Ontarians – More how it is
Ontarians is een Canadese alt-country groep. De oorsprong van de band ligt in 2018 toen Frank Deresti en Craig Smith besloten om samen wat nummers te gaan schrijven. Beide Canadezen waren al veteranen in de rootsrock scene. Deresti doorkruiste als sideman meer dan een decennium het land en bracht onder zijn eigen naam sinds 2012 vier albums uit. Smith was in de jaren ’90, actief in de singer-songwritersscene in Kitchener-Waterloo, maakte twee soloalbums en werd producer.
Deresti en Smith namen een aantal tracks op, stuurden die naar toetsenist Jay Stiles stuurden om zijn partijen toe te voegen. Later speelde ook drummer Chris Johns zijn drumpartijen in. Het resultaat verscheen in 2021 op het door critici bejubelde debuutalbum The greatest story never told.
Deze maand verschijnt het nieuwe album van Ontarians, More how it is. Het album met tien nieuwe weer door Deresti en Smith geschreven nummers is opgenomen in de studio van Craig Smith. Volgens Deresti vertelt elk nummer op deze nieuwe plaat zijn eigen verhaal, maar vertegenwoordigt het album als geheel een periode waarin de wereld meer vragen stelt dan het antwoorden kan bieden.
Het openingsnummer Start over is in augustus op single uitgebracht. Een bluesy opener met mondharp, orgel, gitaren en harmoniezang. Yardsale begint heel ingetogen met banjo, daarna wordt het steviger met gitaar, maar het eindigt weer rustigi met de banjo. Ingetogen is de zang in het met lap steel fraai meanderende Maybe this is something. Met de gruizige gitaren zit Breadcrumbs vol met psychotische elementen. Boo is een heel rustige akoestische ballad met prachtige harmoniezang. De 2e single van het album is Trippin’, is melodieuze americana met mooie harmoniezang, een strakke ritmesectie en gitaren die het einde van het nummer stevig inluiden. Baby’s on a bike rockt lekker weg. Ook vrij stevig is God willing met keyboards en die fijne harmonieen en Heartbreak remedy is weer een mooie akoestische ballad met halverwege een felle mondharpsolo. Het album eindigt met Good trouble weer enigszins psychedelisch.
Conclusie More how it is een album met fraaie melodieuze rootsrock.
Tracks cd:
- Start over
- Yardsale
- Maybe this is something
- Breadcrumbs
- Boo
- Trippin’
- Baby’s on a bike
- God willing
- Heartbreak remedy
- Good trouble
Line-up:
- Frank Deresti – zang, gitaren, bas, banjo, mondharmonica, percussie
- Craig Smith – zang, gitaren, bas, lap steel, percussie
- Jay Stiles – keyboards, backing vocals
- Chris Johns – drums
Zwarte dag
Vreugde en verdriet streden het afgelopen sportweekend in Gouda om voorrang. Twee positieve en twee negatieve ontwikkelingen sprongen er bij mij uit.
Laat ik met het positieve beginnen. Ik was zondag benieuwd hoe de rugbyers van RFC Gouda het nieuwe seizoen in de 2e klasse Zuid zouden openen. De kampioen en promovendus trad aan de Uiterwaardseweg aan tegen de Delftse studenten van Thor. Na een ruststand van 40-3 walsten de Gouwenaars uiteindelijk met 73-3 over Thor heen. De arme studenten kwamen niet verder dan het verzilveren van een penalty. De eerste klap is een daalder waard, de eerste vijf punten zijn binnen. RFC Gouda heeft zijn visitekaartje afgegeven. De fans uiteraard enthousiast over deze uitstekende seizoensopening. De derde helft kon beginnen.
Vorige week had het bestuur van SV Gouda besloten het eerste team uit de bekercompetitie terug te trekken. In mijn sportcolumn van vorige week schreef ik dat ik van harte hoopte dat er een oplossing zou komen, want ik moest er niet aan denken dat SV Gouda ook de nieuwe competitie aan zich voorbij zou laten gaan. Maar zondag werd ik geconfronteerd met de trieste mededeling dat het bestuur van de Goudse voetbalvereniging het eerste team ook uit de competitie terugtrekt.
Het doek voor SV Gouda 1 is gevallen, een zwarte dag voor het Goudse voetbal. De roemruchte Goudse voetbalclub, opgericht op 5 september 1906, is/was een naam in het Nederlandse amateurvoetbal. In 1959 en 1960 werd Gouda landskampioen bij de zondagamateurs.
Maar de tijden zijn veranderd. In 2016 werd van het prestatievoetbal op zondag afgestapt. Cynici kunnen zeggen dat Gouda toen trendsetter was want tegenwoordig speelt bijna geen enkel standaardelftal in onze regio nog op zondag.
De prestaties van het eerste zaterdagteam overvleugelden die van het zondagteam met een aantal opeenvolgende promoties. Zelfs de 1e klasse werd bereikt. Maar vooral na de coronacrisis ging het bergafwaarts met als voorlopig dieptepunt dit jaar degradatie naar de 5e klasse. Ook in de kelderklasse is SV Gouda het nieuwe seizoen helaas niet te bewonderen. Een dieptepunt, Laten we hopen op betere tijden.
Frank Catalano & Lurrie Bell – Set me free
Frank Catalano (12 maart 1977, Chicago, Illinois) is een Amerikaanse saxofonist. Hij begon al op 7-jarige leeftijd met saxofoon spelen. Toen hij 16 was, werd zijn rechtermiddelvinger afgesneden tijdens het werken aan een automotor. Na een reconstructieve operatie dwong hij zijn handen om zijn techniek opnieuw te leren. Op zeer jonge leeftijd speelde hij met Louie Bellson, Miles Davis en Tony Bennett. Toen hij 18 was, toerde hij met Santana. In 1988 verscheen zijn eerste soloalbum Cut it out.
Lurrie Bell (13 december 1958, Chicago, Illinois) is een Amerikaanse blueszanger en -gitarist. Zijn vader was de bekende blues-mondharmonicaspeler Carey Bell (1936-2007). Bell begon met gitaar spelen op 6-jarige leeftijd en in zijn tienerjaren verbeterde hij zijn vaardigheden door te spelen met de legendes van het Chicago bluescircuit zoals Eddy Clearwater, Big Walter Horton, Eddie Taylor, Muddy Waters, Howlin’ Wolf en Willie Dixon. Zijn solodebuut Everybody wants to win verscheen in 1989.
Deze twee legendarische muzikanten uit Chicago kwamen na ruim 30 jaar weer bij elkaar om een nieuw album op te nemen. Dit album, Set me free werd o.l.v. producer Blaise Barton (bekend van Otis Clay en Pinetop Perkins) opgenomen in Joy Ride Studio in Chicago en verscheen vorige maand. Het album bevat vijf bluesstandaards en vier originele songs geschreven door Frank Catalano.
Everyday I have the blues, de bluesstandaard die vooral bekend werd door BB King, is met fraaie baslijnen, een flonkerende pianosolo en een scheurende saxsolo de temperamentvolle opener. Sterk is daarna het gitaarwerk in de slowblues, de Elmore James klassieker The sky is crying. Het titelnummer Set me free, geschreven door Catalano, is een uptempo jazzy song met felle gitaarsolo’s, een pianosolo, een spetterende sax en een strakke ritmesectie. Catalano schreef ook de swingende funky instrumental Shakin’. Georgia on my mind van Hoagy Carmichael en Stuart Gorrel uit 1930 en vooral door Ray Charles in 1960 onsterfelijk gemaakt, is ook hier om van te smullen door een zwoele sax, soulvolle zang en een tinkelende piano. De swingende Catalano instrumental Una town wordt gedomineerd door de fantastische sax. In de door Willie Dixon geschreven en vooral van Muddy Waters bekende bluesklassieker I’m ready is iedereen weer geweldig op dreef. De vierde compositie van Catalano op dit album is het ruim acht minuten lange jazzy instrumental Kickin’. Een shuffle met solerende Bell, Catalano en Vaitsas in een bed van bas en drums. Het laatste nummer is weer een regelrechte klassieker, At last, afkomstig uit de musicalfilm Sun Valley Serenade uit 1941. Door velen opgenomen, o.a. door het orkest van Glenn Miller, maar het grootste succes boekte Etta James in 1960 met dit nummer. Met de soulvolle zang, de sax en een prominente rol van pianist Vaitsas wordt hier ook een prachtige versie op de plaat gezet.
Conclusie: De liefde voor de muziek die Frank Catalano en Lurrie Bell hebben straalt van het begin tot het einde af van dit prachtige album. En een compliment voor de voortreffelijke begeleidingsband.
Tracks cd:
- Everyday I have the blues
- The sky is crying
- Set me free
- Shakin’
- Georgia on my mind
- Una town
- I’m ready
- Kicking
- At last
Line-up:
- Lurrie Bell – zang, gitaar
- Frank Catalano – saxofoon
- Tom Vaitsas – piano
- Aaron Mitter – bas
- Kurt Lubbe – drums
The Deslondes – Roll it out
De Amerikaanse americanaband The Deslondes is opgericht in 2013 in New Orleans, Louisiana. Hun muziek heeft invloeden van folk, rock ‘n’ roll, bluegrass, R&B, blues, gospel, country en zydeco. De naam van de band is ontleend aan een straat (Deslonde Street) in de wijk Holy Cross in The Lower Ninth Ward in New Orleans. In 2015 is hun titelloze debuutalbum uitgebracht.
Deze maand verscheen hun nieuwe album Roll it out, een album met twaalf eigen composities en een cover van J.J. Cale. Het album is weer geproduceerd samen met hun vaste producer Andrija Tokic in The Bomb Shelter studio in Nashville, Tennessee. Howe Pearson heeft inmiddels drummer–percussionist van het eerste uur Cameron Snyder vervangen.
In de prachtige opener Hold on Liza valt meteen de fraaie in veel nummers terugkerende harmoniezang van de bandleden en op een drietal nummers ook van Mat Davidson op. Na de aanstekelijke rocker Take me back volgt de melodieuze countryrocker met mondharp Lies I’ve told. De nieuwe drummer Howe Pearson schreef I’ll do it en zingt de leadvocals. Prachtig weer die harmonieen en handclapping. Grand junction, met een mooi mondharpintro, is fraaie melodieuze americana met pedal steel. Kerkorgel en mandoline zijn te horen in het heerlijk meanderende Find the ground. Pour another round wordt feestelijk opgesierd met de blazersarrangementen van Tuba Skinny. Old Plank Road is een lekkere honky-tonker en Pearson is lekker op dreef met prominent drumwerk en percussie in het swampy Who really loses. Pearson is weer de leadvocalist in het met accordeon, piano en pedal steel opgesierde Go out tonight. Het vrolijke Mercury on parade wordt massaal meegezongen. Line to go, met pedal steel, is schitterende ingetogen melodieuze americana. J.J. Cale’s cover Drifter’s wife uit 1982 (album Grasshopper), is een geweldige bluesy afsluiter met pedal steel, mondharp en die schitterende harmoniezang.
Conclusie: Roll it out is een prachtig sfeervol album.
Tracks cd:
- Hold on Liza
- Take me back
- Lies I’ve told
- I’ll do it
- Grand Junction
- Find the ground
- Pour another round
- Old Plank Road
- Who really loses
- Go out tonight
- Mercury on parade
- Line to go
- Drifter’s wife
Line-up:
- Sam Doores – zang, gitaar
- Riley Downing – zang, gitaar
- Dan Cutler – zang, contrabas, mondharp, mandoline
- John James Tourville – toetsen, fiddle, pedal steel
- Howe Pearson – drums, percussie, zang
Guest musicians:
- Mat Davidson (Twain) – zang (track 1,3,13)
- Tuba Skinny – blazers arrangement (track 7)
- Shave Cohn – kornet
- Barnabus Jones ; trombone
- Todd Burdick – tuba
- Craig Flory – klarinet
Jontavious Willis – West Georgia Blues
Jontavious Willis (1996, Greenville, Georgia) is een jonge Amerikaanse countryblueszanger, gitarist, multi-instrumentalist en songwriter. Hij groeit op met het zingen van gospelmuziek samen met zijn grootvader in de plaatselijke Mount Pilgrim Baptist Church. Als hij op 14-jarige leeftijd een video van Muddy Waters ziet wordt hij aangetrokken door de bluesmuziek. Hij leert allerlei stijlen countryblues spelen en ontwikkelt zich verder tot een multi-instrumentalist (o.a. banjo en mondharmonica). In 2015
maakt hij kennis met Taj Mahal die diep onder de indruk is van Willis. Enkele jaren later is Willis openingsact van de tournee van Taj Mahal en Keb Mo’. In 2017 brengt Willis zijn debuutalbum Blues Metamorphosis uit. Vorige maand verscheen West Georgia Blues, zijn 3e en nieuwe album.
De openingstrack, het titelnummer West Georgia blues is een rudimentaire countryblues met acapella zang van Willis en Lloyd Buchanan met handclapping. Charlie Brown blues en Broken hearted moan is authentieke countryblues. Het tempo gaat in Keep your worries on the dancefloor omhoog waarna in Rough time blues weer fraai ‘gitaarpicking’ is te horen. Lula Mae is stevig met ruig gitaarwerk en een flonkerende piano. Ghost woman en Who’s gonna hear it zijn ingetogen rustige countryblues songs. A lift is all I need heeft een hoog Mose Allison gehalte met een heerlijke pianosolo, fraaie baslijnen en een mooie gitaarpartij van Jon Atkinson. Ingetogen pure countryblues is Too close to the finishing line en in Earthworm basement blues waart de geest van authentieke countrybluesmannen als Blind Lemon Jefferson rond. Na het heel korte Squirrlin’ mama en het akoestische Time brings about a change gaat de gashendel open in het stevige Lost ball waarin door de gruizige gitaar de geest van Muddy Waters niet ver weg is. De afsluiter Jontavious West Georgia grind is een instrumental met fel gitaarwerk en een swingende piano.
Conclusie: West Georgia Blues is een sterk album van een jonge bluesgitarist die zijn liefde voor de authentieke countryblues met veel liefde en plezier brengt. Taj Mahal had het heel goed gezien.
Tracks cd:
- West Georgia blues
- Charlie Brown blues
- Broken hearted moan
- Keep your worries on the dancefloor
- Rough time blues
- Lula Mae
- Ghost woman
- Who’s gonna hear it
- A lift is all I need
- Too close to the finishing line
- Earthworm basement blues
- Squirrlin’ mama
- Time brings about a change
- Lost ball
- Jontavious West Georgia grind
Line-up:
- Jontavious Willis – gitaar, zang
- Ethan Leinwand – piano, wurlitzer
- Jayy Hopp – akoestische gitaar, drums, washtub drum
- Rodrigo Mantovani – contrabas
- Lloyd Buchanan – zang (track 1)
- Jon Atkinson – gitaar (track 9)
Voetbalperikelen
De voetbalsport stond afgelopen week weer volop in de belangstelling, zowel positief als negatief. Het optreden van het Nederlands Elftal zondag vond ik in ieder geval positief. Nieuwe spelers en nieuw elan. Maar één zwaluw maakt nog geen zomer en het positieve kan ook zomaar omslaan.
Minder positief is de flinke toename van het aantal wanordelijkheden en incidenten in het amateurvoetbal. Niet alleen binnen de lijnen, maar ook langs de lijn gebeuren dingen die niet normaal zijn. Spelers met korte lontjes, de scheidsrechter met woord en gebaar belagen. Coaches langs de lijn die soms het verschil tussen coachen en met hun getier de clown uithangen niet kennen. Grensrechters die vaak, vooral door de supporters, tot de kop van jut worden gebombardeerd en allerlei ziektes worden toegewenst. Ik geef toe dat ik ook wel eens vraagtekens zet bij het vlaggen van assistent-scheidsrechters die soms denken dat het vlaggetjesdag is. En na afloop van de wedstrijd glunderend zeggen dat ze weer punten hebben verdiend voor hun club. Dit is ook een vorm van onsportiviteit.
Maar nu de oplossing. Hoe maak je een eind aan deze onsportiviteit. Directeur Jan Dirk van der Zee opperde het voorstel om de buitenspelregel maar af te schaffen. Dit vind ik vloeken in de kerk want met het afschaffen van de buitenspelmaatregel haal je een wezenlijk element van het voetbalspel weg. Dan liggen tijdstraffen meer voor de hand.
Over voetbal gesproken, de Goudse voetbalwereld werd zaterdag verrast door de mededeling dat SV Gouda zich uit de bekercompetitie had teruggetrokken en dat de hoofdtrainer zijn contract had ingeleverd. Wat er precies aan de hand is bij de Goudse vijfdeklasser zal ongetwijfeld de komende tijd naar buiten komen. Het bestuur gaat alle opties onderzoeken m.b.t. het eerste elftal. Ik hoop van harte dat er een oplossing komt, want ik moet er niet aan denken dat Gouda ook de competitie aan zich voorbij laat gaan.
Ik eindig met een felicitatie aan ‘onze’ Goudse rolstoelbasketbalster Julia van der Sprong die zondag met Nederland Paralympisch kampioen werd. Van harte Julia, grote klasse!
foto TEAM NL
Bekervoetbal
Er wordt in de Goudse regio weer voor het echie gevoetbald. Weg met de vrijblijvendheid van de oefenpotjes. Onder het motto ‘nieuwe ronde, nieuwe kansen, zijn alle ogen, als het goed is, gericht op het seizoen 2024 – 2025.
De vraag is of iedereen klaar is voor de nieuwe competitie. Net zoals vorige jaren worden voorafgaand aan de competitie bekerwedstrijden gespeeld. Afgelopen zaterdag werden de eerste wedstrijden in de poulefases gespeeld. En als je de uitslagen bekijkt dan kun je je afvragen of iedereen inderdaad al in de startblokken staat. Abnormale uitslagen als VVOR – DRL (12–0), FC HWD Moordrecht (0–11) en Abbenbroek – WCR (2–10) geven te denken. Ook SV Gouda kreeg bij Be Fair in Waddinxveen een zware nederlaag (10–0) te slikken. Ik dacht even dat ik in de korfbalcompetitie verdwaald was.
Nu zal de ene trainer de bekercompetitie belangrijk(er) vinden dan de ander. Aan die eerste uitslagen moeten we niet direct conclusies verbinden. Ook niet aan het gelijkspel van Jodan Boys (2-2), het verlies van Olympia (3-0), de winst van DONK (2–1) en ONA (3–1).
Teams waren waarschijnlijk nog niet compleet door vakanties en blessures. Trainers zoeken nog naar de juiste speelwijze en de ideale opstelling. Dat laatste geldt denk ik zeker voor de nieuwe trainers van De Jodan Boys, DONK en Olympia. Bekerwedstrijden beschouwen als test voor de echte competitie, ik sluit het niet uit.
Bekervoetbal is leuk, zeker als je de poulefase overleeft, want hoe verder je komt hoe aantrekkelijker de tegenstanders. Dat kunnen ze bij De Jodan Boys over meepraten want daar denken ze nog dagelijks met veel plezier terug aan die onvergetelijke dinsdagavond 25 oktober 2016 toen in de Adelaarshorst in Deventer eredivisionist Go Ahead Eagles werd uitgeschakeld. En ondanks de uitschakeling daarna op 14 december 2016 door Vitesse, verlieten de Gouwenaars met opgeheven hoofd het Gelredome in Arnhem.
Bekervoetbal kan mooi zijn, maar ik begrijp dat clubs de competitie belangrijker vinden. Nog even de puntjes op de i zetten, want op 21 september moeten jullie er echt staan.
Joe Ely – Driven to drive
Singer-songwriter-gitarist Joe Ely (9 februari 1947, Amarillo, Texas) is in de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw een van de belangrijkste aanjagers van de progressieve countryscene van Austin, Texas. Vanaf zijn 12e groeit hij op in Lubbock Texas, waar hij in 1971 met Jimmie Dale Gilmore en Butch Hancock The Flatlanders opricht. Het debuutalbum van The Flatlanders verschijnt in 1972. De band valt al snel uiteen (wordt trouwens in de jaren ’90 heropgericht) en de leden starten allemaal een solocarrière. In 1977 brengt Ely zijn solodebuutalbum Joe Ely uit.
Tijdens zijn lange carrière treedt hij op met artiesten als Bruce Springsteen, Uncle Tupelo, Los Super Seven, The Chieftains, James McMurtry, Lyle Lovett, John Hiatt en Guy Clark. In oktober 2022 wordt Joe Ely opgenomen in de Austin City Limits Hall of Fame.
In juni jl. verscheen er weer een nieuw album van Joe Ely, Driven to drive, een verzameling van twaalf liedjes over gemotoriseerde reizen die Ely met zijn band in de jaren ’70 maakte in de vlaktes van de Llano Estacado in West Texas. Hij dook in het verleden om na te denken over het leven dat hij on the road doorbracht. Uit zijn studiobestanden van Spur Studios diepte hij een aantal songs op, sommigen nog nooit uitgebracht en een aantal nummers zijn bewerkt. Zo ontstond een eigen compilatie van road-songs uit verschillende tijdperken van zijn lange carrière.
Drivin’ man is de sprankelende opener met akoestische gitaar en een zeer fraaie accordeon. Bruce Springsteen is de gastvocalist op de groovy blues Odds of the blues, met Jeff Plankenhorn op elektrische gitaar. Joel Guzman swingt met zijn accordeon daarna weer in het rockende For your love. Watchin’ them semis roll, een compositie van zijn Flatlanders maatje Butch Hancock, is een heel kort folky nummer met Plankenhorn op slide. Didn’t we Robbie is een uptempo rocker met orgel en een fantastisch swingende honky-tonk piano. Een ultieme road-song. In het countryachtige Nashville is a catfish horen we naast de prachtige stem van Ely de harmonieen van Eddie Beethoven en wederom de schitterende accordeon. Ride motorcycle rockt lekker weg met elektrische gitaren en synthesizers. Joe Ely is solo te horen in de countryblues San Antonio brawl. Accordeon en viool zijn de ingrediënten in Slave to the Western wind. Fraaie tex-mex. Gulf Coast blues is een rustige ingetogen met accordeonklanken versierde blues. Gedreven is de zang met de harmonieen in het energiek door gitaarsolo’s rockende titelnummer Driven to drive. Het album sluit af met Jackhammer rock, een door Donald Elwood Dykes geschreven bruisende rocker.
Conclusie: Joe Ely neemt je met Driven to drive mee op een fantastische muzikale roadtrip.
Tracks cd:
- Drivin’ man
- Odds of the blues (feat. Bruce Springsteen)
- For your love
- Watchin’ them semis roll
- Didn’t we Robbie
- Nashville is a catfish
- Ride motorcycle
- San Antonio brawl
- Slave to the Western wind
- Gulf Coast blues
- Driven to drive
- Jackhammer rock
Line-up:
- Joe Ely – zang, gitaar, synthesizer
- Bill Guinn – orgel, piano
- Eddie Beethoven – zang
- Jeff Plankenhorn – gitaar
- Bruce Springsteen – zang (track 2)
- Joel Guzman – accordeon, mandoline
- Mitch Walkins – elektrische gitaar, synthesizer
- Pat Manske – drums
- Richard Bowden - viool
Willie Buck & Delmark All-Stars – Live at Buddy Guy’s Legends Chicago
Blueszanger Willie Buck (William Crawford) is in 1937 geboren in Houston, Mississippi. Hij verhuist in 1954 naar Chicago. Daar verdiept hij zich in de echte Chicago bluesscene en hij neemt hier ook zijn eerste plaat op, The disco blues. Vanaf die tijd treedt hij niet alleen in de VS op, maar ook in Canada, Mexico en Europa waaronder Nederland. In 2004 wordt Buck opgenomen in de Blues Hall of Fame in Chicago.
Willie Buck wordt beschouwd als een van de laatste vaandeldragers van de zgn. ‘old school’ Chicago bluesstijl. Hij kent veel musici in Chicago en heeft met velen opgetreden. Vorig jaar trad hij met een groep ervaren en gerespecteerde bluesartiesten uit Chicago (the Delmark All-Stars) op in Buddy Guy’s Legends Chicago. Opnamen van dit concert verschijnen deze maand op Delmark Records.
Het album Live at Buddy Guy’s Legends Chicago opent met de ruim zes minuten lange instrumental Jumping. Een scheurende mondharp, een swingende piano, een groovy ritmesectie en lekkere bluesy gitaarlicks. Na het voorstellen van de band introduceert Scott Durks de ‘star of the show’ Mr. Willie Buck. Buck neemt de microfoon ter hand in de door Leiber & Stoller geschreven bekende swingende door de piano gedragen shuffle Kansas city. In de groovy Chicago blues Try to work something out trekken de tinkelende pianosolo en het fraaie gitaarwerk de aandacht. What we were talking about is een lekkere shuffle waarin Buck goed bij stem is. Fraai ingetogen is het gitaarwerk in de slowblues Let’s see if we can come together. Ook in de slowblues Snow klinkt de stem van Buck tamelijk vitaal voor iemand van 87 jaar. Na een gesproken intermezzo horen we Muddy Water’s klassieker Rock me door een uitstekend spelende band. Na de slowblues Walking and swimming, met een strakke ritmesectie, wordt er met het door Willie Dixon geschreven en vooral van Muddy Waters bekende Hoochie coochie man afgesloten. Een echte Chicago blues afsluiter.
Conclusie: Live at Buddy Guy’s Legends is een album met (h)eerlijke lekkere klassieke Chicago blues zonder poespas.
Tracks cd:
- Jumping
- Kansas City
- Try to work something out
- What we were talking about
- Let’s see if we can come together
- Snow
- Willie Buck talking
- Rock me
- Walking and swimming
- Hoochie coochie man
Line-up:
- Willie Buck - zang
- Scott Durks - mondharmonica
- Thaddeus Krolicki – rhythm gitaar
- Billy Flynn – lead gitaar
- Johnny Iguana - piano
- Melvin Smith - bas
- Willy Hayes - drums
Solingen
Ik ben afgelopen zaterdagmorgen tijdens de open dag een kijkje wezen nemen in het nieuwe Biljart- en Denksportcentrum in Goverwelle. Een nieuw onderkomen dat een einde maakt aan de onzekerheid voor de sportclubs die hun locatie in Centrum De Hoog moesten verlaten.
Zij dreigden op straat komen te staan, maar gelukkig is er een oplossing gevonden. Een compliment voor degenen die dit allemaal mogelijk hebben gemaakt. Het ziet er allemaal mooi uit.
Tijdens de open dag raakte ik in gesprek met een aantal sportbestuurders en op een gegeven moment viel het woord Solingen. Deze zusterstad van Gouda was vrijdag opgeschrikt door een vreselijk steekincident met dodelijke afloop. Het gesprek ging toen verder over de jaarlijkse sportuitwisselingen tussen Goudse sportclubs en sportclubs uit Solingen.
Eind jaren ’70 en beginjaren ’80 werkte ik bij de Goudse Sportstichting. Ik heb toen ook meerdere keren met een zaalvoetbalteam van medewerkers van de Sportstichting deelgenomen aan een sportuitwisseling met Solingen. Als ik daar nog aan terugdenk dan komen de mooiste herinneringen boven.
De joviale ontvangst door onze gastheren op de vrijdagavond in een rokerig onderkomen. Erwtensoep, worst en veel bier. Een zaterdag een internationaal zaalvoetbaltoernooi in die immense Klingenhalle. Voor aanvang van de wedstrijd werden de volksliederen gespeeld. Wij moesten wel wennen aan de spelregels want het was eigenlijk veldvoetbal onder een dak. Het doel was zeker 7 meter breed en ik moest als doelman vaak vissen. Veel was geoorloofd en de tackles waren niet te tellen. Totdat wij het door hadden. Op welke plaats ons team uiteindelijk eindigde weet ik niet meer, maar het was een hele belevenis.
De traditionele Zöppkesmarkt werd uiteraard ook bezocht. En zaterdagavond was de grote feestavond met alle deelnemende teams. Ik herinner me nog een Duitse scheidsrechter die dansend op een tafel alle aandacht naar zich toe trok. Moe en voldaan werden we daarna ondergebracht in een Naturfreundehaus.
Voor ons vertrek op zondag werden we door onze gastheren getrakteerd op een bezoek aan een shop met typische Solingerproducten als messen en scharen.
Solingen, heel veel sterkte in deze donkere tijden.