Gerritschinkel.nl Columns & meer

2nov/150

Slip into a dream – Dave Weld & The Imperial Flames

Dave Weld werd in 1952 in Chicago (Illinois) geboren. In zijn vroege jeugd hoorde hij bluesmuziek en wist toen dat hij professioneel muzikant wilde worden. Tijdens zijn studie in New Mexico leerde Kurt Black hem gitaar spelen. Midden jaren 70, toen hij inmiddels weer in Chicago woonde, maakte hij kennis met J.B. Hutto, die hij interviewde voor Living Blues Magazine. Hutto bracht hem de kneepjes van de (slide) gitaar bij. Hij ontmoette toen ook een andere leerling van Hutto, neef Lil Ed Williams van wiens band Lil Ed & The Blues Imperials hij later deel ging uitmaken. Vanaf 1988 ging Dave Weld toeren met zijn eigen band, Dave Weld & The Imperial Flames. In 1995 bracht de band het album Rough rocking in Chicago uit en een jaar later Keep on walkin’. Inmiddels was de band veranderd van platenlabel en in 2010 verscheen op Delmark het album Burnin’ love.

Na vijf jaar is er medio september een nieuw album van Dave Weld & The Imperial Flames verschenen, Slip into a dream, een album met pure Chicago blues. De toon wordt meteen in het openings- en titelnummer gezet, een forse klap op de drums, gitaren en orgel. Het tempo blijft er in met Sweet rockin’ soul, een snoeiharde gitaarsolo, een bonkende bas en een hamerende piano. Monica Myhre zingt in Looking for a man de longen uit haar lijf. De stemmen van Monica en Dave vullen elkaar mooi aan in het funky Take me back en in May be right, may be wrong. Monica Myhre mag in het iets rustigere Sweet love de leadvocalen weer voor haar rekening nemen. Louise is een snelle boogierocker met een scheurende saxsolo. De saxofoon is ook weer prominent aanwezig in Tremble, een echte Chicago bluesstamper met een doordenderende ritmesectie. Het bijna zeven minuten durende Walk on down is een rustpunt op het album, een slowblues, met o.a. een prachtige pianosolo van Harry Yaseen. Drummer Jeff Taylor is leadzanger in het funky Dorothy Mae, waarna Weld in Too bad, so sad zijn gitaar weer laat loeien als een orkaan. In 20% Alcohol mag Bobby Rush zich op zijn mondharmonica uitleven. Het album eindigt met een korte reprise van het titelnummer en eindigt zoals het album begon, met een drumroffel.

Conclusie: Slip into a dream is een zeer energiek dampend bluesalbum, waarop Dave Weld duidelijk bewijst dat hij uit Chicago afkomstig is. Chicagoblues van de bovenste plank. Een uitstekende gitarist en een voortreffelijke band. Het was het lange wachten meer dan waard.

De band:

  • Dave Weld (gitaar, zang)
  • Monica Myhre (zang)
  • Harry Yaseen (piano)
  • Dave Kaye (bas)
  • Jeff Taylor (drums, zang track 10)

Gastmusici:

  • Graham Guest (piano tracks 5,6 en 7 en orgel tracks 1 en 10)
  • Greg McDaniel (bas track 5)
  • Bobby Rush (mondharmonica tracks 3 en 12)
  • Greg Guy (gitaar track 11)
  • Sax Gordon (sax tracks 7,8 en 10)

Tracks:

  1. Slip into a dream
  2. Sweet rockin’ soul
  3. Looking for a man
  4. Take me back
  5. May be right, may be wrong
  6. Sweet love (dulce amor)
  7. Louise
  8. Tremble
  9. Walk on down
  10. Dorothy Mae
  11. Too bad, so sad
  12. 20% Alcohol
  13. Slip into a dream (reprise)
2nov/150

Je hebt wel eens van die dagen

Vorige week donderdag was ik in Rotterdam in Museum Boymans van Beuningen en bekeek de prachtige tentoonstelling Van Bosch tot Bruegel, de ontdekking van het dagelijks leven in de 16e eeuw. Schilderijen en prenten van oplichters, dronkenlappen en zotten in allerlei gedaanten. De keurig werkende burger is in geen velden of wegen te bekennen.

Ik vroeg me af of Jheronimus Bosch, als hij nu had geleefd, van zijn beroemde schilderij De Hooiwagen een voetballuik had kunnen maken. Munitie genoeg. Een borreltafel waar de grootst mogelijke onzin wordt uitgekraamd en ongein wordt uitgehaald. Als Neanderthalers uitgedoste zogenaamde supporters. Voetballers die elkaar binnen de lijnen als vandalen naar het leven staan. Een speciaal hoekje waarin ellebogen worden uitgedeeld. Een optocht van vogelvrij verklaarde scheidsrechters.

Ik moet u bekennen dat ik wel eens van die dagen heb waarop ik denk “laat die hele voetbalwereld de rambam maar krijgen”. Van muggen worden olifanten gemaakt. Bestuurders worden van alles beticht en voor alles en nog wat uitgemaakt. Ze krijgen mailtjes in de mailbox waar de intelligentie niet altijd van afdruipt. Emotie, sentimenten en realisme strijden om voorrang. Argumenten spelen vaak een ondergeschikte rol. En bij het opmaken van de balans blijken er vaak alleen maar verliezers te zijn. Maar ondanks alles blijft voetbal toch een verrekt leuk spelletje.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties