Gerritschinkel.nl Columns & meer

25mrt/240

Jesper Lindell – Before the sun

Jesper Lindell is een in Ludvika geboren Zweedse singer-songwriter. In zijn tienerjaren speelde hij bas en gitaar in een aantal rockbands. Later ging hij solo en in 2017 maakte hij zijn debuut EP Little less blue. Zijn eerste volledige album Everyday dreams verscheen in eigen beheer in 2019, maar succes bleef voorlopig uit. Ook de COVID-19 pandemie werkte niet echt mee. Hij had toen wel tijd om een tweede album uit te brengen. Dit album Twilight kwam in 2022 uit.

Deze maand verscheen zijn nieuwe album Before the sun. Het album werd opgenomen en gemixt in Jesper’s eigen studio Brunnsvik Sounds. Lindell wordt begeleid door zijn vaste begeleidingsband The Brunnsvik Sound.  

Het album opent melodieus met One of these rainy days, tevens op single uitgebracht. Hier is al meteen te horen dat Van Morrison een van de favoriete zangers is van Jesper Lindell. De ballad Below the sun is in alle opzichten duidelijk geïnspireerd door The Band en ook in Never gonna last is de geest van Van Morrison en The Band aanwezig. Meer tempo komt er in het fraai geinstrumenteerde  Good evening. A little light in the dark is een prachtige ballad met een glansrol voor Rasmussen Fors op orgel. De swingende blazers van Brunnsvik Horns ‘dragen’ het ook qua tempo gevarieerde Howlin. Het hoogtepunt voor mij op dit album is de ballad A strange goodbye. Geheel in de stijl van The Band met piano, accordeon, mondharp en een duet met de in Portland, Oregon, woonachtige zangeres Kassi Valazza. Zeer fraai is het door Phil Lynott geschreven en door Thin Lizzy in 1971 op de plaat gezette Honesty is no excuse. Brunnsvik is een schitterende ode aan de thuishaven. Vocaal is Lindell weer groots en het soulvol intens en gedeeltelijk falsetto gezongen slotnummer Do me in.

Conclusie: Mijn eerste kennismaking met Jesper Lindell is mij zeer goed bevallen. Before the sun is een met veel bezieling gezongen en gespeeld rootsy album.

Tracks cd:

  1. One of these rainy days
  2. Below the sun
  3. Never gonna last
  4. Good evening
  5. A little light in the dark
  6. Howlin
  7. A strange goodbye (feat. Kassi Valazza)
  8. Honesty is no excuse
  9. Brunnsvik
  10. Do me in

Line-up:

  • Jesper Lindell – zang, elektrische en akoestische gitaar, percussie
  • Anton Lindell – bas
  • Rasmussen Fors – orgel, accordeon, mondharp
  • Jimmy Reimers – elektrische gitaar, viool, backing vocals
  • Carl Lindvall – piano, backing vocals
  • Simon Wilhelmsson – drums
  • Brunnsvik Horns:
  • Christer Falk – saxofoon
  • Mimmi Anterot – trompet
  • Markus Ahlberg – trombone
21mrt/240

Driepunters

Of ik vandaag niets beters te doen had. Een beetje cynische vraag van de trainer van Olympia zaterdagmiddag voor aanvang van de wedstrijd tegen Kagia. Ik mompelde iets dat ik natuurlijk een goed boek had kunnen lezen, maar ik zei dat er vanmiddag wel eens iets moois zouden kunnen gebeuren. Op het menu stond een regelrechte kelderkraker. De winnaar zou weer wat een beetje hoop krijgen en de verliezer zou met het degradatiespook hand in hand na afloop zwaar teleurgesteld het sportpark van VV Kagia aan de Kikkerbeetstraat in Lisserbroek verlaten. En aan een gelijkspel hadden beiden niets. Met andere woorden: de dood of de gladiolen.

Olympia maakt een dramatisch seizoen door. Het aantal nederlagen loopt in de dubbele cijfers. Hoewel er veelal niet zo veel op deze nederlagen valt af te dingen zit het soms domweg ook niet mee. En dat was afgelopen zaterdag ook het geval. En als de topscorer dan ook nog geblesseerd uitvalt. Bij een stand van 2-1 gaf Olympia gas en de supporters van de thuisclub werden zenuwachtig. Maar een ongelukkig eigen doelpunt betekende 3-1 en dat was het breekpunt. Uiteindelijk stond er na 90 minuten een ontluisterende 6-2 op het scorebord.

De victorie begon helaas niet in de Haarlemmermeer. De 3e klasse komt met nog acht wedstrijden te gaan, waarvan drie uitwedstrijden, angstig dicht bij. Er zijn nog 24 punten te halen, maar dat is louter theorie.

Op de terugreis naar Gouda was het stil in de bus. Weer geen driepunter in een uitwedstrijd. De laatste uitoverwinning dateert van zondag 10 april 2022. Bijna twee jaar geleden! In St Willebrord werd toen Rood Wit verslagen met 2-3. Als je zo lang geen uitwedstrijd wint kun je van een uitcomplex spreken. Ik kan het helaas niet mooier maken.

Toch begin ik me een beetje schuldig te voelen, want de uitwedstrijden die Olympia na 10 april 2022 speelde waarvan ik radioverslag deed gingen verloren. Zal ik de trainer maar vertellen dat ik de rest van het seizoen op zaterdagmiddag iets beters te doen heb?

17mrt/240

Nienke Dingemans – |Ain’t no Hollywood girl

De 19-jarige singer-songwriter Nienke Dingemans uit Ossendrecht wordt gezien als een zeer jong bluestalent. Maar haar muziek strekt zich ook uit naar soul, country en jazz. Haar liefde voor de blues begint als ze pas 12 jaar oud is. Ze neemt zanglessen en bezoekt regelmatig concerten van o.a. Beth Hart, Tedeschi Trucks Band en het North Sea Jazz Festival. In 2020 gaat Nienke samenwerken met de producers en multi-instrumentalisten Jan van Bijnen en Joost Verbraak. In december 2021 verschijnt haar alom gewaardeerde solodebuut, de zes nummers tellende ep Devil on my shoulder. Met de Nienke Dingemans Band is zij support act voor Ana Popovic, Jan Akkerman en Ad Vandenberg. In oktober 2023 wordt Nienke door de  Dutch Blues Foundation onderscheiden met de award Jong Blues Talent.

Op 14 maart a.s. verschijnt het eerste volledige album van Nienke Dingemans. Het album, Ain’t no Hollywood girl wordt die avond gepresenteerd in Gebouw T in Bergen op Zoom. Net als op haar debuut ep zijn ook op dit nieuwe album alle nummer door Nienke Dingemans zelf geschreven. Uiteraard zijn er ook op dit album weer fraaie rollen weggelegd voor de producers en multi-instrumentalisten Joost Verbraak en Jan van Bijnen.

Hollywood girl is de rustige opener met ingetogen begeleiding achter de soulvolle zang van Nienke Dingemans. Iets meer tempo komt er vervolgens in The house of Lily Jones, prachtige americana waar de stem van Dingemans me soms doet denken aan die van Dolly Parton. Southern way is als single uitgebracht. Mooie intense zang, pedal steel, banjo, fraaie contrabas en ingetogen drumwerk. Blue eyed dreams is uptempo rockabilly met een fraaie ‘lopende’ contrabas en saxofoon. Place I call home is een schitterend georkestreerde ballad met violen en cello, bugel en fraaie enigszins vibrerende zang. Stevig rockend is daarna Thelma & Louise, met de gruizige gitaar van van Bijnen en Nienke op slide. Late night blues is een intens gezongen en zeer fraai geinstrumenteerde bluesballad. Last train to Brooklyn is een mooie, soms zeer ingetogen gezongen ballad, met violen en cello en een fraaie slidesolo van Van Bijnen. Het tempo gaat daarna in Outlaw on the run omhoog en de zang van Dingemans doet me soms weer denken aan Dolly Parton. Het slotnummer Last train to Brooklyn krijgt een psyedelische uitvoering met zeer fraaie instrumentale inbreng van Verbraak en Van Bijnen. 

Conclusie: Ain’t no Hollywood girl is een topalbum van een fantastische jonge zeer talentvolle zangeres, met dank aan geweldige muzikale begeleiders.

Tracks cd:

  1. Hollywood girl
  2. The house of Lily Jones
  3. Southern way
  4. Blue eyed dreams
  5. Place I call home
  6. Thelma & Louise
  7. Late night blues
  8. Last train to Brooklyn
  9. Outlaw on the run
  10. Last train to Brooklyn – reprise

Line-up:

Nienke Dingemans – zang, akoestische gitaar (track 1,8), archtop gitaar (track 4), piano (track 5), elektrische slide gitaar (track 6,9), lap steel (track 7)

Joost Verbraak – drums (track 1,2,3,4,6,8,9), percussie (track 1,3,7), trompet (track 1,10), synth (track 2), bugel (track 5,10), udu (track 7), piano (track 7), French horn (track 10), euphonium (track 10, Bb bas (track 10), backing vocals (track 8,9)

Jan van Bijnen – lap steel (track 1), pedal steel (track 3,9,10), banjo (track 1,3), harmonica (track 1,3), akoestische gitaar (track 1,8,9), elektrische gitaar (track 2,4,6,9), bariton gitaar (track 2), mandoline (track 2), dobro (track 7), piano (track 7,10), Hammond (track 7), elektrische slide gitaar (track 8), mandola (track 10), backing vocals (track 9)

Joris Verbogt – contrabas (track 1,3,4,5,7), bas (track 2,6,8,9), backing vocals (track 8,9)

Gijs van Oosterhout – bartion en tenor sax (track 4)

Sarah Verhulst – viool (track 5,8,10)

Marc Hornes – viool (track 5.8.10)

Scarlet Waakop Reijers – cello (track 5,8,10)

14mrt/240

The Rolling Stones – Live at the Wiltern

In 2002 en 2003 maakten The Rolling Stones hun uitgebreide Licks World Tour. De tournee begon op 16 augustus 2002 in Palais Royale in het Canadese Toronto en eindigde op 9 november 2003 in Hong Kong. The Stones traden tijdens deze wereldtournee niet alleen op in stadions en arena’s, maar ze gaven ook intiemere concerten in kleine zalen en theaters. In Nederland traden ze behalve in het Feyenoordstadion, de Amsterdam-Arena en Ahoy op 16 augustus 2003 op in Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht.

Op 4 november 2002 gaf de band een intiem concert in het Wiltern Theatre in Los Angeles, Californië. Dit concert is deze maand in maar liefst vijf verschillende versies uitgebracht. Bijzonder is dat The Stones die dag een setlist hadden met de nodige verrassingen, met songs die ze zelden of nooit live hadden gespeeld. Een concert zonder de vrijwel altijd gespeelde klassiekers als Sympathy for the devil, Satisfaction en You can’t always get what you want.

Cd 1 begint met de bekende riff van Jumpin’ Jack Flash, waarmee het concert spetterend van start gaat, waarna ze met een dampende versie van Live with me in de sixties blijven. Vervolgens krijgen we twee songs die zelden of niet live worden gespeeld. Een opzwepende versie van Neighbours, waarin alle remmen los gaan en Hand of fate, waarin Ronnie Wood gitaristisch het voortouw neemt. Er wordt gas teruggenomen in de prachtige blues No expectations met Jagger op akoestische gitaar en Wood op pedal steel. Na het fraaie Beast of burden krijgen we een zeer indrukwekkende versie van Stray cat blues voorgeschoteld. Jagger is hier met zijn ‘bezwerende’ zang in topvorm, Richards en Wood vechten gitaarduels uit en Darryl Jones geeft een lekkere bassolo weg. Het uit 1980 stammende Dance pt. 1 stelt de studioversie tijdens dit concert volledig in de schaduw. Funky disco, een onverstoorbaar meppende Charlie Watts, gruizige gitaren en een strakke blazerssectie. Dan gaat de band terug naar hun beginperiode met Everybody needs somebody to love, een nummer van Solomon Burke, die het voorprogramma verzorgde en die halverwege het nummer nog even het podium betreedt om met Jagger een paar duetten te zingen. In de soulballad uit 1965 That’s how strong my love is, is het weer volop genieten van de fantastische blazers. Cd 1 wordt afgesloten met het sterk rockende Going to a go-go en de scheurende saxsolo van Bobby Keys.

Nadat Mick Jagger alle bandleden heeft voorgesteld mag Keith Richards, na inleidende roffels van Charlie Watts, cd 2 openen met zijn gebruikelijke twee songs waarin hij de leadvocals voor zijn rekening neemt. Twee songs uit de jaren ’90, de soulvol gezongen ballad Thru’ and thru’ en de reggae  

You don’t have to mean it. Met ondersteuning van blazers en backing vocals blijft Richards vocaal goed overeind. Jagger keert daarna weer terug, en hoe, in het geweldige Can’t you hear me knocking. Een bijwijlen jazzy rocker, met gitaren, keyboards, een verpletterende saxsolo van Bobby Keys en een intense mondharpsolo van Jagger. Na de prachtige BB King bluesklassieker Rock me baby, gaat de gashendel weer helemaal open in de door de blazers gedragen gitaarrocker Bitch. Hierna is het de hoogste tijd voor een aantal klassiekers die heel vaak op de setlist staan. De riff van Honky tonk women is een punt van herkenning bij het publiek dat het refrein meezingt. De ritmesectie Watts-Jones is een strakke geoliede machine en de swingende pianosolo van Chuck Leavell mag er ook zijn. Start me up gaat er ook hier in als koek en dat geldt natuurlijk ook voor Brown sugar, met de gitaarduels en de beroemde saxsolo van Bobby Keys. De toegift Tumbling dice is een klaterend slotakkoord. Felle gitaren, de strakke blazerssectie en de backing vocals die er hier en daar een gospelachtig tintje aan geven.  

Conclusie: The Rolling Stones waren in Wiltern Theatre op 4 november 2002 weer in absolute topvorm. Hopelijk zijn de archieven nog niet uitgeput en kunnen we de komende tijd nog veel meer moois van deze legendarische Britse band tegemoet zien. 

Tracks cd 1:

  1. Jumpin’ Jack Flash
  2. Live with me
  3. Neighbours
  4. Hand of fate
  5. No expectations
  6. Beast of burden
  7. No expectations
  8. Dance pt. 1
  9. Everybody needs somebody to love (feat. Solomon Burke)
  10. That’s how strong my love is
  11. Going to a go-go

Tracks cd 2:

  1. Thru and thru
  2. You don’t have to mean it
  3. Can’t you hear me knocking
  4. Rock me baby
  5. Bitch
  6. Honky tonk women
  7. Start me up
  8. Brown sugar
  9. Tumbling dice

Line-up:

  • Mick Jagger – zang, gitaar, mondharmonica, percussie
  • Keith Richards – gitaar, zang
  • Charlie Watts – drums
  • Ronnie Wood – gitaar, keyboards
  • Darryl Jones – bas,
  • Chuck Leavell – keyboards
  • Bobby Keys – saxofoon
  • Bernard Fowler – backing vocals, percussie
  • Lisa Fischer – backing vocals
  • Blondie Chaplin – backing vocals, percussie
  • Tim Ries – saxofoon, keyboards
  • Kent Smith – trompet
  • Michael Davis – trombone
  • Jim Keltner – percussie
13mrt/240

COPA 71

Vorige week donderdag zag ik een prachtige documentaire over het WK voetbal voor vrouwen in Mexico in 1971. Hoewel dit toernooi een groot succes was is het toch in de vergetelheid geraakt. In de documentaire werd met speelsters van de deelnemende landen  teruggeblikt op dit gedenkwaardige toernooi. Voetbalbonden, de FIFA voorop, moesten er niet aan denken dat vrouwen gingen voetballen. Voetbal was geen vrouwending, was gevaarlijk voor vrouwen en meer van die onzinnige opmerkingen. In sommige landen werd vrouwenvoetbal zelfs verboden.

Maar in 1971 speelden Engeland, Italië, Argentinië, Frankrijk, Mexico en Denemarken het WK voor vrouwen. In het Aztekenstadion in Mexico-Stad en Estadio Jalisco in Guadalajara. De publieke belangstelling was enorm, alle wedstrijden waren stijf uitverkocht. Mooie verhalen van speelsters en beelden van de wedstrijden. Hoewel de speelsters benadrukten dat ze één grote familie waren eindigde de halve finale tussen Mexico en Italië in een veldslag en floot de scheidsrechter 10 minuten eerder af. Op 5 september 1971 versloeg Denemarken in het met 110.000 fans gevulde Aztekenstadion favoriet Mexico met 3-0. Ondanks de teleurstelling van de Mexicaanse fans kregen beide elftallen na afloop een staande ovatie.

Het vrouwenvoetbal stond na dit voetbalfeest op de kaart. Ja dat dacht men, maar niets was minder waar. De bonden wilden er nog steeds niets van weten en de Engelse vrouwen werden zelfs geschorst. Tot op de dag van vandaag heeft de FIFA trouwens Copa 1971 nog steeds niet officieel erkend. Gelukkig is de kijk op vrouwenvoetbal de laatste jaren veranderd en is het zelfs de snelst groeiende sport. De vrouwen van 1971 hebben toch geschiedenis geschreven.

Ook in Gouda is er al jaren vrouwenvoetbal. SV DONK speelt sinds 1971 competitievoetbal. In 1994 promoveerden ze zelfs naar de nieuwe landelijke 1e divisie. Een hoogtepunt.

Het huidige vlaggenschip van het Goudse vrouwenvoetbal is het eerste vrouwenteam van De Jodan Boys. Ze werden 2 jaar achtereen kampioen en spelen in de subtop van de Hoofdklasse A. Let wel, het hoogst spelende voetbalteam in Gouda. Daar kunnen zelfs de mannen van De Jodan Boys nog een puntje aan zuigen.

9mrt/240

Dan Penn – The inside track on Bobby Purify

De Amerikaanse singer-songwriter-producer Dan Penn (18 november 1941, Vernon, Alabama) is sinds 1960 actief in de muziekbusiness. Penn is o.a. bekend als (mede) auteur van klassiekers als Dark end of the street (James Carr, Ry Cooder, The Flying Burrito Brothers, Linda Ronstadt), I’m your puppet (James & Bobby Purify, Sam & Dave, Dionne Warwick), Do right woman, do right man (Aretha Franklin, Etta James, Joan Baez, William Bell) en Cry like a baby (The Box Tops, Betty Wright, Arthur Alexander). In 1973 komt zijn debuut soloalbum Nobody’s fool uit.

In 2002 raakt Penn geïnspireerd door de diepgaande interpretatie van het nummer Don’t give up on me van Solomon Burke. Hij neemt contact op met Carson Whitsett en Hoy Lindsey, met wie hij dit nummer heeft geschreven, en nemen een aantal demo’s op in de geest van Don’t give up on me.

In 2004 neemt Dan Penn in zijn thuisstudio in Nashville met een geweldige studioband tien nieuwe nummers op die gebaseerd zijn op de demo’s die hij eerder met Whitsett en Lindsey heeft opgenomen. Deze nummers komen terecht op het in totaal 13 nummers tellende album Better to have it van Bobby Purify. Dit album is echter nooit officieel uitgebracht omdat Bobby Purify, die een paar jaar eerder blind is geworden, niet op tournee wil om het album te promoten.

Bobby Purify (echte naam James B. Moore) vervangt in de jaren ’70 Robert Lee Dicky en vormt met James Purify tot in de jaren ’80 het (nieuwe) duo James & Bobby Purify. Bobby Purify wordt later ook lid van de gospelband Blind Boys of Alabama. Hij overlijdt op 12 mei 2022 op 80-jarige leeftijd.

Vorige maand verscheen het album The inside track on Bobby Purify. Op dit album staan twintig nummers, de tien demo’s van Dan Penn en dezelfde tien nummers die op het album Better to have it van Bobby Purify uit 2005 staan.

In het openingsnummer de pianoballad Forever changed horen we de gevoelige zang van Dan Penn. Better to have it is schitterende gospelsoul met (kerk) orgel. Het tempo gaat iets omhoog in I’m qualified, waarna Things happen zeer ingetogen is met weer een mooi bijdrage van Carson Whitsett op orgel, die vervolgens zijn ‘huppelende’ piano los laat in My life to live over. Mooi is de samenzang van Penn en Lindsey naast het heerlijke pianospel van Whitsett in Nobody’s home. In de prachtige soulballad Hate to see you go is Dan Penn vocaal weer in topvorm. You make me dig en Testimony of a fool zijn fraaie, soms ingetogen ballads met mooi pianospel. Somebody’s gotta do it is iets feller en wordt ook gedragen door de keys.

Vervolgens is het tijd voor dezelfde nummers, maar dan zoals ze oorspronkelijk op het album van Bobby Purify stonden, dus met een uitgebreide band. Forever changed begint met een mooi piano-intro en vervolgens laat Bobby Purify zijn warme stem horen en is er een fraaie gitaarsolo van Reggie Young. Net als in de demoversie is ook hier in Better to have it Whitsett met zijn (kerk) orgel aanwezig en maken de blazers deze prachtige soulballad ‘af’. I’m qualified, met een flonkerende pianosolo, heeft iets meer tempo. Mooi is het toetsenwerk van Whitsett en Spooner Oldham in de soulballad Things happen. My life to live over,met strijkers, is weer het domein van de blazers met vooral de fijne saxsolo van Harvey Thompson. Mooi zijn het basspel van David Hood, de akoestische gitaarsolo van Mike Durham en de backing vocals in Nobody’s home. Hate to see you go is een schitterend gezongen ballad met de fantastische blazerssectie. De blazers ‘dragen’ daarna weer You make me dig, met ook weer een prima bijdrage van bassist Hood. Testimony of a fool levert het bewijs wat een geweldige zanger Bobby Purify was. Het slotnummer Somebody’s gotta do it is mooie funky soul met een hoofdrol voor de fantastische blazers.

Conclusie: The inside track on Bobby Purify is een zeer aangenaam album waar de klasse van afdruipt.

Tracks cd:

DAN PENN

  1. Forever changed
  2. Better to have it
  3. I’m qualified
  4. Things happen
  5. My life to live over
  6. Nobody’s home
  7. Hate to see you go
  8. You make me dig
  9. Testimony of a fool
  10. Somebody’s gotta do it

BOBBY PURIFY

  1. Forever changed
  2. Better to have it
  3. I’m qualified
  4. Things happen
  5. My life to live over
  6. Nobody’s home
  7. Hate to see you go
  8. You make me dig
  9. Testimony of a fool
  10. Somebody’s gotta do it

Line-up tracks 1 t/m 10:

  • Dan Penn – zang, gitaar
  • Carson Whitsett – keyboards
  • Hoy ‘Bucky’ Lindsey – bas, backing vocals

Line-up tracks 11 t/m 20:

  • Bobby Purify – zang
  • Carson Whitsett – keyboards
  • Spooner Oldham – keyboards
  • Reggie Young – lead gitaar
  • Jimmy Johnson – rhythm gitaar
  • David Hood – bas
  • Bryan Owings – drums
  • Mike Durham – akoestische gitaar
  • Wayne Jackson – trompet
  • Charles Rose – trombone
  • Harvey Thompson – saxofoons
  • Anthony Lamarchina – altviool
  • David Angel – viool
  • David Davidson – viool
  • The Settles Connection – backing vocals
  • The Dandylions – backing vocals
1mrt/240

Metamorfose

Ik was afgelopen zaterdag voor het eerst op Sportpark ’t Suyt in Waddinxveen. Dit sportcomplex ligt er al sinds 2008, dus kun je nagaan hoe lang het geleden is dat ik bij een wedstrijd van Be Fair was. Een prachtig nieuw complex waar de club trots op mag zijn. Iets dergelijks overkwam mij onlangs ook toen ik bij vv Cabauw was. Daar was ik zeker in geen 20 jaar geweest schat ik. Hier was veel veranderd, er was een tribune en alles was verder nieuw. Alleen de bestuurskamer was nog in dezelfde staat. Dat zowel in Waddinxveen als in Cabauw de tegenstander sv Gouda heette is toeval.  

Ik loop sinds 1984 rond als sportverslaggever en dan realiseer je je dat veel sportcomplexen sindsdien een metamorfose hebben ondergaan. Zwembaden en sporthallen zijn gesloopt en er zijn nieuwe voor in de plaats gekomen. GRTC Excelsior opent na vele omzwervingen in 2001 een nieuwe wieleraccommodatie in de Goudse Hout. Eind jaren ’80 krijgen RFC Gouda, The Braves en Petanque Vereniging Gouda een nieuw onderkomen in Sportpark De Uiterwaard. Goudse voetbalclubs krijgen massaal kunstgrasvelden en renoveren hun accommodaties of verhuizen zelfs, zoals sv DONK in 2009, naar een nieuwe locatie in de Oostpolder. Er zijn een tennishal en een boogschietbaan gerealiseerd.

In 2013 opent oud-wereldkampioen driebanden Dick Jaspers een nieuw biljart- en denksportcentrum De Hoog. Dammen, schaken, bridge, biljarten en GO, die nogal eens moesten verhuizen, zitten nu onder één dak. Helaas is er nu onzekerheid omdat deze sporters misschien moeten verkassen omdat er plannen zijn om het Sportcentrum een andere bestemming te geven.

Over metamorfose gesproken, het afgelopen weekend was het weer een schaatsfeest in Thialf. Nu zit je lekker droog maar ik kan me nog de dag in 1971 herinneren dat ik bij het EK allround was in het toen nog onoverdekte Thialf. Het beruchte EK waar Jan Bols door een verkeerde wissel zijn Europese titel verspeelde. Verder was het regen regen en nog eens regen. Ik heb bijna de hele dag onder plastic gezeten. Maar het was toch iets dat je niet vergeet.    

  

27feb/240

Corb Lund – El viejo

Corb Lund is een Canadese singer-songwriter uit Taber, Alberta. Hij is sinds 1995 actief in de muziekscene. In dat jaar richt hij The Corb Lund Band op. In 2005 verandert de band hun naam in Corb Lund and the Hurtin’ Albertans. Lund heeft meerdere nationale en internationale prijsnominaties en prijzen ontvangen. Lund woont tegenwoordig in Lethbridge, Alberta.

Op 23 februari jl. verscheen er na 4 jaar weer een nieuw album met origineel materiaal van Corb Lund. Een album met verhalen over oude helden, gokkers, junkies, bandieten en andere outlaws. Dit (akoestische) album, El viejo, is opgenomen in Lund’s woonkamer in Lethbridge met zijn band The Hurtin’ Albertans. Lund produceerde het album samen met Grant Siemens.

Het album opent heerlijk met het uptempo The cardplayer. Melodieus en prachtig geïnstrumenteerd. In het bluesy I had it all worden we getrakteerd op mondharpsolo’s. Fijn is het gitaarwerk in Was Fort Worth worth it, het relaas over het wel en wee van de historische veemarkt van Fort Worth, Texas. Out on a win, ook op single uitgebracht, is het trieste verhaal van een ouder wordende bokser die nog wil gloreren. Mooi is de solerende Grant Siemens op banjo. Siemens is daarna weer prominent aanwezig met banjo en handclapping in het uptempo Redneck rehab, over het zelf afkicken omdat de Betty Ford kliniek voor ‘ons soort mensen’ niet haalbaar is. Het titelnummer El viejo is een schitterend emotioneel eerbetoon aan singer-songwriter Ian Tyson, de overleden mentor van Corb Lund. The games get hot, een advies aan gokkers om rustig te blijven aan de speeltafel, is een jazzy wals met handclapping en contrabas. Siemens is weer in topvorm in de countryballad Stratocaster, waarin iedereen zich afvraagt wie toch dat meisje met de Stratocaster is. It takes a practice heeft een hoog gipsyjazz gehalte. Het prachtig gezongen en fraai geinstrumenteerde Insh allah is een ballad over verlangen en vrede. Old familiar drunken feeling is een prima afsluiter. Lund vertelt hier dat hij en zijn band tijdens een optreden in Colorado gelegaliseerde cannabis probeerden. Maar dat beviel hen niet en om het oude vertrouwde ‘dronken gevoel’ weer terug te krijgen pakten zij het op de cowboymanier aan, met whisky.

Conclusie: El viejo is een album om te koesteren. Prachtig.

Tracks cd:

  1. The cardplayer
  2. I had it all
  3. Was Fort Worth worth it
  4. Out on a win
  5. Redneck rehab
  6. El viejo
  7. The games get hot
  8. Stratocaster
  9. It takes practice
  10. Insh allah
  11. Old familiar drunken feeling

Line-up:

  • Corb Lund – zang, akoestische gitaar
  • Grant Siemens – akoestische gitaar, 12-string akoestische gitaar, nylon-string gitaar, banjo, mandoline, resonator gitaar
  • Sean Burns – contrabas, harmonica, backing vocals
  • Lyle Molzan – drums, percussie
21feb/240

Krokusvakantie

In de krokusvakantie is het sportaanbod bij de amateurs minder dan gebruikelijk. Hier en daar een verdwaalde inhaalwedstrijd waarin sv DONK de koppositie heroverde. Door sommigen wordt al voorzichtig gedroomd van een kampioenschap. Maar zoals Joop Zoetemelk al opmerkte, de weg naar Parijs, in dit geval promotie naar de 1e klasse, is nog ver. Damlust verloor eervol van topteam Van Stigt Thans 1, maar blijft dapper in het linker rijtje van de ereklasse dammen meedraaien. Complimenten!  

Ik heb genoten van het WK afstanden bij het schaatsen. Irene Schouten manifesteerde zich weer, ook met een val, als gouddelfster. Alleen op haar favoriete afstand werd ze afgetroefd door Joy Beune. En de 37-jarige Canadese Gouwenaar Ted-Jan Bloemen verraste weer met een zilveren plak op de 10 km. Femke Bol die doodleuk een wereldrecord loopt op de 400 meter indoor. De Bodegraafse Tes Schouten met haar wereldtitel op de 200 meter schoolslag.  

Zaterdagmiddag deed ik verslag van de waterpolotopper GZCDONK – ZV De Zaan. Anders dan in de coronaperiode, toen er geen publiek bij mocht zijn, en er sprake was van een vrij desolate ambiance, was het nu lekker druk in het Groenhovenbad. In een soms chaotische wedstrijd, waarin ik ook af en toe het spoor bijster was en op een gegeven moment niet meer wist wie er nu het doel van GZCDONK verdedigde, ging de Goudse koploper met 13-14 nipt kopje onder. Maar ook hier zullen de woorden van Joop Zoetemelk doorklinken. Er zijn trouwens ergere dingen op de wereld dan een sportwedstrijd verliezen. Er zijn tenslotte veel ergere dingen op de wereld.  

Maandagmorgen was ik in sporthal De Mammoet om als opa bij de Goudse Sport & Spel Spelen de verrichtingen van mijn vijf kleinkinderen gade te slaan. Ik heb meteen de gelegenheid te baat genomen om een blik te werpen op de Hall of Fame, met de naamplaatjes van heel veel Goudse topsporters. Er is nog ruimte en dat komt goed uit want op zaterdagavond 2 maart a.s. wordt deze eregalerij weer aangevuld met negen Nederlandse, Europese en Wereldkampioenen. Gaat dat zien!

20feb/240

Kirk Nelson & Jambalaya West – Savor the moment

De uit Los Angeles afkomstige zanger-pianist Kirk Nelson heeft in zijn muzikale carrière het podium gedeeld en opnames gemaakt met blueslegendes als Buddy Guy, James Cotton, Bo Diddley, The Neville Brothers, Kenny Wayne Shepherd en Robert Cray. In 2018 richtte hij Jambalaya West op waarmee hij regelmatig optrad in diverse locaties in Zuid-Californië zoals The House of Blues. Tijdens de coronaperiode vielen alle optredens geannuleerd. De band realiseerde zich toen dat dit de kans was om nieuw materiaal te schrijven en op te nemen. Dit resulteerde in 2021 in het uitbrengen van het album Lagniappe. Dat album bereikte in 2022 de eerste plaats in de Roots Music Report hitlijsten voor jazzy blues.

Begin januari jl. verscheen er een nieuw album van Kirk Nelson & Jambalaya West. Dit album, Savor the moment, bevat twaalf songs, tien eigen composities en twee covers. Kirk Nelson combineert op Savor the moment zijn Midwest-roots en zijn West Coast-invloeden met een flinke portie New Orleans funky jazz.

Het feest begint meteen al met het openingsnummer Bounce around. Funky jazz met trompet, bariton sax en trombone. Met Only 12 bars in a day komen we in de New Orleans sferen. Heerlijk die trompet van Steve Crum en de honky-tonk pianosolo van Kirk Nelson. De blazers met een vette trombonesolo van Dan Weinstein en de pianosolo swingen naast de strakke ritmesectie in Stay in your lane. De trompetten en de trombone schitteren weer in het soulvol gezongen Back on up the river. Het fijne gitaarwerk mag er ook wezen. Tom Cunningham soleert er heerlijk op los in het funky jazzy Must be a reason. Als het tempo zakt, zoals in het ingetogen gezongen Swing’ so low, is het toch gewoon swingen. Met Tamale man, met een fameuze trompetsolo Cunningham, keren de sferen van New Orleans weer terug. De instrumental Wake up the rooster is pure funk met Hammond, Synths, blazers en de felle gitaarlicks van Joe Koepfli. Turn yourself in is New Orleans jazz met klarinet, trompet, cornet, tuba en zelfs een banjo. De ritmesectie Mitch Montrose en Brian Beal is goed op dreef in Radical. Basin street blues, de klassieker van Spencer Williams uit 1928, en door velen op de plaat gezet, is ook in de uitvoering van Kirk Nelson & Jambalaya West, zeker door de heel mooie bijdrage van Weinstein op cornet en trombone, een feest om naar te luisteren. In I’m beginning to see the light, de jazzstandard van Duke Ellington, Johnny Hodges, Harry James en Don George uit 1944, is het weer swingen wat de klok slaat.

Conclusie: Savor the moment is een bruisend en opwindend album dat de speakers uit swingt.

Tracks cd:

  1. Bounce around
  2. Only 12 bars in a day
  3. Stay in your lane
  4. Back on up the river
  5. Must be a reason
  6. Swingin’ so low
  7. Tamale man
  8. Wake up the rooster
  9. Turn yourself in
  10. Radical
  11. Basin street blues
  12. I’m beginning to see the light

Line-up:

  • Kirk Nelson – zang, piano, Hammond (track 3,5,8,10) banjo (track 7,9,11,12) Synths (track 8), gitaar (track 4,7)
  • Mitch Montrose – drums
  • Don Read – bas (track 1,4,5,7)
  • Mike Guerrero – gitaar (track 1,2,4,5)
  • Tom Bremer – gitaar (track 1,4,7)
  • Brian Beal – bas (track 2,3,6,10)
  • Ed Rhodes – bas (track 11,12)
  • Jon Koepfli – gitaar (track 2,3,8,9,10)
  • Darrel Wright – bas (track 8)
  • Jeff Dellisante – bariton sax (track 1), klarinet (track 9)
  • Dan Weinstein – trombone (track 1,2,3,4,5,6,7,8,10,11,12), trompet (track 3,8,10), cornet (track 9,11,12), tuba (track 9)
  • Tom Cunningham – trompet (track 1,4,5,6,7,9)
  • Steve Crum – trompet (track 2,4)
  • Carol Nelson – backing vocals (track 1,5)
  • Melody McCullum – backing vocals (track 5)
  • Jordan ‘Delano’ Nelson – backing vocals (track 5)