Gerritschinkel.nl Columns & meer

13mrt/170

2nd Line city – Verbraak en Van Bijnen

Joost Verbraak studeert in 2005 af als docent muziek aan het Conservatorium in Rotterdam. Daarna volgt hij nog een hoofdvakstudie trompet bij Eric Vloeimans. Verbraak is actief in verschillende bands. Met Trum&bass en Sesgado speelt hij een mix van jazz, wereldmuziek en pop. Met de akoestische formatie Playground Millionaires speelt hij allerlei soorten hits uit de afgelopen 75 jaar uit de muziekgeschiedenis. Met bassiste Sanne Verbogt vormt hij De Jazz van Tegenwoordig, een band die ook educatieve projecten en workshops verzorgt tijdens festivals en op scholen. Zomaar een greep uit de vele muzikale activiteiten van deze Roosendaalse muzikant.

Net als Joost Verbraak heeft ook Jan van Bijnen gestudeerd aan het Conservatorium in Rotterdam. Naast zijn baan als docent aan de Muziekschool in Krimpen aan den IJssel is hij als multi-instrumentalist actief. Hij speelt o.a. in de band van Freek de Jonge en trad op met Daniel Lohues, Tim Knol, Tangarine en internationale artiesten. Met de band Point Quiet was hij support act voor o.a. The Isbells, Frazey Ford en Steve Wynn. Ook is hij frontman van de 50’s act Lazy J et son Orchestre en slidegitarist in de band van de Berlijnse singer-songwriter Sonja Markowski. Het muzikale hart van van Bijnen ligt bij americana en bluegrass.

Op muzikaal gebied hebben Joost Verbraak en Jan van Bijnen elkaar ook gevonden en vormen ze inmiddels een nieuw duo. Deze samenwerking resulteerde vorig jaar oktober in het album 2nd Line city, een album dat behalve het titelnummer verder acht covers telt.

Het openingsnummer Humming bird is een oude klassieke countrysong van Johnnie Wright & Jack Anglin, een countryduo dat in de jaren 30, 40 en 50 grote successen had. In het titelnummer voeren Verbraak en van Bijnen de luisteraar naar New Orleans, naar de sferen van de Mardi Gras. Een mooie gastrol is hier weggelegd voor Co Vergouwen met zijn Dr. John achtige pianospel. De klok slaat tex mex in Carmelita. Deze cover van Warren Zevon heeft een hoog Ry Cooder gehalte met een mooie accordeon en trompet. In Tango till they’re sore  wordt met name door de sousafoon en de trombone de vaudeville achtige sfeer van Tom Waits aardig benaderd. Dat het duo Verbraak & van Bijnen veel stijlen beheerst bewijzen ze in Mean old world, een mooie authentieke vertolking van het oude bluesnummer van T-Bone Walker, met van Bijnen op lapsteel. En zoals in bijna alle songs geeft de sousafoon van Verbraak dat extra tintje. De soul, met subtiel gitaarwerk, is te horen in 634-5789, een klassieker van Eddie Floyd en Steve Cropper. Van Bijnen en Verbraak geven hun eigen invulling aan het uptempo It’s all over now van Womack & Womack. De authentieke blues is weer terug in Nobody’s fault but mine van Blind Willie Johnson, met banjo, sousafoon en ‘kale’ percussie. Van Bijnen en Verbraak hebben wat mij betreft het mooiste voor het laatst bewaard. In Sad songs and waltzes zit alles wat dit nummer in een pareltje omtovert. Een subtiele mandoline, mooie ingetogen zang, een trombonesolo. Willie Nelson zal bij het horen van zijn compositie ongetwijfeld goedkeurend knikken.

Conclusie: 2nd Line city is een lekker in het gehoor liggend album waarop het duo Verbraak en van Bijnen. bewijst een keur aan muziekstijlen goed te beheersen. Wat mij betreft mag deze muzikale samenwerking worden voortgezet.

Tracks:

  1. Humming bird
  2. 2nd Line city
  3. Carmelita
  4. Tango till they’re sore
  5. Mean old world
  6. 634-5789
  7. It’s all over now
  8. Nobody’s fault but mine
  9. Sad songs and waltzes

Line up:

  • Jan van Bijnen – zang, gitaar, percussie, dobro, banjo, lapsteel, bas, mandoline, accordeon
  • Joost Verbraak – sousafoon, percussie, zang, trompet, trombone, philicorda, rhodes,
  • Co Vergouwen – piano (track 2)

 

13mrt/170

Het mysterie van het thuisvoordeel

Er zijn veel mysteries in de sport. Neem bij voorbeeld de vorm van de dag. Wat moet je daar voor doen? Goed en gezond eten, goed slapen, geen seks vlak voor de wedstrijd? Of juist wel! Ben je mentaal in vorm omdat je de nacht er voor gedroomd hebt dat je de winnende treffer scoorde? Speelt de temperatuur een rol? Maakt het uit of het regent of dat de zon schijnt? Wie het weet mag het zeggen.

Een ander mysterie is het zgn. thuisvoordeel. Hoe groot is de rol van de fanatieke supporters? Kustgras wordt ook wel als een voordeel gezien. ‘Thuis fluitende’ scheidsrechters? Clubgrensrechters die ‘punten voor hun club pakken’ door hun vlaggedrag?

Ook hier kan ik geen afdoende verklaring vinden. Laat ik me beperken tot het Goudse voetbal. Jodan Boys heeft dit seizoen slechts 2 van de 10 thuiswedstrijden gewonnen, terwijl ze kunstgras hebben en er aardig wat publiek komt kijken. Gouda moet het wel van zijn thuiswedstrijden hebben, maar die hebben geen kunstgras en om nou te zeggen dat elke wedstrijd uitverkocht is, nee.

Zondag was ik bij Olympia dat zijn 7e nederlaag in 9 thuiswedstrijden leed. Ik heb hier en daar eens rondgevraagd, maar niemand kon een afdoende verklaring geven. Misschien het slechte veld, maar ja daar heeft de tegenstander ook last van. Publiek was er wel, hoewel veel supporters in de kantine voor de tv naar een Eredivisiewedstrijd kijken. Wellicht een psycholoog inhuren?  A.s. zondag speelt Olympia in Poortugaal. Uitvoordeel. Drie punten!

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties