Gerritschinkel.nl Columns & meer

30sep/150

Silver season – Israel Nash

De Amerikaanse singer-songwriter Israel Nash, de toevoeging Gripka heeft hij blijkbaar laten vallen) verhuisde voor het maken van zijn nieuwe album naar een grote ranch in Dripping Springs. Op deze afgelegen plek bij Austin in de heuvels van Texas bouwde Nash een eigen studio (Plum Creek Sound). Hier nam hij onder leiding van opnametechnicus de gelouterde Ted Young (bekend van o.a. The Gaslight Anthem, Mick Jagger, Kurt Vile en Sonic Youth) het album Israel Nash’s Silver season op. De begeleidingsband, Eric Swanson (elektrische gitaar, pedal steel), Joey McClellan (gitaar), Aaron McClellan (bas) en Josh Fleischmann) is dezelfde als die van het vorige album, Rain plans uit 2013.

Op Rain plans had het oude typische rockgeluid in de stijl van The Stones, Neil Young en John Fogerty grotendeels plaatsgemaakt voor een meer psychedelisch geluid. Op het nieuwe album, dat op 9 oktober verschijnt, wordt deze stijl grotendeels voortgezet. De invloed van Neil Young is gelukkig nog wel alom aanwezig.

Het openingsnummer Willow laat meteen een uitstekende band horen. Parlour song begint met een intro dat aan de filmmuziek van Ennio Morricone doet denken. Zet vooral in dit nummer de koptelefoon op want het golft letterlijk van links naar rechts. In The fire & the flood is voor het eerst de invloed van Neil Young duidelijk aanwezig. Mooi gitaarwerk. De pedal steel van Eric Swanson domineert, na het psychedelische intro de ballad L.A. Lately. Lavendula opent met forse drumklappen van Josh Fleischmann, waarna de ronkende bas van Aaron McClellan zijn weg zoekt en vindt. Pedal steel, (elektrische) gitaar en uitstekende zang roepen herinneringen op aan Stephen Stills. Strangers begint met een intro op akoestische gitaar maar het nummer evolueert al snel tot een prachtige psychedelische rockballad waarin de hele band zich van zijn beste kant laat zien. Aan het eind is zelfs een snufje Pink Floyd te horen. Kijk vooral ook eens naar de videoclip. A coat of many colors en Mariner’s ode zijn mooie ballads met Neil Young invloeden. Goede zang, uitstekende ritmesectie, gitaar, en vooral de pedal steel. De pedal steel van Eric Swanson maakt mij ook weer zeer vrolijk in het slotnummer The rag & bone man, dat eindigt als een ware gospel.

Conclusie: Ik denk soms nog met weemoed terug aan het album Barn doors and concrete floors. Bij zijn vorige album moest ik in het begin even wennen aan de andere richting die Israel Nash (Gripka) was ingeslagen, een richting die hij op Silver season voortzet. En wat mij betreft doet hij dat vol overtuiging. Een goed album, met dank aan een voortreffelijke begeleidingsgroep.

Tracks:

  1. Willow
  2. Parlour song
  3. The fire & the flood
  4. A. Lately
  5. Lavendula
  6. Strangers
  7. A coat of many colors
  8. Mariner’s ode
  9. The rag & bone man
27sep/150

Monsterscores in het voetbal

Stel je bent een argeloze supporter die zich heeft verslapen en je kijkt afgelopen zaterdagmiddag even over vier op het scorebord, dan geloof je je ogen niet. Met nog minder dan tien minuten te spelen staat er 0-1 op het scorebord. Gouda achter tegen WVC, het team dat stijf onderaan staat en louter dikke nederlagen heeft geleden? Drie minuten voor tijd stond er 1-1. Maar voetbalscoreborden kennen geen dubbele cijfers, want Gouda won met 11-1, een monsterscore tegen een team dat wel wilde maar niet kon.

Monsterscores, je komt ze regelmatig tegen in het voetbal. ONA won onlangs met maar liefst 13-0 en ik dacht terug aan die beruchte wedstrijd uit 2013. In een winters Reeuwijk werd de wedstrijd RVC’33 – Aeolus gespeeld. Het sneeuwde enorm en de lijnen op het kunstgrasveld waren nauwelijks zichtbaar. Na een ruststand van 8-0 werd het uiteindelijk 17-3 voor de Reeuwijkers, gezien het aantal kansen nog een bescheiden uitslag.

Monsterscores, ze zijn leuk, maar de waarde van zo’n wedstrijd is eigenlijk nul komma nul. Aan de andere kant is het wel mooi dat deze uitslagen voorkomen, al was het alleen maar voor de trouwe supporters. En hoewel een 0-0 wedstrijd wel degelijk aantrekkelijk kan zijn, zijn doelpunten toch de slagroom op de taart. Het spijt me voor Mister null-null Frits van Turenhout.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
25sep/150

Fortune – Rod Picott

De Amerikaanse singer-songwriter Rod Picott werd 50 jaar geleden geboren in New Hampshire. Als kind verhuisde hij naar South Berwick in Maine. Op school raakte hij daar bevriend met Slaid Cleaves waarmee hij samen jaren muziek maakte o.a. in het bandje The Magic Rats. In 2000 schreven ze samen het nummer Broke down, dat veel gedraaid werd op de americana zenders in de VS. Het succes van Broke down leidde er toe dat Picott zijn baan in de bouw opgaf om zich volledig aan de muziek te wijden. In 2001 verscheen zijn eerste album Tiger Tom Dixon’s Blues. Rod Picott is dan inmiddels verhuisd naar Nashville Tennessee, waar hij nog steeds woont. Collega’s als Ray Wylie Hubbard, Fred Eaglesmith en Slaid Cleaves namen songs van Picott op. Na zijn debuut in 2001 zijn er zeven albums verschenen waaronder één samen met violiste Amanda Shires, die hij in 2006 had leren kennen en waarmee hij vaak in de VS optrad en in 2007 en 2009 ook Nederland bezocht.

Vorige maand verscheen Fortune, het nieuwe album van Picott, een album dat in anderhalve week met producer Neilson Hubbard werd opgenomen Het openingsnummer Maybe that’s what it takes is een Townes van Zandt achtige ballad met akoestische gitaar en mondharmonica. In Elbow grease, een uptempo nummer, kijkt Picott volgens zeggen terug op zijn leven. Op het album staan een aantal nummers die duidelijk aan Tom Waits doen denken zoals Until I was satisfied met Will Kimbrough op elektrische gitaar. Ook in Uncle John zijn de invloeden van Waits te horen met de drumbeats van producer en drummer Neilson Hubbard en de tremologitaar van Kimbrough. Hetzelfde geldt voor het door Picott samen met Slaid Cleaves geschreven Drunken barber’s hand. This world is a dangerous place is een subtiel liedje met zang en akoestische gitaar. I was not worth your love is een lekkere uptempo melodieuze countryrocker, uitermate geschikt als zgn. radioplaatje. In Jeremiah wordt het trieste verhaal verteld van een soldaat die niet uit Irak terugkeert. I’m on your side, Alicia en vooral Secret heart zijn mooie “verstilde” liedjes met uitstekende zang en mooi akoestisch gitaarwerk. Het album eindigt met het Guy Clark achtige Spare change met de mooie zin “Rain falls when God spills his cup, we’re down here forever cleaning it up”.

Conclusie: Een geïnspireerde Rod Picott heeft met Fortune een mooi en gevarieerd album het licht doen zien.

Tracks:

  1. Maybe that’s what it takes
  2. Elbow grease
  3. Until I was satisfied
  4. This world is a dangerous place
  5. I was not worth your love
  6. Jeremiah
  7. I’m on your side
  8. Uncle John
  9. Alicia
  10. Drunken barber’s hand
  11. Secret heart
  12. Spare change
23sep/150

Find a way to care – John Mayall

De oude meester, op 29 november hoopt hij zijn 82e verjaardag te vieren, weet van geen ophouden. Al meer dan 50 jaar maakt deze Britse bluespionier platen. The Godfather of Britsh Blues is zijn eretitel en terecht want het aantal musici dat in zijn Blues- breakers hebben gespeeld zijn niet op één hand te tellen. Eric Clapton, Peter Green, Mick Taylor, Walter Trout, Jack Bruce, John McVie en Mick Fleetwood om er maar een paar te noemen.

Sinds zijn platendebuut in 1965 zijn er, los van verzamelalbums en heruitgaven, meer dan 60 albums van John Mayall uitgebracht. Begin deze maand verscheen zijn nieuwste album Find a way to care, een album met zes nieuwe eigen composities en zes covers.

Het openingsnummer, Mother in law blues, een cover van Don Robey, krijgt een zeer herkenbare John Mayall uitvoering. In Percey Mayfield’s The river’s invitation krijgt de blazerssectie alle voorrang en horen we ook de solide ritmesectie van bassist Greg Rzab en drummer Jay Davenport. Mayall soleert in Ain’t no guarentees op het hammond orgel. De blazers zijn weer sterk in I feel so bad, een cover van Lightnin’ Hopkins en blijkt ook dat Mayall nog zeer goed bij stem is. Het titelnummer Find a way to care is een midtempo bluesrocker, strakke blazerssectie, pianosolo en een gitaarsolo van Rocky Athas. Long distance call van Muddy Waters is gewoon een sterk nummer. De scheurende gitaar van Rocky Athas en de hammond van Mayall zorgen voor een lekkere uitvoering van Lee Baker’s I want all my money back. Dat Mayall nog steeds uitstekend mondharmonica speelt bewijst hij in Ropes and chains. Long summer days wordt gedomineerd door de piano. Mayall’s versie van Charles Brown’s Drifting blues is ronduit schitterend. De midtempo soulblues War we wage is een echt bandnummer, strakke ritmesectie, gitaarsolo’s en het hammond orgel. Het album wordt besloten met de pianoblues Crazy lady die soms herinneringen oproept aan prof. Longhair.

Conclusie: Ondanks zijn hoge leeftijd heeft John Mayall nog niets aan kracht verloren. Met zijn vaste band heeft hij met Find a way to care een uitstekend album gemaakt. Een echt zeer herkenbaar John Mayall album.

Tracks:

  1. Mother in law blues
  2. The river’s invitation
  3. Ain’t no guarentees
  4. I feel so bad
  5. Find a way to care
  6. Long distance call
  7. I want all my money back
  8. Ropes and chains
  9. Long summer days
  10. Drifting blues
  11. War we wage
  12. Crazy lady
22sep/150

Crosseyed heart – Keith Richards

De hardcore fans hebben lang moeten wachten op nieuw solowerk van Keith Richards. Dertien jaar na Main offender is op 18 september Crosseyed heart verschenen, het 3e soloalbum van de 71 jarige legendarische gitarist van The Rolling Stones. Zijn doorgroefde gezicht grijnst je vanaf de albumhoes tegemoet, alsof hij zeggen wil “hier ben ik dan eindelijk”.

Crosseyed heart is weer een zeer herkenbaar Richards album geworden. Het begint subtiel met de titeltrack, een korte akoestische blues in de stijl van Robert Johnson. Heartstopper is een bluesrocker in de beste traditie van The X-pensive Winos. Bonkend drumwerk van Steve Jordan en vuil gitaarwerk van Richards en Waddy Wachtel. Ook Amnesia is een uptempo rocker, gedomineerd door de tandem Richards en Jordan. En in dit nummer is de vorig jaar overleden saxofonist Bobby Keys te horen. Na twee rockers is het tijd voor een schitterende countryballad, Robbed blind. Richards met zijn doorrookte stem, akoestische gitaar en piano en de slidegitaar van Larry Campbell. Een pareltje dat zo op een Stones album had kunnen staan. De rust wordt vervolgens verbroken door Trouble dat al weken als clip te zien was. Bluesrock zoals bluesrock hoort te klinken.

Dat Keith Richards een groot reggae fan is is al jaren bekend en daarom kan een reggae nummer natuurlijk op dit album niet ontbreken. Love overdue van Gregory Isaacs is daar weer een goed voorbeeld van. Uitstekende blazers (Clifton Anderson op trombone, Kevin Batchelor op trompet en Charles Dougherty op tenor sax). En niet te vergeten Ivan Neville op hammond orgel.

Aaron Neville is in de backing vocals te horen in Nothing on me, terwijl Charles Hodges op hammond orgel is te horen. Een van de hoogtepunten vind ik Suspicious, een mooie ballad waarin Richards niet alleen de zang en de elektrische en akoestische gitaar voor zijn rekening neemt maar ook bas, elektrische sitar, piano, wurlitzer en farfisa orgel speelt. De betreurde Bobby Keys luistert met zijn bekende sax het opwindende Blues in the morning op. Het Harlem Gospel Choir opent a capella subtiel Something for nothing, maar het nummer davert als gauw als een sneltrein uit de speakers met een gierende gitaarsolo van Waddy Wachtel en Charles Hodges op hammond.

Een ander hoogtepunt van het album is Illiusion met lead vocals van Norah Jones en Pino Palladino op bas. Na de ballad Just a gift met Larry Campbell op fiddle is het de beurt aan Irene goodnight, de klassieker uit 1936  van Huddie Ledbetter en John Lomax. Ontroerend mooi, met back-vocals van Bernard Fowler en Blondie Chaplin. In Substantial dammage worden alle remmen weer losgegooid. Het album wordt besloten met de soulballad Lover’s plea, Prachtige blaasarrangementen van Lester Snell en Steve Jordan, Ivan Neville op wurlitzer, Charles Hodges en good old Spooner Oldham op hammond.

Conclusie: Het was het lange wachten waard. Crosseyed heart is een prima album in de bekende Keith Richards traditie. Ik kijk nu vol verwachting uit naar het nieuwe album van The Rolling Stones want dat wordt zo langzamerhand ook weer tijd.

Tracks:

  1. Crosseyed heart
  2. Heartstopper
  3. Amnesia
  4. Robbed blind
  5. Trouble
  6. Love overdue
  7. Nothing on me
  8. Suspicious
  9. Blues in the morning
  10. Something for nothing
  11. Illusion
  12. Just a gift
  13. Goodnight Irene
  14. Substantial damage
  15. Lover’s plea
20sep/150

1500!!!

Ik wil u graag even ruim 30 jaar mee terug nemen in de tijd naar 1984. Het jaar dat de Olympische Spelen voor het eerst in een Oostblokland worden gehouden. In Sarajevo in het toenmalige Joegoslavië. Jacques Hanegraaf wint de Amstel Gold Race. De beroemde sportcommentator Theo Koomen komt door een verkeersongeval om het leven. Het Nederlands dameshockeyelftal verslaat de Sovjet Unie met 2-0 en wordt Europees kampioen. De voetballers van Frankrijk verslaan Spanje in de finale met 2-0 en worden Europees kampioen. De Amerikaanse president Ronald Reagan vergat even dat de microfoon nog open stond en grapte dat hij zojuist de VS opdracht had gegeven de Sovjet Unie te bombarderen. Danny de Munck scoort met Ik voel me zo verdomd alleen een grote hit in Nederland. In de bioscoop is de film Ghostbusters een kaskraker. Het geboortejaar van judoka Dex Elmont, van voetballer Arjen Robben, van voetballer Wesley Sneijder, van zwemster Hinkelien Schreuder, van de Italiaanse wielrenner Mauro Santambrogio, van darter Jelle Klaasen en van de Goudse zangeres Hind. Het verongelukken van de Nederlandse motorcoureur Jumping Jack Middelburg op het stratencircuit van Tolbert. Het overlijden van oud keeper doelman Piet Kraak. Het verongelukken van de Portugese wielrenner Joaquim Agostinho.  Zomaar een greep uit mooie, merkwaardige, minder leuke en zonder meer trieste onderwerpen uit 1984.

Maar 1984 was ook het jaar waarin de eerste editie van Gouwestad Sport werd uitgezonden. Begonnen met een kwartiertje sportberichten op de zaterdagmiddag, maar vervolgens werd de zendtijd al snel uitgebreid en in september 1985 was Gouwestad Sport ook op de zondag-middag te beluis-teren. Ik wist dat niet precies meer, maar ik zag gisteren het plakboek van Ron Spoor en toen ging het hele verleden weer leven. Foto’s met allemaal jonge koppies. Pionierstijden! De huiskamer van oprichter Wim Metselaar werd bijna helemaal in beslag genomen door clubbladen. Op een oude typemachine rammelde hij het wekelijkse draaiboek in elkaar. Oer presentator Ron Spoor, die altijd vijf minuten voor het begin van de uit-zending hijgend binnen kwam zeilen. Hilarische redactievergaderingen van de sportredactie waarin de nooit om een woord verlegen zittende nestor Piet van Lint de lachspieren teisterde. Een andere legendarische presentator, Aad de Joode, die alles van voetbal wist maar grote moeite had met het uitspre-ken van de Engelse titels van de platen die gedraaid werd en dus zo verstandig was dat aan zijn mede presentatrice Christien van Denderen over te laten. Presentatoren Jan Spijkerboer en Henk Kauffman die op hun eigen wijze het sportprogramma presenteerden. Ik herinner me nog de 100e uitzending. We hadden toen het stoute plan opgevat om 100 donateurs te werven. En dat is gelukt.

Mooie tijden. Kampioenschappen van ONA, DONK, Olympia, Gouda, GSV en Jodan Boys.  Tegenwoordig hebben we bij de meeste sportverenigingen uitstekende faciliteiten, maar in het begin was het voor alle partijen even wennen. Ik heb nog eens een kampioenswedstrijden van ONA verslagen vanuit een slaapkamer aan de Walvisstraat. Raam wijd open en je kon alles zien. Na een gewonnen voetbalwedstrijd op de terugreis met de bus elke rotonde die we tegenkwamen twee of drie keer nemen. Het opnieuw in het leven roepen van de verkiezing van sportman, sportvrouw, sportploeg en het talent van Gouda. Dammer Erno Prosman die in de eerste editie in 1990 als talent zou worden gekozen kon helaas niet aanwezig zijn omdat hij plotseling als invaller naar het jeugd WK mocht. En laat hij nu uitgerekend die zondag wereldkampioen worden! En snel daarna werd hij topdammer! Edith van Dijk, de lange afstand zwemster van DONK die drie jaar achtereen gekozen werd tot sportvrouw van het jaar. Later werd het een wereldtopper.

Landskampioenschappen van de waterpoloheren en -dames van GZC DONK. Nederlandse biljartkampioenschappen. Vriendschappelijke voetbalwed-strijden van ONA tegen Feyenoord en Ajax. De Dick van Dijk Memorial op het ONA veld, waarbij de verslaggevers van Gouwestad Sport notoire mannen als Frits Barend en Henk van Dorp het nakijken gaven omdat zij als enige overal bij mochten komen. Topvolleybalwedstrijden van het roemruchte Radius in de nu afgebroken sporthal De Springers.

Rugby, schaken, dammen, atletiek, hockey, korfbal, zaalvoetbal, zwemmen, cricket, honkbal, wielrennen, ja zelfs jeu de boules. Waar was Gouwestad Sport niet bij. Ik heb me zelfs in die oertijd bij laten spijkeren over het wel en wee van de duivensport.

En nu zit de 1500e uitzending er al weer op. De tijd vliegt.

Namens Jørgen Veldman, Piet Akerboom, Peter Kool, Onno Hungerink, Arjan Vink, Hans Slooter en alle andere medewerkers aan Gouwestad Sport dank ik u voor het luisteren. Als het aan ons ligt gaan we nog heel lang door.

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties
20sep/150

William Webb Ellis

Hoewel er twijfels zijn of hij echt de uitvinder is van het rugbyspel is zijn naam verbonden aan het WK rugby dat in Engeland en Wales wordt gespeeld. Eind oktober mag de winnaar de 38 cm grote en verguld zilveren Webb Ellis Cup trots omhoog houden. Of iedere rugbyfan de naam van de Britse 19e eeuwse geestelijke kent betwijfel ik. Maar dat is niet belangrijk.

Rugby, een prachtige sport. Ik hoor wel eens beweren dat rugby een sport is voor woestelingen die op hun vrije dag graag de barbaar uithangen. En dat zeggen dan mensen die in het weekend langs het voetbalveld staan. Nee voetbal is een geciviliseerde sport met al die randverschijnselen! Rugbyfans vernielen geen Romeinse fonteinen en slopen geen complete interieurs. Voor aanvang van de wedstrijd zie ik spelers van Fiji, Tonga en Samoa hun volkslied met volle brede borst zingen. Een verademing bij het laffe enigszins mee neuriënde geplayback van de spelers van het Nederlands Elftal.

Voetballers hebben altijd kleine pijntjes, maar rugbyspelers moeten minstens een gebroken been hebben willen ze niet spelen. En als de scheidsrechter fluit dan accepteren de rugbyers het oordeel van de scheids. Vergelijk die voetballers die dan mekkeren waar een geit de hik van krijgt. Zelfs als een blinde kan zien dat ze een overtreding hebben begaan maken vragen de zondaars zich af hoe de scheids in vredesnaam kan fluiten.

Bij de RFC Gouda hebben ze ongetwijfeld een groot scherm. Willem jullie een plaatsje voor vrij houden mannen op 31 oktober?

 

 

Gearchiveerd onder: Dé Weekkrant Geen reacties
14sep/150

De verslaving Gouwestad Sport

Je hebt hobby’s en je hebt verslavingen. Ik heb een verslavende hobby. Ruim 30 jaar geleden las ik in een Gouds huis-aan-huis blad dat de lokale omroep Gouwestad medewerkers zocht voor een wekelijks sportprogramma. Ik trok de stoute (sport) schoenen aan en meldde mij bij Wim Metselaar, de Olympiaan die aan de basis stond van Gouwestad Sport. Eind december 1984 maakte ik mijn eerste reportage, een interview met iemand van de Langlaufvereniging. De eerste jaren van Gouwestad Sport waren pioniersjaren. Als echte amateurs klooiden we maar wat aan om het oneerbiedig te zeggen. Hilarisch waren de redactievergaderingen waarbij onze nestor Piet van Lint grossierde in sterke verhalen.

In de loop van de jaren heb ik mooie sportmomenten beleefd. Kampioenschappen van alle Goudse voetbalclubs. Landskampioenschappen van de waterpoloheren en – vrouwen van GZC DONK. Vriendschappelijk voetbalwedstrijden van ONA tegen Feyenoord en oud Ajax. Landelijke biljartkampioenschappen. Topvolleybalwedstrijden van Radius in de oude sporthal De Springers. Ik ben zelfs een keer ingewijd in de geheimen van de duivensport. Ik kan nog uren doorgaan maar de ruimte ontbreekt me hier.

Ik durf te beweren dat Gouwestad Sport kind aan huis is bij de Goudse sportverenigingen. Zondag hopen we onze 1500e uitzending te maken. En als het aan de huidige enthousiaste medewerkers ligt gaan we nog jaren door. Lang leve deze verslaving!

!cid_1379FEDD-B1DF-4F06-9E76-76F593F7C786

 

Gearchiveerd onder: Dé Weekkrant Geen reacties
7sep/150

Frankrijk is ineens wel heel ver weg

“Ja Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg” zong drs. P in De Dodenrit. De kwalificatiereeks van het Nederlands Elftal is ook een soort dodenrit. En aan het eind blijkt dat het EK in Frankrijk net iets te ver weg is voor Oranje. Gebrek aan alles maar vooral aan beleving. Wat miste ik een voortrekker als Dirk Kuyt.

Over Dirk Kuyt gesproken, ik was zaterdag in Katwijk bij de wedstrijd Quick Boys – Jodan Boys. De geest van Dirk hangt daar overduidelijk rond. Het voetbal viel helaas tegen. Vanaf de prachtige Dirk Kuyt tribune zag ik Jodan Boys, in het oranje uittenue, verliezen. Een oranje shirt op het veld van Quick Boys is natuurlijk vragen om moeilijkheden.

Zondag was ik op Sportpark Faas Wilkes, het complex van Xerxes DZB. De Rotterdamse voetbalclub zwelgt in nostalgie. Grote foto’s van o.a. Willem van Hanegem, Coen Moulijn, Eddy Treytel, Faas Wilkes, Wim Lagendaal en Nol Heijerman, allemaal droegen ze ooit het blauw witte shirt van Xerxes. Ook trainers Leo Beenhakker, Rob Jacobs en Joop Brand. Gezeten op de nieuwe tribune, weliswaar kleiner dan die in Katwijk, zag ik Gouda enigszins gelukkig maar verdiend met 1-0 winnen. Erevoorzitter Fred Meeuwissen van Xerxes DZB sprak na afloop van een nederlaag met perspectief. Gold dat ook maar voor Oranje.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties