Gerritschinkel.nl Columns & meer

9okt/240

De fietshelm

Er wordt al langer gediscussieerd over de fietshelm, maar met de opkomst van de elektrische fiets en die vermaledijde fatbike wordt die discussie heviger. Voor- en tegenstanders vallen over elkaar heen. Moeten we een fietshelm verplicht stellen en voor welke fietsen moet die verplichting dan gelden? Moet er een leeftijdsgrens komen voor elektrische fietsen en fatbikes? Moeten fietsers worden verleid om een helm te dragen? Geen verplichting, dus maar vrijwilligheid. Kortom, keuzes genoeg.

Bij de profwielrenners is het al jaren geen discussie meer, maar de invoering van de valhelm ging niet zonder horten en stoten. Toen de toenmalige UCI-voorzitter Hein Verbruggen in 1991 een helmverplichting voorstelde kwamen toprenners als Laurent Fignon, Pedro Delgado en Greg LeMond in opstand. Verbruggen trok zijn voorstel toen schielijk in. Zelfs de dodelijke val (zonder helm) van de Italiaan Fabio Casartelli in de Tour de France van 1995 deed de renners niet van standpunt veranderen. Pas toen de Kazach Andrei Kivilev in 2003 tijdens Parijs-Nice dodelijk verongelukte kwam er voor profrenners een verplichting om een valhelm te dragen.

Nu is het normaal dat profrenners met een valhelm rijden. Ik denk nog wel eens terug aan de tijd dat ik heel wat kilometers maakte. In de jaren ’80 heb ik met een aantal vrienden twee keer de toertocht Luik – Bastenaken – Luik gereden. Zonder valhelm, lekker met 70 kilometer per uur afdalen! Achteraf gezien natuurlijk levensgevaarlijk. Gelukkig is er toen niets gebeurd.

Mijn racefiets staat al een aantal jaren werkeloos in de schuur, maar mocht ik weer in de verleiding komen om hem af te stoffen en weer de weg op te gaan dan staat de aanschaf van een valhelm niet ter discussie. Maar ik denk dat de kans dat ik de racefiets weer pak niet groot is.

Ik pak regelmatig mijn sportfiets om door de mooie omgeving van Gouda te toeren. Ik moet eerlijk bekennen, zonder helm! Nu doe ik het relatief rustig aan, snelheid staat niet meer voorop. Maar ik geef toe, een ongeluk zit soms in een klein hoekje. Misschien toch een helm aanschaffen?

2okt/240

Fusie

Ik las maandagmorgen een artikel van sportmarketeer Frank van den Wall Bake. Hij schetste de problemen waar sportclubs steeds meer mee te maken krijgen, zoals gebrek aan vrijwilligers, een teruglopend ledental en stijgende kosten. Hij vindt het tijd om in te grijpen en pleit voor radicale oplossingen, zoals het verplicht stellen van een aantal uren bewegingsonderwijs op basisscholen. Sportclubs zouden ook verplicht moeten worden om buitenschoolse opvang te faciliteren. Om bij te dragen aan een gezondere jeugd wil hij  noodlijdende sportverenigingen laten fuseren.

Bij het woord fusie wil ik even stilstaan. De afgelopen decennia zijn er in Gouda meerdere sportclubs gefuseerd. Overleven was denk ik de belangrijkste reden voor deze fusies. Samen sta je sterker. In 1995 sloegen de korfbalclubs Ter Gouw en Jodan Boys de handen ineen en fuseerden tot Gemini. In 2000 ontstond door het samengaan van de Goudse Badminton Club en Rijnland de nieuwe badmintonvereniging Gouweslag. De Goudse zwemverenigingen GZC en DONK fuseerden in 2003 tot GZCDONK. In 2004 gingen de volleybalclubs Radius en Jodan Boys samen verder onder de naam VollinGo. In 2014 zag basketbalvereniging Bouncers het levenslicht door het samengaan van BV Springers en Waddinxveen Flyers.

Er hielden de afgelopen tien jaar ook sportclubs helemaal op te bestaan. Een verwoestende brand in het clubhuis van ILAC in 2014 betekende het einde van de gerenommeerde Goudse tafeltennisvereniging. Gelukkig vonden veel leden onderdak bij zustervereniging Vriendenschaar. In 2022 viel, door gebrek aan voldoende leden, het doek voor wandelsportvereniging DES.

Voorgenomen fusies ketsten ook af. Ik meen me nog vaag te herinneren dat jaren geleden een fusie tussen de Goudse voetbalclubs Gouda en GSV op bestuurlijk niveau werd voorgesteld, maar dat dit toch niet doorging omdat de leden er anders over dachten. De leden van De Rijnstreek en VV Bodegraven stemden wel massaal voor een fusie, maar om diverse redenen liet de gemeente Reeuwijk - Bodegraven het (tot nu toe) afweten. 

Een fusie van sportverenigingen kan goed uitpakken en er zullen in de toekomst vrees ik meer sportverenigingen voor die keuze komen te staan. Aan opheffen wil ik niet denken.  

27sep/240

Tas Cru Band – Live

Tas Cru (geboren als Rick Bates in Quebec, Canada), is een doorgewinterde muzikant die al weer heel wat jaren in de VS woont. Hoewel hij uit een muzikale familie komt had Rick zelf niet veel met muziek totdat hij via een oude dienstkameraad van de US Navy in aanraking komt met de blues en hij gaat een tijdje in diens band spelen. Cru ontwikkelt zich als liedjesschrijver en start een solocarrière. In 2006 komt zijn debuutalbum Biscuits uit. In 2009 brengt hij het album Even bugs sing the blues uit, een album met originele bluesnummers voor kinderen en in 2016 neemt hij het album Doggone blues op, een bluesalbum voor hondenliefhebbers(!). Hij toert met zijn band uitgebreid door de VS, Canada en Europa.

Deze maand verschijnt Live, het nieuwe album van Tas Cru Band. Een live-album met zijn huidige roadband waarmee hij in de zomer en de herfst van 2023 toerde. Opgenomen met publiek in de Subcat Music Studio in Syracuse, New York De tien nummers vormen een mooie bloemlezing van het repertoire van Tas Cru.

Na de openingswoorden ‘Don’t say you will, when you know you won’t’ opent het concert swingend met Dat maybe, gevolgd door de uptempo stampende gospelblues Stand up!, met een strakke gitaarsolo en backing vocals van Mia Casale. De vaart blijft er in met Brown liquor woman met een strakke ritmesectie en een prominente rol van Scott Ebner op orgel. In Have a drink neemt Casale de leadvocals voor haar rekening. Het ruim zes minuten lange Take me back to Tulsa, met lead zang van Ebner, begint heel rustig maar rockt even later met diverse soli lekker melodieus. Het drumwerk van Phil Diiorio is hier ook weer zeer sterk en dat is ook in het funky met heerlijke pianoklanken opgeluisterde Grizzle n’ bone.  “Ik speel met de hand die de goede Heer mij heeft gegeven”, zingt Cru in de funky titelsong One eyed Jack. Het gospelachtige You keep the money wordt weer gekenmerkt door het strakke drumwerk, een indringende gitaarsolo en de harmoniezang van Casale. Prominent is het orgel in het intens gezongen Drunk half the time. Het slotnummer Heal my soul is een swingende gospelblues. De opening is met piano en de vrijwel acapella zang van Mia Casale, maar het nummer gaat rockend verder met een flamboyante pianosolo en mooie duetten van Tas en Mia.   

Conclusie: Live is een uitstekend album met ruwe rauwe en eerlijke muziek van een gedreven Tas Cru Band.

Tracks cd:

  1. Dat maybe
  2. Stand up!
  3. Brown liquor woman
  4. Have a drink
  5. Take me back to Tulsa
  6. Grizzle n’ bone
  7. One eyed Jack
  8. You keep the money
  9. Drunk half the time
  10. Heal my soul

Line-up:

  • Tas Cru – zang, gitaar
  • Mia (Mary-Ann) Casale – zang
  • Tom Terry – zang, bas
  • Phil Diiorio – zang, drums
  • Scott Ebner – piano, orgel
26sep/240

Ronnie Baker Brooks – Blues in my DNA

De Amerikaanse zanger-gitarist-songwriter Ronnie Baker Brooks (23 januari 1967, Chicago) kreeg zijn eerste gitaar van zijn beroemde vader Lonnie Brooks (1933 – 2017) toen hij negen jaar was. Na zijn middelbare schooltijd sloot hij zich (als roadie) aan bij de band van zijn vader. Op een gegeven moment mocht hij bas gaan spelen en uiteindelijk trok zijn vader hem aan als fulltime tweede gitarist in zijn band. Ronnie maakte zijn opnamedebuut in 1988 op het album Live form Chicago: Bayou lightning strikes van Lonnie Brooks. In 1991 ging hij op tournee met The Alligator Records 20th Anniversary Tour Band. In 1998 bracht Ronnie zijn debuutalbum Golddigger uit.

In oktober komt Blues in my DNA, het nieuwe album van Ronnie Baker Brooks uit. Dit is het vijfde album van Brooks, de opvolger van Times have changed uit 2017 en zijn eerste album op Alligator Records.

Het openingsnummer I’m feelin’ you is stevige funky Chicago blues met vlammende gitaarlicks en soulvolle zang. In Lonnie Brook’s blessing geeft vader Lonnie in 13 seconden zijn zoon de zegen om de blues levend te houden. Het titelnummer Blues in my DNA is een vette slowblues met spetterend gitaarwerk. Make you do right is een Robert Cray achtige midtempo blues met gloedvolle gitaarsolo’s naast een fraaie Hammond en een strakke ritmesectie. Blazers en orgel dragen fraai bij aan de soulblues Accept my love, waarna All true man weer een felle funky bluesrocker is met een door merg en been gaande gitaarsolo. Intens is de zang in Robbing Peter to pay Paul en Instant gratification rockt weer fel weg. I gotta make you mine is een lyrische soulvolle gitaarrocker met fijne backingvocals. Het prijsnummer van het album is de ruim acht minuten lange schitterende slowblues Stuck on stupid. waarin Brooks weer laten horen wat een geweldige gitarist hij is. Het album sluit af met twee midtempo bluesrockers Looking for a dime en het uitbundig gezongen My boo.

Conclusie: We hebben er zeven jaar op moeten wachten, maar met Blues in my DNA heeft Ronnie Baker Brooks weer een album met Chicago blues van grote klasse afgeleverd. Vader Lonnie mag tevreden zijn.

Tracks cd:

  1. I’m feelin’ you
  2. Lonnie Brook’s blessing
  3. Blues in my DNA
  4. Make you do right
  5. Accept my love
  6. All true man
  7. Robbing Peter to pay Paul
  8. Instant gratification
  9. I gotta make you mine
  10. Stuck on stupid
  11. Looking for a dime
  12. My boo

Line-up:

  • Ronnie Baker Brooks – zang, elektrische gitaar
  • Will McFarlane – rhythm gitaar
  • Dave Smith – bas
  • Steve Potts – drums
  • Lonnie Brooks – zang (track 2)
  • Rick Steff – elektrische piano (track 3,4,6,7,8,9,11,12)
  • Clayton Ivey – Hammond B 3 (track 4,5,8,9,10)
  • Brad Quinn – tenor- en bariton saxofoon (track 5,8)
  • Drew White – trompet (track 5,8)
  • Trenicia Hodges en Kimberlie Helton – backing vocals (track 9)
25sep/240

De kop is er af

Het voetbalseizoen 2024 – 2025 is ook in Gouda van start gegaan. De poulefase van de districtsbeker is alleen door Jodan Boys en ONA overleefd. Voor beiden lonkt nu de knock-out fase op zaterdag 26 oktober.

Maar zaterdag is de competitie begonnen. Helaas zonder SV Gouda. Velen moesten al wennen aan de degradatie naar de 5e klasse, maar nu het standaardelftal ook niet in de kelderklasse is te bewonderen is helemaal een treurige zaak. Geen selectievoetbal voor de op één na oudste Goudse voetbalclub (1906) is iets onwezenlijks. Wij zijn misschien al een beetje gewend dat ook GSV, een andere roemruchte Goudse voetbalclub (1913), ook dit seizoen weer geen selectievoetbal speelt. Wat zou het mooi zijn als in het seizoen 2025 – 2026 de stadsderby GOUDA – GSV op het programma staat. Nu zijn dromen bedrog volgens Marco Borsato, maar soms komen ze uit.  

Na één wedstrijd is het uiteraard veel te vroeg om conclusies te trekken. Jodan Boys schoot sterk uit de startblokken en dat is zeker voor het zelfvertrouwen een opsteker. Olympia, dat twee keer achtereen tamelijk roemloos degradeerde, begon in de 3e klasse met een driepunter. In ieder geval een betere start dan de afgelopen jaren. Er heerst optimisme, waarom ook niet, maar om Joop Zoetemelk te parafraseren, ‘de weg naar de finish is nog lang’.

DONK en ONA, vorig seizoen de twee best presterende clubs in Gouda die promotie via de nacompetitie net mis liepen, begonnen zaterdag met een zeperd. Twee ruime nederlagen waarop denk ik niet was gerekend. Maar ook hier is veel te voorbarig om al een conclusie te trekken.

Dat DONK en ONA vorig seizoen de best presterende Goudse voetbalclubs waren klopt alleen als we het vrouwenvoetbal van Jodan Boys vergeten. Drie seizoen achtereen kampioen worden kunnen weinigen zeggen. Dat de Topklasse andere koek is anders is hebben de vrouwen zaterdag ervaren. Voor eigen publiek met 0 - 5 verliezen is niet leuk. Ik ben echt benieuwd hoe de Goudse vrouwen zich dit seizoen verder manifesteren.

Hoe dan ook, de kop is er af.

19sep/240

Ontarians – More how it is

Ontarians is een Canadese alt-country groep. De oorsprong van de band ligt in 2018 toen Frank Deresti en Craig Smith besloten om samen wat nummers te gaan schrijven. Beide Canadezen waren al veteranen in de rootsrock scene. Deresti doorkruiste als sideman meer dan een decennium het land en bracht onder zijn eigen naam sinds 2012 vier albums uit. Smith was in de jaren ’90, actief in de singer-songwritersscene in Kitchener-Waterloo, maakte twee soloalbums en werd producer.

Deresti en Smith namen een aantal tracks op, stuurden die naar toetsenist Jay Stiles stuurden om zijn partijen toe te voegen. Later speelde ook drummer Chris Johns zijn drumpartijen in. Het resultaat verscheen in 2021 op het door critici bejubelde debuutalbum The greatest story never told.

Deze maand verschijnt het nieuwe album van Ontarians, More how it is. Het album met tien nieuwe weer door Deresti en Smith geschreven nummers is opgenomen in de studio van Craig Smith. Volgens Deresti vertelt elk nummer op deze nieuwe plaat zijn eigen verhaal, maar vertegenwoordigt het album als geheel een periode waarin de wereld meer vragen stelt dan het antwoorden kan bieden.

Het openingsnummer Start over is in augustus op single uitgebracht. Een bluesy opener met mondharp, orgel, gitaren en harmoniezang. Yardsale begint heel ingetogen met banjo, daarna wordt het steviger met gitaar, maar het eindigt weer rustigi met de banjo. Ingetogen is de zang in het met lap steel fraai meanderende Maybe this is something. Met de gruizige gitaren zit Breadcrumbs vol met psychotische elementen. Boo is een heel rustige akoestische ballad met prachtige harmoniezang. De 2e single van het album is Trippin’, is melodieuze americana met mooie harmoniezang, een strakke ritmesectie en gitaren die het einde van het nummer stevig inluiden. Baby’s on a bike rockt lekker weg. Ook vrij stevig is God willing met keyboards en die fijne harmonieen en Heartbreak remedy is weer een mooie akoestische ballad met halverwege een felle mondharpsolo. Het album eindigt met Good trouble weer enigszins psychedelisch.

Conclusie More how it is een album met fraaie melodieuze rootsrock.

Tracks cd:

  1. Start over
  2. Yardsale
  3. Maybe this is something
  4. Breadcrumbs
  5. Boo
  6. Trippin’
  7. Baby’s on a bike
  8. God willing
  9. Heartbreak remedy
  10. Good trouble

Line-up:

  • Frank Deresti – zang, gitaren, bas, banjo, mondharmonica, percussie
  • Craig Smith – zang, gitaren, bas, lap steel, percussie
  • Jay Stiles – keyboards, backing vocals
  • Chris Johns – drums
18sep/240

Zwarte dag

Vreugde en verdriet streden het afgelopen sportweekend in Gouda om voorrang. Twee positieve en twee negatieve ontwikkelingen sprongen er bij mij uit.

Laat ik met het positieve beginnen. Ik was zondag benieuwd hoe de rugbyers van RFC Gouda het nieuwe seizoen in de 2e klasse Zuid zouden openen. De kampioen en promovendus trad aan de Uiterwaardseweg aan tegen de Delftse studenten van Thor. Na een ruststand van 40-3 walsten de Gouwenaars uiteindelijk met 73-3 over Thor heen. De arme studenten kwamen niet verder dan het verzilveren van een penalty. De eerste klap is een daalder waard, de eerste vijf punten zijn binnen. RFC Gouda heeft zijn visitekaartje afgegeven. De fans uiteraard enthousiast over deze uitstekende seizoensopening. De derde helft kon beginnen.

Vorige week had het bestuur van SV Gouda besloten het eerste team uit de bekercompetitie terug te trekken. In mijn sportcolumn van vorige week schreef ik dat ik van harte hoopte dat er een oplossing zou komen, want ik moest er niet aan denken dat SV Gouda ook de nieuwe competitie aan zich voorbij zou laten gaan. Maar zondag werd ik geconfronteerd met de trieste mededeling dat het bestuur van de Goudse voetbalvereniging het eerste team ook uit de competitie terugtrekt.

Het doek voor SV Gouda 1 is gevallen, een zwarte dag voor het Goudse voetbal. De roemruchte Goudse voetbalclub, opgericht op 5 september 1906, is/was een naam in het Nederlandse amateurvoetbal. In 1959 en 1960 werd Gouda landskampioen bij de zondagamateurs. 

Maar de tijden zijn veranderd. In 2016 werd van het prestatievoetbal op zondag afgestapt. Cynici kunnen zeggen dat Gouda toen trendsetter was want tegenwoordig speelt bijna geen enkel standaardelftal in onze regio nog op zondag.

De prestaties van het eerste zaterdagteam overvleugelden die van het zondagteam met een aantal opeenvolgende promoties. Zelfs de 1e klasse werd bereikt. Maar vooral na de coronacrisis ging het bergafwaarts met als voorlopig dieptepunt dit jaar degradatie naar de 5e klasse. Ook in de kelderklasse is SV Gouda het nieuwe seizoen helaas niet te bewonderen. Een dieptepunt, Laten we hopen op betere tijden.

16sep/240

Frank Catalano & Lurrie Bell – Set me free

Frank Catalano (12 maart 1977, Chicago, Illinois) is een Amerikaanse saxofonist. Hij begon al op 7-jarige leeftijd met saxofoon spelen. Toen hij 16 was, werd zijn rechtermiddelvinger afgesneden tijdens het werken aan een automotor. Na een reconstructieve operatie dwong hij zijn handen om zijn techniek opnieuw te leren. Op zeer jonge leeftijd speelde hij met Louie Bellson, Miles Davis en Tony Bennett. Toen hij 18 was, toerde hij met Santana. In 1988 verscheen zijn eerste soloalbum Cut it out.

Lurrie Bell (13 december 1958, Chicago, Illinois) is een Amerikaanse blueszanger en -gitarist. Zijn vader was de bekende blues-mondharmonicaspeler Carey Bell (1936-2007). Bell begon met gitaar spelen op 6-jarige leeftijd en in zijn tienerjaren verbeterde hij zijn vaardigheden door te spelen met de legendes van het Chicago bluescircuit zoals Eddy ClearwaterBig Walter Horton, Eddie Taylor, Muddy Waters, Howlin’ Wolf en Willie Dixon. Zijn solodebuut Everybody wants to win verscheen in 1989.

Deze twee legendarische muzikanten uit Chicago kwamen na ruim 30 jaar weer bij elkaar om een nieuw album op te nemen. Dit album, Set me free werd o.l.v. producer Blaise Barton (bekend van Otis Clay en Pinetop Perkins) opgenomen in Joy Ride Studio in Chicago en verscheen vorige maand. Het album bevat vijf bluesstandaards en vier originele songs geschreven door Frank Catalano.

Everyday I have the blues, de bluesstandaard die vooral bekend werd door BB King, is met fraaie baslijnen, een flonkerende pianosolo en een scheurende saxsolo de temperamentvolle opener. Sterk is daarna het gitaarwerk in de slowblues, de Elmore James klassieker The sky is crying. Het titelnummer Set me free, geschreven door Catalano, is een uptempo jazzy song met felle gitaarsolo’s, een pianosolo, een spetterende sax en een strakke ritmesectie. Catalano schreef ook de swingende funky instrumental Shakin’. Georgia on my mind van Hoagy Carmichael en Stuart Gorrel uit 1930 en vooral door Ray Charles in 1960 onsterfelijk gemaakt, is ook hier om van te smullen door een zwoele sax, soulvolle zang en een tinkelende piano. De swingende Catalano instrumental Una town wordt gedomineerd door de fantastische sax. In de door Willie Dixon geschreven en vooral van Muddy Waters bekende bluesklassieker I’m ready is iedereen weer geweldig op dreef. De vierde compositie van Catalano op dit album is het ruim acht minuten lange jazzy instrumental Kickin’. Een shuffle met solerende Bell, Catalano en Vaitsas in een bed van bas en drums. Het laatste nummer is weer een regelrechte klassieker, At last, afkomstig uit de musicalfilm Sun Valley Serenade uit 1941. Door velen opgenomen, o.a. door het orkest van Glenn Miller, maar het grootste succes boekte Etta James in 1960 met dit nummer. Met de soulvolle zang, de sax en een prominente rol van pianist Vaitsas wordt hier ook een prachtige versie op de plaat gezet.  

Conclusie: De liefde voor de muziek die Frank Catalano en Lurrie Bell hebben straalt van het begin tot het einde af van dit prachtige album. En een compliment voor de voortreffelijke begeleidingsband.   

Tracks cd:

  1. Everyday I have the blues
  2. The sky is crying
  3. Set me free
  4. Shakin’
  5. Georgia on my mind
  6. Una town
  7. I’m ready
  8. Kicking
  9. At last

Line-up:

  • Lurrie Bell – zang, gitaar
  • Frank Catalano – saxofoon
  • Tom Vaitsas – piano
  • Aaron Mitter – bas
  • Kurt Lubbe – drums
12sep/240

The Deslondes – Roll it out

De Amerikaanse americanaband The Deslondes is opgericht in 2013 in New Orleans, Louisiana. Hun muziek heeft invloeden van folk, rock ‘n’ roll, bluegrass, R&B, blues, gospel, country en zydeco. De naam van de band is ontleend aan een straat (Deslonde Street) in de wijk Holy Cross in The Lower Ninth Ward in New Orleans. In 2015 is hun titelloze debuutalbum uitgebracht.

Deze maand verscheen hun nieuwe album Roll it out, een album met twaalf eigen composities en een cover van J.J. Cale. Het album is weer geproduceerd samen met hun vaste producer Andrija Tokic in The Bomb Shelter studio in Nashville, Tennessee. Howe Pearson heeft inmiddels drummer–percussionist van het eerste uur Cameron Snyder vervangen.

In de prachtige opener Hold on Liza valt meteen de fraaie in veel nummers terugkerende harmoniezang van de bandleden en op een drietal nummers ook van Mat Davidson op. Na de aanstekelijke rocker Take me back volgt de melodieuze countryrocker met mondharp Lies I’ve told. De nieuwe drummer Howe Pearson schreef I’ll do it en zingt de leadvocals. Prachtig weer die harmonieen en handclapping. Grand junction, met een mooi mondharpintro, is fraaie melodieuze americana met pedal steel. Kerkorgel en mandoline zijn te horen in het heerlijk meanderende Find the ground. Pour another round wordt feestelijk opgesierd met de blazersarrangementen van Tuba Skinny. Old Plank Road is een lekkere honky-tonker en Pearson is lekker op dreef met prominent drumwerk en percussie in het swampy Who really loses. Pearson is weer de leadvocalist in het met accordeon, piano en pedal steel opgesierde Go out tonight. Het vrolijke Mercury on parade wordt massaal meegezongen. Line to go, met pedal steel, is schitterende ingetogen melodieuze americana. J.J. Cale’s cover Drifter’s wife uit 1982 (album Grasshopper), is een geweldige bluesy afsluiter met pedal steel, mondharp en die schitterende harmoniezang.  

Conclusie: Roll it out is een prachtig sfeervol album.

Tracks cd:

  1. Hold on Liza
  2. Take me back
  3. Lies I’ve told
  4. I’ll do it
  5. Grand Junction
  6. Find the ground
  7. Pour another round
  8. Old Plank Road
  9. Who really loses
  10. Go out tonight
  11. Mercury on parade
  12. Line to go
  13. Drifter’s wife

Line-up:

  • Sam Doores – zang, gitaar
  • Riley Downing – zang, gitaar
  • Dan Cutler – zang, contrabas, mondharp, mandoline
  • John James Tourville – toetsen, fiddle, pedal steel
  • Howe Pearson – drums, percussie, zang

Guest musicians:

  • Mat Davidson (Twain) – zang (track 1,3,13)
  • Tuba Skinny – blazers arrangement (track 7)
  • Shave Cohn – kornet
  • Barnabus Jones ; trombone
  • Todd Burdick – tuba
  • Craig Flory – klarinet
11sep/240

Jontavious Willis – West Georgia Blues

Jontavious Willis (1996, Greenville, Georgia) is een jonge Amerikaanse countryblueszanger, gitarist, multi-instrumentalist en songwriter. Hij groeit op met het zingen van gospelmuziek samen met zijn grootvader in de plaatselijke Mount Pilgrim Baptist Church. Als hij op 14-jarige leeftijd een video van Muddy Waters ziet wordt hij aangetrokken door de bluesmuziek. Hij leert allerlei stijlen countryblues spelen en ontwikkelt zich verder tot een multi-instrumentalist (o.a. banjo en mondharmonica). In 2015

maakt hij kennis met Taj Mahal die diep onder de indruk is van Willis. Enkele jaren later is Willis  openingsact van de tournee van Taj Mahal en  Keb Mo’. In 2017 brengt Willis zijn debuutalbum Blues Metamorphosis uit. Vorige maand verscheen West Georgia Blues, zijn 3e en nieuwe album.  

De openingstrack, het titelnummer West Georgia blues is een rudimentaire countryblues met acapella zang van Willis en Lloyd Buchanan met handclapping. Charlie Brown blues en Broken hearted moan is authentieke countryblues. Het tempo gaat in Keep your worries on the dancefloor omhoog waarna in Rough time blues weer fraai ‘gitaarpicking’ is te horen. Lula Mae is stevig met ruig gitaarwerk en een flonkerende piano. Ghost woman en Who’s gonna hear it zijn ingetogen rustige countryblues songs. A lift is all I need heeft een hoog Mose Allison gehalte met een heerlijke pianosolo, fraaie baslijnen en een mooie gitaarpartij van Jon Atkinson. Ingetogen pure countryblues is Too close to the finishing line en in Earthworm basement blues waart de geest van authentieke countrybluesmannen als Blind Lemon Jefferson rond. Na het heel korte Squirrlin’ mama en het akoestische Time brings about a change gaat de gashendel open in het stevige Lost ball waarin door de gruizige gitaar de geest van Muddy Waters niet ver weg is. De afsluiter Jontavious West Georgia grind is een instrumental met fel gitaarwerk en een swingende piano.  

Conclusie: West Georgia Blues is een sterk album van een jonge bluesgitarist die zijn liefde voor de authentieke countryblues met veel liefde en plezier brengt. Taj Mahal had het heel goed gezien.

Tracks cd:

  1. West Georgia blues
  2. Charlie Brown blues
  3. Broken hearted moan
  4. Keep your worries on the dancefloor
  5. Rough time blues
  6. Lula Mae
  7. Ghost woman
  8. Who’s gonna hear it
  9. A lift is all I need
  10. Too close to the finishing line
  11. Earthworm basement blues
  12. Squirrlin’ mama
  13. Time brings about a change
  14. Lost ball
  15. Jontavious West Georgia grind

Line-up:

  • Jontavious Willis – gitaar, zang
  • Ethan Leinwand – piano, wurlitzer
  • Jayy Hopp – akoestische gitaar, drums, washtub drum
  • Rodrigo Mantovani – contrabas
  • Lloyd Buchanan – zang (track 1)
  • Jon Atkinson – gitaar (track 9)