Mike Farris – The sound of Muscle Shoals
De Amerikaanse zanger-gitarist Mike Farris is in 1968 geboren in Winchester, Tennessee. In april 1991 richt hij in Tennessee The Screamin’ Cheetah Wheelies op, een band die muziek maake in de zuidelijke bluesy stijl van Lynyrd Skynyrd, The Allman Brothers Band en The Black Crows. In 2001 begint Farris een solocarrière en verlegt zijn muzikale focus meer naar soul en gospel. Zijn solodebuut Goodnight sun komt in 2002 uit.
Deze maand bracht Mike Farris voor het eerst sinds 2018 weer een nieuw album uit. Voor de opname van dit album ging hij naar de befaamde FAME Studios in Alabama. Samen met muzikanten uit de Muscle Shoals scene en een reeks vocalisten nam hij o.l.v. producer Rodney Hall, zoon van FAME oprichter Rick Hall, het album The sound of Muscle Shoals op.
Droog en hard drumwerk is prominent aanwezig, naast de felle gitaarlicks en de Wurlitzer in het openingsnummer Ease on. Heavy on the humble is vervolgens een soulvol gezongen southern rocker met felle gitaren en lekkere backing vocals. De Tom Petty cover Swingin’ is een intens gezongen rockballad met wederom fijne backing vocals. De geest van Tom Petty & the Heartbreakers blijft daarna hangen in de prachtige zweverige ballad I’ll come runnin’. Na de met een flinke soulsaus overgoten blues Bird in the rain, met een heerlijke Wurlitzer solo, horen we een van de absolute hoogtepunten van het album Slowtrain, een song van Steve Cropper en William Bell. Een schitterende gospel met hemelse backing vocals. Het nummer is vooral bekend geworden door The Staple Singers. De pedal steel klinkt voortreffelijk in de melodieuze countryrocker Bright lights. Een ander prijsnummer is de prachtig emotioneel gezongen soulballad Learning to love. Na de intense soulballad Her is het weer tijd voor gospel in Before there was you & I. Uitbundige zang in een bad van orgeltonen. Het slotnummer Sunset road is soul met gospel invloeden. De fantastische harmonieen zijn om van te smullen.
Conclusie: The sound of Muscle Shoals is een absoluut topalbum
Tracks cd:
- Ease on
- Heavy on the humble
- Swingin’
- I’ll come runnin’
- Bird in the rain
- Slow train
- Bright lights
- Learning to love
- Her
- Before there was you & I
- Sunset road
Line-up
- Mike Farris – zang, akoestische gitaar
- Clayton Ivey – piano, Hammond, Wurlitzer
- Will McFarlane, Kevin Holly, Wes Sheffield – gitaren
- Jimbo Hart – bas
- Justin Holder – drums
- Wendy Moten, Kevin Clayborn, Lashanda Evans, Cindy Walker, Angela Hacker – zang
- Philippe Bronchtein – pedal steel
- Brad Guin – saxofoon
- Drew White - trompet
Blessuretijd
Ik heb het even nagekeken in mijn archief, maar sinds 2012 is het de vierde keer dat ik dezelfde titel aan mijn wekelijkse sportcolumn geef. Dit geeft volgens mij aan dat het onderwerp blessuretijd bij voetbalwedstrijden, want daar heb ik het over, nog altijd actueel is en een geliefd onderwerp is van heftige discussies.
In de ruim 40 jaar dat ik als sportverslaggever langs de lijn zit bij voetbalwedstrijden heb ik mij ook vaak verbaasd over het fenomeen blessuretijd. De term dekt eigenlijk niet helemaal de lading, we kunnen beter spreken over toegevoegde of extra speeltijd. Want behalve blessures tellen ook tijdrekken, de vele wissels, het bijwerken van de boekhouding door de scheidsrechter bij gele en rode kaarten en overdreven lang juichen door spelers bij een doelpunt mee. En in het betaald voetbal de laatste jaren ook vooral de VAR-checks.
Een van de problemen bij het bijtellen van extra tijd is hoe te bepalen hoeveel tijd er bij moet worden getrokken. De ene scheidsrechter is de andere niet en soms is het absoluut niet uit te leggen dat een voetbalwedstrijd i.p.v. 90 soms wel 100 of nog meer minuten telt.
Om aan deze inconsequentie een einde te maken pleiten sommigen ook bij het voetbal netto speeltijd in te voeren. Dit lijkt mij lastig. Bij blessures en de VAR – checks kun je gewoon de klok stilzetten en voor iedere wissel kun je b.v. een halve minuut bijtellen. Maar hoe ga je om met het vaak irritante tijdrekken. Voor een doelman komt er volgend seizoen al een nieuwe regel dat hij binnen acht seconden het spel moet hervatten heb ik begrepen. Maar probeer voor het tijdrekken door anderen maar eens een eenduidige toepassing te vinden. Veel succes scheids!
Hoe dan ook, afgelopen weekend werd er weer gescholden op die extra speeltijd. Jodan Boys en DONK baalden omdat ze ruim na 90 minuten alsnog op een nederlaag werden getrakteerd. Maar bij VOC en Nieuwerkerk zal de blessuretijd omarmd zijn.
Het fenomeen blessuretijd zal vrees ik nog lang een omstreden rol blijven spelen.

Jacques Mees – If not
De Tilburgse singer-songwriter Jacques Mees (1959, Moergestel), wordt al op jonge leeftijd door de muziek gegrepen. Als hij 11 jaar is koopt hij zijn eerste gitaar. Zijn eerste en grootste inspiratiebron was en is nog steeds Bob Dylan. Later ontdekt hij ook de muziek van artiesten als Woody Guthrie, Hank Williams en Dave van Ronk. Mees wordt door velen beschouwd als de bekendste en beste vertolker van de songs van Bob Dylan. De naam Jacques Mees wordt zelfs vermeld in het in 2011 verschenen ABC Dylan Book van popjournalist Bert van de Kamp.
In 1996 verschijnt zijn eerste officiële album Drive them all crazy. Mees heeft de afgelopen jaren meerdere keren een muzikale ode gebracht aan zijn favoriete singer-songwriters Guy Clark, Townes van Zandt, John Prine, Blaze Foley, Billy Marlow, Rory C. McNamara en uiteraard zijn grote inspiratiebron Bob Dylan. Mees toert regelmatig in Nederland en België en hij vierde in 2023 zijn 50-jarige artiestenjubileum.
Vorige maand verscheen er weer een nieuw album van Jacques Mees. Op dit album, If not staan twaalf vertolkingen van songs van zijn grote voorbeeld Bob Dylan. Mees wordt bijgestaan door een keur aan musici. Het album is opgenomen in de Triple Moon Studios in Oosterhout.
Het album opent met het mooi gezongen en met o.a. fraaie pedal steel opgesierde folky Tomorrow is a long time. If not for you is ingetogen akoestisch met viool en Hammond op de achtergrond. Mooi is het gitaarwerk in Don’t think twice it’s alright. In ‘Cept you zijn de elektrische contrabas van Jos van Es en de mandoline van B.J. Baartmans een lust voor het oor. Vervolgens raken we in de Keltische sferen met een heel aparte versie van All I really want to do, met de uilleann pipes van Marc van Daal en het duet met Dagny van der Loo. Die Keltische sfeer blijft in Boots of spanish leather met de prachtige zang van Dagny van der Loo. De stem van van der Loo doet me denken aan Sandy Denny. Een schitterend nummer! De typische Dylan sound is te horen in het mooi geinstrumenteerde Red river shore. Met Tell me komen we enigszins in mediterrane sferen met het fijne gitaarwerk van Luigi Catuogno en de accordeon van Anna Palumbo. Het melodieuze gitaarwerk van Catuogno is ook, naast de fraaie bas, te horen in de mooie ballad Not dark yet. Bart Buis is vocaal te horen in You’re gonna make me lonesome when you go. De bijdrage op sopraansax van Christian Grotenberg mag er trouwens ook zijn. Het prachtig geinstrumenteerde Love sick is ook weer zo’n typische Dylan ballad. In de afsluiter Forever young trekt het soms heavy gitaarwerk van Martijn Kerkhofs de aandacht.
Conclusie: If not is een prachtige verzameling Bob Dylan covers. Een pareltje in het oeuvre van Jacques Mees.
Tracks cd:
- Tomorrow is a long time
- If not for you
- Don’t think twice it’s alright
- ‘Cept you
- All I really want to do (feat. Dagny van der Loo)
- Boots of spanish leather (feat. Dagny van der Loo)
- Red river shore
- Tell me (feat. Luigi Catuogno)
- Not dark yet (feat. Luigi Catuogno)
- You’re gonna make me lonesome when you go (feat. Bart Buls en Martijn Kerkhofs)
- Love sick (remix) (feat. Martijn Kerkhofs)
- Forever young (feat. Martijn Kerkhofs)
Line-up
- Jacques Mees – zang, gitaren, mondharmonica, producer
- Peer Desmense – pedal steel
- Piet Maas – bas, contrabas
- Bert Vervoorn – gitaar, keys
- Frederik Felix – gitaren
- B.J. Baartmans – gitaren, mandoline
- Martijn Kerkhofs – gitaren, producer
- Jos van Es – elektrische contrabas
- Han Wouters – drums
- Yvonne van de Pol en Hilde van Rijsewijk – viool
- Kees den Hoed – basgitaar
- Christian Grotenberg, sopraan sax, Hammond, keys
- Dagny van der Loo – zang
- Marc van Daal – uilleann pipes, tin whistle
- Luigi Catuogno – gitaar
- Anna Palumbo – accordeon
- Bart Buls – zang
Turmoil – Coming home
In rare tijden ontstaan de beste ideeën. Vier vrienden grepen de onrust van lockdowns tijdens de COVID-19 periode aan om samen muziek te maken. Het begon met covers via webcams vanaf de bank en is rap gegroeid naar een americana band met eigen werk. Turmoil past wat betreft sound zo binnen het rijtje van Dawn Brothers, Tim Knol & Wondering Hearts en Voltage.
Toen de band weer de oefenruimte in mocht stuurde leadzanger en songwriter Bart de Waal een demo door van ‘iets waar we misschien wel iets mee kunnen’. Dat sloeg aan bij de rest van de band en in 2022 werd in een zelf ingerichte studio hun eerste EP Turmoil Vol. 1 opgenomen. Naast de vaste bezetting van gitaar, bas en drums werden ook lapsteel en mandoline ingezet voor een bluegrass twist. Een jaar later komt hun EP Turmoil Vol. 2 uit. In de tussentijd wint Turmoil de Parel van de Betuwe, openen ze Appelpop en knallen ze op Culemborg Blues.
In vier jaar tijd is de band gegroeid van covers op afstand naar een americana rockformatie met een fantastische live sound. Op 28 februari jl. verscheen Coming home, het eerste volwaardige album van Turmoil. Het album is opgenomen in Mambo Sound Studios van Rogier Steijaert. Alle tien nummers zijn geschreven door zanger-gitarist Bart de Waal.
Het openingsnummer Let me down easy is ingetogen americana met fijne backing vocals van Veerle van de Bilt en een fraaie lapsteelsolo. Lekker melodieus rockend is daarna Runaway en Starting over heeft lekker gitaarwerk en een strakke ritmesectie. Down the line meandert met een mooie pedal steel. Uitstekend is het gitaarwerk weer in When ghosts come knocking. Het stevige titelnummer Coming home is een Tom Petty achtige gitaarrocker met prominent drumwerk. In het sterk geinstrumenteerde Seventeen is de geest van Neil Young niet ver weg. Een van de hoogtepunten van het album is het met fameus gitaarspel opgesierde Black & white. De sound van Tom Petty komt weer om de hoek kijken in Broken sun. Het album sluit af met het mooi gezongen akoestische Best of me.
Conclusie: Coming home is een zeer prettig in het gehoor liggend album.
Tracks cd:
- Let me down easy
- Runaway
- Starting over
- Down the line
- When ghosts come knocking
- Coming home
- Seventeen
- Black & white
- Broken sun
- Best of me
Line-up:
- Bart de Waal – zang, gitaar
- Thijs van der Poel – drums
- Jasper Schurgers – gitaar, backing vocals
- Arno Keet – bas
- Veerle van de Bilt – backing vocals (track 1)
The Yearlings – After all the party years
In 1999 – 2000 bundelen in Utrecht leden van diverse bandjes de krachten en vormen zodoende The Yearlings. De band wordt een grote naam voor de liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek. Ze treden op in binnen- en buitenland en staan op het podium met artiesten als Ryan Adams, The Jayhawks, Heather Myles, Jason Ringenberg, Buddy Miller, Fred Eaglesmith en Slobberbone. Hun titelloze debuutalbum verschijnt in 2001.
In 2006 geeft de band er de brui aan en houdt er mee op, maar 10 jaar later, in 2016, komt de band weer bij elkaar en gaat weer optreden en platen maken. Hun comebackalbum Skywriting wordt in 2018 door de muziekpers enthousiast ontvangen.
Op 24 januari jl. verscheen het nieuwe album van The Yearlings, After all the party years. Dit vierde album is volgens de band vooral een plaat die hen hoop geeft en waarmee ze verder kunnen.
Het openingsnummer Medicine ball is tevens de eerste single van het album. Een fraaie opening met rauwe gitaren en orgel over de nacht dat Joe Biden (in 2020) de presidentsverkiezingen won. Het tempo gaat omhoog in het R.E.M. achtige Bilstering clouds, met lekker melodieus gitaarspel, harmonica en harmonieen. Mooi is het samenspel tussen gitaar en orgel in At my table. In Live with laughter, met fijne harmonieen en pedal steel, zijn duidelijk de invloeden van The Byrds te horen. De invloeden van R.E.M. zijn er daarna weer in het melodieuze uptempo End game. Your silhouette is voor mij het prijsnummer van het album. Ronduit een schitterend nummer waarin alle instrumentale remmen worden losgegooid. In het rockende uptempo Thats’s where we are zijn de invloeden van R.E.M. opnieuw aanwezig en het balladachtige Walking somewhere wordt afgerond met Byrds achtig gitaarwerk. In het prachtig gezongen Here is your life is er weer het mooie samenspel tussen gitaar en orgel. Het sterke slotnummer Torn bags of Asian takeout is een ruim 5 ½ minuut lange slepend en rockende afsluiter waarin alles nog een keer uit de instrumentale kast wordt gehaald.
Conclusie: Het blijft feest bij The Yearlings, want met After all the party years hebben ze een topalbum afgeleverd.
Tracks cd:
- Medicine ball
- Blistering clouds
- At my table
- Live with laughter
- End game
- Your silhouette
- That’s where we are
- Walking somewhere
- Here is your life
- Torn bags of Asian takeout
Line-up:
- Niels Goudswaard – zang, akoestische gitaren, percussie, harmonica
- Herman Gaaff – bas
- Léon Geuyen – drums, backing vocals
- Olaf Koeneman – zang, gitaren, mandoline, keyboards
- Betram Mourits – slide gitaar, pedal steel, keyboards
- Martijn Vink - gitaren
Frustratie
Frustratie is volgens Wikipedia de emotionele toestand van iemand die belemmerd wordt zijn verwachtingen, behoeften of doel te verwezenlijken. De oorzaak van die frustratie kan overmacht zijn, die zich kan uiten door bepaalde karaktereigenschappen van de persoon in kwestie, zoals agressie of apathie.
Voorbeelden van frustratie zijn vrijwel wekelijks te zien op en langs de sportvelden, vooral de voetbalvelden. Spelers die hun woede afreageren op de scheidsrechter of de tegenstander. Ze gaan soms zo ver dat ze moeten worden tegengehouden door hun teamgenoten. Als een trainer dan om erger te voorkomen ingrijpt en de persoon in kwestie wisselt komt de frustratie helemaal boven en sneuvelt er nogal eens een ruit of moet de kleedkamer het ontgelden. En dan heb ik het verder maar niet over de frustratie die al dan niet terechte beslissingen van de VAR oplevert.
Frustratie was er zaterdag bij het bestuur van ASW. Bij de wedstrijd Sportief – ASW in Noorden maakten ‘fans’ uit Waddinxveen openlijk ruzie met hun eigen spelers. Het woord fan kun in zo’n geval beter worden vervangen door het woord idioot. Triest dat een stelletje eencelligen het voor de echte liefhebbers verpesten.
Ik zat dit weekend met ongeloof te kijken naar de reactie van schaatser Kjeld Nuis die na zijn diskwalificatie blootsvoets een plastic stoel aan barrels ramde. Hij schaamde zich achteraf wel voor zijn onbesuisde gedrag en realiseerde zich dat het met een geblesseerde voet toch lastig schaatsen is en dat zijn WK Afstanden medio maart nu serieus in gevaar is. Hij geeft in ieder geval zichzelf de schuld.
De vrouwen van GZC DONK verloren zaterdag met 10-11 van Alimos Betsson. De verwachtingen bij de thuisploeg waren ongetwijfeld hoog, ook bij de fans op de volgepakte tribunes. Maar helaas, de droom van de kwartfinales spatte uiteen. Er zal ongetwijfeld sprake zijn geweest van frustratie, maar ik heb niet gezien of gehoord dat er vernielingen zijn aangericht in het Groenhovenbad. En ik begreep ook dat de speelsters van GZC DONK alleen zichzelf de schuld gaven aan de toch onverwachte nederlaag. Nu alle pijlen richten op een landskampioenschap!

Een rustig sportweekend
Je hebt van die weekends dat er een beperkt sportaanbod is. Afgelopen weekend was dit in de Goudse regio het geval. In de reguliere voetbalcompetitie was er hier en daar slechts een verdwaalde inhaalwedstrijd.
De reguliere damcompetitie zit er nu al op. Damlust eindigde dit jaar niet in het linker rijtje, maar met een 7e plaats werd degradatie net ontlopen. In september zien we de Goudse damtrots weer terug in de ereklasse.
De rugbyers van RFC Gouda hadden ook weer een vrij weekend en maken zich op voor de topper tegen koploper URC 2 op zondag 9 maart a.s. Bij winst nemen de Gouwenaars de koppositie van de Utrechters over.
In het Groenhovenbad was wel degelijk iets te beleven. De waterpolomannen van GZC DONK wonnen na een spannende wedstrijd met 18-17 van Sliema ASC. A.s. zaterdag is de return op Malta en kan de finale van de Challenger Cup worden bereikt.
De vrouwen van GZC DONK hadden wel een vrij weekend en bereiden zich voor om zich a.s. zaterdag tegen het Griekse Alimos Betsson te plaatsen voor de kwartfinales van de Champions League.
Uiteraard was er zondag wel wielrennen. Op het parcours van GRTC Excelsior werd gestreden om het 9e Open Kampioenschap van het Groene Hart, met een sterke Stephen de Vries die in de eindsprint clubgenoot Ad Slingerland versloeg.
De Goudse voetballers mogen zaterdag weer aan de bak. Voor De Jodan Boys staat een op papier lastige uitwedstrijd tegen BVCB in Bergschenhoek op de rol. In die 1e klasse C kan iedereen van iedereen winnen, maar om mee te blijven draaien in de top zullen drie punten heel welkom zijn. Olympia hoopt zijn opmars in Haastrecht voort te zetten en kan dan meteen die smadelijke thuisnederlaag uitwissen. De 2e periodetitel lonkt. DONK moet in Pijnacker tegen Oliveo punten pakken om uit de onderste regionen weg te blijven. ONA moet proberen de vrije val te doorbreken en zal tegen Floreant toch weer eens een driepunter moeten scoren.
Volgende week is het dus gedaan met de rust.

Sunny War – Armageddon in a summer dress
Sunny War, echte naam Sydney Ward, is een in 1995 in Nashville, Tennessee, geboren Amerikaanse zangeres en songwriter. Als ze op de middelbare school zit, verhuist ze van Tennessee naar Los Angeles, Californië. Ze leert zichzelf gitaar spelen door te kijken en te imiteren hoe de vader van haar vriendin de banjo bespeelt, en dat resulteert in haar kenmerkende fingerpicking-stijl. Haar muzikale carrière begint in 2014. In dat jaar brengt ze haar eerste EP Worthless uit. Haar solodebuutalbum Shell of a girl verschijnt in 2019. Haar muziek is een mix van folk, country, blues en punk.
Deze maand verscheen haar nieuwe album Armageddon in a summer dress, de opvolger van haar verrassende album Anarchist Gospel uit 2023.Het album is ook nu weer geproduceerd door Andrija Tokic (o.a. Alabama Shakes).
Het openingsnummer One way train is een ruige rocker die als een trein voortraast, en wordt gevolgd door het met keyboards gelardeerde bluesy Bad times. Rise is een vrij rustig poppy nummer waarmee Sunny zegt een soort haat-liefde verhouding te hebben. Achter het fascinerende Ghosts gaat een geschiedenis schuil. Het verhaal dat Sunny ooit het 100 jaar oude huis van haar vader in Chattanooga in Tennessee betrok en ze dacht dat het daar spookte, totdat bleek dat het om gaslekken ging die geluid maakten, waardoor Sunny ging hallucineren. Steve Ignorant, de punkzanger van de Engelse punkband Crass, een van de favoriete punkbands van Sunny, zingt op Walking contradiction, een soort bluesy rap- en spoken word song. Volgens Sunny is dit het beste nummer dat ze ooit heeft opgenomen. Het is ook op single uitgebracht. Toen Sunny ooit een keer optrad met de Amerikaanse zangeres Valerie June vroeg Sunny of ze een liedje voor haar kon schrijven. Met June in gedachten schreef ze Cry baby, en Valerie June zingt hier mee op dit nummer. No one calls me baby is een ballad met banjo in een bad van orgeltonen. Op het vrij ingetogen Scornful heart is de Amerikaanse singer-songwriter Tré Burt te gast op gitaar en zang. Punkzanger en gitarist John Doe van de punkband X uit Los Angeles is de vocalist in Gone again. Het zwoele Lay your body schreef Sunny op een regelachtige dag in Nashville en is een song over een leugenachtige ‘asshole’ waar ze ooit verliefd op was. Het slotnummer Debbie Downer was oorspronkelijk een instrumentale demo die ze naar Tokic had gestuurd. Die vroeg haar om er een tekst bij te schrijven. Tokic speelt zelf percussie op dit ritmische nummer met fraai gitaarwerk.
Conclusie: Ik kan met veel plezier naar dit album luisteren.
Tracks cd:
- One way train
- Bad times
- Rise
- Ghosts
- Walking contradiction
- Cry baby
- No one calls me baby
- Scornful heart
- Gone again
- Lay your body
- Debbie Downer
Line-up:
- Sunny War – zang, gitaar, banjo
- Megan Coleman – drums, percussie
- Jack Lawrence – bas
- Jo Schonikow – keyboards, vibrafoon, Xylofoon
- John James Tourville – pedal steel, gitaren, percussie
- Andrija Tokic – percussie
- Kyshona Armstrong, Maureen Murphy, Nickie Conley – backing vocals
- Steve Ignorant – zang (track 5)
- Valerie June – zang (track 6)
- Tré Burt – zang, gitaar (track 8)
- John Doe – zang (track 9)
Champions League
“Nu op naar a.s. zaterdag, naar de Champions League wedstrijd van de vrouwen tegen Olympiacos. Ongetwijfeld in een kolkend Groenhovenbad”. Zo eindigde mijn vorige sportcolumn. Het afgeladen Groenhovenbad kolkte zaterdagmiddag inderdaad. De sfeer was feestelijk met al die enthousiaste supporters. Vooral de met sjaals en vlaggen uitgedoste Griekse supporters lieten zich horen. Zij waren in groten getale vanuit Piraeus naar Gouda afgereisd. Hun gezang en aanmoedigingen waren gedurende de hele wedstrijd te horen. En dan heb ik het nog niet eens over die supporter die met zijn trommel het geluidsniveau extra opschroefde. Speaker John Zonderop kweet zich vrij goed van zijn taak om alle speelsters voor te stellen. Namen als Buis, van der Weiden, Vermeulen en van der Sloot zijn geen probleem, maar bij Maria Myriokefalitaki en Eftychia Konstantopoulou wordt het toch lastiger. Hetzelfde probleem had ik als radioverslaggever.
De vrouwen van GZC DONK dreigden halverwege de wedstrijd kopje onder te gaan, maar lieten zich in de 2e helft niet wegspelen en scoorden zelfs meer dan de profs van de Europese topploeg. De nederlaag (13-17) kon met opgeheven hoofd worden aanvaard. Zaterdag 1 maart komt Alimos Betsson, die andere Griekse ploeg, naar Gouda. Dan kan een plaats in de kwartfinales worden bereikt.
Iets geheel anders, maar ik moest hier toch even aan de Champions League denken. Afgelopen week bevestigde het bestuur van SV Gouda dat men in september a.s. weer met een 1e elftal de competitie in gaat. Het feit dat de club afgelopen seizoen geen representatief team op de been kon brengen deed veel voetballiefhebbers verdriet. Vooral bij de oudere voetbalfans, die praten nog over het landskampioenschap van 1959 en 1960.
Waarom moest ik nu ook aan de Champions League denken? Jaren geleden, Gouda 1 speelde nog op zondag, werd tijdens thuiswedstrijden vaak de Champions League hymne gedraaid. Optimisme kent geen grenzen. Dromen van de Champions League en een landskampioenschap zal men in het Groenhovenpark niet doen. In september is de 5e klasse het strijdtoneel. Maar SV Gouda is terug en dat is op zich al winst!

Bob Corritore & Friends – Doin’ the shout
Bob Corritore (27 september 1956, Chicago, Illinois) is een Amerikaans bluesharmonicaspeler, producer, radiopresentator en eigenaar van The Rhythm Room, een muziekcentrum in Phoenix, Arizona. Zijn liefde voor de blues is geboren als hij op 12-jarige leeftijd Muddy Waters op de radio hoort. Van zijn jongere broer krijgt hij kort daarna zijn eerste mondharmonica, hij gaat bluesconcerten bijwonen en op Maxwell Street ziet hij o.a. de bekende bluesharmonicaspelers Big Walter Horton en Big John Wrencher optreden. Hij komt ook in aanraking met Junior Wells. In 1981 verhuist Corritore naar Phoenix, Arizona waar hij optreedt met o.a. Louisiana Red. In 1984 begint hij met zijn blues radioshow en in 1991 opent hij The Rhythm Room, de bekende blues- en roots concertclub. Zijn debuutalbum All-star blues sessions komt in 1999 uit.
Eind februari verschijnt er weer een nieuw album van Bob Corritore. Op dit twaalf songs tellende album Doin’ the shout, zijn 30e, opgenomen in 2023 en 2024 o.l.v. Clarke Rigsby, heeft Corritore, die op alle nummers zijn virtuoze mondharmonicaspel laat horen, weer een groot aantal topmusici, zangers en zangeressen om zich heen verzameld.
Het album begint swingend met het door Thornetta Davis gezongen Say baby say en een spetterende gitaarsolo van Jimi ‘Primetime’ Smith en een loeiende harpsolo van Corritore. Oscar Wilson is de vocalist in de slowblues Woman wanted, naast een striemende slide en een tinkelende piano. Het met strak drumwerk opgeluisterde titelnummer Doin’ the shout wordt door Nora Jean tot grote hoogte gezongen. I guess I’m a fool is een slowblues met heerlijk pianospel van Ben Levin, soulvolle zang van Franca Reed en sfeervolle gitaarlicks van Duke Robillard. De zang van Nora Jean is opnieuw uitbundig in de stampende boogie It’s my life. Oscar Wilson is weer de zanger in de slowblues Just a dream en de mooie lyrische gitaarsolo van Smith mag er ook zijn. Ondanks zijn zeer hoge leeftijd (91!), is Bobby Rush vocaal nog zeer sterk aanwezig in het ook op single verschenen funky I’ve got three problems. Het uptempo That don’t appease me wordt opgeluisterd met de bariton sax van Mark Earley, de strakke ritmesectie, de piano van Dave Keys en de zang van Thornette Davis. Tia Caroll zingt in de slowblues I’ve got to be with you tonight met Kid Ramos en Johnny Main op gitaar. De bijna 80-jarige veteraan John Primer neemt de zang voor zijn rekening in de Chicago blues Twenty room house. Anthony Geraci trakteert hier op klaterende pianoklanken, Smith laat een scheurende gitaarsolo horen en uiteraard is Corritore zelf weer aanwezig met een loeiende mondharpsolo. In de Chicago blues Same old song is Jimi Smith niet alleen de gitarist maar horen we hem ook in duozang met Carla Denise. In het slotnummer, de Slim Harpo achtige soulblues My first love, neemt bassist Bob Stroger (94!) de vocalen voor zijn rekening.
Conclusie: Doin’ the shout is een voortreffelijk album met authentieke blues waar het speelplezier van af spat.
Tracks cd:
- Say baby say (feat. Thornetta Davis)
- Woman wanted (feat. Oscar Wilson)
- Doin’ the shout (feat. Nora Jean)
- I guess I’m a fool (feat. Franca Reed)
- It’s my life (feat. Nora Jean)
- Just a dream (feat. Oscar Wilson)
- I’ve got three problems (feat. Bobby Rush)
- That don’t appease me (feat. Thornetta Davis)
- I’ve got to be with you tonight (feat. Tia Caroll)
- Twenty room house (feat. John Primer)
- Same old song (feat. Carla Denise, Jimi ‘Primetime’ Smith)
- My first love (feat. Bob Stroger)
Line-up
- Bob Corritore – mondharmonica (all tracks)
- Jimi “Primetime” Smith – gitaar (track 1,2,3,5,6,7,8,10,11,12), zang (track 11)
- Bob Stroger – bas (track 1,2,6,7,8,10,11,12), zang (track 12)
- Johnny Burgin – gitaar (track 1,8)
- Dave Keys – piano (track 1,8)
- Wes Starr – drums (track 1,2,6,8,10,11,12)
- James Anderson – percussie (track 1,8)
- Bob Margolin – gitaar (track 2,6), bas (track 12)
- Anthony Geraci – piano (track 2,6,10,11,12)
- Johnny Rapp – gitaar (track 3,5)
- Yahni Riley – bas (track 3,5)
- Brian Fahey – drums (track 3,5)
- Clarke Rigsby – handclaps (track 3)
- Duke Robillard – gitaar (track 4)
- Ben Levin – piano (track 4)
- Ben Hedquist – bas (track 4)
- Lewis Nash – drums (track 4)
- Dexter Allen – gitaar (track 7)
- Chester Thompson – B3 orgel (track 7)
- Steve Ferrone – drums (track 7)
- Mark Earley – bariton sax (track 8)
- Kid Ramos – gitaar (track 9)
- Johnny Main – gitaar (track 9)
- Bill Stuve – bas (track 9)
- Steven Hodges – drums (track 9)