My generation – 50th Anniversary – The Who
Mijn ‘muzikale leven’ begint pas echt in 1965. De popmuziek begint in dat jaar aan een grote opmars. In de VS brengt Bob Dylan Like a rolling stone uit en protesteert Barry McGuire tegen de oorlog in Vietnam met Eve of destruction, In Nederland beheerst Dave Berry wekenlang de top 40 met This strange effect. The British Invasion verovert de wereld. The Beatles bestormen de hitlijsten met Eight days a week, Help, I feel fine, Ticket to ride en We can work it out. The Rolling Stones blijven niet achter met The last time, Get off of my cloud en Satisfaction. En net voordat 1965 het stokje overgeeft aan 1966 verschijnt in december My Generation, het debuutalbum van The Who.
Vorige maand verscheen My generation – 50th Anniversary super-de luxe edition, een 5-delige boxset. Een set met het originele album uit 1965 in mono, nieuwe stereo mixes, mono- en stereomixes van een groot aantal bonustracks en een cd met demo’s. En dat allemaal vergezeld van een prachtig boekwerk en reproducties van historische posters en andere vooral voor de fan leuke dingen.
Cd 1 bevat de mono-mixes van het originele album uit 1965, die in 2016 geremasterd zijn. Met een onheilspellend gitaarintro en de schreeuw ‘out’ van Roger Daltrey, gaat The Who meteen los in Out in the street, gevolgd door de James Brown cover I don’t mind. In deze slowblues valt de nog jonge stem van zanger Daltrey op en dat geldt weer in die andere Brown cover Please please please. Met het titelnummer My generation vestigde The Who hun rebelse imago. Een stotterende Roger Daltrey, een molenwiekende gitarist Pete Townsend, een geweldige bassist John Entwistle en een maniakale drummer Keith Moon. Mooi en melodieus gitaarwerk is te horen in nummers als The good’s gone en A legal matter, nog steeds een van mijn favoriete Who songs. Pianist Nicky Hopkins is zeer prettig aanwezig in La-la-la lies, Much to much en in Bo Diddley’s I’m a man, met Townsend’s verscheurende gitaar en de bas van Entwistle. The kids are alright blijft een typische Who song. Met het instrumentale The Ox, sluit de band onder aanvoering van de woest roffelende Moon stevig af.
Cd 2 bevat de nieuwe stereo mixes van het originele album. Deze stereoversies werden eerder in 2014 op iTunes uitgebracht, maar verschijnen nu voor het eerst op cd. De band (Townsend en Daltrey) hebben deze in 2014 opnieuw gemixt. Daar waar overdubs ontbraken heeft Townsend dezelfde gitaren gebruikt als op het originele album en Daltrey heeft hetzelfde type microfoon gebruikt als in 1965.
Op cd 3 staan 23 bonustracks. De eerste 12 (mono)tracks verschenen eerder in 1965 en 1966 en zijn in 2002 ook uitgebracht, zoals I can’t explain, de eerste single van The Who, met op de flipside Bald headed woman. Op deze nummers speelt Jimmy Page resp. ritme- en leadgitaar en zijn The Ivy League in de backingvocals te horen. Anyway, anyhow, anywhere met de gitaarfeedback blijft fascinerend. Track 13 t/m 23 zijn nooit eerder uitgebracht. Het zijn alternatieve versies, alternatieve takes en alternatieve mixes. Al deze tracks zijn in 2016 geremasterd.
Op cd 4 staan 21 bonustracks in een stereomix. Tracks 1 t/m 17 zijn in 2014 op iTunes verschenen, maar tot nu toe nooit op cd of vinyl uitgebracht. De versies van Circles, Otis Blackwell’s Daddy rolling stone, Out in the street en Bo Diddley’s I’m a man worden nu voor het eerst uitgebracht. Ook al deze bonustracks zijn in 2016 geremasterd.
Cd 5 is voor de echte Who liefhebbers en bevat 11 demo’s die destijds door Pete Townsend in zijn huis zijn opgenomen, waaronder twee versies van My generation. Van deze demo’s zijn drie songs nooit uitgebracht, The girls I could’ve had, As children we grew en My own love. De geboorte van The Who in een notendop.
Conclusie: Deze box hoort thuis in de muzikale eredivisie. Een prachtbox. Voor de doorsneepopliefhebber is het misschien iets te veel van het goede, maar de echte Who liefhebber likt er zijn vingers bij af. De vinylliefhebbes moeten nog even wachten want op 10 februari 2017 verschijnt er een 3 lp set.
Tracks cd 1:
- Out in the street
- I don’t mind
- The good’s gone
- La-la-la lies
- Much too much
- My generation
- The kids are alright
- Please, please, please
- It’s not true
- I’m a man
- A legal matter
- The ox
Tracks cd 2:
- Out in the street
- I don’t mind
- The good’s gone
- La-la-la lies
- Much too much
- My generation
- The kids are alright
- Please, please, please
- It’s not true
- I’m a man
- A legal matter
- The ox
Tracks cd 3:
- I can’t explain
- Bald headed woman
- Daddy rolling stone
- Leaving here
- Lubie, come back home
- Shout and shimmy
- (Love is like a) heatwave
- Motoring
- Anytime you want me
- Anyway, anyhow, anywhere
- Instant party mixture
- Circles
- Anyway, anyhow, anywhere (Frech ep mix)
- Out in the street (alt guitar break)
- Out in the street (alt early vocal)
- I don’t mind (full length)
- The good’s gone (full length)
- My generation (alt version)
- I’m a man (v2 – early vocal)
- Daddy rolling stone (alt take)
- Lubie (alt mix)
- Shout and shimmy (alt mix)
- Circles (alt mix)
Tracks cd 4:
- Out in the street (alt take 1)
- I don’t mind (full length version)
- The good’s gone (full length version)
- My generation (instrumental version)
- The kids are alright (alt take 1)
- I can’t explain
- Bald headed woman
- Daddy rolling stone
- Daddy rolling stone (alt version)
- Leaving home
- Lubie, come back home
- Shout and shimmy
- (Love is like a) heatwave
- Motoring
- Anytime yhou want me
- Instant party mixture
- Anyway, anyhow, anywhere
- Circles (nex mix)
- Daddy rolling stone (alt take B – nex mix)
- Out in the street (alt take 2)
- I’m a man (alt – new mix)
Tracks cd 5:
- My generation (v 3)
- My generation (v 2 – fragment)
- The girls I could’ve had
- It’s not true
- As childre we grew
- Legal matter
- Sunrise (v 1)
- Much to much
- My own love
- La-la-la lies
- The good’s gone
Op naar het sportjaar 2017
Dit is al weer mijn laatste sportcolumn van dit jaar. Vorige week blikte ik kort terug op het sportjaar 2016 en ik kan nu de verleiding niet weerstaan om mijn glazen bol weer te pakken om te kijken wat het sportjaar 2017 voor Gouda in petto heeft. Voor het gemak heb ik mijn eerste column van dit jaar geraadpleegd. Ik sloot toen niet uit dat Erik Jan Kooiman, die het wielrennen van Excelsior er voor het schaatsen aan had gegeven, bij de WK afstanden in Kolomna voor een verrassing zou zorgen. En dat deed hij! Alleen Sven Kramer en oud Gouwenaar Ted-Jan Bloemen waren sneller op de 10 km. Ik tip hem weer en dan kan hij als kampioen volgende winter de ijsbaan rond het Goudse stadhuis officieel ‘open rijden’.
Ik zie de waterpolovrouwen van GZCDONK zich weer mengen in de strijd om het landskampioenschap. Zou mooi zijn, al was het alleen maar om de vieze smaak van het OKT weg te spoelen. Ook voor de volleybalsters van Vollingo zie ik mooie visioenen.
Ik gaf vorig jaar alleen ONA een kans op promotie met mogelijk een verrassing voor Jodan Boys. Dat had ik toch maar even mooi gezien. Alleen DONK over het hoofd gezien. Ik zie nu toch weer alleen ONA promoveren.
Dan zie ik nog een aantal individuele sportsuccessen maar ik kan niet goed zien welke dat zijn omdat mijn glazen bol inmiddels is beslagen. Maar het belooft wel wat.
Ik wens u een goede jaarwisseling en een sportief, maar vooral gezond 2017.
Dat was het sportjaar 2016
December, maand van Sinterklaas en van Zwarte Piet. December, wintermaand, maar winteren wil het nog niet echt. SC Gouda zit met smart te wachten op natuurijs vertelde mij zondag de pr man van de schaatsclub die zoveel grote namen heeft voortgebracht. December, maand van Kerstmis, van vrede op aarde. December, ook traditioneel de maand van terugblikken op het afgelopen jaar.
In de sportwereld is december de maand van de sportverkiezingen, of de inleidende beschietingen daarvoor, want in Gouda vinden deze verkiezingen op vrijdag 10 februari 2017 plaats. Dat duurt nog even en ik wil hier kort terugblikken op het sportjaar 2016. Was het een succesvol jaar? Jodan Boys zal dit vol overtuiging beamen. ONA werd kampioen en is weer terug van weggeweest. DONK promoveerde ook. Olympia redde het vege lijf en Gouda greep in de beslissende wedstrijd net naast promotie. Al met al was 2016 een succesvol voetbaljaar. Hoogspringster Femke Pluim kon haar Olympische droom in Rio de Janeiro niet waar maken, maar de Paralympics waren voor Gouda succesvol met twee bronzen en een zilveren medaille. Een regelrechte deceptie was het OKT waterpolo voor dames in het Groenhovenbad. Favoriet Nederland, met grote Goudse inbreng, ging stressvol kopje onder. Vermeldenswaard is verder de prestatie van atleet Pascal van Norden, die Nederlands kampioen werd op de 100 km. En niet te vergeten de wereldtitel jeugddammen van Martijn van IJzendoorn van Damlust. Dit was slechts een greep, maar ik vrees dat ik (excuses daarvoor) niet iedere sporter recht heb gedaan.
The singles collection 1951 – 1962 – Bobby Bland
Bobby ‘Blue’ Bland wordt als Robert Calvin Brooks geboren op 27 januari 1930 in Rosemark, Tennessee. Zijn vader verlaat het gezin niet lang na de geboorte van Bobby. Wanneer Bobby’s moeder later hertrouwt met Leroy Bland neemt Bobby de achternaam van zijn stiefvader aan. Als Bobby 12 jaar is treedt hij op in een plaatselijke winkel en maakt muziek met mondharp en een gitaar die van een perzikenblik is gemaakt. Het gezin Bland verhuist in 1947 naar Memphis Tennessee en Bobby begint dan te zingen bij lokale gospelgroepjes zoals The Miniatures. Op Beale Street ontmoet hij o.a. B.B. King, Roscoe Gordon, Junior Parker en Johnny Ace en met deze aankomende artiesten vormt Bland The Beale Streeters.
Begin jaren 50 neemt Bland een aantal singles op voor Modern Records en Chess Records, die echter geen succes hebben. Pas als hij in 1954 door Don Robey naar Duke Records wordt gehaald krijgt Bobby Bland meer succes. In 1957 scoort hij een nummer 1 hit in de R&B chart in de VS met Farther up the road. Daarna heeft hij tot 1963 nog meerdere R&B hits. In de meer mainstream muziek wil het minder vlotten. Bland blijft wel regelmatig platen uitbrengen bij Dunhill, ABC en MCA Records. In 1985 tekent hij een platencontract bij Malaco Records en gaat toeren met o.a. B.B. King. In Nederland wordt Bobby ‘Blue’ Bland pas in 1989 bekend met het nummer Member’s only, dat zelfs de top 30 haalt. Bobby Bland wordt in 1981 opgenomen in de Blues Hall of Fame, in 1992 in de Rock and Roll Hall of Fame en in 1997 ontvangt hij een Grammy Lifetime Achievement Award. Bobby Bland blijft tot vlak voor zijn dood op 23 juni 2013 optreden. Hij is 83 jaar geworden.
Vorige maand verscheen er een dubbelalbum met in totaal maar liefst zesenvijftig nummers uit de vroege periode van Bobby ‘Blue’ Bland. Opnamen van 1951 – 1962. De eerste cd begint met zes opnamen van Bland uit 1951 met het orkest van Roscoe Gordon. Mooie slowblues met saxofoon en uptempo met een hamerende piano achter de gedreven zang van Bland. De ruis en de tikken in sommige nummers neem ik graag voor lief. Uit 1952 en 1953 vier opnamen waaronder het swingende No blow, no show, met een heerlijke saxofoonsolo. Veel blazers en lekkere gitaarsolo’s in de 12 opnamen van Bland met het orkest van Bill Harvey uit de jaren 1955, 1956 en 1957. Prachtige (slow) blues in de stijl van B.B. King met Bobby Bland vocaal in grote vorm, o.a. in zijn nr. 1 hit Farther on up the road. De eerste cd wordt afgesloten met vijf, soms swingende opnamen uit 1958, waaronder het indringend gezongen Little boy blue.
De 29 nummers op cd 2 zijn een mooi overzicht van de uitstekende vocale kwaliteiten van Bobby ‘Blue’ Bland uit de jaren 1958 – 1962. Mooie slowblues in nummers als Last night, I lost sight of the world, I’m not ashamed, I’ll take care of you en Your friends. Pure soulblues in Wishing well, That’s why, en Lead me on. I’ve been wrong so long doet me denken aan Otis Rush. De geest van Sam Cooke waart rond in Hold me tenderly, You’re the one that I need en That’s the way love is. Nummers als I pity the fool, Don’;t cry no more, Ain’t that loving you en Turn on your love light swingen met de blazers de pan uit. En dan heb ik het nog niet eens over bluesklassiekers als Saint James Infirmary en Stormy Monday blues en de jazz invloeden op Blue moon en Yield not to temptation. Bland’s karakteristieke gegrom is te horen in Cry cry cry en Who will the next fool be.
Conclusie: Met dit dubbelalbum haalt men een prachtig overzicht van de mooie vocale kwaliteiten van de vroege Bobby ‘Blue’ Bland in huis.
Tracks cd 1:
- Love you till the day I die (Bobby Bland with Roscoe Gordon)
- Crying all night long (Robert Bland with Roscoe Gordon & his Orchestra)
- Dry up baby (Robert Bland with Roscoe Gordon & his Orchestra)
- Good lovin’ (Robert Bland with Roscoe Gordon & his Orchestra)
- Letter from a trench in Korea (Robert Bland with Roscoe Gordon & his Orchestra)
- Crying (Robert Bland with Roscoe Gordon & his Orchestra)
- O.U. Blues
- Lovin’ blues
- Army blues
- No blow, no show
- Time out (Bobby ‘Blue’ Bland with the Bill Harvey Orchestra)
- It’s my life (Bobby ‘Blue’ Bland with the Bill Harvey Orchestra)
- Woke up screaming (Bobby ‘Blue’ Bland with the Bill Harvey Orchestra)
- You or none (Bobby ‘Blue’ Bland with the Bill Harvey Orchestra)
- You’ve got bad intentions (Bobby ‘Blue’ Bland with Bill Harvey’s Band)
- I can’t put you down baby (Bobby ‘Blue’ Bland with Bill Harvey’s Band)
- I learned my leasson (Bobby ‘Blue’ Bland with Bill Harvey’s Band)
- I don’t believe (Bobby ‘Blue’ Bland with Bill Harvey’s Band)
- Don’t want no woman (Bobby ‘Blue’ Bland with the Bill Harvey Orchestra)
- I smell trouble (Bobby ‘Blue’ Bland with the Bill Harvey Orchestra)
- Farther up the road (Bobby ‘Blue’ Bland with the Bill Harvey Orchestra)
- Sometime tomorrow (Bobby ‘Blue’ Bland with the Bill Harvey Orchestra and the Joe Scott Singers)
- Teach me (how to love you)
- Bobby’s blues
- You got me where you want me
- Loan a helping hand
- Little boy blue
Tracks cd 2:
- Last night
- You did me wrong (Bobby ‘Blue’ Bland and his Band)
- I lost sight of the world (Bobby ‘Blue’ Bland and his Band)
- Wishing well
- I’m not ashamed (Bobby ‘Blue’ Bland and his Band)
- Is it real (Bobby ‘Blue’ Bland and his Band)
- Someday (Bobby ‘Blue’ Bland and his Band)
- I’ll take care of you
- That’s why
- Lead me on
- Hold me tenderly
- Cry cry cry
- I’ve been wrong so long
- I pity the fool
- Close to you
- Don’t cry no more
- How does a cheating woman feel
- Ain’t that loving you
- Jelly Jelly Jelly
- Saint James infirmary
- Turn on your love light
- You’re the one (that I need)
- Who will the next fool be
- Blue moon
- Yield not to temptation
- Stormy Monday blues
- Your friends
- That’s the way love is
- Call on me
Op naar de GelreDome
Wanneer de Goudse Post met deze sportcolumn in de brievenbus valt zijn er zo’n 2500 voetbalfans uit Gouda en omstreken op weg naar Arnhem. Liefst 20 supportersbussen vormen een grote Goudse invasie naar de GelreDome. Al weken heerst er rond de bekerwedstrijd van De Jodan Boys tegen Vitesse volkomen gekte. Mutsen, toeters, sjaals, tompouces en zelfs 2000 gehaktballen. Niets is te gek. Iedereen is in de ban van het sprookje van de Goudse amateurvoetballers die het wederom opnemen tegen een profclub. Terwijl ze in Deventer nog de wonden likken maakt de Goudse David zich op om de strijd aan te gaan met de Arnhemse Goliath.
De Jodan Boys hopen woensdagavond een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan hun mooie voetbalkroniek. Ook de fans zijn vol goede moed en hebben de stunt van VVSB nog op het netvlies. Welke doorsnee schaatsliefhebber had ooit gehoord van Daidai Ntab die twee weken geleden ineens tijdens een wereldbekerwedstrijd op het podium stond. En wat te denken van Jesse Puts, meer de naam van een personage uit de roman Bint van Bordewijk, die uit het niets afgelopen weekend wereldkampioen werd op de 50 meter vrije slag. Met andere woorden, verrassingen zijn altijd mogelijk. Trainer René van Eck van FC Den Bosch werd na de nederlaag tegen VVSB ontslagen, dus waarom zouden De Jodan Boys niet verantwoordelijk zijn voor het ontslag van trainer Henk Fräser?
Ik hoop alleen dat Marvin Straver het doel kan verdedigen, want deze ‘strafschoppenheld’ mag niet ontbreken bij dit voetbalfeest.
The rough guide to Delta blues – reborn and remasterd – Various artists
World music heeft onder de noemer ‘rough guide’ de laatste jaren heel wat mooie bluesalbums uitgebracht. Albums met aandacht voor genres als country blues, bottleneck blues, gospel blues, East coast blues en albums waarop specifieke bluesartiest als Robert Johnson, Leadbelly en Blind Blake in het zonnetje worden gezet. Deze albums bevatten een schat aan authentieke oude opnamen en zijn als het ware een plezierige muzikale tocht door de geschiedenis van de blues. Muziek van bekende(re) artiesten, maar ook vaak van onbekende en obscure blueszangers- en gitaristen.
Vorige maand is er weer zo’n schijf met ‘geschiedenis’ uitgebracht, die nu in het teken staat van de delta blues, muziek uit de Mississippi Delta en daarom ook wel Mississippi blues genoemd. Zeg je Mississippi, dan denk je meteen aan Robert Johnson, een van de meest legendarische bluesgitaristen uit de geschiedenis die talloze gitaristen heeft beïnvloed. Het album over de delta blues heet The rough guide to Delta blues – Reborn and remastered en werd oorspronkelijk al in 2004 uitgebracht. Maar de opnamen op de nieuwe uitgave zijn opgepoetst, vandaar de toevoeging Reborn and remastered. Robert Johnson is niet op het album terug te vinden, maar wel 25 andere bluesmannen en –vrouwen die vrijwel allemaal uit Mississippi afkomstig zijn. Opnamen uit de jaren 20 en 30 van de 20e eeuw. Bluessongs van Bukka White, ‘the singing preacher’ en neef van B.B. King. Hij bijt met Washboard Sam het spits af met Special streamline. Bekende namen zijn Ref. Robert Wilkins met zijn melodieuze gitaarspel, Son House op slide, Skip James met zijn karakteristieke hoge stem op Hard time killin’ floor blues. Uitstekende zangers als Bo Carter, J.D. Short, neef van Honeyboy Edwards en Big Joe Williams, Willie Brown met zijn bezwerende zang in het ruisende en krakende M&O blues en multi-instrumentalist Sonny Boy Nelson. De fiddlegroep Mississippi Sheiks, het mooie slidespel van Charlie McCoy, de trillende stem van Garfield Akers, de jachtige stem met hoge uithalen van The Mississippi Moaner, pseudoniem van Isaiah Nettles, in It’s cold in China blues. Zangeressen ontbreken ook niet. Mattie Delaney met haar vibrerende stem in Tallahatchie river blues, een van haar weinige opnamen. De onbekende Geeshie Wiley en natuurlijk Memphis Minnie in een duet met de mooi gitaar spelende Kansas Joe. En last but not least, Charley Patton uit Bolton Mississippi, de eerste blueszanger en –gitarist die algemene bekendheid kreeg. Hij mag het album afsluiten met het mooie Poor me.
Conclusie: Liefhebbers van authentieke delta blues zullen dit album, met over het algemeen een goede tot zeer goede geluidskwaliteit, met liefde draaien. Een mooie staalkaart van een mooi blues genre.
Tracks:
- Bukka White - Special streamline
- Tommy Johnson - Bye bye blues
- Skip James - Hard time killin’ floor blues
- Robert Wilkins - I’ll go with her
- Son House - Country farm blues
- Bo Carter - Who’s been here?
- Ishman Bracey - Trouble hearted blues (Take )
- Mississippi Sheiks - The world is going wrong
- Arthur Petties - That won’t do
- Willie Brown - M & O blues
- The Mississippi Moaner - It’s cold in China blues
- Johnnie Temple - The evil devil blues
- Mississippi Bracey - Stered gal
- Garfield Akers - Dough roller blues
- Mattie Delaney - Tallahatchie river blues
- Willie ‘Poor Boy’ Lofton - Dirty mistreater
- Kid Bailey - Rowdy blues
- Geeshie Wiley - Eagles on a half
- Joe Calicott - Traveling mama blues
- Jelly Jaw Short - Barefoot blues
- Rube Lacey Mississippi - Jailhouse groan
- Charlie McCoy - Last time blues
- Sonny Boy Nelson - Street walkin’
- Memphis Minnie & Kansas Joe - I’m talking about you
- Charley Patton - Poor me
Denken is hip
Wat kan als een sport worden gezien en wat niet. Deze vraag komt regelmatig weer om de hoek kijken. Zeker aan het eind van het jaar wanneer de diverse sportverkiezingen voor de deur staan. Ik zal een voorbeeld noemen. Darten. De een noemt het topsport, terwijl anderen denigrerend spreken over pijltjes gooien als een soort tijdverdrijf in een kroeg met een biertje in de hand. Fans van Michael van Gerwen spuwen vuur nu hun ‘Mighty Mike’ weer niet voor de titel sportman van het jaar is genomineerd.
Een ander voorbeeld is de denksport. Ik heb eerder mijn ergernis uitgesproken waarom sporten als schaken en dammen door velen niet als een echte sport worden beschouwd. Welke criteria leg je aan om iets als sport te bestempelen. Voor dammen en schaken heb je ook conditie nodig! En zeker tactisch inzicht! Bij dammen en schaken komen inderdaad geen duizenden toeschouwers op een duel af. En een enkelblessure van Arjen Robben of golfer Tiger Woods krijgt nog meer publiciteit dan de schaaktweekamp om de wereldtitel tussen Carlsen en Karjakin.
Maar er gloort hoop. Twee jonge Nederlanders strijden nu om de wereldtitel dammen. Dammen is hip geworden. Zelfs de jeugdige hiphopscene is fan. Ook in Gouda zit de denksport in de lift. Liam Vrolijk van Schaakclub Messemaker 1847 is genomineerd voor sporttalent in zijn woonplaats Rotterdam. En Martijn van IJzendoorn van Damlust werd vorige maand weer wereldkampioen dammen bij de junioren.
Denken is hip, een verademing in deze wereld van doemdenkers.
The real Royal Albert Hall 1966 Concert – Bob Dylan
De tournee van Bob Dylan in 1966 door de VS, Europa en Australië staat te boek als mythisch en controversieel. De opnamen van deze tournee zijn onder de titel ‘The 1966 live recordings’ in een monumentale boxset van maar liefst 36 cd’s uitgebracht. Veel nummers zijn nog nooit uitgebracht. Het controversiële karakter van de tour van Dylan is gelegen in het feit dat Bob Dylan veel fans onaangenaam verrast door elektrisch te gaan spelen. Het beeld van hun folkheld wordt ingewisseld voor dat van een harde rocker. De schok is voor velen groot.
Op 26 en 27 mei 1966 treedt Dylan (hij is 2 dagen daarvoor 25 jaar geworden) op in The Royal Albert Hall in Londen. Het concert van 26 mei 1966 is naast de boxset apart uitgebracht. Opnieuw, want de opnamen waren al jaren geleden op bootlegs verkrijgbaar en in 1998 ook op dubbel cd in de Bootleg Series vol. 4 onder de titel “Bob Dylan live 1966 – The Royal Albert Hall Concert”. Het misverstand was echter heel lang dat de opnamen van dat concert waren van het optreden van Dylan op 17 mei 1966 in the Free Trade Hall in Manchester. Dat ‘onrecht’ is nu rechtgetrokken en worden als dubbelalbum met de titel “The real Royal Albert Hall 1966 Concert”, als het echte Royal Albert Hall concert uitgebracht. Het dubbelalbum is gemixt door Grammy Award winnaar Chris Shaw.
De 7 tracks op cd 1 zijn akoestisch. Dylan solo met gitaar en mondharmonica. Drie tracks zijn afkomstig van Bringing it all back home (1965), drie van het dan net verschenen dubbelalbum Blonde on blonde en één van Highway 61 Revisited (1965). Het eerste applaus klinkt en Dylan begint met She belongs to me, gevolgd door 4th time around en het indringende Visions of Johanna. Dylan zingt uitstekend en zijn mondharmonicaspel is prachtig. Mooi akoestisch gitaarwerk vervolgens in It’s all over now, baby blue. Ronduit geweldig is het ruim 12 minuten durende indringend gezongen Desolation row, met een fabuleuze mondharmoncia. Een daverend applaus is zijn deel. Terecht. Dylan speelt vervolgens weer mooi akoestische gitaar in Just like a woman en weer die slepende mondharmonicasolo’s. Na de eerste akoestische tonen en de eerste zin barst het applaus weer los bij het herkenbare Mr. Tambourine man dat een ruim 9 minuten durende uitvoering krijgt. Dylan weer in topvorm op zijn mondharmoncia met lange solo’s.
Cd 2 is totaal anders. Na het applaus worden nog even kort de instrumenten gestemd en dan barst het elektrische geweld los met een spetterende versie van Tell me momma, een nummer uit 1964 dat nog nooit eerder op plaat was verschenen. De toon voor de elektrische set is gezet. I don’t believe you van het album Another side of Bob Dylan (1964) is ook hard met een strakke ritmesectie en wervelende orgeltonen. Tussen het applaus door zijn nu ook fluittonen te horen. Baby let me follow you down van het debuutalbum Bob Dylan uit 1962 wordt omgetoverd tot een felle rocker met een hamerende piano. Wanneer het publiek wat onrustig reageert zegt Dylan “These are all protestsongs, so come on”, waarna The Hawks weer denderend inzetten met Just like Tom Thumb’s blues”. Leopard-skin pill-box hat is een stampende bluesrocker met beukende drums en gierende gitaren. In One to many mornings is de latere sound van The Band te horen met de bekende piano- en orgelklanken. Weer klinkt er protest maar ook applaus. Dylan wordt zelfs voor Judas uitgemaakt. Dylan speelt zelf piano in de ballad Ballad of a thin man. Garth Hudson’s orgelspel is prachtig. Like a rolling stone, opgedragen aan de Taj Mahal, is een spetterend slotakkoord.
Conclusie: Wat mij betreft is de ‘revolutie’ van Bob Dylan in 1966 geslaagd. De akoestische Dylan was een fenomeen maar een ‘elektrische’ Bob is ook niet te versmaden. Hij zal fans van het eerste uur zijn kwijt geraakt maar er ook nieuwe bij hebben gekregen. Ik hou van beide kanten van Bob Dylan.
Tracks cd 1:
- She belongs to me
- Fourth time around
- Visions of Johanna
- It’s all over now, baby blue
- Desolation row
- Just like a woman
- Tambourine man
Tracks cd 2:
- Tell me, momma
- I don’t believe you (She acts like we never have met)
- Baby, let me follow you down
- Just like Tom Thumb’s blues
- Leopard-skin pill-box hat
- One too many mornings
- Ballad of a thin man
- Like a rolling stone
Line up
- Bob Dylan – zang, gitaar, harmonica en piano op “Ballad of a thin man”
- Robbie Robertson – gitaar
- Rick Danko – bas, achtergrondvocalen op “One too many mornings”
- Garth Hudson – orgel
- Richard Manuel – piano
- Mickey Jones – drums