Gerritschinkel.nl Columns & meer

18apr/240

Nachtkaars

Het getal 13 staat wereldwijd bekend als een ongeluksgetal. Niet iedereen is het daarmee eens en vindt dat onzin. Maar ik kan me voorstellen dat veel Goudse voetbalsupporters, gezien de resultaten van afgelopen zaterdag 13 april en de gevolgen daarvan, toch uitgaan van een ongeluksgetal. Behalve voor de vrouwen van Jodan Boys want voor de nieuwe koploper in de Hoofdklasse lijkt 13 een geluksgetal te zijn.

Zaterdag 13 april jl. was voor alle Goudse voetbalclubs een dag om snel te vergeten. De kans op een kampioenschap in de 1e klasse B is voor Jodan Boys door de nederlaag tegen DVVA bijna de verwaarlozen. En dan te bedenken dat a.s. zaterdag een uitwedstrijd tegen koploper Zuidvogels op het programma staat. Ook een periodetitel lijkt heel ver weg. Ik vrees dat het seizoen als een nachtkaars uitgaat.

Olympia bevindt zich al weken in het degradatiemoeras en is met 13(!) punten hekkensluiter in 2C en met nog 5 wedstrijden te gaan 11 punten verwijderd van een veilige plaats. Zelfs de nacompetitie halen lijkt me een mission impossible. Maar de bal is en blijft rond. 

DONK was tot voor kort medekoploper van 2C, maar door twee opeenvolgende nederlagen kan men normaal gesproken de titel vergeten. Rest alleen nog de 3e periodetitel of de 3e plaats om wederom via de nacompetitie promotie te kunnen afdwingen. Gezien het resterende programma zou dat, op papier in ieder geval, mogelijk moeten zijn.

Zelfs de motor van ONA hapert de laatste weken. Uit de laatste 3 wedstrijden werden slechts 2 punten gehaald en is de achterstand op koploper Groeneweg opgelopen tot 5 punten. De 3e periode lijkt er ook niet in te zitten. ONA moet duimen dat Groeneweg die wint en in dat geval ook kampioen wordt en dat ze zelf minimaal op de 3e plaats in de eindstand eindigen. Dan maar promoveren via de nacompetitie.

Voor SV Gouda valt het doek a.s. zaterdag helaas vrijwel zeker.

Hoop doet leven, maar de kans is helaas reëel dat voor een aantal Goudse clubs het seizoen als een nachtkaars uitgaat.   

18apr/240

Mavis Staples – Have a little faith

De Amerikaanse soul- en gospelzangeres Mavis Staples (10 juli 1939, Chicago) draait al heel lang mee in de muziekscene. Zij begint op jonge leeftijd met haar vader Roebuck ‘Pops’ Staples, haar zus Cleotha en haar broer Pervis met zingen in lokale kerken. In 1956 scoren ze als The Staple Singers een hit met Uncloudy day. Als Mavis in 1957 klaar is met haar opleiding op de High School gaan The Staple Singers op tournee. Vader ‘Pops’ raakt helemaal in de ban van de boodschap van dominee Martin Luther King. De Staple Singers beginnen protestliederen te schrijven en te zingen en de groep krijgt de bijnaam ‘God’s greatest hitmakers’ en zij worden de meest spectaculaire en invloedrijke gospelgroep voor de vrijheidsbeweging in die jaren.

In 1969 komt het eerste soloalbum van Mavis Staples uit. In de jaren ’80 gaat zij samenwerken met Prince en later ook met o.a. Jeff Tweedy (Wilco), countryzangeres Neko Case, Justin Vernon (Bon Iver) en het Amerikaanse hiphop duo Run the Jewels. Door deze samenwerking wordt Mavis Staples omarmd door nieuwe generaties fans. 

In 2004 krijgt de carrière van Mavis Staples opnieuw een boost door het uitbrengen van het album Have a little faith. Dit baanbrekende album, wordt deze maand in een 20-jarige speciale jubileumeditie opnieuw uitgebracht.

Het openingsnummer Step into the light is een fraaie gospel met akoestische slide en geweldige backing vocals van de gospelgroep The Dixie Hummingbirds. In het funky groovy Pops recipe brengt Mavis een eerbetoon aan haar vader Pops Staples (1914-2000). Mavis is geweldig op dreef in Have a little faith, de in gospelsoul gedrenkte titelsong met een optimistische boodschap. God is not sleeping is een van de gevoeligste songs van het album. A dying man’s plea is een traditional met extra tekst van Pops Staples. Prachtig is ook de bijdrage van John Rice op dobro, bouzouki en fiddle. Intens is de zang in Ain’t no better than you en Mavis is ook in topvorm in de geweldige gospel I wanna thank you. Het strakke drumwerk van Tim Austin mag hier niet onvermeld blijven. I still believe in you is seventies achtige soul met blazers en At the end of the day is fraaie midtempo in R&B gedoopte gospel met fijne backing vocals. There’s a devil on the loose is uitbundig, met orgel, synthesizer, bas en een mooie gitaarsolo van Mark Syker. Een van de hoogtepunten is In times like these, een schitterende gospelballad met hemelse backing vocals van The Chicago Music Community Choir. Het slotnummer is Will the circle be unbroken, de populaire christelijke hymne uit 1907, een compositie van Ada Ruth Habershon (1861-1918) en Charles Hutchinson Gabriel (1856-1932).

Conclusie: Have a little faith is een fantastisch album dat ook na 20 jaar nog niets van zijn glans heeft verloren.

Tracks cd:

  1. Step into the light
  2. Pops recipe
  3. Have a little faith
  4. God is not sleeping
  5. A dying man’s plea
  6. Ain’t no better than you
  7. I wanna thank you
  8. I still believe in you
  9. At the end of the day
  10. There’s a devil on the loose
  11. In times like these
  12. Will the circle be unbroken

Line-up:

  • Mavis Staples – zang
  • Jim Tullio – akoestische , elektrische en basgitaar, drums, percussie, backing vocals
  • Chris "Hambone" Cameron – orgel, klarinet, bariton saxofoon, horn samples
  • Jim Weider – elektrische guitar, akoestische slide gitaar
  • Shawn Christopher – backing vocals
  • Yvonne Gage – backing vocals
  • Arno Lucas – backing vocals
  • Rene Monahan – backing vocals
  • Stevie Robinson – backing vocals
  • Michael Scott – backing vocals

Additional musicians

  • John Martyn – Mutron gitaar (track 1)
  • David Resnick – akoestische slide gitaar (track 1), elektrische guitar (track 7)
  • John Scully – synthesizer (track 2), strings (track 9)
  • Bob Lizik – bas (track 2)
  • Hank Guaglianone – drums (tracks 2,6,11)
  • Greg Marsh – percussie (track 2)
  • Erik Scott – bas (track 3)
  • Larry Beers – drums (track 3)
  • John Giblin – bas, elektrische gitaar (track 4)
  • David Onderdonk – akoestische gitaar (track 4)
  • Mark Walker – percussie (track 4)
  • John Rice – elektrische gitaar, dobro, bouzouki, fiddle (track 5)
  • Foley McCreary – bas (track 6)
  • Pops Staples – elektrische gitaar (track 7,10)
  • Maurice Houston – bas (tracks 7,10)
  • Richard Gibbs – orgel (track 7), synthesizer (track 10)
  • Tim Austin – drums (tracks 7,8,10)
  • Will Crosby – gitaar (track 8)
  • Jack Chatman – bas (track 8)
  • Bill Ruppert – elektrische gitaar (tracks 9,11)
  • Matt Walker – drums (track 9)
  • Mark Skyer – elektrische gitaar (track 10)
  • Alan Berliant – bas (track 11)
  • Lew London – akoestische slide gitaar (track 12)
  • Paul Mertens – harmonica (track 12)
  • The Dixie Hummingbirds – backing vocals (track 1)
  • Chicago Music Community Choir  – backing vocals (track 11)
15apr/240

Anthony Geraci – Tears in my eyes

Anthony Geraci (1954, New Haven, Connecticut) raakt op zijn 4e al in de ban van de piano. Zijn ouders kopen een Kimball Grand Piano voor de jonge Anthony en zijn moeder zorgt er voor dat hij pianoles krijgt aan The Neighborhood School of Music. Geraci is een veteraan in de Amerikaanse muziekscene en heeft in de loop der jaren met veel bluesartiesten gespeeld, zoals Muddy Waters, Big Joe Turner, J.B. Hutto, Otis Rush, Jimmy Rogers, Big Mama Thornton, BB King, Buddy Guy, Van Morrison, J. Geils, Hubert Sumlin, Steve Miller en Chuck Berry. Hij speelde ook mee op meer dan 50 albums van bluesgrootheden als Big Walter Horton, Carey Bell, Odetta, Charlie Musselwhite, Lazy Lester, Snooky Prior en John Brim. Anthony Geraci is een origineel lid van Sugar Ray and the Bluetones en van Ronnie Earl and The Broadcasters.

Deze maand verschijnt Geraci’ s nieuwe album Tears in my eyes. Een album met 11 nieuwe songs die Geraci opnam met zijn band The Boston Blues All-Stars en met medewerking van een aantal speciale gasten onder wie zijn oude vriend zanger Sugar Ray Norcia.

Sugar Ray Norcia maakt meteen zijn opwachting met zijn doorleefde stem in het openingsnummer Broken mirror, broken mirror, een lekkere blues met vet gitaarwerk en een flonkerende pianosolo. Owl’s nest is een swingende piano-instrumental met groovy basloopjes en een scheurende saxsolo van Drew Davies. Het titelnummer Tears in my eyes is stevig uptempo blues met heerlijk pianospel en felle gitaarsolo’s van Barrett Anderson, die ook de vocalen voor zijn rekening neemt. Blues for Willie J. is een piano-instrumental met een vlijmscherpe gitaarsolo. Het nummer is opgedragen aan Willie J. Campbell, de in 2022 overleden bassist met wie Geraci in The Proven Ones speelde. Norcia zingt daarna in de soulblues Judge oh judge in de stijl van de Texaanse blueszanger-pianist Charles Brown (1922 – 1999). Naast de sprankelende pianoklanken is Mario Perrett te gast met een fraaie lange saxsolo. In de souljazz-instrumental Oh no wordt een hommage gebracht aan tenorsaxofonist Eddie Harris (1934 – 1996) en de in december 2023 overleden jazzpianist Les McCann. Geraci is zelf de vocalist in de opwindende boogiewoogie Ooeee. Memphis mist is een mooi georkestreerde instrumental met Anne Harris op viool en Witchy ways is stevige in de Southern rock gewortelde bluesrock. In de slowblues Now what is zanger Norcia met zijn soulvolle zang weer te horen. Het slotnummer Lonely country road blues is een ‘gedragen’ instrumentale pianoblues.

Conclusie: Een nieuw album van Anthony Geraci is voor mij altijd een feest en dat geldt ook weer voor Tears in my eyes. Een fantastisch album.

Tracks cd:

  1. Broken mirror, broken mirror
  2. Owl’s nest
  3. Tears in my eyes
  4. Blues for Willie J
  5. Judge oh judge
  6. Oh no
  7. Ooeee
  8. Memphis mist
  9. Witchy ways
  10. Now what
  11. Lonely country road blues

Line-up:

  • Anthony Geraci – piano, Hammond, zang (track 7)
  • Barrett Anderson – gitaar, zang (track 3,9)
  • Paul Loranger – bas
  • Marty Richards – drums (track 1,2,3,4)
  • Kurt Kalker – drums (track 5,6,7,8,9,10,11)
  • Sugar Ray Norcia – zang (track 1,5,10)
  • Drew Davies – saxofoon (track 2,6,7,9,10)
  • Mario Perrett – saxofoon (track 5)
  • Anne Harris – viool (track 8)
11apr/240

Rugbyfeest op zondagmiddag

“Vandaag gaan we hem drinken”. Met een joviale klop op mijn schouder begroette trainer Carl Flux me zaterdag voor het vertrek met de bus naar Wilnis. Het was voor de zoveelste keer 5 voor 12 voor Olympia. Vandaag moest er absoluut gewonnen worden, anders werd handhaving in de 2e klasse zelfs theoretisch moeilijk. Ondanks de zomerse omstandigheden was er weer geen driepunter te begroeten, hoewel die op een gegeven moment binnen bereik lag. Slechts een schamel puntje en als gevolg daarvan loopt de klok helaas verder naar 12 uur toe. Berusting lijkt bezit genomen te hebben van de club.

Hoe anders was de feestelijke stemming zondagmiddag aan de Uiterwaardseweg in Gouda. Honderden rugbyfans uit Gouda en Rotterdam waren afgekomen op de ‘kampioenswedstrijd’ RFC Gouda – Rotterdamse Studenten RC. Boven het veld zoemde de drone van Appo en de bierpompen begonnen al warm te draaien.

Ik heb me kostelijk vermaakt en had geen enkele spijt dat ik de wielerwedstrijd Parijs – Roubaix had laten schieten. De liefhebbers van rugby werden niet teleurgesteld en waren getuige van een aantrekkelijke en vooral zeer spannende wedstrijd. Links van mij stonden de Goudse supporters en rechts van mij klonken in het Engels en met een Rotterdamse tongval de luide aanmoedigingen van de Rotterdamse studenten. RFC Gouda trok uiteindelijk aan het langste eind en won met 13-7. De Goudse supporters waren in een jubelstemming en de  teleurstelling bij de Rotterdamse studenten was groot, hoewel een van de fans opmerkte dat zijn dag toch nog een beetje geslaagd was omdat Feyenoord aartsvijand Ajax had afgeslacht.

Hoewel er nog twee wedstrijden moeten worden gespeeld nam RFC Gouda met de zege op de Rotterdamse concurrent zondagmiddag een duidelijk voorschot op de titel in de 3e klasse ZuidWest. De voorsprong bedraagt 4 punten en de wedstrijden tegen WRC Te Werve op 14 april en de uitwedstrijd in Delft op 21 april tegen SVRC moeten geen probleem vormen.

De 2e klasse lonkt en dat is belangrijk voor RFC Gouda om hun talenten te kunnen behouden. De beroemde derde helft was inmiddels al begonnen

11apr/240

Taj Mahal – Swingin’ live at the Church in Tulsa

Zanger-multi-instrumentalist Taj Mahal (17 mei 1942, New York) kan met recht een veteraan worden genoemd. Deze bluesman is sinds 1964 actief. In dat jaar verhuist hij naar Santa Monica, California, en vormt met o.a. Ry Cooder The Rising Sons. Mahal speelt ook met Muddy Waters, Howlin’ Wolf, Buddy Guy en Lightnin’ Hopkins. In 1968 start hij een solocarrière en in datzelfde jaar komt zijn solodebuut Taj Mahal uit. In 1968 is hij ook te zien in de film The Rolling Stones Rock and Roll Circus. In de loop van de volgende jaren brengt hij regelmatig nieuwe platen uit en speelt met talloze andere musici. Naast blues heeft Taj Mahal ook grote interesse voor muziek afkomstig uit o.a. West-Afrika, Latijns-Amerika, de Caribische eilanden en Hawaï.

Vorige maand verscheen weer een nieuw album van deze bijna 82-jarige veteraan. Met zijn vaste band, aangevuld met Rob Ickes (dobro) en Trey Hensley (akoestische gitaar), toog hij naar de ooit door Leon Russell tot studio omgebouwde kerk in Tulsa, Oklahoma. Met zijn Sextet gaf hij daar een concert. Het resultaat is te horen op Swingin’ live at the Church in Tulsa.  

Het openingsnummer, de strak gespeelde slowblues Betty and Dupree, een nummer van Chuck Willis, brengt het publiek meteen al in een euforische stemming. Fel is het gitaarwerk in de stevige countryblues Mailbox blues. Rob Ickes is zeer prettig aanwezig met zijn dobro, naast de felle gitaarlicks en de strakke ritmesectie in het met een reggae tintje versierde Queen bee. Het duet van Mahal en Trey Hensley is mooi in Lovin’ in my baby’s eyes. De dobro flonkert ook weer. Behalve oud materiaal brengt Mahal ook nieuw werk ten gehore, zoals de ingetogen (gitaar) instrumental Waiting for my papa to come home. Slow drag is een zeer geïnspireerd gezongen en gespeelde blues. De rauwe Howlin’ Wolf song Sittin’ on top of the world krijgt hier door een aparte fraaie countryachtige uitvoering. Twilight in Hawaii is een exotische ‘luie’ en dromerige instrumental met Bobby Igano op lapsteel. Corinna, het bekende nummer uit zijn beginperiode dat Mahal samen schreef met Jesse Ed Davis, krijgt hier een ronduit schitterende livevertolking. Het concert eindigt met de bijna 10 minuten lange slowblues Mean old world. In dit nummer van T-Bone Walker, met Mahal op piano en met een orgelsolo, krijgen Hensley, Ingano en Ickes volop ruimte om te soleren naast de opnieuw strak spelende ritmesectie Bill Rich (bas) en Keser Smith (drums). Een formidabel slotakkoord.

Conclusie: Swingin’ live at the Church in Tulsa is een fantastisch swingend livealbum van een Taj Mahal Sextet in absolute topvorm.

Tracks cd:

  1. Betty and Dupree
  2. Mailbox blues
  3. Queen bee
  4. Lovin’ in my baby’s eyes
  5. Waiting for my papa to come home
  6. Slow drag
  7. Sittin’ on top of the world
  8. Twilight in Hawaii
  9. Corinna
  10. Mean old world

Line-up:

  • Taj Mahal – zang, gitaar, toetsen, ukelele, banjo
  • Bobby Ingano – gitaar, lapsteel
  • Bill Rich – bas
  • Kester Smith – drums
  • Rob Ickes – dobro
  • Trey Hensley – gitaar, zang
9apr/240

Mira Goto – Before

De Amerikaanse singer-songwriter Mira Goto is geboren in Santa Cruz, California en woont tegenwoordig in Nashville, Tennessee. Haar muziek is een mix van country en pop en is naadloos verweven met de muziekscene van Nashville. Zelf omschrijft ze haar muziekstijl als ‘Diet country’, een filosofie die authenticiteit aanmoedigt en doet waar men goed in is.  

Haar inspiratiebronnen zijn (country) zangeressen Kacey Musgraves en Ingrid Michaelson, The Civil Wars (Amerikaanse duo Joy Williams en John Paul White) en de uit Florida afkomstige akoestische indierockband Dashboard Confessional. In 2013 verschijnt New plaid shirt, een album dat zij uitbrengt onder de naam Mira Parfitt. In 2020 brengt Mira Goto haar debuutalbum Nobody wanted me’ uit.

Deze maand verschijnt Before, een ep met vijf nummers, opgenomen in de Prime Recording Studios in Nashville onder toeziend oog van Derek Garten, de producer die volgens Goto in staat is om haar liedjes nieuw leven in te blazen, waardoor ze ook zelfvertrouwen krijgt. Goto omschrijft de nummers op Before als een verzameling nummers die haar zeer nauw aan het hart liggen.

Het openingsnummer Enough to try is sfeervol met het duet van Mira Goto met Derek Garten. Het titelnummer Before is een ontspannen en soepel geinstrumenteerde song. Bright eyes is een pareltje. Uitstekend gezongen en mooie harmonieen. Wanted is een schitterende ballad met fraai pianospel van Garten. Het slotnummer Loving you is killing me is lekkere uptempo melodieuze country.

Conclusie: Before is een heerlijke zeer sfeervolle en prachtig gearrangeerde ep van een fantastische zangeres.

Tracks cd:

  1. Enough to try
  2. Before
  3. Bright eyes
  4. Wanted
  5. Loving you is killing me

Line-up:

  • Mira Goto – zang, gitaar
  • Derek Garten – gitaar, overige instrumenten, backing vocals
  • Pat McGrath – gitaar
8apr/240

Ted Russell Kamp – California son

De Amerikaanse singer-songwriter-producer Ted Russell Kamp is geboren in New York City, maar woont tegenwoordig in Los Angeles, California. Deze multi-instrumentalist en producer is sinds 1995 actief in de muziekscene. Hij is bekend als bassist in de band van Shooter Jennings en speelde ook bas op albums van o.a. Waylon Jennings. Ted Russell Kamp, die ook in Nederland een graag geziene artiest is, brengt in 1996 zijn debuutalbum als soloartiest uit. Vanaf 2005 komen er met grote regelmaat nieuwe soloalbums uit.

Vorige maand verscheen California son, zijn 14e soloalbum, de opvolger van Solitaire uit 2021. Dit nieuwe album is opgenomen in zijn eigen studio ‘The Den’. Volgens Kamp zijn de twaalf nieuwe songs de meest persoonlijke liedjes die hij ooit heeft geschreven.

Het album opent met het ook op single uitgebrachte titelnummer California son. Melodieuze americana. Hard to hold is strak rockend en One word at a time een fraai geinstrumenteerde ballad. Het soepel gespeelde en gezongen Eagles achtige Shine on schreef Kamp samen met Rob Waller en Paul Lacques van de uit Los Angeles afkomstige alternatieve countrygroep I see Hawks in LA. The upside to the downside is een bluesrocker met fijn gitaarwerk en Ballad of the troubadour een ballad met pedal steel en een mondharpsolo van Matt Lemeo. High desert fever is een vrolijke met een klein gospelsausje overgoten countrysong. Fraai zijn de harmonieen van Shane Alexander en Justine Bennett in het ingetogen gespeelde en gezongen Firelight. Na het rockende Miracle mile neemt Kamp het heft alleen in handen met zang en zijn zeer fraaie basspel. Het bluesy Roll until the sun comes up rockt weer lekker weg en het album wordt besloten met de heerlijke countryrocker Every little thing.    

Conclusie: Ted Russell Kamp heeft ons opnieuw verblijd met een zeer aangenaam album.

Tracks cd:

  1. California son
  2. Hard to hold
  3. One word at a time
  4. Shine on (with I See Hawks in L.A.)
  5. The upside to the downside
  6. Ballad of the troubadour
  7. High desert fever
  8. Firelight
  9. Miracle mile
  10. Hangin’ on blues
  11. Roll until the sun comes up
  12. Every little thing

Line-up:

  • Ted Russel Kamp – zang, bas, gitaren, dobro, Hammond, Wurlitzer, percussie
  • Brian Whelan – gitaar (track 1), keyboards (track 1), harmony vocals (track 1,5,7,11)
  • Zachary Ross – gitaar (track 1)
  • John Schreffler – gitaar (track 2.7.9.12), harmony vocals (track 2,7,12)
  • Bart Ryan – gitaar (track 3)
  • Paul Lacques & Paul Marshall – gitaar (track 4)
  • Tommi Viksten – gitaar (track 5)
  • Dan Wistrom – gitaar (track 6)
  • Stephen Musselman & Elijah Ocean – gitaar (track 11)
  • Sasha Smith – keyboards (track 1)
  • Jenny Van West & Ed DesJardins – harmony vocals (track 3)
  • Robert Rex Waller & Paul Marshall – harmony vocals (track 4)
  • Shane Alexander & Justine Bennett – harmony vocals (track 8)
  • Emily Zuzik – harmony vocals (track 9)
  • Matt Lemeo – harmonica (track 6)
  • Michael Jerome Moore – drums en percussie (track 1)
  • Dave Raven – drums en percussie (track 2,6)
  • Jamie Douglass – drums en percussie (track 3,9,12)
  • Jim Doyle – drums en percussie (track 4,7)
  • Janne Haavisto – drums en percussie (track 5)
  • Aaron Goodrich – drums en percussie (track 11)
4apr/240

De Vlaamse Hoogmis

Ik zat er zondagmorgen vroeg klaar voor. Klaar voor de Ronde van Vlaanderen, Vlaanderens Mooiste, de Vlaamse Hoogmis, of welke mooie benaming je mag geven aan het jaarlijkse wielerfeest dat de Vlaamse maar ook duizenden andere wielerfans in extase brengt. Ik zat er dus klaar voor en de sportredactie van Sporza met Karl, José en Renaat ook. Het begon al om 09.00 uur met een rechtstreekse uitzending vanaf de al volgestroomde Markt in Antwerpen, waar de deelnemende ploegen werden voorgesteld.

Om 10.00 uur kon het echte feest beginnen in het prachtige glooiende Vlaamse landschap door de smalle straatjes van dorpjes met illustere namen als ’t Spurt, Hamme, Moerzeke, Lebbeke, Kerksken, Aaigem, Kerkgate en Zottegem. Duizenden wielerfans wilden de Hoogmis van dichtbij aanschouwen. Ik zag zelfs een Amerikaan die helemaal vanuit Los Angeles speciaal voor Wout van Aert was gekomen. De teleurstelling was groot toen hem verteld werd dat de Vlaamse topfavoriet helaas niet meedeed. Maar zelfs die mededeling mocht de pret niet drukken.

De fans langs het parcours, de vlaggen met de Vlaamse Leeuw, vendelzwaaiers, reusachtige poppen, dorpsfanfares, de Belleman, spandoeken die een hart onder de riem staken voor Wout, boerentrekkers die gedisciplineerd stonden opgesteld, het enthousiasme was overweldigend.

De kasseien van de Paddestraat, Holleweg en Jagerij. De legendarische hellingen de Wolvenberg, de Kapelleberg, de Berendries, de Valkenberg, de Paterberg, de Taaienberg en de Oude Kwaremont. De Koppenberg bleek de scherprechter en toen de spreekwoordelijke rook van dat slagveld was opgetrokken begon Mathieu van der Poel aan zijn indrukwekkende race. “Mathieu vreet iedereen met huid en haar op”, aldus José de  Cauwer, die zijn bewondering voor de Vliegende Hollander niet onder stoelen of banken stak. Iedereen aan de finish in Oudenaarde juichte met hem mee.   

Over Oudenaarde gesproken, deze stad staat ook bekend als het mekka voor de wielersport. Sinds 2003 is er het wielermuseum Centrum Ronde van Vlaanderen (CRVV), een interactief belevingscentrum, opgebouwd rond de legendarische wielerkoers. Ik heb mezelf plechtig beloofd om in juli tijdens mijn vakantie in De Panne een dagje Oudenaarde in te plannen.

2apr/240

Rieany Plus – Songs for Rieany Plus

Het trio Rieany Plus bestaat uit Rieany Janssen, BJ Baartmans en Jan Hendriks, drie bevlogen en eigenzinnige muzikanten die in dienst van het lied zingen en spelen tot kunst hebben gemaakt. De drie muzikanten hebben een rijk verleden in het Nederlandse club- en theatercircuit. Zangeres Rieany Janssen is bekend van o.a. Midnight Hour, Boerenleenband en Rienne Va Plus. BJ Baartmans speelt bij o.a. Iain Matthews, Jack Poels, Frans Pollux, Philip Kroonenberg, JW Roy en Andre Manuel. En Jan Hendriks kennen we van o.a. Doe Maar, Boudewijn de Groot, Philip Kroonenberg en CCC Inc.

Medio maart verscheen van het trio het album Songs for Rieany Plus, een album met 12 liedjes (9 Engelstalig en 3 Nederlandstalig), die op verzoek zijn geschreven door bekende songwriters. De opdracht luidde deze liedjes te schrijven vanuit het perspectief van de andere sekse, vanuit een ander gender. De arrangementen zijn van Jan Hendriks en BJ Baartmans, die het album ook produceerden. Tijdens hun theatertournee worden deze songs aangevuld met passende nummers uit eerdere projecten rond Rieany Janssen ten gehore gebracht. Als extra bandlid staat bassist-zanger Richard Wallenburg dan ook op het podium.

Het openingsnummer Molly Sikes is geschreven door Wouter Planteijdt. Mooie americana met slide en fraaie zang. JP Den Tex schreef het met een vleugje reggae overgoten Heart of darkness. Dance with me, een compositie van gitarist Jan van der Meij (The Analogues), is een rustig en gevoelig gezongen liedje. BJ Baartmans schreef de mooie ballad How does that work. Iets steviger is de Jan van Bijnen compositie Never wanted to be a woman. Vrolijke zang en een fraaie bijdrage van Mike Roelofs op piano en orgel. Limburger Ge Reinders is de componist van de fraaie ballad New kind of love. Melodieuze americana is de Philip Kroonenberg song Alone together. Oevers is geschreven door Boudewijn de Groot en dat is duidelijk te horen. Jacques Poels (Rowwen Hèze) en Jan Hendriks zijn de auteurs van het gevoelig gezongen Wat als ik dat zei. Wanda Shelley and me is een lekker in het gehoor liggende folky song van de Britse singer-songwriter Iain Matthews en BJ Baartmans. Björn van der Doelen (ex profvoetballer maar al jaren een gewaardeerde singer-songwriter, schreef het 3e Nederlands talige nummer op dit album, het enigszins psychedelische Weg van hier. In het slotnummer, het door Eric van Dijsseldonk gecomponeerde reggaeachtige You won’t do, laat Rieany Janssen maar weer eens horen wat een geweldige zangeres zij is.  

Conclusie: Songs for Rieany Plus is een mooi gevarieerd album.

Tracks cd:

  1. Molly Sikes
  2. Heart of darkness
  3. Dance with me
  4. How does that work
  5. Never wanted to be a woman
  6. New kind of love
  7. Alone together
  8. Oevers
  9. Wat als ik dat zei
  10. Wanda Shelley and me
  11. Weg van hier
  12. You won’t do

Line-up:

  • Rieany Janssen – zang
  • Jan Hendriks – gitaar, bas, zang
  • BJ Baartmans – gitaar, mandoline, slide, zang
  • Sjoerd van Bommel - drums
  • Mike Roelofs – piano, Hammond, Wurlitzer
27mrt/240

Tartan Army

Het is weer eens iets anders dan langs de lijn aan de Sportlaan, de Nieuwe Donkstraat, het Groenhovenpark, de Bodegraafsestraatweg of de Walvisstraat. Vrijdagavond was ik op uitnodiging van SV Gouda, dat 20 toegangskaartjes had gekregen van de KNVB, in de Johan Cruyff ArenA in Amsterdam. Op het programma stond de oefeninterland Nederland – Schotland. Ik heb in mijn geheugen gegraven, maar ik kon me niet herinneren dat ik ooit een wedstrijd van het Nederlands Elftal heb bijgewoond. Maar één keer moet de eerste zijn en dan neem ik de ellende als de wedstrijd is afgelopen en de massale mensenschare, die dringend en duwend door NS personeel door heel smalle poortjes naar de metro en de uitpuilende treinen wordt gedirigeerd, op de koop toe.

Nederland – Schotland, een gewone oefeninterland. Met uiteraard de bekende in oranje uitgedoste supporters. Rondom om me op de tribune fans met Brabantse, Tukkerse, Limburgse en andere dialecten die hun helden aanmoedigden. Het Wilhelmus werd, zij het bescheiden, meegezongen.

Over meezingen gesproken, mooi was het massaal meezingen van het Schotse volkslied door de Schotse supporters. Er waren heel wat Schotse supporters aanwezig. Veelal in de bekende traditionele Schotse kilt. Ik stond na afloop in een lift met zo’n tien fraai uitgedoste mannelijke en vrouwelijke Schotse fans. Heel aardige mensen en zeker niet het type voetbalhooligan die wedstrijden nogal eens wil verstieren.    

De fans van het Schotse nationale voetbalteam heten Tartan Army. Ik las dat supporters van Tartan Army, onder de titel Tartan Army Sunshine Appeal al ruim 20 jaar naar elke uitwedstrijd van Schotland gaan en geld inzamelen voor liefdadigheidsinstanties die zich in het gastland inzetten voor (zieke) kinderen. Voor de interland van vrijdag werd 5200 euro opgehaald. De opbrengst werd gedoneerd  aan Project Fearless, een non-profitorganisatie die o.a. naschoolse (sport) activiteiten biedt voor meisjes van 9 tot 14 jaar uit Amsterdam en Rotterdam.

Er zullen ongetwijfeld meer supportersorganisaties zijn die aan liefdadigheid doen, maar de initiatieven van Tartan Army zijn uniek. Alleen al daarom vind ik het jammer dat Schotland vrijdagavond, geflatteerd, met 4-0 verloor.