Denken is hip
Wat kan als een sport worden gezien en wat niet. Deze vraag komt regelmatig weer om de hoek kijken. Zeker aan het eind van het jaar wanneer de diverse sportverkiezingen voor de deur staan. Ik zal een voorbeeld noemen. Darten. De een noemt het topsport, terwijl anderen denigrerend spreken over pijltjes gooien als een soort tijdverdrijf in een kroeg met een biertje in de hand. Fans van Michael van Gerwen spuwen vuur nu hun ‘Mighty Mike’ weer niet voor de titel sportman van het jaar is genomineerd.
Een ander voorbeeld is de denksport. Ik heb eerder mijn ergernis uitgesproken waarom sporten als schaken en dammen door velen niet als een echte sport worden beschouwd. Welke criteria leg je aan om iets als sport te bestempelen. Voor dammen en schaken heb je ook conditie nodig! En zeker tactisch inzicht! Bij dammen en schaken komen inderdaad geen duizenden toeschouwers op een duel af. En een enkelblessure van Arjen Robben of golfer Tiger Woods krijgt nog meer publiciteit dan de schaaktweekamp om de wereldtitel tussen Carlsen en Karjakin.
Maar er gloort hoop. Twee jonge Nederlanders strijden nu om de wereldtitel dammen. Dammen is hip geworden. Zelfs de jeugdige hiphopscene is fan. Ook in Gouda zit de denksport in de lift. Liam Vrolijk van Schaakclub Messemaker 1847 is genomineerd voor sporttalent in zijn woonplaats Rotterdam. En Martijn van IJzendoorn van Damlust werd vorige maand weer wereldkampioen dammen bij de junioren.
Denken is hip, een verademing in deze wereld van doemdenkers.