolo. Vlammend en soms lyrisch gitaarwerk van Sonny Ray van den Berg is te horen in de slowblues Our fire still burns on. Schitterend is The mirrored mask, met alleen zang en akoestische gitaar. Na dit akoestische rustpunt gaat de band er weer helemaal tegenaan in de uptempo bluesrocker Mean man. En wat een flonkerende pianosolo! Lewis Allen schreef in 1937 Strange fruit, een aanklacht tegen het racisme in de VS en tegen het lynchen van Afro-Amerikanen in de zuidelijke staten. Het nummer is vooral beroemd geworden door Billie Holiday. De versie van Dave Warmerdam c.s. is prachtig met uitstekende zang en aan het slot een spetterende gitaarsolo. Apart is Proud Mary van John Fogerty uit 1969. Het nummer begint jazzy met fraaie bastonen en halverwege gaat het nummer over in een rocksong zoals die bekend is van Ike & Tina Turner, inclusief de schitterende pianosolo, de uitbundige zang, de ‘lopende’ bas en de scheurende gitaar. Verschroeiend gitaarwerk is daarna ook te horen in I won’t complain, een ruim tien minuten lange ballad met veel tempowisselingen. In het titelnummer Play, is tenslotte de hoofdrol weggelegd voor bassist Lars Hoogland. Een sterke afsluiter.

Conclusie: Met de Dave Warmerdam Band heeft Nederland er weer een jonge talentvolle loot aan de toch al indrukwekkende bluesboom bij gekregen. Play is een zeer sterk album.

Tracks:

  1. Where the fxck is my truck
  2. Daddy why don’t you teach me how to play the blues
  3. Tears ain’t fun
  4. Tennessee whiskey
  5. Sweet lover
  6. Our fire still burns on
  7. The mirrored mask
  8. Mean man
  9. Strange fruit
  10. Proud Mary
  11. I won’t complain
  12. Play

Line-up

  • Dave Warmerdam – hammond, piano, zang
  • Janne Timmer – zang
  • Sonny Ray van den Berg – gitaar
  • Lars Hoogland – bas
  • Rick van de Voort – drums
7jan/200

Jerry Garcia & Merl Saunders – Garcia Live vol. 12

De Amerikaanse zanger-gitarist Jerry Garcia (1 augustus 1942,San Francisco – 9 augustus 1995) was vooral bekend als boegbeeld van The Grateful Dead. Deze band werd in 1965 opgericht en maakte met Jefferson Airplane en andere psychedelische bands uit San Francisco furore tijdens de hippie- en jeugdcultuur in de VS van de jaren ‘60. The Grateful Dead stond bekend om zijn eindeloze tournees en had een grote reputatie als live-band. Zij hadden een trouwe schare fans die Deadheads werden genoemd. Met het overlijden van Jerry Garcia in 1995 hield de band op te bestaan.

Merl Saunders (14 februari 1934, San Francisco – 24 oktober 2008) was een multi-instrumentalist (piano, keyboards, Hammond B-3). Saunders heeft met uiteenlopende musici samengespeeld zoals b.v. Mike Bloomfield, Sheila E, Bonnie Raitt, Miles Davis, B.B. King en vanaf begin jaren ’70 met Jerry Garcia.

Jerry Garcia toerde veel met The Grateful Dead maar tussen de tournees van The Grateful Dead speelde Garcia ook. Zo richtte hij in 1975 The Jerry Garcia Band op. Met deze band toerde hij door de VS. Sinds 2013 verschijnen er regelmatig livealbums van concerten die The Jerry Garcia Band gaf in de jaren ‘70, ‘80 en ‘90. Maar ook van concerten die Jerry Garcia samen met Merl Saunders gaf.

Op 20 december 2019 kwam Garcia Live vol. 12 uit. Op 3 cd’s staat het concert dat Garcia met Saunders gaf op 23 januari 1973 in The Boarding House in San Francisco. Garcia en Saunders worden bijgestaan door John Kahn, de bassist van The Grateful Dead, de dit jaar overleden drummer Bill Vitt en zangeres Sara Fulcher, die ook regelmatig met The Grateful Dead optrad.

Cd 1 begint met Expressway (to your heart), een compositie van het componistenduo Gamble en Huff. Een funky song van ruim een kwartier met orgel, lekkere gitaarsolo’s en lekkere zang van Sara Fulcher. Zeer fraai is de slowblues It’s too late, een compositie van Chuck Willis, die vooral ook bekend is van de uitvoering van Derek & the Dominos op hun dubbelalbum Layla & other assorted lovesongs. Merl Saunders’ The system is een 20 minuten lange jamsessie. In Honey chile, bekend van Martha & the Vandellas, leeft Saunders zich uit op zijn orgel en begeleidt de strakke ritmesectie de uitbundig zingende Fulcher. Het slotnummer is Money honey, de R&B song van Jesse Stone, en een hit voor Clyde McPhatter & the Drifters in 1953. Mooie uitvoering met een heerlijke orgelsolo en felle gitaarsolo’s.

Cd 2 opent met ruim 10  minuten slowblues. Veel orgel, uitstekend gitaarwerk en een stuwende bas in Jimmy Reed’s I know it’s a sin. Sarah Fulcher zingt daarna opgewekt in de door haar geschreven ruim 11 minuten uitgesponnen ballad Find a rainbow. Verrassend mooi is The night they drove old dixie down van Robbie Robertson. In Bob Dylan’s It takes a lot to laugh, it takes a train to cry is er naast de strakke ritmesectie mooi samenspel tussen gitaar en orgel. Stevie Wonder’s I was made to love her is weer een breed uitgesponnen song. Sterk gitaarwerk is daarna te horen in Lonely avenue. Een prachtige slowblues van Doc Pomus, een song door velen opgenomen, maar wellicht het meest bekend is van Ray Charles uit 1956. Mooi samenspel weer tussen orgel en gitaar is er in de door Sarah Fulcher geschreven ballad Go climb a mountain.

Cd 3 bevat vier lange covers van klassiekers. Te beginnen met Arthur Crudup’s en Elvis Presley’s grote hit uit 1954 That’s all right mama. Indrukwekkend is daarna de zang van Sarah Fulcher in het schitterende Georgia on my mind. Deze veel gecoverde klassieker van Hoagy Carmichael uit 1930 duurt, inclusief een fraaie bassolo een kwartier, maar gaat niet vervelen. Smokie Robinson’s I second that emotion is een soort jamsessie. Het concert wordt besloten met How sweet it is (to be loved by you) van het Motown schrijverstrio Holland Dozier Holland en in 1964 een grote hit van Marvin Gaye.

Conclusie: Ondanks de soms erg lang uitgesponnen songs gaat het niet vervelen en is Garcia Live vol. 12 zeer het beluisteren waard. Jerry Garcia en Merl Saunders waren een goede combinatie.

Tracks cd 1:

  1. Expressway (to your heart)
  2. It’s too late
  3. The system
  4. Honey chile
  5. Money honey

Tracks cd 2:

  1. I know it’s a sin
  2. Find a rainbow
  3. The night they drove old dixie down
  4. It takes a lot to laugh, it takes a train to cry
  5. I was made to love her
  6. Lonely avenue
  7. Go climb a mountain

Tracks cd 3:

  1. That’s all right mama
  2. Georgia on my mind
  3. I second that emotion
  4. How sweet it is (to be loved by you)