Gerritschinkel.nl Columns & meer

25dec/150

Een sportief en vooral gezond 2016

Ik was pas in een museum waar ik heb genoten van die heerlijke wintertaferelen van de 17e eeuwse schilder Hendrick Avercamp. Winterlandschap met IJsvermaak. Schitterend. Ik kan me nog goed die prachtige schoolplaat van J.H. Isings op mijn lagere school voor de geest halen, waarop in de winter van 1794 de Franse troepen over de bevroren Lek marcheren. “De bomen dorren in het laat seizoen en wachten roerloos den nabijen winter” dichtte Willem Kloos in het begin van de vorige eeuw.

Ja, toen waren winters nog echte winters. Volgens de kalender zou het nu ook winter moeten zijn. Maar de ijssculpturen in Scheveningen smelten in sneltreinvaart. De ijsbaan op de Goudse markt vertoont de nodige plasjes water en ondanks de feestelijk versierde binnenstad en de Noorse kerstboon is het winterse gevoel verder afwezig.

Veel sporters doen een klein winterslaapje. Ik had in de winterstop een paar mooie molentochten willen maken. Mijn schaatsen waren al geslepen (maar dat waren ze vorig jaar al). Nu rest me na het kerstdiner niets anders dan me maar op de oliebollen en de appelflappen te storten. Gelukkig heb ik nu alle tijd om de genomineerden voor de Goudse sportverkiezingen goed op een rijtje te zetten.

Ik wens u een goede jaarwisseling en een sportief maar vooral een gezond 2016.

photo4

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
20dec/150

Dit zijn de winnaars

Ik kreeg vorige week een mail van de Organisatie Verkiezing Leukste Sportvereniging. Daarin stond dat voetbalvereniging Spirit zich een jaar lang de Leukste Sportvereniging van Nederland mag noemen. Ik was benieuwd welke vereniging was gekozen tot Leukste Sportvereniging van Gouda en surfde naar de betreffende pagina. Dan blijkt dat in totaal 21 Goudse sportverenigingen hebben gestreden om de titel. Maar zoem je in op de namen dan kom je tot een merkwaardige constatering. Zo worden zowel SV DONK als sportvereniging DONK apart genoemd. En buiten GZC DONK hebben we blijkbaar ook nog steeds de Goudse Zwemclub DONK. Merkwaardig.

Er zijn twee ranglijsten. De eerste is gebaseerd op het aantal stemmen en de tweede op het gemiddelde rapportcijfer. De eerste ranglijst wordt aangevoerd door de Goudse Reddingsbrigade met 70 stemmen. Gymnastiekvereniging Velocitas eindigt in de tweede ranglijst bovenaan met het rapportcijfer 10! Mooi natuurlijk, maar op de club werd slechts 1 keer gestemd! Mij is niet duidelijk waarop het rapportcijfer is gebaseerd, maar dat kan aan mij liggen.

Het Sportgala van NOC*NSF leverde vorige week volgens sommigen ook een paar verrassende winnaars op. Alleen Dafne Schippers stond op de verwachte eenzame hoogte. Een sportverkiezing is vaak appels met peren vergelijken. Het jaarlijkse Goudse Sportgala is over twee maanden. Ik ben benieuwd naar de kandidaten en naar de winnaars.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
17dec/150

Gristle to gold – Randy McAllister

Randy McAllister groeide op in Novice, een klein plaatsje in Texas, als zoon van een brandweerman, die ook drummer was in The Flames. Al heel jong stapt Randy in de voetsporen van zijn vader en begint ook te drummen. Maar als hij bij de luchtmacht in Massachusetts is gelegerd ontdekt hij de mondharmonica. In 1992 keert hij naar Texas terug en in 1997 tekent een lucratief platencontract bij JSP Records waar hij drie albums uitbrengt. Tegenwoordig zit Randy McAllister bij Reaction Records en op dat label heeft hij vorige maand een nieuw album uitgebracht, Gristle to gold.

Randy McAllister wordt op Gristle to gold begeleid door een gezelschap jonge muzikanten die zich de prachtige naam The Scrappiest Band in the Motherland (hoe verzin je zoiets) hebben aangemeten. Op het album staan 12 door McAllister zelf geschreven nummers. Het album opent meteen spetterend met het opzwepende The kid with the really old soul, met een huilende mondharmonica en de mooie backvocals van Andrea Wallace, om vervolgens in vol tempo verder te gaan met The Push, met weer die backvocals, de uitstekende ritmesectie en de gitaar van Rob Dewan. Matt Higgs neemt de meeste baspartijen op het album voor zijn rekening, terwijl afwisselend Kevin Schermerhorn, Sean Mcurley, en op één nummer Eric Smith, de drumsticks hanteren. Something that don’t cost a dime is een midtempo soulbluesrocker met een snijdende gitaarsolo van Rob Dewan. Pianist Carson Wagner geeft zijn visitekaartje af in Crappy food, no sleep, a van and a bunch of songs, een funky nummer waarin vooral ook de samenzang van Randy en Benita Arterberry-Burns opvalt. In I’m like a boomerang zijn de invloeden van John Hiatt en Delbert McClinton te horen en is het genieten van het orgel van Carson Wagner. De titel You lit the dynamite zegt al genoeg, een stevig nummer met een schitterende gitaarsolo van Rob Dewan. Dan is het tijd voor een rustpunt met de prachtige soulballad Someone’s been there. Goede zang, subtiele gitaarlijnen en een in topvorm verkerende pianist. Het prijsnummer van het album. Bowling pin is weer een korte jachtige rocker en Glass half full is een pure soulblues met blazers. Organist Carson Wagner is weer prominent aanwezig in A whole lot of nothing. Het album wordt afgesloten met de boogiewoogie/shuffle Hey Hooker en het funky Ninja bout chat.

Conclusie: Mijn eerste kennismaking met Randy McAllister and the Scrappiest Band in the Motherland is mij heel goed bevallen. Gristle to gold is een uitstekend album voor liefhebbers van eerlijke (soul) blues zonder opsmuk.

Tracks:

  1. The kid with the really old soul
  2. The push
  3. Something that don’t cost a dime
  4. Crappy food, no sleep, a van and a bunch of songs
  5. I’m like a boomerang
  6. You lit the dynamite
  7. Someone’s been there
  8. Bowling pin
  9. Glass half full
  10. A whole lot of nothing
  11. Hey Hooker
  12. Ninja bout cha

The band:

  • Randy McAllister vocals en mondharmonica
  • Rob Dewan gitaar
  • Matt Higgins bas (1, 2, 3, 4, 8, 9, 10, 12)
  • Maya Van Nuys fiddle
  • Carson Wagner piano en orgel
  • Kevin Schermerhorn drums (1, 2, 3)
  • Sean Mcurley drums (4, 5, 8, 10, 11, 12)
  • Eric Smith drums (6)
  • Benita Arterberry – Burns background vocals (4, 5, 8, 10, 12)
  • Andrea Wallace background vocals (1, 2, 3, 6, 11)
  • Steve Howard trompet (9)
  • Jeff Robbins saxofoon (9)
  • Mike Morgan gitaar (5, 11) en bas (6)
  • Rich Stanmyre bas (5, 11)
13dec/150

Dromen en overdenken in de winterstop

De meeste amateurvoetballers gaan een paar weken op hun lauweren rusten. De winterstop is ingegaan. Op wat inhaalwedstrijden en bekerwedstrijden na zit het kalenderjaar 2015 er op. Jodan Boys staat boven verwachting bij de top 5 in de hoofdklasse. “We staan 14 punten boven de degradatiestreep” hoorde ik zaterdag iemand zeggen, maar stiekem kijken ze toch wel omhoog. In de winterstop zal in het zonnige Spanje ongetwijfeld verder gedroomd worden.

Olympia draait ondanks de zeperd tegen IFC lekker mee in de subtop en kan daar volgens mij tevreden mee zijn. In de 3e klasse wisselt DONK dit seizoen blamages af met prettige verrassingen en voert zelfs met de volle buit de 2e periode aan. Ook zij zullen in de winterstop dromen. Waarom niet? Het gedegradeerde ONA begon in de 4e klasse overdonderend en ik vermoedde al een kampioenschap begin februari. Maar na een aantal misslagen is het nog geen gelopen race. Toch schat ik in dat er aan het eind van het seizoen gefeest kan worden. Dromen van de 3e klasse is geen utopie.

Blijft over SV Gouda. Het gedegradeerde zaterdagteam presteert niet onverdienstelijk. Waarom zou het team van de scheidende trainer Willem Dekker niet mogen dromen van promotie? Het zondagteam van SV Gouda wens ik wijsheid toe. De teerling is geworpen, neem met opgeheven hoofd afscheid.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
13dec/150

Magere Hein

Je hebt plaatsen waar je liever niet al te vaak komt. Zo was ik de afgelopen week maar liefst twee keer op Begraafplaats de IJsselhof. Maandag was er het afscheid van Ab Scheel, de grote schaakanimator van SC Messemaker 1847. Dacht je aan schaken in Gouda, dan dacht je automatisch aan Ab Scheel. Of het nu schoolschaken was of openlucht schaken op de Markt, Ab Scheel was de grote animator. Ab was de grote man achter het jaarlijkse Open Schaakkampioenschap van Gouda. Ab slaagde er elk jaar weer in de schaaktop naar Gouda te halen. En niet alleen de Nederlandse top, maar ook grote buitenlandse namen prijkten op de deelnemerslijst. Het afscheid van deze grote schaakman maandagmiddag was indrukwekkend.

Schaakclub Messemaker 1847 heeft een groot man verloren. Een mooi gebaar van de Goudse schaakclub dat de winnaar van het jaarlijkse Open Schaakkampioenschap van Gouda de Ab Scheel Wisselbokaal krijgt.

Vrijdagmiddag was er het afscheid van Daan de Rotte, de populaire Olympiaan die vorige week zo tragisch verongelukte. Was het afscheid van Ab Scheel indrukwekkend, het afscheid van Daan de Rotte was zeer indrukwekkend. Ik heb zelden zoveel mensen bij een begrafenisplechtigheid gezien. Honderden bewezen Daan de laatste eer. Tweelingbroer Willem sprak prachtige woorden en dat gold ook voor andere sprekers. Heel veel mensen konden hun tranen niet bedwingen en ik was een van hen. Olympia heeft een groot sportman verloren. De onlangs ook overleden Olympiaan Leen den Braber (ik zie hem in gedachten nog voor mijn huis langs fietsen) heeft zijn naam verbonden gekregen aan de twee mooie kunstgrasveldjes op het Olympia complex. Ik stel voor dat Olympia ook de naam Daan de Rotte op een of andere manier onsterfelijk gaat maken.

Maar ik hoop vooral dat Magere Hein zich voorlopig even koest houdt.

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties
9dec/150

Live in Hyde Park – The Who

Ik was al heel vroeg een groot fan van The Who, de Britse rockband die vanaf het midden van de jaren 60 de popmuziek een totaal ander aanzien gaf. Niet alleen met hun ruige op R&B geënte muziek, maar vooral ook door hun optredens waarbij na afloop van het concert de instrumenten in elkaar werden gebeukt. Als The Who had opgetreden bleef er meestal een rokende puinhoop achter.

Ik denk zelf nog wel eens terug aan het gedenkwaardige popfestival in de Vliegermolen in Voorburg op 9 en 10 maart 1973. Ik heb 2 dagen ongelofelijk genoten van een groot aantal artiesten die in die jaren aan de weg timmerden of bezig waren hun weg in de muziekwereld te vinden, zoals The Eagles, Ry Cooder, Rod Stewart & The Faces (met Ron Wood) en Rory Gallagher. Een van de hoogtepunten was voor mij het optreden van The Who. The Who toen nog in hun originele samenstelling met zanger Roger Daltrey, de molenwiekende gitarist Pete Townsend, de onverstoorbaar bassende John Entwistle en de explosieve maffe drummer Keith Moon. Ik heb zelden een band zo hard horen spelen. Dagen er na suisden mijn oren nog.

Dat was in 1973 en nu, 42 jaar later, treedt The Who nog steeds op. Er is in de loop van de jaren wel het een en ander gebeurd. Drummer Keith Moon overleed in 1978 en bassist John Entwistle is sinds 2002 ook niet meer onder ons. De groep is een aantal jaren uit elkaar geweest en de band bestaat tegenwoordig alleen nog uit Roger Daltrey en Pete Townsend.

Opgericht in 1965 vieren ze dit jaar hun 50-jarig bestaan. Vanwege dit jubileum trad The Who op 26 juni van dit jaar op in Hyde Park in London voor 65.000 uitzinnige fans. Van dit concert is vorige maand een dubbel cd uitgebracht. De band trapt af met hun eerste single I can’t explain gevolgd door The Seeker. Tamelijk korte maar vooral krachtig rockende nummers. De toon is gezet. Daarna het ruim 6 ½ minuten durende Who are you, met krachtig drumwerk van Zak Starkey. Deze zoon van Beatlesdrummer Ringo Starr is een uitstekende drummer hoewel het natuurlijk wel lastig is, zo niet eerlijk, om hem met Keith Moon te vergelijken. Vervolgens gaat The Who terug naar hun belangrijke jaren 1965, 1966 en 1967. The kids are alright, de prachtige uitvoering en het aan Paul Weller opgedragen Pictures of Lily, de snelle rocker I can see for miles en uiteraard My Generation. Het nummer wijkt ondanks een stotterende Daltrey en de rollende bastonen van de uitstekende bassist Pino Palladino nogal af van de studiouitvoering. Behind blue eyes is een prachtige ballad en de ruim zes minuten durende versie van Bargain wordt gekenmerkt door de tempowisselingen, van subtiel naar explosief. Cd 1 wordt afgesloten met de gospelachtige meezinger Join together en het snelle You better you bet, waarin de goede samenzang van Daltrey en Townsend weer opvalt.

Cd 2 begint met twee nummers van hun album Quadrophenia uit 1973, I’m one en het orchestrale Love reign o’er me, met goede zang en lekker gitaarwerk. Pete Townsend neemt de vocalen voor zijn rekening in het funky Eminence front. En een concert van The Who kan natuurlijk niet zonder de rockopera Tommy, waarvan maar liefst vijf nummers worden gespeeld. Een van mijn favoriete nummers van The Who is en blijft Baba O’Riley van het klassieke album Who’s next uit 1971. Ruim zeven minuten genieten geblazen, hoewel Pete Townsend moeite heeft met de hoge tonen, maar dat wordt gecompenseerd door de mondharmonicasolo van Daltrey. Na het voorstellen van de band door Pete Townsend krijgen we het bekende jengelende orgel te horen van Won’t get fooled again, een tien minuten lange uitsmijter.

Conclusie: Puristen zullen misschien zeggen dat The Who zonder Keith Moon en John Entwistle The Who niet meer is, maar Pete Townsend en Roger Daltrey benaderen met hun vervangers de sound van The Who zeer dicht. Een aangevuld met een aantal goede sidemen bewijst The Who dat ze wat mij betreft nog niet pensioen hoeven te gaan. De band rockt nog als in zijn beste jaren.

Tracks disc 1:

  1. I can’t explain
  2. The seeker
  3. Who are you
  4. The kids are alright
  5. Pictures of Lily
  6. I can see for miles
  7. My generation
  8. Behind blue eyes
  9. Bargain
  10. Join together
  11. You better you bet

Tracks disc 2:

  1. I’m one
  2. Love reign o’er me
  3. Eminence front
  4. Amazing journey/Overture/Sparks
  5. Pinball wizard
  6. See me, feel me/Listening to you
  7. Baba O’Riley
  8. Won’t get fooled again

The band:

  • Pete Townsend (gitaar, vocals)
  • Roger Daltrey (vocals)
  • Pino Palladino (bas)
  • Zak Starkey (drums)
  • Simon Townsend (gitaar, vocals)
  • John Corey (keyboards)
  • Loren Gold (keyboards)
  • Frank Simes (keyboards, musical director)
7dec/150

Afscheid van de grote Goudse schaakpromotor

De beste schakers ter wereld nemen momenteel deel aan The London Chess Classic. Een van de deelnemers is onze landgenoot Anish Giri. De eerste keer dat ik de naam Anish Giri hoorde was in 2009 tijdens het Open Schaakkampioenschap van Gouda. De grote animator van dit befaamde schaaktoernooi was Ab Scheel. Ab “bestookte” me regelmatig met mailtjes om de schaaksport te promoten. Een week voor het toernooi in 2009 vroeg Ab of ik zin had Anish Giri samen met Jan Timman te interviewen. Ik denk nog met veel plezier terug aan dat interview met de internationale grootmeester en het aanstormende talent.

Ab wist elk jaar weer grote namen naar Gouda te halen voor het jaarlijkse Open Schaakkampioenschap. “Ik nodig ze uit en dan zeggen ze of ze kunnen of niet, zo eenvoudig is het eigenlijk” antwoordde hij eens op mijn vraag of het moeilijk was zoveel toppers naar Gouda te halen. Maar ik heb de indruk dat schakers wel een heel bijzondere reden moeten hebben willen ze nee zeggen tegen Ab. Hij heeft er voor gezorgd dat bij veel schakers bij de eerste zaterdag van september in hun agenda met grote letters GOUDA staat.

Afgelopen week overleed Ab Scheel, een van de aardigste sportmensen die ik de afgelopen jaren heb ontmoet. De Goudse schaakwereld heeft een belangrijke pion verloren.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
2dec/150

Songs from the road – Jack Bruce & Robin Trower

Als we het hebben over bassisten in de rockmuziek dan valt in negen van de tien keer ongetwijfeld de naam Jack Bruce. De in oktober 2014 op 71 jarige leeftijd overleden Schot begon zijn carrière in 1962 bij Blues Incorperated van Alexis Korner en ging een jaar later deel uitmaken van The Graham Bond Organisation. Dat duurde ook niet lang want hij verhuisde naar de band van een andere Britse bluespionier John Mayall. Bruce is te horen op Bluesbreakers with Eric Clapton, het debuutalbum van John Mayall & the Bluesbreakers uit 1966. Ook bij Mayall hield hij het niet lang uit. Eerst was hij nog heel kort lid van de band van Manfred Mann alvorens hij met Eric Clapton en drummer Ginger Baker het legendarische powerbluestrio Cream vormde. Na de opheffing van Cream in 1968 bracht Bruce zijn eerste soloalbum uit. Daarna speelde hij met een onnoemelijk aantal muzikanten zoals Lesley West, Corky Laing (het schitterende album Why dontcha), Mick Taylor, Carla Bleij, Robin Trower en Gary Moore. Tussen 1995 en 1999 maakte hij deel uit van The All Starr Band van Ringo Starr.

Na een reeks reünieconcerten van Cream in 2005 hervatte hij in 2007 zijn samenwerking met Robin Trower, bij de meeste muziekliefhebbers bekend als gitarist van Procol Harum. Vanaf 1973 had Trower zijn eigen trio, The Robin Trower Band. Vanaf eind jaren 70 wisselde de Robin Trower Band veelvuldig van samenstelling. Vanaf 2007 ging hij dus weer met Jack Bruce werken en dat resulteerde in het live album Seven Moons, opgenomen op 28 februari 2009 in De Vereeniging in Nijmegen. Bruce en Trower werden tijdens dit concert bijgestaan door Gary Husband, een Britse drummer die o.a. heeft gespeeld op platen van John McLaughlin, Jeff Beck, Randy Brecker en Al Jarreau.

Het Nijmeegse concert uit 2009 is deze maand opnieuw uitgebracht op dvd/cd. Met een “good evening, I like to see you” begroet Bruce het publiek in tovert zijn eerste bastonen in Seven moons tevoorschijn, waarna Robin Trower zijn eerste solo de zaal in slingert. De pompende bas en de Jimi Hendrix achtige gitaarsolo in het bluesy Lives of clay gaan er in als koek en het plezier is op de gezichten van het trio af te lezen. “Can’t get enough of that, I want more” roept Bruce en zingt vervolgens vol overgave Distant places of the heart. Een prachtige slowblues met een lyrische solo van Trower, die aan het eind van het nummer een mooi knikje naar zijn maatje geeft.

Dan is het tijd voor de Cream klassieker Sunshine of your love, met de beroemde basriff. Het nummer krijgt een gloedvolle uitvoering met een a la B.B. King bekkentrekkende Trower die zijn gitaar teistert en de vingers van Bruce die over de snaren vliegen. “Now we’re beginning to get somewhere” glundert Bruce, alsof we al niet begonnen waren. Carmen wordt weer vol overgave gezongen en in She’s not the one gaat Trower weer als Hendrix te keer. Het zweet gutst van het gezicht van drummer Gary Husband in de uptempo bluesrocker So far to yesterday. Just another day is een pareltje, prachtige zang, lyrische gitaarsolo’s en een fenomenale bassolo. Na het funky Perfect place komt voor mij het prijsnummer van het album, Bad case of celebrity, een schitterende slowblues met een Bruce in topvorm die een bed van bastonen neerlegt waarop Trower zijn mooie solo’s mag uitstrooien. In The last door, met vlammende gitaarsolo’s, draait Bruce nog even aan de knoppen van de versterker om zijn bas nog wat meer volume en cachet te geven. Lachende gezichten van genietende muzikanten en publiek in het Cream achtige Come to me. De rollende bas en de drums kondigen White room aan, de klassieker van Cream. Robin Trower met zijn wah way solo’s en aan het eind knikken Bruce en Trower elkaar weer goedkeurend toe.

Het trio verlaat onder groot applaus de bühne, maar zijn in een poep en zucht weer terug voor de nagift Politician. Het trio gaat nog een keer vol op het orgel in dit Cream nummer.

Conclusie: Songs from the road is een prachtige registratie van een schitterend concert. Een optreden van een band zonder kapsones waar het spelplezier vanaf spat. Ik ben met terugwerkende kracht jaloers op het publiek dat in Nijmegen dit trio live heeft zien optreden.

Tracks:

  1. Seven moons
  2. Lives of clay
  3. Distant places of the heart
  4. Sunshine of your love
  5. Carmen
  6. She’s not the one (niet op cd)
  7. So far to yesterday
  8. Just another day
  9. Perfect place
  10. Bad case of celebrity
  11. The last door
  12. Come to me
  13. White room
  14. Politician