Big, bad and beautiful – Popa Chubby
Hij werd op 31 maart 1960 in de Bronx (New York) geboren als Theodore Joseph Horowitz. Zijn vader was snoepwinkelier. Ted Horowitz begon op zijn 13e met drummen maar toen hij de muziek van The Rolling Stones ontdekte werden de drums ingeruild voor de gitaar. Onder zijn artiestennaam Popa Chubby timmert hij al ruim 20 jaar aan de weg als blueszanger- en gitarist. De carrière van deze Amerikaan met zijn imposante verschijning startte in 1994 met optredens in New Yorkse clubs. Opgegroeid met de muziek van Jimi Hendrix, Cream en Led Zeppelin omschrijft Popa Chubby zijn stijl als “The Stooges meets Buddy Guy, Motörhead meets Muddy Waters and Jimi Hendrix meets Robert Johnson”. Sinds 1995 brengt hij met grote regelmaat albums uit, waaronder meerdere livealbums.
Deze maand verscheen er een dubbel livealbum, Big, bad and beautiful. Er staan maar liefst 27 nummers op met een totale speelduur van ruim 2 ½ uur. De nummers zijn opgenomen tijdens vier concerten in Frankrijk eerder dit jaar. Tijdens deze “I’m feeling lucky tour” werd Chubby begeleid door Dave Keyes (keyboards), Francesco Beccaro (bas) en Andrea Beccaro (drums). Op het album staan bekende eigen composities en covers. Popa Chubby teistert zijn gitaar in uptempo bluesrockers als Working class blues, I don’t want nobody, het van Freddie King bekende Palace of the king, Take me back to Amsterdam, Caffeine and nicotine en Noise making love machine. Lyrisch is zijn spel op de ook van Freddie King en Eric Clapton bekende slowblues Same old blues, in het ruim 10 minuten durende Rock on blues man en People’s blues. Dave Keys is, hoewel de ritmesectie ook niet mag worden uitgevlakt, naast Chubby een zeer bepalende factor. Niet alleen in razende boogies als One leg at a time en The finger bangin’ boogie, maar ook in nummers als Stoop down baby, 69 Dollars, Angel on my shoulder en in zijn eigen composities Signed with heartache en Blues bearing down, waarin hij ook de vocalen voor zijn rekening neemt. Op cd 2 horen we een blok Rolling Stones. Love in vain van Robert Johnson met een prachtige slide. De uitvoering van Brown sugar doet nauwelijks onder voor die van The Stones en ook de ballad Wild horses niet. Big, bad and beautiful eindigt met het bijna tien minuten durende instrumentale Somewhere over the rainbow, het klassieke door Judy Garland gezongen nummer uit de film The Wizzard of Oz uit 1939. Gierende gitaarsolo’s die soms aan Roy Buchanan doen denken en ook een excellerende Dave Keys. Schitterend!
Conclusie: Popa Chubby is een podiumbeest bij uitstek. Met zijn voortreffelijke band bezorgt hij de blues(rock) liefhebber met Big, bad and beautiful een zeer grote dienst. De band toert momenteel door Nederland en als je heel snel bent en geluk hebt kun je ze nog bewonderen. Anders is dit dubbelalbum een zeer groot doekje voor het bloeden. Het is ruim 2½ uur genieten.
Tracks CD 1:
- Working class blues
- Stoop down baby
- One leg at a time
- 69 Dollars
- Same old blues
- Angel on my shoulder
- I don’t want nobody
- Life is a beatdown
- Palace of the king
- Sweat
- Signed with heartache
- Rock me baby
- Blues bearing down
- Chubbfatha medley
Tracks CD 2:
- Rock on blues man
- Take me back to Amsterdam
- I was looking back
- Love in vain
- Brown sugar
- Wild horses
- Another 10 years gone
- Caffeine and nicotine
- Daddy played the guitar and mama was a disco queen
- The finger bangin’ boogie
- People’s blues
- Noise making love machine
- Somewhere over the rainbow
Wij gaan naar Rio
De Nederlandse turnmeiden zorgden zaterdag voor een enorme verrassing. Directe plaatsing voor de Olympische Spelen. Geen verdere kwalificatierondes. “Rio door de voordeur” aldus bondscoach Wiersma.
Op veel fronten zijn sporters bezig zich te kwalificeren voor Rio de Janeiro. Begin volgend jaar kunnen de Nederlandse waterpolovrouwen zich in het Groenhovenbad in Gouda kwalificeren. En wie weet haalt Reeuwijker en Oud Donkiaan Robin van Galen het sterke staaltje uit om zich ook met het mannenteam te plaatsen. Dat zou wel een sensatie zijn, maar als sportgek heeft hij vast gekeken naar de turnmeiden.
Voor de Paralympics in Rio heeft zich in ieder geval al een Gouwenaar geplaatst. Ronald Hertog, die vier jaar geleden in Londen bij het speerwerpen een bronzen medaille haalde, gaat volgend jaar proberen eremetaal te halen bij het verspringen. Dat hij in vorm is bewees hij vrijdag bij het WK in Doha (Quatar). Zijn afstand van 7.26 meter was goed voor zilver.
Ronald Hertog is al zeker van Rio, maar er zijn nog meer Gouwenaars bezig om zich te plaatsen voor de Paralympics. Stephen de Vries, de visueel handicapte wielrenner van GRTC Excelsior, die in maart wereldkampioen achtervolging werd, is volop in training. En ook Tim van Duuren, de talentvolle zwemmer van GZCDONK gaat voor een Olympisch startbewijs. Het worden spannende tijden als ze dat al niet zijn.
Over yonder – Jack Hustinx & The Southern Aces
Op 30 oktober 2015 verschijnt het album Over yonder van Jack Hustinx & The Southern Aces.
Eindhovenaar Jack Hustinx, oprichter en frontman van de uitstekende Nederlandse rootsband Shiner Twins heeft de nummers van het album opgenomen in de VS, veelal in Austin (Texas), waar hij een aantal jaren woonde, maar ook in Nederland. Het speciale aan dit album is dat er geen Amerikaanse producer en/of studiomuzikanten zijn ingehuurd, maar hij heeft dit alles met zijn (Nederlandse en Amerikaanse) vriendenclub voor elkaar gebokst. Die Amerikaanse vriendenclub bestaat o.a. uit Malford Milligan (Storyville, Double Trouble), Derek O’Brien (Antone’s Houseband), Harry Bodline (Delta Roux), Robert LaRoche (Patricia Vonne Band), Sheree Smith (Memphis Train), John Magnie en Steve Amedee (Subdudes). Met deze “Southern Aces” heeft Hustinx een aantal zeer succesvolle concerten in en rond Austin gegeven.
Over yonder opent met Life will humble you, de single die in september is uitgebracht. Een prachtige soulballad met Roel Spanjers op accordeon. Iets steviger gaat het er aan toe in het gospelachtige Crawlin’ up to the surface met een lekkere gitaarsolo. True true love is een uptempo rocker met goed gitaarwerk en een uitstekende ritmesectie (Nicky Hustinx op drums en Roelof Klijn op bas). Een ronduit schitterend nummer is Good while it lasted, met Harry Bodline op slide en achtergrondzang van Sheree Smith en Glenda Dotson. Vervolgens brengt de band een stomende tex mex ode aan San Antone en Doug Sahm in Welcome to San Antone. De achtergrondzangeressen zijn ook weer prominent aanwezig in de midtempo rocker I won’t surrender, waar ook een prachtige accordeon van Roel Spanjers is te horen.
Een van de hoogtepunten op het album is de gospel My soul, my inspiration. De samenzang van Jack Hustinx en Malford Milligan, de achtergrondvocalen en de hammond B3 van Roel Spanjers. Roel Spanjers speelt weer een hoofdrol, maar nu op de piano, in That’s where I draw the line, een uptempo rocker met achtergrondvocalen van Robert LaRoche. Een uitstekende slide van Harry Bodline is te horen in Down the road en het hammondorgel van Roel Spanjers geeft de soulblues Why do I keep loving you een mooie touch en dat doet hij in de midtempo blues Walkin’ taste of time op piano en accordeon. Het album eindigt met de Jayhawks achtige uptempo countryrocker The rains came down met viool en de zang van Jack Hustinx en Robert LaRoche.
Conclusie: Over yonder is een prachtig rootsalbum. Lang leve deze Amerikaans – Nederlandse muzikale samenwerking.
Tracks:
- Life will humble you
- Crawlin’ up to the surface
- True true love
- Good while it lasted
- Welcome to San Antone
- I won’t surrender
- My soul, my inspiration
- That’s where I draw the line
- Down the road
- Why do I keep loving you
- Walkin’ taste of time
- The rains came down
Black ink on white sheets – Minor Cabinet
Minor Cabinet is een jonge Duitse band uit Krefeld. De band is in 2012 opgericht door zanger gitarist Julian Jasny en drummer Roman Dönicke. De band bestaat verder uit Clemens Bombien (gitaar), Tarek El Kassar (keyboards & vocals) en Paul Krobbach (bas & vocals). In 2013 brachten ze een EP uit. Deze maand verscheen hun eerste complete album Black ink on white sheets. Alle twaalf songs op dit debuutalbum zijn geschreven door Julian Jasny.
Het album begint met het opzwepende Daybreaker, bonkende drums, keyboards, gitaar en felle zang. Net als de opener wordt B.O.G. gekenmerkt door de tempowisselingen, stevige rock afgewisseld met rustige tussenfasen. Dit geldt trouwens voor meer nummers op het album. Crawl on by, (de nieuwe single) is een rockblues, ook weer met een rustig tussenstuk. Er wordt gas teruggenomen in Stationary, een rustige ballad met akoestische gitaar, de “golvende” keyboards en de mooie samenzang. V 1 is een instrumentaal nummer, langzaam en soms zweverig. De drums en de gitaarsolo’s voeren de boventoon in Fly into the sun. In Blessed are the pure in heart is een Ritchie Blackmore achtige snoeiharde gitaarsolo te horen van Clemens Bombien. Island is weer zo’n nummer met tempowisselingen waarin Jasny soms de longen uit zijn lijf zingt en Tarek El Kassar met zijn keyboards een soort muzikaal bed neerlegt waarin de overige bandlecen zich kunnen uitleven. Devotion rockt ook weer stevig. To the north begint als een langzame ballad, maar halverwege gaat de band weer uit zijn dak en komen bij mij herinneringen boven aan The Free en Bad Company. Het hoogtepunt van dit album is voor mij Already gone, een schitterende ballad met een hoofdrol voor de piano van Tarek El Kassar en met mooie samenzang. Prachtig nummer! Running for someone is een typisch bandnummer, drums, bas, gitaar, keyboards, goede zang en mooie samenzang. Een mooie afsluiter, hoewel we aan het eind van het album nog een kleine toegift van 40 seconden Daybreaker II krijgen.
Conclusie: Black ink on white sheets is een prima album van een jonge Duitse band waar we hopelijk nog heel veel van zullen horen.
Tracks:
- Daybreaker
- O.G.
- Crawl on by
- Stationary
- V.1
- Fly into the sun
- Blessed are the pure in heart
- Island
- Devotion
- To the north
- Already gone
- Running for someone
- Daybreaker II
De lof der zotheid
Als je zaterdag in de Goudse binnenstad was kwam je ze overal tegen. Pestdokters, narren, fantasierijke adellijke dames en de moeder van de hoofdfiguur om wie alles draaide, Desiderius Erasmus, de grote humanist die streed voor vrijheid, vrede, naastenliefde en verdraagzaamheid. In De Lof der Zotheid beschrijft hij misstanden zoals inhaligheid, leeghoofdigheid en corruptie, hoewel dat laatste woord denk ik toen nog niet bestond.
Hoe zou Erasmus hebben gereageerd als hij nu had geleefd? Hij zou waarschijnlijk een vlammend pamflet hebben geschreven over de misstanden bij de FIFA. Sepp Blatter zou als een middeleeuwse bisschop zijn neergesabeld. De voetballers van Oranje hadden een steek onder water gekregen. Niet presteren maar wel heel veel geld opstrijken. Weg met al die inhaligheid. Vrede en naastenliefde waren de laatste weken ook niet aanwezig op de sportvelden. Voetballers en hockeyers die scheidsrechters te lijf gaan. Erasmus zou zich als Rotterdammer/Gouwenaar hebben geschaamd tijdens de wedstrijd NOC Kralingen – DONK.
Zaterdag zag ik Jodan Boys - Noordwijk. Het was Zotte Zaterdag, dus je kon van alles verwachten. En het werd een zotte zaterdag. Schitterende doelpunten, vooral die omhaal a la Marco van Basten. Maar de zotheid zat in de slotfase. Ook hier sloegen bij een speler weer de stoppen door. Ik vind dat die zondaren als bijkomende straf ook snel de Lof der Zotheid moeten gaan lezen.
Cold and bitter tears, the songs of Ted Hawkins – Various artists
Het leven van Ted Hawkins was niet direct een aaneenschakeling van vreugde en succes. De op 28 oktober 1936 in Biloxi (Mississippi) geboren Amerikaanse zanger gitarist zwierf jaren als een soort hobo door de VS, terwijl ook de binnenkant van jeugdgevangenissen, strafkampen of inrichtingen niet onbekend waren voor hem. Begin jaren 70 kreeg deze straatmuzikant de kans om plaatopnamen te maken, maar hij begon pas een beetje succes te krijgen in 1982 met het album Watch your step. Met zijn tweede album Happy hour, waarop ook o.a. Robert Cray meespeelde, brak hij in 1985 door, maar dan vooral in Europa, waar hij regelmatig optrad. In zijn geboorteland bleef erkenning uit. Hawkins woonde dan ook enkele jaren in Engeland. Vanaf 1990 woonde hij weer in California. Hawkins overleed op 1 januari 1995 in Los Angeles. Hij werd slechts 58 jaar.
Hoewel Hawkins al weer ruim 20 jaar dood is zijn de echte liefhebbers hem niet vergeten. Een van hen is Kevin Russel, zanger gitarist en voormalig frontman van The Gourds. Samen met radiopromotor/manager Jenni Finlay en Brian T. Atkinson, auteur van boeken over o.a. Townes Van Zandt, heeft hij het initiatief genomen om een tribute album voor Ted Hawkins op te nemen. Dit album, getitel Cold and bitter tears, the songs of Ted Hawkins verschijnt op 23 oktober a.s.
Aan dit album werkt een keur van artiesten mee. Het begint al meteen lekker met Big things, door de Texaanse zanger gitarist James McMurthy. Akoestische gitaar, orgel en banjo maken dit nummer tot een feest. De Australische countryzangeres Kasey Chambers, bijgestaan door haar vader Bill Chambers maakt van Cold and bitter tears een echte countrytearjerker. One hundred years krijgt een funky rockende uitvoering met orgel en mondharmonica van de Amerikaanse singer songwriter Tim Easton. Mary Gauthier zingt gewoon weer prachtig in Sorry you’re sick. Strange conversation is een stevige slowblues met de gruizige stem van John Dee Graham. De heldere zang van zangeres Sunny Sweeney maakt van Happy hour een mooie countryballad. I got what I wanted is een midtempo countryrocker met Willie Nelson achtige zang van singer songwriter Randy Weeks. Dochter Tina Marie en weduwe Elisabeth Hawkins namen de soulballad Baby voor hun rekening. Oude soul die doet denken aan de soul uit de jaren 60. I gave up all I had van multi-instrumentalist en producer Gurf Morlix en Bad dog van gitarist en banjospeler Danny Barnes zijn typische Hawkins nummers. De prachtige samenzang van Amy Boone en Deborah Kelly van The Damnations TX zorgen voor een heel mooi Bring it on home daddy. My last goodbye krijgt door gitarist Ramsay Midwood een psychadelische en sombere uitvoering. Shinyribs, met Kevin Russell in de gelederen, zorgt voor een van de hoogtepunten van het album met de swingende Blues Brothers achtige soulstamper Who got my natural comb. Whole lotta women is pure basale country blues van zanger gitarist Steve James. Evan Felker, zanger gitarist van Turnpike Troubadours, besluit op feestelijke wijze het album en geeft Peace and happeniss een heerlijk folk tintje. Een extraatje op het album is de verborgen track de demo Great new year, een kerstliedje door Ted Hawkins himself.
Conclusie: Ted Hawkins is niet dood, hij leeft. Althans zijn muziek. Dankzij een aantal uitstekende muzikanten die een heel mooie ode brengen van deze straatzanger. Wat een formidabel album.
Tracks:
- Big things (James McMurtry)
- Cold and bitter tears (Kasey Chambers & Bil Chambers)
- One hundred miles (Tim Easton)
- Sorry you’re sick (Mary Gauthier)
- Strange conversation (Jon Dee Graham)
- Happy hour (Sunny Sweeney)
- I got what I wanted (Randy Weeks)
- Baby (Tina Marie Hawkins-Fowler & Elisabeth Hawkins)
- I gave up all I had (Gurf Morlix)
- Bad dog (Danny Barnes)
- Bring it on home daddy (The Damnations TX)
- My last goodbye (Ramsay Midwood)
- Who got my natural comb (Shinyribs)
- Whole lotta women (Steve James)
- Peace and happiness (Evan Felker)
Verborgen track:
Great new year (demo) (Ted Hawkins)
His best 21 songs – Sonny Terry
Het is deze maand al weer 104 jaar geleden dat Saunders Terrell in Greensboro (Georgia) werd geboren. Saunders Terrell is beter bekend onder zijn artiestennaam Sonny Terry. Zijn vader leerde hem harmonica spelen. Op jonge leeftijd liep Sonny verwondingen op aan zijn ogen en toen hij 16 jaar was werd hij blind. Hij kon toen niet meer op de boerderij van zijn vader werken en om de kost te verdienen ging hij de muziek in. Hij speelde eerst mondharmonica met het trio van bluesgitarist Blind Boy Fuller. Toen Fuller in 1941 overleed begon de langdurige samenwerking van Sonny Terry met gitarist Brownie McGhee. Het duo Sonny Terry & Brownie McGhee nam talloze platen op en werd zeer populair in de folk beweging van de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw, waarbij ze o.a. samenwerkten met Woody Guthrie. Sonny Terry was ook in meerdere films te horen zoals The Colour Purple van Steven Spielberg en in Crossroads, de film met o.a. muziek van Ry Cooder. De première van deze film kon hij helaas niet meer meemaken want drie dagen voor deze première overleed Sonny Terry op 11 maart 1986 in Mineola (New York) op 74 jarige leeftijd. In 1987 werd hij samen met Percey Mayfield en Eddie Taylor opgenomen in de Blues Hall of Fame.
Sonny Terry heeft zoals gezegd heel veel opgenomen, zowel solo als met vele anderen. Vorige maand is er (weer) een verzamelalbum verschenen met zijn 21 beste songs. Althans zo luidt de titel van het album. Het betreft heel oude opnamen waarvan de geluidskwaliteit toch vrij goed is te noemen. Sommige nummers zijn solo-opnamen van Sonny Terry met zijn kenmerkende soms huilende mondharmonica en zijn hoge whoops. Op Harmonica stomp is gitarist Blind Boy Fuller te horen en in een aantal nummers zoals The new John Henry, Harmonica and washboard breakdown, Harmonica stomp en Touch it up and go Washboard Sam. Op drie nummers is Woody Guthrie te horen, Stackolee, het swingende Chain gang special en in de folkblues It takes a chain gang man.
Rock me momma en Betty and Dupree zijn heerlijke langzame bluessongs waarin Sonny Terry & Brownie McGhee er lekker tegenaan gaan. Het album wordt met South bound express, afgesloten, een huilende trein met machinist Sonny Terry op de bok, die uit het bluesstation vertrekt.
Conclusie: De echte diehard fans van Sonny Terry (en Brownie McGhee) zullen deze nummers ongetwijfeld al in hun platenkast hebben staan, maar voor hen die dat niet zijn, maar wel van pure harmonicablues houden is dit album zeker aan te bevelen. Eerlijke oude blues.
Tracks:
- Mountain blues
- The new John Henry
- New love blues
- Harmonica blues
- Harmonica and washboard breakdown
- Harmonica stomp
- Forty-four whistle blues
- Touch it up and go
- The red cross store
- Shake down
- Sweet woman
- Chain gang blues
- Stackolee
- Rock me momma
- Chain gang special
- It takes a chain gang man
The special one
Jürgen Klopp is de nieuwe trainer van voetbalclub Liverpool. Hij maakte zich in Engeland meteen populair door zijn opmerking dat hij “the normal one” is. Een sneer naar collega José Mourinho, die zich zonder gêne “the special one” noemt.
Voetbaltrainers proberen vaak op allerlei manieren de aandacht te trekken. Neem Louis van Gaal die na een verloren wedstrijd doodleuk beweert dat zijn team uitstekend heeft gespeeld. Of Aad de Mos, ook wel Aadje Afkoopsom genoemd. “Ik ben een garantie voor succes” was zijn motto, maar hij kon Sparta niet voor degradatie behoeden. “Magic”Dick Advocaat, die constant op zijn vingers fluitend probeert zijn voetballers op te zwepen. “Don” Leo Beenhakker. “Ach Jack ik word daar zo moe van” en hij strijkt nog eens door zijn grijze haardos. Guus “Geluk “Hiddink had veel succes, maar zijn laatste kunstje als bondscoach was een drama.
Vrijdag had ik een interview met Robin van Galen, de waterpolocoach die eeuwige roem vergaarde tijdens de Olympische Spelen in Beijing. Een heel aardige en een realistische coach. Geen roeptoeter die verkondigt dat hij het allemaal wel even zal fiksen. En zijn hart zit ook op de juiste plaats. De organisatie van het NK jeugdwielrennen volgend jaar in Reeuwijk verdient een felicitatie omdat zij deze “special one” heeft kunnen strikken om als “uithangbord” op te treden.
Lost and found – Jack Bottleneck
Zeg Friesland en je denkt meteen aan Elfstedentocht, Thialf, fierljeppen, kaatsen, skûtsjesilen en Beerenburg. Of wanneer je voetbalsupporter bent aan Heerenveen en Cambuur. Voor Friese muziek moet je iets dieper in je geheugen graven. Bij het noemen van De Kast, Twarres, de Blauwhûster Dakkapel en Hessel, de Friese Bruce Springsteen van Terschelling gaat er bij menigeen een lampje branden.
Maar de naam Johan Venema zal de meesten, zeker buiten Friesland, helemaal niets zeggen. Mij ook niet moet ik eerlijk zeggen. Totdat ik deze week een cd van deze zanger gitarist uit Rinsumageest in handen kreeg. Venema heeft zich de prachtige naam Jack Bottleneck aangemeten. Samen met een band met o.a. multi-instrumentalist Johan Keus heeft hij vorige maand zijn eerste album uitgebracht, Lost and found. Het album begint opwindend met de traditional Nobody’s business, een lekker uptempo nummer met banjo en mandoline. Op het album staan twee covers van Tom Waits, Tango till they’re sore, met de gruizige stem en de elektrische gitaar van Jack, en de prachtige ballad Chocolate Jesus, met een heerlijke banjo. De banjo is ook volop aanwezig in Going to my hometown, de uptempo cover van de Ierse bluesgitarist Rory Gallagher. Dust my broom van Elmore James is zo ongeveer door iedere zichzelf respecterende bluesartiest op de plaat gezet en krijgt hier ook een mooie uitvoering met die slidegitaar. Het vooral van Hank Williams bekende door de blinde countryzanger Leon Payne geschreven Lost highway is een stevige countryblues. Van Possessed by Paul James, een one man band uit Austin Texas, wordt Should have known better gecoverd en krijgt een melodieuze uitvoering met een fijne elektrische gitaarsolo en een snipper orgel. Jack Bottleneck heeft blijkbaar iets met one man bands want hij heeft ook twee nummers van de Texaan Scott H. Byram opgenomen. No way met stevig gitaarwerk en Lost case of being found, een lekker in het gehoor liggend uptempo nummer met banjo. Britse folkblues komt om de hoek kijken bij Don’t forget to miss me van Harry Manx. Het album eindigt met een traditional, het oeroude Wayfaring stranger, o.a. op de plaat gezet door Johnny Cash, Joan Baez, Emmylou Harris en Steve Earle. Een lekkere stevige afsluiter.
Conclusie: Lost and found is een authentieke en eigenzinnige mix van country, rauwe blues, bluegrass, folk en americana uit de Friese Wouden. Een verrassend goed album.
Tracks:
- Nobody’s business (traditional)
- Tango till they’re sore (Tom Waits)
- Going to my hometown (Rory Gallagher)
- Chocolate Jesus (Tom Waits & Kathleen Brennan)
- Dust my broom (Elmore James)
- Lost highway (Leon Payne)
- Should have know better (Possesed by Paul James)
- No way (Scott H. Byram)
- Lost case of being found (Scott H. Byram)
- Don’t forget to miss me (Harry Manx)
- Wayfaring stranger (traditional)
Vlaanderen 2015
Zaterdag 8 augustus 2015, eindelijk was het zover. De avond tevoren was de meeste bagage al ingepakt. Alleen de fietsen hoefden nog op de twinny load geplaatst te worden. Nog voor de zekerheid controleren of we het bewijs van boeking en andere belangrijke documenten bij ons hadden, even zwaaien naar de buurvrouw en hup, gas geven. Op naar de Panne. Vorig jaar vertrokken we met regen en kwamen we onderweg ook nog in een zondvloed terecht. Nu scheen de zon en waren de weersvooruitzichten goed. Om in voetbaltermen te spreken, we stonden met 1-0 voor.
Na een klein uur rijden passeerden we de grens. Antwerpen, Kruibeke, Sint Niklaas, Sint Job In-t-Goor, Lochristi, Destelbergen, Nevele, de bekende pleisterplaats Jabbeke. Prachtige plaatsnamen. De naam Jabbeke zal bij ons thuis altijd een nostalgisch gevoel teweeg brengen. We brachten daar jaren geleden onze eerste vakantie in België door. Camping Klein Strand, met die waterskibaan waar elke avond een demonstratie werd gegeven. Zedelgem, Gistel, Oostende, Middelkerke, Veurne, Koksijde, Adinkerke, De Panne. We waren “thuis”.
De Panne
Dynastielaan, het monument van Leopold I op de Esplanada, op de plaats aan zee waar de eerste koning der Belgen op 17 juli 1831 per koets vanuit Calais aan kwam. Het deed allemaal weer zeer vertrouwd aan. We konden de auto redelijk dichtbij vrij parkeren. Dat valt niet altijd mee en de parkeerwachters spekken de gemeentekas van De Panne behoorlijk. De sleutel van onze studio gehaald bij Immo Albratros. Residentie Montreal aan de Hendrik Consciencelaan zou de komende drie weken weer onze residentie zijn. Hendrik Conscience, de Vlaamse schrijver van het beroemde epos De Leeuw van Vlaanderen, een boek waarin hij de Guldensporenslag van 11 juli 1302 beschrijft, zij het geromantiseerd. Op 11 juli wordt jaarlijks de Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap gevierd. Wel een dag waarop geen kranten te koop zijn en dat is voor mij als verwoed krantenlezer even slikken.
Onze kamer zag er ook vertrouwd uit, nauwelijks veranderd sinds vorig jaar. Alleen was er een nieuw televisiescherm. VRT, Canvas en een voorraad commerciële zenders, NPO 1, 2 en 3 en Focus WTV, de regionale zender van de provincie West Vlaanderen.
Vanaf het balkon was de zee dichtbij. De boulevard vertoonde weer het bekende beeld van toeristen. De draaimolen draaide op volle toeren en de kinderen slalomden in hun bolides tussen de wandelaars en de fietsers door. Het blijft uitkijken.
Elke dag begint met het halen van lekkere broodjes. Je hebt de keuze uit meerdere broodzaken die dichtbij het appartement liggen. Niet zo dicht als in Bredene, waar de bakkerij precies onder ons appartement lag. En dan is het 's-morgens lekker worden hoor met de geur van de warme broodjes die omhoog walmden. Een vaste prik is ook het halen van de Volkskrant die tot mijn lichte verbazing al voor tien uur in de kiosk ligt. En als er geen Volkskrant is dan is de Morgen een goed alternatief.
Uiteraard is er ook weer de wekelijkse avondmarkt op de Boulevard. Veel kraampjes met allerlei etenswaren. De oliebollen- en pannenkoekenkraam doet tot mijn verbazing goede zaken. Het water loopt me uit de mond bij het passeren van die Franse worstenkraam. Heerlijk, maar ik beheers me hoe moeilijk het ook is. Een horloge voor 8 euro? Komt dat goed uit, ik heb mijn horloge net laten vallen. Voor dat geld kun je je geen buil vallen.
Lekker slenteren op de Boulevard en de vele winkeltjes in- en uitlopen. Ik ontdek een winkeltje waar ze goedkope dvd's en cd's verkopen. Veel Franse films die me helemaal niets zeggen. Maar bij een bak van goedkope cd's blijf ik even staan. Klassieke Nederlandse popcd's met als titel The Hits, voor slechts 1 euro! En allemaal originele opnamen. Ik koop Dave Berry en Dr. Hook. En een driedubbele jazz cd met opnamen van Jay Jay Johnson, Gerry Mulligan, Sonny Rollins en Paul Quinichette voor datzelfde bedrag kan ik ook niet laten staan.
We hebben op het strand min of meer ons vaste plekje gevonden. In een duinpan. Ik kan uren naar de zee turen en de geur van het zoute water opsnuiven. Het zeewater is schoon en vooral als er een stevige wind staat is het heerlijk om in de hoge golven te spartelen.
De Panne is een badplaats waar veel gezinnen komen. Ondanks het feit dat het in West Vlaanderen ligt wordt er heel veel Frans gesproken. Op zich niet zo vreemd natuurlijk want Frankrijk ligt op ongeveer 3 kilometer fietsen. En veel Walen komen ook naar de Vlaamse kust. En Duitsers zie je uiteraard ook. Nederlanders niet zo veel en dat vinden we helemaal niet erg. Over Fransen gesproken, ik zat op een middag op een bankje op de Boulevard van het zonnetje te genieten toen er een ouder echtpaar naast me kwam zitten. We raakten aan de praat en de man vond dat ik voor een Fransman goed Nederlands sprak. Ik hielp de goede man uit de droom door te zeggen dat ik gewoon een Nederlander was. We kwamen te praten over voetbal. Hij was uiteraard zeer te spreken over de prestaties van de Rode Duivels die stukken beter waren dan die van dien Ollanders. Het onderwerp voetbaltalkshows kwam ter sprake. Hij had het over dien dikke Ollander die niet te verstaan was en vroeg zich af waarom ze zijn woorden niet ondertitelden. Ik wist meteen dat hij Johan Boskamp bedoelde.
Veurne
Op de fiets naar Veurne, de stad met de gotische gebouwen rond de Grote Markt. Veurne, de geboortestad van Will Tura, die een week geleden op de Grote Markt zijn 75e verjaardag vierde met een groot concert. Hebben we helaas gemist, evenals de beroemde jaarlijkse Boetprocessie op de laatste zondag van juli. Een bezoek gebracht aan de Sint-Walburgakerk met zijn vroeg gotische koorgedeelte uit de 14e eeuw, gelegen in het stadspark.
Ook de Sint-Niklaaskerk is het bekijken waard. De kerk stamt uit de 12e eeuw, met ‘t Bomtje, een klok uit 1379. In het gloednieuwe belevingscentrum Vrij Vaderland in het in Vlaamse renaissancestijl opgetrokken Stad- en Landshuis was nog steeds de mooie tentoonstelling over de zogenaamde Belgische Sector, het kleine laatste stukje vrij België dat overbleef in de Eerste Wereldoorlog. Vanuit de vrije stukje vaderland slaagde Koning Albert I er in stand te houden tegen de Duitse bezetter. Vrij Vaderland brengt het verhaal achter het front, het dagelijkse leven in dit onbezette gebied. Een heel mooie tentoonstelling.
Nieuwpoort
Wie heeft het vroeger niet geleerd op school, 1600, Slag bij Nieuwpoort, de slag tussen de legers van de Republiek en Spanje. Ik was voor het eerst in 2000 in deze stad aan de IJzer, precies 400 jaar na deze slag. Wij stonden toen op een familiecamping. Aan de overkant van deze camping ligt een militaire begraafplaats en ik kan me nog herinneren dat ik daar een keer liep toen ik werd aangesproken door een man die de tweelingbroer van professor Barabas had kunnen zijn. Deze man was historicus en na een half uur wist ik zo ongeveer alles van WO 1 in deze omgeving.
Een blikvanger van Nieuwpoort is het enorme Koning Albert I monument. Het imposante oorlogsmonument op de rechter IJzeroever, naast het sluizencomplex de Ganzepoot. Klim je helemaal naar boven dan heb je een schitterend uitzicht op de IJzervlakte. Vorig jaar is het monument gerestaureerd en uitgebreid en heet nu Westfront Nieuwpoort.
Prachtig is het Marktplein met zijn schitterende stadhuis en de Belfort van Nieuwpoort, een belforttoren uit de 13e eeuw. Terecht dat dit monument op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat. Ik kon het ook niet laten om even voor de etalages van de enorme viswinkel vlakbij de tramhalte verlekkerd te kijken naar al die wonderschone vissen. Er stonden weer hele rijen mensen.
We hebben nog even overwogen om naar het nabijgelegen Diksmuide te gaan, maar we besloten dat niet te doen en we waren er vorig jaar geweest. Uiteraard een bezoek gebracht aan de IJzertoren die sinds vorig jaar officieel Museum aan de IJzer heet. De geschiedenis van de IJzertoren is en blijft fascinerend. En niet te vergeten de Dodengang.
Middelkerke
Middelkerke heeft al jaren een speciaal plekje in ons hart. Jaren geleden kwamen voor hier voor het eerst. Met de vouwwagen op Camping Zeester, een familiecamping onder de rook van het vliegveld van Oostende. De grote vrachtvliegtuigen vlogen letterlijk dag en nacht. Soms zo laag dat je dacht dat ze bijna dwars door je voortent heen zouden vliegen. De brede boulevard met zijn Casino dat al van ver te zien is. De Dronkenput en de standbeelden van bekende stripfiguren zoals Robbedoes, Suske en Wiske, Jommeke, Fanny Kiekeboe, Lambik, Urbanus en De Rode Ridder. Het Stripparadijs aan het Arthur de Greefplein was destijds een feest voor de kinderen om naar toe te gaan. De herinneringen aan de mosselfeesten in Leffinge, het polderdorp even buiten de kern van Middelkerke. Gedurende een heel weekend was het dorpsplein één groot eet- en drinkfestijn. Mosselen met frieten en witbier. Heerlijk. De hele bevolking van het dorpje liep zich de benen uit het lijf want alle opbrengsten komen ten goede aan de dorpsverenigingen van Leffinge.
Mooi fietsweer, dus op de fiets naar Middelkerke. Via Koksijde waar we vorig jaar de start van de 3e etappe van de Eneco Tour hebben meegemaakt. Gewoon een babbeltje maken met Bauke Mollema en Lars Boom. Koksijde met zijn mooie musea. Het Abdijmuseum Ten Duinen uit 1138 dat een historisch overzicht geeft van het leven van de Cisterciënzer monniken vanaf het begin van de 12e eeuw tot halverwege de 19e eeuw. Het Paul Delvaux museum met de grootste verzameling ter wereld van schilderijen, oliepanelen, schetsboeken en afdrukken van deze Belgische surrealistische schilder. Maar dan zijn we inmiddels al in het mooie dorpje Sint-Idesbald, het kustplaatsje waar ooit de Vlaamse auteurs Willem Elsschot en Herman Teirlinck een buitenverblijf hadden.
Via Oostduinkerke, het beroemde bootrestaurant Normandie ligt er nog, en langs het Grand Hotel d’Oostduinkerke, het fameuze Belle Epoquehotel, naar Nieuwpoort. Prachtige stad en natuurlijk wel weer even naar “ons” stekkie op het Marktplein voor de uitgebreide cappuccino.
Langs het standbeeld van Koning Albert I naar Lombardsijde, een slaperig Vlaams dorpje waar je in het centrum op een terrasje tegenover de dorpskerk goedkoop een heerlijk Brugs witbiertje kunt drinken. Lombardsijde, de geboorteplaats van de vermaarde oud-wielrenner Freddy Maertens. We waren nu net een week te laat voor het Derny Criterium Grote Prijs Freddy Maertens. Vorig jaar hebben we daar genoten van dat spektakel. Grote namen als Sven Nijs, Jurgen Roelandts, Greg van Avermaet en Zdenek Stybar. De All Stars race, de speciale race van oud renners als Herman van Springel, de renner die in 1968 op de laatste dag van de Tour de France de gele trui verloor aan Jan Janssen. Het EK Hoge Bi, die oerfietsen met de hoge voorwielen en het piepkleine achterwiel. En Freddy Maertens? Freddy genoot, liep handenschuddend rond en dirigeerde achter op de motor de hele meute de goede kant op en genoot nog steeds van zijn roem uit het verleden.
Westende komt in zicht en dan ben je bijna in Middelkerke. Het roestige kunstwerk stond nog steeds op de boulevard. Het Casino stond er een beetje haveloos bij. De goede tijden zijn voorbij denk ik. Zelfs de jaarlijkse Luc Caals Comedy Club is verhuisd naar het casino van Oostende. Maar Boekhandel San Marco (awel een Ollandse gazet meneer?) was er nog maar de vraag is hoe lang die zaak er nog is want op het raam hing een groot vel papier, zaak ter overname i.v.m. beëindiging loopbaan.
Oostende
Een vast onderdeel van onze vakantie aan de Vlaamse kust is een bezoek aan Oostende. Omdat het vanuit De Panne toch iets te ver is om te fietsen nemen we de Kusttram. Voor 5 euro per persoon kun je de hele dag reizen met De Lijn. Soms rijdt de tram slechts enkele meters van het strand, zoals tussen Middelkerke en Mariakerke. Ter hoogte van Raversijde steken de kanonnen en de mitrailleurs letterlijk hun nek uit. Het Provinciedomein Raversijde met zijn museum Walraversijde en het Openlucht Museum Atlantikwall. Dit museum toont een gedeelte van de beroemde Atlantikwall, de verdedigingslinie uit de Tweede Wereldoorlog met zijn bunkers en loopgraven. Indrukwekkend. Het zou zo maar kunnen dat we op dezelfde stenen hebben gestaan als Rijksmaarschalk Herman Göring.
Oostende, ook wel de Koningin der Badsteden genoemd. De Venetiaanse en Koninklijke Gaanderijen op de boulevard. Het Kursaal. Fort Napoleon. De Wellington Renbaan. De Vismijn met die prachtige vissersportretten van Stephan Vanfleteren. De heerlijke visstalletjes. Wel goed opletten voor de meeuwen want die brutale vliegende vuilnisbakken snaaien de vis zonder te betalen zo uit je handen. Natuurlijk kan ik het niet laten om een portie wulloks te eten. Je krijgt er wel dorst van maar de oplossing daarvoor ligt voor de hand. Aan de Visserskaai ligt nog steeds de Amandine, de laatste Oostendse IJslandvaarder, maar nu een museumschip. Oostende, stad van de grote Belgische symbolistische kunstschilder James Ensor. Het Ensorhuis en het graf van Ensor naast het torentje van Onze-Lieve-Vrouw-Ter-Duinen in Mariakerke is een bezoek waard.
Het jaarlijkse Theater aan Zee en de Paulusfeesten hebben we helaas gemist, maar we hebben uiteraard wel weer een bezoek gebracht aan onze favoriete boekhandel in Oostende, Boekhandel Corman in de Witte Nonnenstraat. Ik heb de vele verlokkingen kunnen weerstaan want ik was nog niet door mijn meegenomen voorraad boeken heen. Sympathy for the devil, de biografie van Brian Jones en De Spotvogel (to kill a mockingbird) van Harper Lee had ik al uit. Dwars door de dagen, de autobiografie van de onlangs op 90 jarige leeftijd overleden Amerikaanse schrijver James Salter had ik nog liggen, evenals De pop, de kolossale ruim 900 pagina’s dikke roman van de 19e eeuwse Poolse schrijver Boleslaw Prus. En natuurlijk een Brugs witbiertje gedronken in onze enkele jaren geleden ontdekte Oostendse volkskroeg naast Corman.
Op de terugweg met de kusttram naar De Panne even een bewonderende blik geworpen naar het voetbalstadion van KV Oostende. Heel voetbalminnend West Vlaanderen (Focus WTC voorop) was laaiend enthousiast over de verrichtingen van de lokale voetbaltrots van de kuststad, die het presteerde om het grote Anderlecht een loer te draaien en zich plotseling bovenaan de ranglijst van de Jupiler Pro League terugvindt.
Zonnebeke
De hele Westhoek “ademt” WO I, de Groote Oorlog, zoals de Vlamingen zeggen. In 1917 vond een van de gruwelijkste veldslagen van de Eerste Wereldoorlog plaats, De Derde Slag om Ieper, ook bekend als de Slag om Passendale. Er vielen meer dan een half miljoen slachtoffers. En dat voor een terreinwinst van slechts acht kilometer. De waanzin ten top!
Een bezoek gebracht aan Het Memorial Museum Passchendaele 1917 in Zonnebeke. Dit vernieuwde museum in het historisch kasteeldomein van Zonnebeke, is ronduit indruk-wekkend. Er zijn vele historische objecten te bewonderen. Je kunt er gas ruiken, wapens vasthouden en wandelen in loopgraven en dugouts. Een interactieve maquette van het oorlogslandschap 1917. In de cinemazaal een film over De Slag bij Passendale. En naast het museum was de expositie Decoding the front, een tentoonstelling die het verhaal vertelt van communicatie tijdens de oorlogsjaren. Communicatie via koeriers, duiven, honden, telefonie en telegrafie tot draadloze radioverbindingen, brieven en verkenningsvliegtuigen.
Het In Flanders Fields Museum in de Lakenhallen van Ieper vond ik indrukwekkend maar het Memorial Museum Passchendaele 1917 doet er niet voor onder, in tegendeel.
Op de terugweg naar De Panne een bezoek gebracht aan een van de vele militaire begraafplaatsen in de omgeving van Zonnebeke, het indrukwekkende New British Cemetery Polygon Wood. Indrukwekkend alleen al om de geschiedenis van de plaats waar het ligt.
Poperinge
De stad Poperinge, gelegen in het West-Vlaamse heuvelland, vlakbij de Franse grens. Een bezoek gebracht aan de imposante Sint-Bertinuskerk, de van oorsprong Romaanse kruis-kerk uit 1147. In 1419 werd de kerk door brand vernield en daarna als laatgotische hallen-kerk opgebouwd. En wanneer je Poperinge zegt, dan denk je automatisch aan hop. Het Poperings hommelbier is een lust voor de tong. In Poperinge staat het Hopmuseum en van een bezoek aan dit museum krijg je spontaan dorst. Een prachtig museum met maar liefst 1700 verschillende streekbieren. Behalve die imposante tentoonstelling van die streekbieren wordt in het museum de geschiedenis verteld van de hopteelt en de hele industrie van de hop in deze streek.
Indrukwekkend zijn de Dodencellen, de executieplaats op de binnenkoer van het stadhuis van Poperinge, waar tijdens WO I minstens vier Britse soldaten wegens desertie uit het leger werden geëxecuteerd. Het is nu een symbolische plek, een blijvende aanklacht tegen de executie. Naast de executiepaal het gedicht Licht, grauw licht van Erwin Mortier.
Hoewel Poperinge tijdens WO I niet door de Duitsers werd bezet wordt het landschap rondom Poperinge sterk bepaald door deze oorlog. Bewijzen daarvan zijn de Britse militaire begraafplaatsen in Poperinge en de deelgemeenten. Het Lijssenthoek Military Cemetry is de tweede grootste Britse militaire begraafplaats van WO I. Hier liggen 10.800 slachtoffers begraven. Naast Britse soldaten, liggen hier ook soldaten uit Frankijk, Duitsland, China, Nieuw-Zeeland, Australië en Canada.
Poperinge telt vijf deelgemeenten. Een van die deelgemeenten is Watou, een dorpje van 1900 inwoners. Maar in de zomermaanden wordt het dorpje overstroomd door kunstliefhebbers die het jaarlijkse Kunstenfestival Watou bezoeken. Dit jaar is het er niet van gekomen om Watou te bezoeken. Een aantal jaren geleden hebben we de Poëziezomer in Watou bezocht. Zit je in een bushokje op de bus te wachten, dan wordt het wachten veraangenaamd door een gedicht van Hugo Claus dat uit een paar kleine speakertjes klinkt. Gedichten van Remco Campert die tot je komen in een oude vervallen boerenschuur en uit een oude treurwilg. Trottoirgedichten. Interessante videofilms. Sculpturen. Kunst in beeld in geluid! In mijn huiskamer hangt nog een ingelijste poster met het gedicht Liefde van Eddy van Vliet, een mooi aandenken aan Watou.
Op de terugreis van Poperinge naar De Panne nog even naar de Sint-Sixtusabdij geweest. Helaas gesloten en een bord bij de deur verwees naar het wereldberoemde trappistenbier van Westvleteren. Ook helaas gesloten, maar de kans dat je zo’n Westvleteren trappist kan bemachtigen is zeer gering. Op een terrasje in De Panne kon je wel zo’n heerlijke trappist krijgen. Nou ja krijgen, voor 11 euro had je een glas. Er zijn grenzen vond ik, dan maar een Wolfje, dat streekbiertje is ook niet te versmaden.
Canterbury
De bus vertrekt om even over zeven vanaf het Leopoldplein in De Panne. Het schoolreisje gevoel. Een dagje uit naar Engeland. Het is bij vertrek nog droog maar al snel vallen de eerste druppels. Overvaren met de ferry vanuit Calais. Calais, al wekenlang het toneel van de vele vluchtelingen. Vlak voordat we Calais binnenrijden zie ik aan mijn rechterkant het troosteloze tentenkamp liggen. En de weg die omgeven was door prikkeldraad. Je vakantiegevoel vloeit dan een klein beetje weg.
Inchecken voor de boot want je komt het Verenigd Koninkrijk niet zo maar in. Op The Pride of Burgundy richting Dover. Na ruim een uur varen komen de beroemde krijtrotsen in zicht. Zou Vera Lynn nog leven vroeg ik me af. Even googelen leert dat deze Forces Sweetheart, die het beroemde lied The white cliffs of Dover in 1942 opnam, nog leeft. Ze is 98 jaar!
Na ruim 1 ½ uur meert de ferry af in de haven van Dover. Met de bus een klein rondje Dover. Het middeleeuwse kasteel Dover Castle. Mocht er een kernoorlog uitbreken dan trekt het Britse kabinet zich in dit kasteel terug, aldus de reisleidster. Frappant is de muziek die de buschauffeur draait. Daar waar je Engelse popmuziek verwacht, komt de stem van Eddy Wally, Benny Neyman, Johnny Hoes en andere Nederlandstalige shit uit de speakers. Ach, een kniesoor die er op let. Door het golvende landschap van Kent naar de volgende tussenstop, het kuststadje Deal.
Het houdt nu op met zachtjes regenen en het water komt nu met bakken uit de Britse hemel. We vrezen het ergste voor ons uitje. Maar wonder boven wonder houdt het na een kwartier op met regenen en blijft het de rest van de dag droog. Een uurtje slenteren door de smalle straatjes van het vissersplaatsje. Deal Castle van de buitenkant bezichtigen. De Pier van Deal aflopen. Op naar ons einddoel van de dag, Canterbury.
Canterbury met zijn middeleeuwse binnenstad. Canterbury, geboortestad van de 16e eeuwse schrijver dichter Christopher Marlowe. De zetel van de aartsbisschop van Canterbury, de primaat van de Anglicaanse Kerk. Midden in het middeleeuwse centrum staat de wereldberoemde kathedraal majestueus te zijn. Een enorme kathedraal waar bv. de Sint Jans Kerk van Gouda meerde keren in past. Het is maar goed dat er overal aanwijzingsborden staan. De geschiedenis vliegt je hier aan. De vele graven van o.a. koning Hendrik IV, de Zwarte Prins en de vele aartsbisschoppen waarvan Thomas Becket de beroemdste is. De kathedraal van Canterbury werd na de moord op deze bisschop in 1170 een pelgrimsoord. En dan denk je meteen ook aan Geoffrey Chaucer die geïnspireerd door deze moord zijn meesterwerk The Canterbury Tales schreef.
Nog enigszins verdoofd door het bezoek aan de kathedraal slenteren we door de binnenstad. Omdat we een beetje dorst hadden gekregen gaan we op een terras voor een typisch Britse kroeg zitten. Al snel blijkt dat bedienen op een terras niet in het woordenboek van deze Britten voorkomt. We moeten letterlijk naar de toog lopen om iets te bestellen. Iets te eten bestellen hebben we maar niet geprobeerd. De fish and chips zien er niet al te appetijtelijk uit maar de broodjes in een Subway smaken voortreffelijk.
Om 17.00 uur vertrekt de bus weer richting Dover. Inchecken is nu niet nodig, maar het wachten duurt wel lang, maar de rijst met curry op de ferry maakt veel goed.
De krijtrotsen verwijderden zich langzaam, het water op het Kanaal is rustig, de kust van Frankrijk komt in zicht, het tentenkamp ligt er nog even troosteloos bij, het bord De Panne verschijnt in beeld. We zijn weer thuis.