Gerritschinkel.nl Columns & meer

12nov/250

GROTE NEDERLAGEN

Ik was zaterdagmiddag met bepaalde verwachtingen naar het mooie Biljart- en Denksportcentrum Gouda in Goverwelle gegaan. Zou Damlust in staat zijn te verrassen tegen koploper Hijken DTC? Maar al snel werd mij door Erno Prosman toegefluisterd dat Damlust zou worden overlopen. Een zwaar gehandicapt Gouds team, waarin o.a. de in het buitenland verblijvende topspeler Martijn van IJzendoorn ontbrak en Damlust door droevige familieomstandigheden ook met slechts 9 man aantrad, waardoor het met een 0-2 achterstand begon. Uiteindelijk verloor Damlust met 4-16. Alleen Friso Fennema kon juichen want hij versloeg oud Nederlands kampioen Auke Scholma. “Deze wedstrijd kwam op een verkeerd moment”, verzuchtte voorzitter Erno Prosman.

Ook RFC Gouda leed een grote nederlaag. Net als Damlust was de Goudse rugbytrots zwaar gehavend en dan moet je naar de Amsterdamse koploper Ascrum. Op Sportpark De Eendracht aan de  Bok de Korverweg, (vernoemd naar Rotterdammer en legendarische oer-Spartaan Bok de Korver!), gingen de Gouwenaars met 74-5 hard onderuit.

Na een heerlijke strandwandeling aan de Wassenaarseslag zette ik me ‘s-middags voor de tv voor het Europees kampioenschap veldrijden op het militaire domein van Lombardsijde in de Belgische kustgemeente Middelkerke.

Een prachtig, vooral Belgisch spektakel en vakantieherinneringen kwamen bij mij boven. In Lombardsijde heb ik tijdens mijn vakantie twee keer genoten van het door oud renner Freddy Maertens georganiseerde dernycriterium. Met toppers als Sven Nijs, Sep Vanmarcke, Wout van Aert, Jasper Stuyven en Tom Boonen. Jammer dat dit evenement verleden tijd is.   

10nov/250

Jimi “Primetime” Smith – It’s my time

De Amerikaanse blueszanger-gitarist Jimi ‘Primetime’ Smith (1959, Chicago) groeide op in een muzikaal gezin. Zijn moeder, Johnnie Mae Dunson (ook bekend als "The Big Boss Lady"), was een pionier in de muziekindustrie als een van de eerste vrouwelijke drummers en songwriters. Zij speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Chicago blues in de jaren ’50 van de vorige eeuw en werkte samen met Jimmy Reed als zijn songwriter, drummer en manager. Jimmy Reed was niet alleen een muzikale mentor voor Jimi "Primetime" Smith, maar hij was ook een soort vaderfiguur voor de jonge Jimi toen hij opgroeide.

Jimi begon op zijn 12e met gitaar spelen. Jimmy Reed was zijn leermeester maar Hubert Sumlin en Eddie Taylor hielpen de kleine Jimi zijn eigen stijl te vinden. Zijn eerste optreden was op het Ann Arbor Blues Festival in 1973. Hij toerde en speelde met grootheden als Jimmy Reed, Big Walter Horton, Sunnyland Slim, Eddie Taylor, Fenton Robertson, Bob Corritore, Eddie ‘Cleanhead’ Vinson en ‘Big’Jay McNeely.

Na lange tijd verscheen er onlangs weer een nieuw album van Jimi ‘Primetime’ Smith, It’s my time.

Het album opent sterk met Don’t let the devil ride, een compositie van Neal Roberson. Uitstekend gitaarwerk, fraaie orgelsolo’s en vrouwelijke backing vocals. Geweldig is het gitaarwerk daarna ook weer in de shuffle Back on the road. Spetterende soms jankende gitaarsolo’s zijn er naast een onverstoorbare ritmesectie in Breaking my heart. My time is een prachtige countryblues met Bob Corritore op mondharmonica. Prominent is de ‘hamerende’ piano in de uptempo bluesrocker Moving on. De geest en stijl van Muddy Waters is volop aanwezig in de intense slowblues She’s a peach. Fraaie basloopjes, orgel en jazzy blazers maken, naast de soulvolle vibrerende zang van Smith, van I’m your friend een pareltje. In het funky en met verschroeiend gitaarwerk gelardeerde Bluzman passeren Jimmy Reed en Eddie Taylor ook nog even de revue. Your love is een soulblues met blazers, een wervelende orgelsolo, een geweldige gitaarsolo en ingetogen enigszins vibrerende zang. De laatste twee songs zijn covers van Luther Allison. Geweldig gitaarwerk in Will it ever change en de acht minuten lange bluesballad Serious is de ultieme afsluiter van het album. Snijdend en lyrisch gitaarspel, een geweldige orgelsolo en de vrouwelijke backing vocals die hier en daar zorgen voor een gospelsausje.

Conclusie: It’s my time is een absoluut topalbum met heerlijke authentieke blues.

Tracks cd:

  1. Don’t let the devil ride
  2. Back on the road
  3. Breaking my heart
  4. My time
  5. Moving on
  6. She’s a peach
  7. I’m your friend
  8. Bluzman
  9. Your love
  10. Will it ever change
  11. Serious

Line-up:

  • Jimi ‘Primetime’ Smith – zang, gitaar
  • Toby Lee Marshall – orgel
  • Allen ‘the captain’ Kirk – drums
  • John Wright – bas, percussie
  • Dave Foley- horns
  • Bob Corritore - mondharmonica
4nov/250

Lucky Came To Town – The river knows my name

Lucky Came To Town is een zeskoppige Belgische band uit Leuven en omgeving in de Belgische provincie West-Brabant. De band, opgericht in 2015, groeit in de loop der jaren uit tot een hechte band met een eigen herkenbare sound. Hun platendebuut is de ep ‘Lucky came to town’ uit 2021, in 2022 gevolgd door de ep December sessions, in 2024 door de live ep Come dance in Durango. Begin dit jaar verschijnt er opnieuw een live ep, Goodbye Louise, I’m leaving today.

En nu is er dan hun eerste volwaardige album The river knows my name, dat op 30 oktober jl. is verschenen. Het album, met tien doorleefde songs over herinnering en overleven, is opgenomen in Studio Fandango van Dirk Lekenne in het West-Brabantse Boutersem.  

Het openingsnummer Ain’t no blues is een melodieuze ballad, met een fraaie toetsenpartij en mooie zang van Kim van Weyenbergh en Annemie Moons. Come dance is een opgewekt nummer met viool en een lekkere pianosolo, gevolgd door de fijn gemusiceerde en mooi gezongen dansbare countrysong Oh, Loretta. Hands on the wheel is een prachtige ballad met een korte felle gitaarsolo, lekker toetsenwerk, een uitstekende ritmesectie en waarin de stemmen van van Weyenbergh en Moons een mooi contrast vormen. Mooi is ook de zang in de schitterende ballad Lone wolf (howling at the moon). In het ook op single uitgebrachte Going back gaat het tempo weer lekker omhoog. In het door drums gedreven uptempo Soulfire is een fraaie slide van Dirk Lekenne te horen. ‘Jagende’ drums zijn ook te horen in het uptempo rockende Even now. De duozang van Weyenbergh en Moons is prachtig. Mooi is de zang ook weer in de ballad Coal blues. Het slotnummer New York City nights is een heerlijk gemusiceerde melodieuze afsluiter van het album.

Conclusie: The river knows my name is heerlijke relaxte pure, eerlijke en melodieuze rootsmuziek. 

Tracks cd:

  1. Ain’t no blues
  2. Come dance
  3. Oh, Loretta
  4. Hands on the wheel
  5. Lone wolf (howling at the moon)
  6. Going back
  7. Soulfire
  8. Even now
  9. Coal blues
  10. New York City nights

Line-up:

  • Kim van Weyenbergh – zang, gitaar
  • Annemie Moons – zang
  • Wouter Grauwels – lead gitaar
  • Dimitri Laes – toetsen
  • Joost Buttiens – bas
  • Bart Steeno – drums

Gast muzikanten:

  • Dirk Lekenne – slide gitaar (track 2,7)
  • Katrien Bos – viool (track 2,5,6)
29okt/250

Billy Branch & The Sons of Blues – Blues is my biography

Billy Branch (3 oktober 1951) is een Amerikaanse mondharmonicaspeler uit Chicago. In 1956 verhuist hij naar Los Angeles. Op zijn 10e koopt Branch zijn eerste mondharmonica en leert zichzelf spelen. Zijn inspirerende voorbeelden zijn later Junior Wells, James Cotton, Carey Bell, Big Walter Horton en bassist Willie Dixon. In 1969 keert hij weer terug naar Chicago, waar hij gaat studeren aan de universiteit van Illinois. In augustus 1969 bezoekt Branch het door Willie Dixon geproduceerde  Chicago Blues Festival. Na zijn afstuderen toert Branch met de Chicago Blues All-Stars, onder leiding van Willie Dixon. Als Carey Bell die band verlaat wordt Billy Branch in 1975 de vaste nieuwe mondharpist.  In 1977 richt Billy Branch zijn eigen groep The Sons of Blues op. Ze nemen zo’n 15 albums op en Branch speelde sindsdien ook op meer dan 300 albums van o.a. Willie Dixon, Eric Bibb, Son Seals, Keb Mo, Johnny Winter, Koko Taylor, Ronnie Baker Brooks en Taj Mahal. Branch ontving drie Grammy nominaties en werd opgenomen in Blues Hall of Fame.  In 2017 werd tijdens het Chicago Blues Fest het 40-jarig jubileum van Billy Branch en de Sons of Blues gevierd.

Begin november 2025 verschijnt na jaren weer een nieuw album van Billy Branch and the Sons of Blues. Op dit album, The blues is my biography, blikt Branch terug op de rijke geschiedenis van de Chicago blues. Hij vat die rijke geschiedenis samen in elf persoonlijke songs die elk een speciale betekenis hebben voor hem. Branch noemt dit album het belangrijkste werk dat hij tot nu toe heeft gemaakt.

Het album opent met Hole in your soul, heerlijke funky uptempo soulblues met een fijne pianosolo en een mooie gastrol voor veteraan mondharmonicaspeler en zanger Bobby Rush. Het tempo zakt daarna in Call your bluff met een droge ritmesectie, een felle gitaarsolo en een huilende mondharp. Begging for change is een protestsong met gastgitarist Ronnie Baker Brooks en de flamboyante zang van zangeres Shemekia Copeland. De backing vocals geven aan dit nummer een gospeltintje. In het met soulvolle blazers opgesierde Dead end street zingt Branch zijn levensverhaal en trakteert op een verschroeiende mondharpsolo. Het nummer doet me hier en daar denken aan de latin sound van Santana. Het titelnummer The blues is my biography is een schitterende slowblues met naast de mondharp een hoofdrol voor pianist Sumito Ariyoshi. Geweldig zijn weer de mondharpsolo’s in het biografische The harmonica man. Na de strakke uptempo shuffle Real good friends, met weer fraai pianospel, gaat het tempo weer flink omlaag in het funky How you living? Ballad of the million men is opgewekte reggae. Na de emotionele slowblues Toxic love wordt in het instrumentale slotnummer Return of the roaches onder aanvoering van een scheurende mondharp alles nog een keer uit de instrumentale kast gehaald.

Conclusie: Het is een feest om te luisteren naar deze muzikale soundtrack van het muzikale leven van een geweldige zanger-mondharmonicaspeler.

Tracks cd:

  1. Hole in your soul
  2. Call your bluff
  3. Begging for change
  4. Dead end street
  5. The blues is my biography
  6. The harmonica man
  7. Real good friends
  8. How you living?
  9. Ballad of the million men
  10. Toxic love
  11. Return of the roaches

Line-up:

  • Billy Branch – mondharmonica, zang
  • Giles Corey – gitaar, backing vocals
  • Sumito Ariyoshi – keyboards, backing vocals
  • Marvin Little – bas, backing vocals
  • Andrew ‘Blaze’ Thomas – drums
  • Bobby Rush – mondharmonica, zang (track 1)
  • Shemekia Copeland – zang (track 3)
  • Ronnie Baker Brooks – gitaar (track 3)
29okt/250

SPORT EN EMOTIE

De grote held van Eindhoven was zondag Ismael Saibari. De Marokkaans-Spaanse en in België opgegroeide voetballer scoorde in de Rotterdamse Kuip drie keer. De Rotterdamse held Ayase Ueda die dat sterke staaltje die week daarvoor ook uithaalde was weer even de gewone Japanse voetballer die zijn best deed.

De PSV-spits was een van de sporthelden het afgelopen weekend. Ik heb er ook twee gezien en niet van die kleintjes ook. Allereerst baanwielrenner Harry Lavreijsen, die zondag zijn 20e(!) wereldtitel binnenhaalde. Deze man is niet van deze aarde maar komt van Mars. Een fenomeen en een held voor wielerminnend Nederland. En wat te denken van Hetty van de Wouw, Hetty Raketti, die ook aan het gouddelven was drie wereldtitels veroverde. Grote klasse, ook een heldin van velen. Ik heb met veel plezier naar die beelden gekeken. In mijn gedachten ging ik even terug naar december 2024 toen ik met een aantal leden van GRTC Excelsior een avond bij de Wielerzesdaagse van Rotterdam in Ahoy was. Lavreijsen reed toen ook iedereen naar huis en ik hoorde daar voor het eerst de naam Hetty van de Wouw, die vrouw die nu in een roes leeft. Zelfs ‘kannibaal’ Harry Lavreijsen was na zijn 20e wereldtitel een tikje emotioneel.

Sport en emotie horen bij elkaar als een Siamese tweeling. Een mooi voorbeeld zag ik vorige week toen het in veel ogen nietige Go Ahead Eagles in Deventer de Engelse grootmacht en voormalig winnaar van de Europa Cup 1 Aston Villa versloeg. Directeur Jan Willem van Dop liet zijn tranen de vrije loop. Wat Feyenoord niet lukte, lukte zijn cluppie in een euforische Adelaarshorst wel. Ook hier gingen mijn gedachten weer even terug, naar die gedenkwaardige dinsdagavond 25 oktober 2016 toen er ook helden in de Adelaarshorst werden toegejuicht. Deze keer geen Deventer helden maar Goudse helden, afgelopen week alweer 9 jaar geleden. Levi Marengo die met een formidabele vrije trap de 1-1 scoorde en Roald Heerkens die in de slotfase met een fraaie kopbal matchwinner werd. Sport en emotie in optima forma. Heerlijk!

21okt/250

WEEKENDVOETBAL

Er wordt al jaren gesproken over het fenomeen weekendvoetbal. Ik ben in mijn archief gedoken en toen bleek dat ik aan dit onderwerp in 2019 en 2020 ook al een sportcolumn had gewijd. Een van de overwegingen van de KNVB om weekendvoetbal in te voeren was de enorme terugloop van het zondagvoetbal. Inmiddels is de kaalslag in district West II volledig en speelt er vrijwel geen enkel standaardteam meer op zondag. In district West I dreigt het dezelfde kant op te gaan. De KNVB sloeg aan het denken hoe deze ramp te bestrijden en dacht met de invoering van weekendvoetbal het Ei van Columbus gevonden te hebben.

In de 2e divisie is sinds 2016 sprake van weekendvoetbal en in de 3e en 4e divisie sinds 2023 ook (zij het beperkt).  KNVB-directeur amateurvoetbal Jan Dirk van der Zee c.s. hebben in juni tijdens de voorjaarsvergadering besloten dat het weekendvoetbal met ingang van het seizoen 2026-2027 ook wordt ingevoerd in de 2e en 3e klassen.

Ik las in die oude sportcolumn van mij uit februari 2020 dat ik mijn eerdere scepsis tegen de invoering van weekendvoetbal opzijzette. Ik schreef dat als er niets gebeurt het zondagvoetbal ten dode is opgeschreven. Inmiddels zijn we ruim vijf jaar verder en heerst er op de voetbalvelden op zondag een serene rust.

Traditionele Goudse zondagverenigingen Olympia, DONK en ONA voelden zich een aantal jaren geleden gedwongen over te stappen naar zaterdagvoetbal. Inmiddels zijn hun supporters  misschien gewend geraakt dat hun cluppie op de zaterdagmiddag speelt. Olympia en DONK en wellicht ook ONA, mogen dus het volgende seizoen kiezen of ze ook wedstrijden weer op de zondagmiddag willen gaan spelen. Maar ja, zitten ze daar op te wachten, want als een principiële zaterdagclub dat niet wil, dan gebeurt het niet. Olympia bevalt het spelen op de late zaterdagmiddag. Aan de andere kant behoren stadsderby’s tussen DONK en Olympia en misschien ONA dan weer tot de mogelijkheden. Maar u begrijpt, mijn scepsis tegen de invoering van weekendvoetbal is weer terug. Er zijn nog veel hobbels te nemen.

21okt/250

DEBUUT IN DE 1E KLASSE

Terwijl de najaarsstorm Amy aan de uiterwaarden van de Hollandse IJssel raasde, maakten de rugbyers van RFC Gouda zich gereed voor de competitiewedstrijd tegen USRS. De regen kwam soms met bakken uit de hemel en de wind gierde door de bomen. Maar dat weerhield de trouwe supporters er niet van om langs de lijn hun favorieten aan te moedigen.

“Het zal een zware klus worden vanmiddag Gerrit”, was een veel gehoorde zin voorafgaand aan de wedstrijd. En dat bleek na afloop inderdaad een waarheid als een koe. De Gouwenaars begonnen verrassend met een lange sprint vanaf eigen helft, gevolgd door een try van Ties Witzier en de benutte conversie door Nander de Bruin. Maar uiteindelijk waren de Utrechtse studenten toch een maatje te groot voor RFC Gouda en stond er na een ruststand van 19-31 een einduitslag van 24-64 op het scorebord.

RFC Gouda debuteert dit seizoen in de 1e klasse. De eerste maand zit er op. De balans: twee keer verlies en twee keer winst. Met acht punten staan de Gouwenaars nu op een 9e plaats. Wat mogen we dit seizoen verwachten van RFC Gouda? Dat het team dit jaar niet voor de 3e achtereenvolgende keer kampioen wordt is niet te verwachten met gerenommeerde tegenstanders als b.v. Ascrum, Hilversum, USRS en Oemoemenoe, om er maar een paar te noemen. In de 1e fase bij de eerste zes eindigen en dan in de promotiepoule belanden zou prachtig zijn. Maar handhaving in de 1e klasse zou op zich al een mooie prestatie zijn vind ik.

Het wordt wel kilometers maken voor de Goudse rugbyers. met uitwedstrijden naar b.v. Heerenveen, Groningen, Apeldoorn, Middelburg en zelfs over de grens naar Aken.    

Ondanks herfststorm Amy en de nederlaag was het afgelopen zaterdag goed toeven aan de Uiterwaardseweg. En het spelen op de zaterdagmiddag bevalt de club tot nu toe ook. Komende zaterdag gaan het team, en ongetwijfeld ook de nodige supporters met de bus naar Friesland. Op Sportpark Buitenbaan in Heerenveen zal het ambitieuze RC Feanster er aan moeten geloven.  

21okt/250

HISTORIE

Om nu te spreken van een historische dag is wat overdreven, het woord gedenkwaardig is wellicht een betere typering. In ieder geval was er afgelopen zaterdagmiddag een reden tot feest, want het 1e elftal van SV Gouda was weer terug van weggeweest. “We zijn er weer Gerrit” hoorde ik menigeen opgelucht zeggen. Ruim een jaar geleden werd de stekker er uit getrokken en zag de toekomst voor de roemruchte voetbalclub uit het Groenhovenpark er vrij donker uit. Het zou toch niet gebeuren dat de vereniging die op 5 september 1906 werd opgericht in navolging van ook oude regioclubs als GSV en VV Bodegraven na ruim 100 jaar geen standaardelftal meer heeft.

We mogen bij het noemen van de naam SV Gouda gerust spreken van een roemruchte club, al is dat roemruchte vooral van toepassing op een ver verleden. De gedachten van oude(re) Goudse fans gaan ongetwijfeld nog wel eens terug naar de jaren 1959 en 1960 toen Gouda landskampioen werd bij de zondagamateurs. Met toen bekende namen als Piet Frederiks, Rinus Luxen, Fred de Gruijl, Jan Kruitbosch, Arie van Schaik, Jan Revet en Cor Neven. Gouda behoorde in die tijd tot de top van het Nederlands amateurvoetbal. Ik woonde toen nog niet in Gouda, heb die tijden dus niet meegemaakt, maar geluiden uit deze roemruchte jaren zoemen nog steeds  rond.

Terecht dat die mooie herinneringen nog worden gekoesterd, maar of die tijden ooit nog terugkomen moet ten zeerste worden betwijfeld. De tijden zijn ook in het voetbal behoorlijk veranderd. Roemruchte verenigingen zijn gefuseerd, lijden een zieltogend bestaan of zijn zelfs helemaal verdwenen. Prestatievoetbal op de zondagmiddag is in onze regio zelfs vrijwel  uitgestorven.

SV Gouda 1 is weer terug van weggeweest en dat is een felicitatie waard. Hoewel de supporters de laatste jaren al gewend waren geraakt aan het feit dat successen steeds zeldzamer werden, is het voor menigeen misschien toch even wennen dat er in het Groenhovenpark nu op het 10e niveau wordt gevoetbald. Maar ik zag zaterdagmiddag dat het plezier weer terug is. Maak er een mooi seizoen van Gouda.

21okt/250

SPORTGEMEENTE

De Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) nodigde ook dit jaar weer gemeenten uit om mee te dingen naar de titel Sportgemeente van het jaar. Het was voor de 16e keer dat deze wedstrijd werd georganiseerd. Gouda nam deze uitdaging aan en stelde zich met een uitgebreide motivatie kandidaat voor deze eervolle titel. Uit alle inzendingen kwamen uiteindelijk drie kandidaten bovendrijven. Wie zou de opvolger worden van de gemeente Dordrecht die de titel vorig jaar won.

Gouda was een van de drie genomineerde middelgrote steden in Nederland voor de titel ‘Sportgemeente van het jaar 2024 – 2025’. Concurrenten voor deze titel waren de gemeente Veendam en Nissewaard. Zo’n nominatie is natuurlijk al prachtig, maar “Ik ga wel om te winnen” hoorde ik wethouder Michiel Bunnik in een interview bij RTV Gouwestad zeggen.

Tijdens het jaarcongres van de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) op 18 september jl. in Venlo kon een trotse Goudse wethouder van sportzaken juichen en de bokaal en een cheque uit handen van VSG voorzitter en juryvoorzitter Michel Bezuijen in ontvangst nemen. Een jury bestaande uit vertegenwoordigers van VNG, NOC*NSF, Kenniscentrum Sport, Mulier Instituut, Platform Ondernemende Sportaanbieders en de VSG, waren onder de indruk van Gouda. Bijzonder positief was men over de samenwerking tussen de gemeente en de vele partners en partijen. Samenwerking is ook volgens wethouder Bunnik het kernbegrip. Terecht als je kijkt naar het aantal zeer diverse partijen waarmee wordt samengewerkt. De gemeente Gouda heeft een solide en compleet sport- en beweegbeleid constateerde de jury van de VSG. Sport en bewegen hebben een centrale plek.

Ook op het gebied van topsport speelt Gouda regelmatig een toonaangevende rol. Het bewijs leverden de waterpolovrouwen en –mannen van GZCDONK het afgelopen weekend maar weer eens met het winnen van de Supercup.

Gouda heeft zelfs een burgemeester die jarenlang voetbalde in het Nederlands Burgemeesters Elftal (NBE). Burgemeester Pieter Verhoeve nam vorige week afscheid als speler en scoorde in zijn afscheidswedstrijd ook nog een doelpunt. Als burgervader van onze kaasstad is ook hij ongetwijfeld in zijn nopjes met de eretitel ‘Sportgemeente 2024-2025’.  

21okt/250

CULTFIGUREN

Ik wil het deze keer eens hebben over cultfiguren. Wat is een cultfiguur eigenlijk? Volgens Van Dale is een cultfiguur iemand die in een bepaalde kring of subcultuur bijzonder populair is en wordt bewonderd.

Ook in de sportwereld wemelde en wemelt het nog steeds van de cultfiguren. In de dartsport denk je dan al snel op Andy Fordham (the Viking) en Ted ‘the count’ Hankey. Een cultfiguur in de damwereld was Jannes van der Wal, de onbegrepen dammer met ludieke uitspraken als “een mens wordt geboren en een mens gaat dood, daartussen bestaat er de mogelijkheid om te dammen”. Wielerfans brachten bewondering op voor Bram Tankink, Tom Boonen en Freddy Maertens om er slechts een paar te noemen.

De voetbalwereld is ‘vergeven’ van culthelden zoals ras Hagenees Tom Beugelsdijk, de Franse aanvaller van Manchester United Eric Cantona, de Groninger Martin Drent, Folkert Velten van Heracles en de Braziliaan Wamberto van Ajax. Bij Feyenoord had je Jozseph Kiprich, de tovenaar van Tatabanya, de Zweed John Guidetti en de Italiaan Graziano Pelle, die vooral ook de vrouwenharten sneller deed kloppen. En uiteraard niet te vergeten de Goudse doelman Ed de Goeij, ook wel Ed Konijn genoemd.

Ik moest aan de term cultfiguur denken toen ik zaterdag verslag deed van de voetbalwedstrijd Jodan Boys – SC Feyenoord. Bij de Rotterdammers speelde Junior Obiku, zoon van Mike Obiku, een van de grootste cultfiguren die er in de Kuip hebben rondgelopen. Deze Nigeriaanse spits maakte zich onsterfelijk in Amsterdam met zijn ‘golden goal’ in de bekerwedstrijd tegen Ajax.  En door na het maken van een doelpunt tegen Willem II juichend in de hekken met prikkeldraad te vliegen. Shirt uittrekken na een treffer was ook routine.

Ik heb zaterdag Mike Obiku zelf niet gezien, maar volgens omstanders was hij aanwezig aan de Sportlaan. En hij zal ongetwijfeld met veel plezier hebben gezien dat zijn zoon Junior uit een strafschop de gelijkmaker (1-1) op het scorebord bracht. Junior juichte tamelijk ingetogen, hield zijn shirt aan en klom niet in de hekken. En helaas voor hem bleek het ook geen golden goal.  

1996-02-11 14:40:21 Waalwijk:Voetbal RKC-Feyenoord. 1-1. Obiku heeft zijn shirt achtergelaten en snelt naar zijn publiek om zich te laten toejuichen na zijn gelijkmaker.