Gerritschinkel.nl Columns & meer

28nov/160

Havana moon – The Rolling Stones

We schrijven 25 maart 2016. Goede vrijdag. Een historische dag voor zowel The Rolling Stones als voor de rock ‘n’ roll geschiedenis van Cuba. Voor het eerst in de geschiedenis van het Caraïbische eiland geeft een rockband een (gratis) openluchtconcert. Daar waar in 1961 de invasie in de Varkensbaai mislukt, zorgen de Britse rockers ruim 55 jaar later voor een geslaagde invasie van ruim een miljoen fans in de Cubaanse hoofdstad Havana.

Dit historische concert is vastgelegd onder de titel “Havana moon”. Op vrijdag 23 september jl. was de première van dit concert ‘one night only’ wereldwijd te zien in meer dan 1000 bioscopen in Europa, Australië, Rusland, Japan en Latijns Amerika. Als rechtgeaarde Stones fan kon ik deze lekkernij natuurlijk niet voorbij laten gaan en bevond ik me in de Cinema Gouda in een groot gezelschap gelijkgestemden die ondergedompeld werden in een oase van fantastisch geluid en perfecte beelden.

Mooie beelden van een land waarbij je je in de jaren vijftig waant en de nostalgie dus hoogtij viert. Mick Jagger die zegt ‘Think that, finally, the times are changing’. Keith Richards blijft niet achter met zijn ‘Havana, Cuba, and the Rolling Stones, this is amazing, it’s great te be here’. En hij constateert  grijnzend dat president Barack Obama, die Cuba ook bezoekt, maar mooi in het voorprogramma van The Stones staat. ‘The audience helps us immensely, they keep bands like us together’ aldus drummer Charlie Watts die bewonderend naar al die oude gebouwen kijkt en zich verlekkert aan al die oude auto’s. En dan te bedenken dat de 75-jarige veteraan niet eens een rijbewijs heeft.

Na Mick Jagger’s openingszin ‘Finally the times are changing, Cuba we are so happy to be here’ barstte het concert los met Keith Richard’s beroemde riff van Jumpin’ Jack Flash. Een golf van herkenning ging door het massaal foto’s schietende publiek. The Stones rockten verder met de bekende seventies hits It’s only rock ‘n’ roll en Tumblin’ dice. Een grote verrassing is Out of control, dat een schitterende uitvoering krijgt. Tussen de songs door vraagt Mick Jagger meermaals ‘Are you feeling good”. Vragen naar de bekende weg uiteraard en de Spaanse zinnen van de zanger kunnen ook op instemming rekenen. Ron Wood is in All down the line weer lekker op dreef op slide. Angie is en blijft een mooi nummer met een geïnspireerd akoestisch spelende Keith Richard met Wood aan zijn zij met een elektrische solo en mooi pianospel van Chuck Leavell. Drummer Charlie Watts steelt de harten met zijn strakke klappen in Paint it black. De koebel van pianist Chuck Leavell kondigt de volgende klassieker aan, Honky tonk women. Ook de blazers komen weer in actie. Daarna is het de beurt aan ‘compadre’ Keith Richards. Nu eens een keer niet met het overbekende Happy, maar een prachtige versie van You got the silver op akoestische gitaar en Wood op slide. Daarna Before you make me run waarna Richards met een buiging en een ‘gracias Cuba’ terugtreedt om, nadat Jagger zijn mondharmonica heeft gepakt, aan een wervelende versie van Midnight rambler te beginnen. In het weer massaal begroette Miss you krijgt bassist Daryll Jones de gelegenheid voor een lekkere bassolo. Bij Gimme shelter zijn we de laatste jaren gewend aan een duet van Jagger met Lisa Fischer. Fischer had deze tournee echter andere verplichtingen. Maar niet getreurd want haar ‘vervangster’ Sasha Allen is weliswaar iets minder explosief dan Fischer, maar ook Allen weet het publiek op te zwepen. Na Start me up leeft Keith Richards zich onder de volle maan van Havana vervolgens helemaal uit met spetterende gitaarsolo’s in Sympathy for the devil. De volgende klassieker is Brown sugar, ook na 45 jaar nog altijd een succes tijdens de concerten van The Rolling Stones. Daar waar de scheurende tenorsax in dit nummer sinds begin jaren 70 werd gespeeld door de betreurde Texaan Bobby Keys is deze rol nu weggelegd voor Karl Denson uit San Diego. Het plaatselijke koor Coro Entrevoces beleeft zijn finest hour door a capella het spits af te mogen bijten in de ballad You can’t always get what you want. Altijd mooi ook de French horn en de fijne solo van Ron Wood. En ook in Cuba kan er maar een nummer als slotakkoord dienen en dat is natuurlijk Satisfaction. Een enthousiast slotakkoord waarin Keith Richards zich weer helemaal uit leeft.

Conclusie: The Rolling Stones zijn nog lang niet versleten al vinden sommigen dat ze nu maar eens moeten stoppen. Op Cuba heeft een geïnspireerd spelende band laten zien dat ze er nog veel plezier in hebben. Het repertoire was geen verrassing, maar Havana moon is de zoveelste parel in de alsmaar uitdijende catalogus.

Tracks cd 1:

  1. Jumpin’ Jack Flash
  2. It’s only rock ‘n’ roll (but I like it)
  3. Tumbling dice
  4. Out of control
  5. All down the line
  6. Angie
  7. Paint it black
  8. Honky tonk women
  9. You got the silver
  10. Before you make me run
  11. Midnight rambler

Tracks cd 2:

  1. Miss you
  2. Gimme shelter
  3. Start me up
  4. Sympathy for the devil
  5. Brown sugar
  6. You can’t always ge what you want
  7. (I can’t get no) Satisfaction

Line up:

  • Mick Jagger – zang, gitaar, mondharmonica
  • Keith Richards – gitaar, zang
  • Charlie Watts – drums
  • Ronnie Wood – gitaar
  • Daryll Jones – bas, backing vocals
  • Chuck Leavell – keyboards, musical director
  • Karl Denson – sax
  • Tim Ries – sax, keyboards
  • Mitt Clifford – musical integrator
  • Bernard Fowler – zang
  • Sasha Allen – zang
  • Coro Entrevoces – Havana koor

 

28nov/160

De Olympische Spelen geen schoolreisje

De verhouding tussen sporters en bonden is vaak een ongemakkelijke. En dat is niet van de laatste tijd. Er zijn legio voorbeelden. Neem de strubbelingen tussen de KNSB en de (top) schaatsers. Onvrede en onenigheid over sponsoruitingen en uiteraard over geld. Bij de FIFA is ‘überbobo’ Sepp Blatter na jaren weggebonjourd maar zijn opvolger Gianni Infantino ligt ook regelmatig onder vuur. En er is ophef over een herbenoeming van Michael van Praag als voorzitter van de KNVB.

Nu zijn de marathonlopers furieus op de Atletiekunie. Wetenschapper Miranda Boonstra heeft uitgezocht dat de Atletiekunie bij het bepalen van limieten gebruik heeft gemaakt van omstreden rekenmethoden. De technisch directeur van de bond ontkent dit en zegt meesmuilend dat atleten niet moeten denken dat deelname aan de Olympische Spelen een schoolreisje is. Maar atleten omarmen de onderzoeksresultaten en voelen zich zwaar benadeeld. Michel Butter voorop, want hij kwam vorig jaar slechts 8 seconden te kort om naar de OS in Rio te mogen.

Acht seconden, daar maakt de Goudse ultraloper Pascal van Norden zich volgens mij niet zo druk over. Hij werd in september jl. voor de 2e achtereenvolgende keer Nederlands kampioen op de 100 km. Zondag liep hij bij het WK in Spanje een vet persoonlijk record. 100 kilometer in een tijd van 6.55.13. Niet zeuren, gewoon lopen. Klasse!

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
25nov/160

Take it on faith – Rossington

Gary Robert Rossington wordt geboren op 4 december 1951 in Jacksonville, Florida. In 1964 vormt hij met jeugdvrienden Ronnie van Zandt, Allen Collins, Larry Junstrom en Bob Burns de band My Backyard. Hun muzikale invloeden zijn The Beatles, The Free, The Yardbirds en The Allman Brothers Band. In de jaren 60 veranderden de leden hun bandnaam meerder keren. In 1970 noemen ze zich Leonard Skinnerd, naar de gymleraar van enkele leden van de band. Als de band ontdekt wordt door Al Kooper nemen ze de naam Lynyrd Skynyrd aan. In 1973 verschijnt Pronounced 'lĕh-'nérd 'skin-'nérd, het debuutalbum van de band, met daarop het legendarische gitaarnummer Free bird. In 1974 heeft de band een enorme wereldhit met Sweet home Alabama. De band is in die jaren een van de populairste southern-rockbands. Maar op 20 oktober 1977 slaat het noodlot toe als een vliegtuig met Lynyrd Skynyrd aan boord neerstort. Bij dit ongeluk komen zanger Ronnie van Zandt, gitarist Steve Gaines, zangeres Cassie Gaines en hun manager Dean Kilpatrick om het leven. Gitarist Gary Rossington is een van de overlevenden, hij breekt wel allebei zijn armen, zijn benen, zijn enkels en zijn heup. Maar na een wonderbaarlijke genezing kan hij toch gitaar blijven spelen.

In 1979 vormt Rossington samen met gitarist Allen Collins, die de vliegramp ook overleeft, The Rossington Collins Band. In deze band spelen ook twee andere overlevende leden van de vliegramp, keyboardspeler Billy Powell en bassist Leon Wilkinson. In 1982 houdt de band op te bestaan. Gary Rossington vormt daarna, met o.a. zijn vrouw Dale, The Rossington Band. In 1986 verschijnt hun eerste album Returned to the scene of the crime en in 1988 komt de opvolger Love your man uit.

Op platengebied blijft het dan heel lang stil totdat deze maand eindelijk een nieuw album van Rossington, zoals de band nu simpel heet, uit komt. Take it on faith, een album met 12 songs. De totstandkoming van dit album neemt zo’n 10 jaar in beslag. Op het album spelen een aantal gerenommeerde artiesten mee, zoals Reese Wynans, Delbert McClinton en Richie Hayward, de al in 2010 overleden drummer van Little Feat.

Het openingsnummer Highway of love begint heel rustig met een orgel, maar al snel wordt het een bluesrocker met ‘swampy’ riffs en snerpende gitaren. In de prachtige soulblues I should’ve known, met zijn vele tempowisselingen en in de ballad Take it on faith, laat Dale Rossington horen dat ze niet voor niets ‘The first lady of southern rock’ wordt genoemd. Gary Rossington’s slidespel is ook heerlijk om te horen en dat geldt zeker voor zijn slepende gitaarsolo’s in de ballad Light a candle. De mondharmonica van Delbert McClinton, de pianosolo’s en de gitaarsolo’s maken van Dance while you’re cookin en waar feest. De ‘gitaargeest’ van Lynyrd Skynyrd komt terug in Shame on me, een stevige bluesballad, en in Good side of good, een rocker die met een paar ferme drumklappen begint en waarin Reese Wynans zich op orgel uit leeft. Na de ballad Through my eyes, is Delbert McClinton weer terug op mondharmonica in het bluesy opwindende Something fisty, met een uitstekende ritmesectie. Too many rainy days is weer een bluesballad, met spetterend gitaarwerk en vooral ook jazzy pianosolo’s. Het prijsnummer op dit album is Where did love go, met indringende zang van Dale en akoestische slide van Gary. Het laatste nummer Two very different things begint als het Stones nummer Honky tonk women. De funky felle gitaren, de percussie, het orgel en de achtergrondvocalen creëren een zgn. ‘wall of sound’. Een formidabel slotakkoord.

Conclusie: We hebben er jaren op moeten wachten, maar Gary Rossington stelt met Take it on faith zijn fans niet teleur. Een uitstekend album.

Tracks:

  1. Highway of love
  2. I should’ve known
  3. Take it on faith
  4. Light a candle
  5. Dance while you’re cookin’
  6. Shame on me
  7. Good side of good
  8. Through my eyes
  9. Something fisty
  10. Too many rainy days
  11. Where did love go
  12. Two very different things

Line up:

Gary Rossington – gitaar
Dale Rossington – zang
Jack Holder – gitaar
Richie Hayward – drums
Bruce McCabe – piano, keyboards
Delbert McClinton- harmonica
Gary Nicholson – gitaar
David Smith – bas
Reese Wynans – orgel
Kenny Greenburg – gitaar overdubs
Michael Rojas – piano
Gordon Mote – piano and B3 overdubs
Shawn Camp – dobro
Bekka Bramlett & Vicki Hampton – backing vocals

 

21nov/160

Clubhelden van de amateursport

Wat is de overeenkomst tussen Lenie van Eijk, Andre Rustenhoven, Corinne Verkuil en Maarten Westerduin? Zij zijn in de race om clubheld van de amateursport 2016 te worden. Ik kreeg regelmatig mailtjes met het verzoek te stemmen op mijn clubheld en ik heb uiteindelijk ook een stem uitgebracht op een van de vele Goudse kandidaten. Ik zeg lekker niet op wie ik heb gestemd.

Bovengenoemde clubmensen zijn de winnaars van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Waddinxveen, Zuidplas en Gouda. Ik beperk me tot deze regiogemeenten want winnaars als bv.. Jan Baas (Stadskanaal), Aize Storm (Achtkarspelen) en Jo Kepers (Brunssum) zullen u worst zijn.

Maarten Westerduin van Jodan Boys is dus de winnaar van Gouda geworden met 398 stemmen. Een straatlengte voorsprong op de nr. 2 Theo Walthie van The Braves  die 113 stemmen kreeg. Frappant is dat de nr. 4, Ab van de Heuvel van GZC DONK, het hoogste rapportcijfer kreeg (9.84), terwijl er maar 39 stemmen op hem werden uitgebracht. Hoe dat allemaal in elkaar zit weet ik ook niet. Het geheim van appels en peren vergelijken.

De recente bekendheid van Westerduin heeft ongetwijfeld bijgedragen aan zijn populariteit. Op het moment dat ik dit schrijf is nog niet bekend of hij namens onze regio mag meedingen naar de landelijke titel. Een gokje: op naar de landelijke titel Maarten!

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
21nov/160

The musical mojo of Dr. John – Celebrating Mac and his music

Malcolm John Rebennack jr. wordt geboren op 21 november 1940 in New Orleans. De muzikale carrière van de pianist-zanger, beter bekend onder de naam Dr. John, begint in de jaren 50. Hij begint als gitarist maar moet noodgedwongen overschakelen naar de piano als hij gewond raakt aan zijn linker ringvinger. In de jaren 60 begeleidt hij als sessiemuzikant veel artiesten. Eind jaren 60 neemt hij de naam Dr. John the Nighttripper aan. Tijdens zijn optredens draagt hij extravagante pruiken en kostuums en zijn concerten staan bol van voodoo-rituelen. Zijn debuutalbum Gris-gris verschijnt in 1968, een album met voodoo ritmes en bezwerende zang, gedrenkt in New Orleans blues. In de jaren 70 blijven er met grote regelmaat van de klok albums verschijnen van Dr. John. Hij is ook actief als sessiemuzikant bij o.a. The Rolling Stones, Van Morrison, Willy deVille, Carly Simon en James Taylor. Na zijn succesperiode in de jaren 70 verdwijnt Dr. John daarna uit het zicht van de gemiddelde popliefhebber, maar hij behoudt een schare echte fans. Er blijven ook steeds albums van hem verschijnen. En hij blijft optreden.

 

Op 3 mei 2014 werd er in ‘Saenger Theatre’ in New Orleans een concert gegeven door een groot aantal muzikanten die een ode brachten aan Dr. John. Een All Star tribute aan de meester, die tijdens dit concert ook aanwezig is. De All Star House Band bestond naast musical director en bassist Don Was uit de pianisten Chuck Leavell (Rolling Stones) en John ‘Papa’Gros (NOLA), gitarist Brian Stoltz (Funky Meters), drummer Kenny Aronoff (Journeyman) en tomboniste Sarah Morrow. Opnamen van dit concert verschenen vorige maand op cd/dvd onder de titel The musical mojo of dr. John -  Celebrating Mac and his music.

Het gaat op cd 1 meteen los met het bekende Right place wrong time met Bruce Springsteen, waarna Jason Isbell een indringende lome versie zingt en speelt van Huey ‘Piano’ Smith’ Blow wind blow. Indian red, de vroeger door de Mardi Grass Indians in New Orleans gezongen traditional wordt hier fabuleus vertolkt door Cyril Neville. Na de typische New Orleans r&b song Somebody changed the lock door singer songwriter Anders Osborne en drummer/percussionist Bill Kreutzmann (o.a. Grateful Dead) komen Aaron en Charles Neville aan de beurt met de prachtige bluesballad Please send me someone to love van Percey Mayfield. Heel mooi gezongen en een zwoele sax van Charles Neville. De ritmesectie van The Meters maakt samen met de blazers het bekende Junko partner tot een regelrecht New Orleans feest. Irma Thomas zingt Buddy Johnson’s  bluesballad Since I fell for you achter de tinkelende piano van Chuck Leavell naar grote hoogten. De oude folksing Stack-a-lee krijgt een uptempo uitvoering van gitarist Tab Benoit. Allan Toussaint is de vertolker van de New Orleans r&b en zijn Life is daar weer een sprankelend voorbeeld van. Shannon McNally vertolkt Street people, naast een ode aan Dr. John ook een ode aan Bobby Charles. Zanger-gitarist Dave Malone (The Radiators) tovert de folk standard Goodnight Irene om in een ‘swampy’ typische New Orleans song. Cd 1 wordt besloten met Big chief, swingende New Orleans funk, door de in volle glorie uitgedoste Joseph Piere ‘Monk’ Boudreaux, Big Chief of the Golden Eagles.

De 2e cd wordt geopend door de rockband Widespread Panic uit Athens Georgia en The Dirty Dozen Brass Band. Bijna 10 minuten vette soulblues met orgel, gitaar en blazers. In You lie  speelt Warren Haynes, voorman van Gov’t Mule vette gitaarsolo’s achter rollende orgeltonen. Chuck Leavell is op dreef in Travelling mood en de jonge singer songwriter Ryan Bingham speelt een spetterende versie van Back by the river. De opwinding wordt voortgezet door de krachtige zang van jazz zanger John Boutté in Let’s make a better world van Earl King. Pure gospel kun je aan Mavis Staples overlaten en John Fogerty weet het publiek tot community singing te verleiden. In de laatste drie nummers is de spotlight helemaal gericht op Dr. John himself.  Het jazzy Rain, met een fantastische trompetsolo van Terence Blanchard, een lange versie van zijn hit I walk on guilded splinters, met Sarah Morrow op trombone en het formidabele slotakkoord Such a night.

 

Conclusie: Het was feest op 3 mei 2014. Wat een fantastisch concert. Prachtige muziek. Schitterend album.

Tracks cd 1:

  1. Right place wrong time – Dr. John & Bruce Springsteen
  2. Blow wind blow – Jason Isbell
  3. My indian red – Cyril Neville
  4. Somebody changed the lock – Anders Osborne & Bill Kreutzmann
  5. Please send me someone to love – Dr. John, Aaron Neville & Charles Neville
  6. Junko partner – George Porter jr. & Zigaboo Modeliste
  7. Since I fell for you – Irma Thomas
  8. Stack-a-lee – Tab Benoit
  9. Life – Allen Toussaint
  10. Street people – Shannon McNally
  11. Goodnight Irene – Dave Malone
  12. Big chief – Big Chief Monk Boudreaux

Tracks cd 2:

  1. Familiar reality – Widespread Panic & Dirty Dozen Brass Band
  2. You lie – Warren Haynes
  3. Traveling mood – Chuck Leavell
  4. Back by the river – Ryan Bingham
  5. Let’s make a better world – John Boutté
  6. Lay my burden down – Mavis Staples
  7. New Orleans – John Fogerty
  8. Rain – Dr. John & Terence Blanchard
  9. I walk on guilded splinters – Dr. John & Sarah Morrow
  10. Such a night – Dr. John & Sarah Morrow

 

 

16nov/160

Skydog – The Duane Allman Retrospective 2016 – Duane Allman

De naam Duane Allman behoeft voor de bluesliefhebber geen nadere introductie. De begenadigde gitarist van The Allman Brothers Band, geboren op 20 november 1946 in Nashville Tennessee, kwam op 20 oktober 1971 bij een motorongeluk om het leven. Hij werd slechts 24 jaar. Maar in zijn korte leven heeft Duane Allman ons heel veel prachtige muziek nagelaten.

Afgelopen maand verscheen er een box set met 14 lp’s op 180-gram vinyl, getiteld Skydog – The Duane Allman Retrospective 2016, een box set met 129 tracks, in een gelimiteerde oplage van 1000 exemplaren. De box is een heruitgave van de box set van 9 cd’s die in 2013 verscheen. Bij deze heruitgave zit een 56 pagina’s tellend boekwerk met zeldzame (familie)foto’s en essays van journalist Scott Schindler en van Duane’s dochter Galadrielle Allman.

De 129 tracks zijn opnamen uit de vroegste periode van Duane Allman, uiteraard zijn tijd bij The Allman Brothers Band en een hele rij opnamen van artiesten waarop Duane Allman gitaar speelt.

Op de eerste twee lp’s staan tracks van The Escorts, van The Allman Joys en The Hour Glass, groepen waarin ook broer Greg zat. Soul, blues en een mooie instrumentale versie Norwegian wood van The Beatles. Verder twee tracks van 31st of February, een psychedelische folkrockband uit Jackson Florida, waaronder Melissa, een nummer dat The Allman Brothers later zelf ook op de plaat zetten. The Bleus was een blue-eyed soul combo uit Gadsden Alabama. Op de drie tracks van deze groep uit de midjaren 60 spelen zowel Duane als Greg mee.

Op lp 3 en 4 horen we de prachtige gitaarbijdragen van Duane op opnamen van soulzangers uit de jaren 60 als Clarence Carter, Wilson Pickett (Hey Jude en Born to be wild blijven klassiekers) en Arthur Conley met een opwindende versie van Ob-da-di ob-la-da. Heerlijk om ook weer eens die prachtige gospels terug te horen van Laura Lee en Spencer Wiggins. Van The weight van The Band zijn twee versies opgenomen, een gloedvolle opname van Aretha Franklin en versie van King Curtis met Duane op slide.

Op lp 5, 6 en 7 duiken we de blues in met o.a. lekkere gitaarsolo’s in de slowblues Goin’ down slow en de boogie Happily married man. De gitaarduels met Otis Rush en de slide op Hand jive. Werkelijk schitterend zijn de bijdragen van Duane op dobro en (slide) gitaar op vier tracks van Boz Scaggs’ soloalbum uit 1969, met als hoogtepunt de ruim 13 minuten durende slowblues Loan me a dime. Het debuutalbum van The Allman Brothers Band uit 1969 is in zijn geheel op deze box terecht gekomen en van het album Ronnie Hawkins van Ronnie Hawkins uit 1970 vijf tracks waarin Duane excelleert op dobro, slide en elektrische gitaar.

Vier tracks van het album New routes van de Britse zangeres Lulu uit 1969 zijn ook opgenomen, waaronder Jerry Jeff Walker’s klassieker Mr. Bojangles. Op lp 8 verder vier tracks van het album Ton-Ton Macoute van Johnny Jenkins, waaronder het opwindende I walked on guilded splinters van Dr. John en vier tracks van John Hammond.

Lp 9 is grotendeels gevuld met (live) opnamen van The Allman Brothers Band, waaronder de ruim 9 minuten durende slowblues I’m gonna move to the outskirts of town. Lp 10 staat voor een groot deel in het teken van het onvolprezen album Layla and other assorted love songs, het meesterwerk van Derek & The Dominos uit 1970.

Lp 11 begint met drie opnamen van Sam Samudio (Sam the Sham & The Pharaohs). Vooral het slidespel van Duane op Kris Kristofferson’s Me and Bobby McGee is prachtig. De slide is ook prachtig op het fraaie Odessa, een van de drie nummers van Ronnie Hawkins op deze plaat en in Sing my way home van Delaney & Bonnie & Friends van hun album Motel shot uit 1971.

Na de aankondiging ‘we’ve got Duane Allman over here’ begint Sugar magnolia van The Grateful Dead, een ruim 7 minuten durende live jamsessie. Een groot aandeel op lp 12 is weggelegd voor het album Push push uit 1971 van jazzfluitist Herbie Mann. Meer dan 20 minuten jazz met gitaarsolo’s van Duane Allman.

Lp 13 begint met drie live nummers van Delaney Bonnie & Friends, (gospel) blues met een hoog Robert Johnson gehalte en van grote klasse. Prachtig is de slide van Duane op Please be with me van de country-southern rockgroep Cowboy. De plaat eindigt met het ruim 19 minuten durende You don’t love me/Soul serenade van het livealbum At Fillmore East van The Allman Brothers uit 1971.

De laatste lp van de box is helemaal gevuld met opnamen van The Allman Brothers Band, waaronder twee zeer lange live opnamen, Blue sky (ruim 11 minuten) en Dreams (18 minuten).

Conclusie: Deze vinyl box is een schitterende staalkaart van het fenomeen Duane Allman. Box set van het jaar!

Tracks lp 1:

  1. Turn on your love light – The Escorts
  2. No name (instrumental) – The Escorts
  3. What’d I say – The Escorts
  4. Spoonful – The Allman Joys
  5. Gotta get away – The Allman Joys
  6. Shapes of things – The Allman Joys
  7. Crossroads – The Allman Joys
  8. Mister, you’re a better man than I – The Allman Joys
  9. Lost woman – The Allman Joys
  10. Cast off all my fears – The Hour Glass
  11. I’ve been trying – The Hour Glass
  12. Nothing but tears – The Hour Glass

Tracks lp 2:

  1. Power of love – The Hour Glass
  2. Down in Texas – The Hour Glass
  3. Norwegian wood (this bird has flown) – The Hour Glass
  4. B. King medley – The Hour Glass
  5. Sweet little angel
  6. It’s my own fault
  7. How blue can you get?
  8. Been gone too long – The Hour Glass
  9. Ain’t no good to cry – The Hour Glass
  10. Morning dew – 31st of February
  11. Melissa – 31st of February
  12. Milk and honey – The Bleus
  13. Leavin’ Lisa – The Bleus
  14. Julianna’s gone – The Bleus

Tracks lp 3:

  1. The road of love – Clarence Carter
  2. Light my fire – Clarence Carter
  3. Hey Jude – Wilson Pickett
  4. Toe hold – Wilson Pickett
  5. My own style of loving – Wilson Pickett
  6. Born to be wild – Wilson Pickett
  7. It’s how you make it good – Laura Lee
  8. It ain’t what you do (but how you do it) – Laura Lee
  9. I never loved a woman (the way I love you) – Spencer Wiggins
  10. Ob-la-di, ob-la-da – Arthur Conley
  11. Stuff you gotta watch – Arthur Conley
  12. Speak her name – Arthur Conley
  13. That can’t be my baby – Arthur Conley

Tracks lp 4:

  1. A lucky loser – Willie Walker
  2. I’m coming today – The Lovelles
  3. Pretending dear – The Lovelles
  4. The weight – Aretha Franklin
  5. It ain’t fair – Aretha Franklin
  6. Darkness – Soul Survivors
  7. Tell daddy – Soul Survivors
  8. Got down on Saturday – Soul Survivors
  9. Hey Joe – King Curtis
  10. Foot pattin’ – King Curtis
  11. Games people play – King Curtis
  12. The weight – King Curtis
  13. Get a little order – The Sweet Inspirations

Tracks lp 5:

  1. Twice a man – The Barry Goldberg Blues Band
  2. Goin’ down slow – Duane Allman
  3. No money down – Duane Allman
  4. Happily married man – Duane Allman
  5. Me – Otis Rush
  6. Reap what you sow – Otis Rush
  7. It takes time – Otis Rush
  8. Going up the country – The Duck & the Bear
  9. Hand jive – The Duck & the Bear
  10. Finding her – Boz Scaggs

Tracks lp 6:

  1. Look what I’ve got – Boz Scaggs
  2. Waiting for a train – Boz Scaggs
  3. Loan me a dime – Boz Scaggs
  4. Don’t want you no more – The Allman Brothers Band
  5. It’s not my cross to bear – The Allman Brothers Band
  6. Black hearted woman – The Allman Brothers Band
  7. Trouble no more – The Allman Brothers Band

Tracks lp 7:

  1. Every hungry woman – The Allman Brothers Band
  2. Dreams – The Allman Brothers Band
  3. Whipping post – The Allman Brothers Band
  4. One more night – Ronnie Hawkins
  5. Will the circle be unbroken – Ronnie Hawkins
  6. Matchbox – Ronnie Hawkins
  7. Down in the alley – Ronny Hawkins
  8. Who do you love – Ronny Hawkins
  9. Marley purt drive – Lulu
  10. Dirty old man – Lulu

Tracks lp 8:

  1. Bojangles – Lulu
  2. Sweep around your own back door – Lulu
  3. I walk on guilded splinters – Johnny Jenkins
  4. Rollin’ stone – Johnny Jenkins
  5. Down along the cove – Johnny Jenkins
  6. Voodoo in you – Johnny Jenkins
  7. Shake for me – John Hammond
  8. Cryin’ for my baby – John Hammond
  9. I’m leavin’ you – John Hammond
  10. You’ll be mine – John Hammond
  11. Ghost of myself – Doris Duke

Tracks lp 9:

  1. Comin’ down (demo) – Eric Quincy Tate
  2. Hoochie coochie man (live) – The Allman Brothers Band
  3. Midnight rider – The Allman Brothers Band
  4. Dimples (live) – The Allman Brothers Band
  5. I’m gonna move to the outskirts of town (live) The Allman Brothers Band
  6. Soul shake – Delaney & Bonnie & Friends
  7. Beads of sweat – Laura Nyro
  8. Don’t keep me wondering – The Allman Brothers Band
  9. Living on the open road – Delaney & Bonnie & Friends

Tracks lp 10:

  1. A woman left lonely – Ella Brown
  2. Touch me – Ella Brown
  3. More than enough rain – Bobby Lance
  4. I am yours – Derek & the Dominos
  5. Why does love got to be so sad? – Derek & the Dominos
  6. Have you ever loved a woman – Derek & the Dominos
  7. Layla – Derek & the Dominos
  8. Mean old world – Eric Clapton & Duane Allman

Tracks lp 11:

  1. Me and Bobby McGee – Sam Samudio
  2. Relativity – Sam Samudio
  3. Goin’ upstairs – Sam Samudio
  4. Don’t tell me your troubles – Ronnie Hawkins
  5. Sick and tired – Ronnie Hawkins
  6. Odessa – Ronnie Hawkins
  7. Gift of love – Delaney & Bonnie & Friends
  8. Sing my way home – Delaney & Bonnie & Friends
  9. In memory of Elizabeth Reed (live) – The Allman Brothers Band

Tracks lp 12:

  1. Statesboro blues (live) The Allman Brothers Band
  2. Sugar magnolia – Grateful Dead
  3. One way out (live) The Allman Brothers Band
  4. Push push – Herbie Mann
  5. Spirit in the dark – Herbie Mann
  6. What’d I say – Herbie Mann

Tracks lp 13:

  1. Come on in my kitchen (live) – Delaney & Bonnie & Friends
  2. Going down the road feeling bad (live) – Delaney & Bonnie & Friends
  3. Poor Elijah – Tribute to Johnson (live) – Delaney & Bonnie & Friends
  4. Please be with me – Cowboy
  5. Stand back – The Allman Brothers Band
  6. You don’t love me – Soul serenade (live) – The Allman Brothers Band

Tracks lp 14:

  1. Blue sky – The Allman Brothers Band
  2. Blue sky (live) – The Allman Brothers Band
  3. Dreams (live) – The Allman Brothers Band
  4. Little Martha – The Allman Brothers Band

 

13nov/160

De gekte neemt toe

Hoewel het nog ruim een maand duurt voordat Jodan Boys in Arnhem tegen Vitesse speelt, neemt de gekte rondom deze bekerwedstrijd al groteske vormen aan. Deze week werd bekend dat Jodan Boys in totaal 1900 supporters mee mag nemen naar de Gelredome. 1500 Kaarten voor het uitvak voor supporters en dan nog 400 kaarten voor sponsoren en genodigden. Busmaatschappijen wrijven zich nu al in de handen, want er is op woensdag 14 december werk aan de winkel. Alle verloven van buschauffeurs zijn ingetrokken. Ook voor de Goudse middenstand zijn het wonderlijke maar fijne dagen. Jodan Boys tompouces en Jodan Boys chocoladeletters vliegen over de toonbank. Radio 2 dj Gerard Ekdom maakt overuren met zijn hilarische filmpjes.

De Goudse gemeenteraad overweegt zelfs om de geplande raadsvergadering van woensdag 14 december te verschuiven. Het moet niet gekker worden natuurlijk. Ineens is iedereen voetballiefhebber, ook zij die mogelijk nog nooit een wedstrijd van de Jodan Boys hebben bijgewoond. Maar het gaat er om om gezien te worden. Niets menselijks is ook politici vreemd. Maar er is in ieder geval belangstelling! En ach, de stad heeft wekenlang zonder bestuur gezeten, dus kan die ene dag er ook nog wel bij. En Gouda promotie is natuurlijk nooit weg. En je weet nooit waar het goed voor is.

Ik deed gisteren verslag van de wedstrijd Ter Leede – Jodan Boys. Het was steenkoud langs de lijn op de ‘Roodemolen’ in Sassenheim. De Goudse supporters waren weer massaal naar de Bollenstreek getrokken en dan komen die prachtige speciale Jodan Boys sjaals van de legendarische wedstrijd tegen Go Ahead Eagles geweldig van pas. Alleen moet Jodan Boys in Arnhem wel beter spelen dan gisteren, want anders wordt het een droeve afloop. Ik weiger in ieder geval een voorspelling te doen, hoewel ik nergens meer van sta te kijken.

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties
10nov/160

The calling – The Imperial Crowns

The Imperial Crowns is een bluesrock groep uit Los Angeles. De band wordt in de jaren 90 van de vorig eeuw opgericht door de in Houston opgegroeide zanger en acteur Jimmie ‘the dynamic’ Wood, gitarist J.J. Holiday, drummer Michael Barsimanto en bassist Keith ‘Foxxe’ Karman. The Imperial Crowns is nu al jaren een trio dat naast zanger Jimmie Wood, gitarist J.J. Holiday wordt gevormd door drummer Billy Sullivan. De leden van The Imperial Crowns zijn door de muzikale wol geverfd want ze speelden samen met o.a. Charlie Musselwhite, Bruce Springsteen, Greg Allman, Bob Dylan, Taj Mahal, Billy Preston, The Blind Boys, Cheap Trick, Jean Luc Ponty, The Blues Brothers, Beck, Otis Clay, Lightnin’ Hopkins, Robert Jr. Lockwood, Johnny ‘Guitar’ Watson en Freddie King. Ik bedoel maar. Hun debuutalbum Imperial Crowns verschijnt in 1997. In de jaren daarna brengen ze nog drie albums uit, Hymn book (2004), het livealbum Preachin’ the blues (2005), opgenomen in het Duitse Rockpalast, en Star of the west (2007). Daarna is het op platengebied lange tijd heel stil. Maar optreden doen ze wel en hebben in de loop der jaren ook in Europa een grote schare fans opgebouwd. Vorig jaar was de band nog te bewonderen in Ospel tijdens Moulin Blues als begeleiders van Kent Burnside, de kleinzoon van de legendarische R.L. Burnside.

Vorige maand verscheen er na 10 jaar weer een nieuw album van The Imperial Crowns, The calling, een album met 12 songs. Met een felle gitaarriff in de opener I gotta right horen we meteen wat voor vlees we in de kuip hebben. Hevig rockende blues met fel gitaarwerk, scheurende mondharmonica en een forse ritmesectie, zoals ook te horen in het titelnummer. Grace under pressure is een zeer stevige bluesballad en in Wasn’t love at first sight zijn de echo’s van The Rolling Stones en The J. Geils Band te horen. In de boogie Love ’n the devil komen de blazers er bij. Jimmie Wood blaast een ‘luie’ mondharmonica in de ballad Something of value, waarin J.J. Holiday lekker op dreef is op slide. Dat de band ook melodieus uit de hoek kan komen wordt bewezen in The mark of Cain met de backing vocals van Rachel C. Wood, de blazers en de piano van Benmont Tench. De hamerende piano van Tench is ook te horen in de uptempo Stones achtige bluesrocker Miz Aphrodite. Heerlijk nummer. Liberate is weer een bluesballad met de blazers, de uitbundige zang van Wood en de backing vocals. Het is weer volop rocken in Third world war en in het funky Papa lawd is Holiday ook te horen op tiple en Sullivan op djembe. Het slotnummer Question mark is weer een bluesrocker in de stijl van J. Geils en The Stones, met een zeer energiek zingende Wood.

Conclusie: The Calling is een (h)eerlijk bluesrockalbum van een zeer energieke band. Jammer dat ik de optredens van The Imperial Crowns in Nederland deze maand heb gemist. Net te laat. Jammer. Dan de cd maar keihard draaien. Hulde trouwens voor het fraaie boekwerkje bij de cd met alle teksten en mooie foto’s van David Palmer.

Tracks:

  1. I gotta right
  2. The calling
  3. Grace under pressure
  4. Wasn’t love at first sight
  5. Love ’n the devil
  6. Something of value
  7. The mark of Cain
  8. Miz Aphrodite
  9. Liberate
  10. Third world war
  11. Papa lawd
  12. Question mark

Line up:

  • Jimmie Wood – zang, gitaar, harmonica
  • J.J. Holiday – (slide) gitaar, tiple, zang
  • Billy ‘Champagne’ Sullivan – drums, percussie, keyboard, djembe
  • Andre Berry – bas
  • Bob Glaub – bas
  • Benmont Tench – piano
  • Rachel C. Wood – backing vocals
  • Mike Rocha – trompet
  • Ryan Dragon – trombone
  • Peter Slocombe – tenor- en baritonsaxofoon
8nov/160

Tracks – Hundred Seventy Split

De bluesrockband Hundred Seventy Split (HSS) wordt in 2010 opgericht door zanger-gitarist Joe Gooch en bassist Leo Lyons. Gooch en Lyons zijn voormalige leden van Ten Years After. Leo Lyons is een van de oprichters van Ten Years After in 1966 en maakt vele hoogtepunten van TYA mee zoals het optreden op het befaamde Woodstock festival in 1969. Joe Gooch studeert eerst klassieke gitaar, maar al snel is hij meer geïnteresseerd in de jazz en de blues en wordt geïnspireerd door Jimi Hendrix, Eric Clapton, Led Zeppelin, The Beatles en Frank Zappa. Gooch vervangt zanger-gitarist Alvin Lee in Ten Years After in 2003. HSS bestaat verder uit drummer Damon Sawyer, die drumlessen geeft en heeft samengespeeld met o.a. Jimmy Dawkins, Dave Spector, Sonny Black’s Bluesband, Mojo Bufford, Paul Rodgers, Sam Moore en Bill Wyman’s Rhythm Kings.

Omdat Gooch en Lyons, terwijl ze nog deel uitmaken van Ten Years After, op een gegeven moment een andere muziekstijl willen spelen, ontstaat de idee om een nieuwe band op te richten. De naam Hundred Seventy Split is een suggestie van Lyons' zoon Harry. Hundred Seventy Split is de naam van een kruispunt (road junction) in Nashville Tennessee. Lyons en Gooch verlaten Ten Years After definitief eind 2013.

Het eerste album van HSS The world won’t stop komt in 2010 uit, gevolgd door Hundred Seventy Split in 2014 en The road live in 2015. Vorige maand verscheen Tracks, het nieuwe album van HSS. Het openingsnummer van het album, de uptempo bluesrocker It’s coming back around  begint met een krachtige gitaarriff die me aan de oude Fleetwood Mac doet denken. Veel felle gitaarsolo’s en een straffe ritmesectie. Het visitekaartje van het trio is afgegeven. The game, If you make it to the top en Grew up on Muddy Waters zijn (bluesrock) ballads met slepende en lyrische gitaarsolo’s. Gooch bewijst in het funky Lonely en Gravedigger een uitstekend gitarist te zijn die alle stijlen aan kan, van bluesrock, hardrock, jazz tot funk. Drummer Damon Sawyer is zeer prominent aanwezig in de bluesrocker Looking for a sign. Na de uptempo rocker She’s got the mojo is het de hoogste tijd voor een (relatief) rustpunt met de prachtige ballad Tali lights. Lyrisch gitaarwerk en heerlijk orgelspel van Billy Livsey. Daarna weer veel gitaargeweld in de bonkige bluesrocker The final curtain. De afsluiter, de bluesrockballad You can’t drink it roept herinneringen op aan The Free en Bad Company, waarbij de zang van Gooch, hoewel zijn stem minder krachtig is, me doet denken aan Paul Rodgers.

Conclusie: Het album Tracks van Hundred Seventy Split is een zeer energiek rockbluesalbum van een drietal uitstekende muzikanten. HSS lijkt me trouwens ook een typische live band. Vanaf 11 november toert de band de hele maand door Duitsland dus wellicht een mogelijkheid om hen te gaan bezoeken.

Tracks:

  1. It’s coming back around
  2. The game
  3. If you make it to the top
  4. Grew up on Muddy Waters
  5. Lonely
  6. Gravedigger
  7. Looking for a sign
  8. She’s got the mojo
  9. Tali lights
  10. The final curtain
  11. You can’t drink it

Line up:

  • Leo Lyons – bas en double bas
  • Joe Gooch – zang en gitaar
  • Damon Sawyer – ddrums
  • Billy Livsey – orgel (tracks 2,3 en 9)
7nov/160

Lang leve de onvoorspelbaarheid

Een van de mooiste dingen in de sport is het onvoorspelbare. Een mooi voorbeeld is Leicester City dat vorig seizoen uit het niets kampioen van Engeland werd. Om dichter bij huis te blijven is Jodan Boys het grote voorbeeld. Winnen in de Adelaarshorst, iets waar Feyenoord na dit weekend alleen nog maar van kan dromen.

Wat de oorzaken zijn van die onvoorspelbaarheid in de sport is een groot raadsel. Er kunnen zoveel factoren een rol spelen. De magie tussen de groep spelers van een team of de vorm van de dag. Het al dan niet in vorm zijn vind ik helemaal een fascinerend fenomeen. Blessures spelen ook een rol. Valt een spelbepalende speler uit dan komt het vaak voor dat het verband zoek is. En onderschat de geluksfactor niet. Ik zag zondag Haastrecht in de streekderby aan de Walvisstraat een serie grote kansen missen waardoor ONA nog heel lang enige hoop op een resultaat mocht koesteren. En wat te denken van de supporters die een team tot grote hoogte op kunnen zwepen. De rol van de scheidsrechters vergeet ik voor het gemak.

Lang leve de onvoorspelbaarheid, want anders kunnen we alle wedstrijden net zo goed schriftelijk af doen. En waar moet ik dan op mijn zaterdag- en zondagmiddag heen. Naar de woonboulevard? Ik moet er niet aan denken.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties