Tijdstraffen
Fahim Musaui zorgde paaszaterdag voor een primeur. Hij heeft de twijfelachtige eer de eerste speler van Jodan Boys te zijn die na het krijgen van een gele kaart een tijdstraf kreeg. Tien minuten niet aan het spel deelnemen en vanaf de zijlijn op een stoeltje toekijken. Veel toeschouwers waren volgens mij nog niet allemaal op de hoogte van deze nieuwe spelregel en eerlijk gezegd ging er ook bij mij ook pas een lampje branden toen de speaker voorafgaand aan de wedstrijd iedereen op deze regel attent maakte.
Bij sporten als handbal, waterpolo en hockey zijn tijdstraffen al jaren gebruikelijk, maar deze worden nu ook als proef vanaf de 8e finales ingevoerd bij het bekervoetbal. Vraag is wie in de gaten houdt wanneer de (netto) tijdstraf er op zit. Ik neem aan de scheidsrechter. Nu werd er zaterdag bij de wedstrijd Capelle – Jodan Boys door scheidsrechter Ramon Westhoff slechts één gele kaart uitgedeeld, dus was het allemaal goed te overzien. Maar ik ken ook scheidsrechters die te pas, maar vooral ook te onpas, gele kaarten geven. Stel je voor dat een team binnen tien minuten drie of meer gele kaarten krijgt, sta je als team ineens met acht man. Krijgt een speler een tweede gele kaart, dan is het voor hem einde oefening, maar mag eventueel wel worden vervangen. Speciale regels zijn er verder ook o.a. nog voor de doelman, de aanvoerder en in het geval er na de reguliere speeltijd strafschoppen moeten worden genomen. Heeft een team op een gegeven moment nog maar 7 spelers in het veld staan, dan wordt de wedstrijd gestaakt.
Ik ben reuze benieuwd wat de effecten van de proef met tijdstraffen in het voetbal zullen zijn. “Sta je met een man minder, dan moet je niet gek opkijken dat je gaat tijdrekken”, hoorde ik van een trainer. Voor de trainers, supporters, de speaker en de verslaggevers wordt het er allemaal niet overzichtelijker op.
Voor Jodan Boys werd paaszaterdag geen feestdag. Geen deelname aan het grote KNVB bekertoernooi. Eventuele bussen naar Deventer en Arnhem hoeven helaas niet te worden besteld.
Moses Patrou – Confession of a fool
Moses Patrou is een Amerikaanse in Nashville, Tennessee, geboren singer-songwriter-multi-instrumentalist die al een tijdje actief is in de muziekscene van New York City. Patrou combineert zijn warme baritonstem met zijn Hammond-orgelspel, waarmee hij blues, soul, country en jazz naadloos combineert en creëert hiermee een sfeer die we kennen van o.a. steden als Memphis en New Orleans. Zijn zangstijl wordt wel vergeleken met die van Bill Withers. Hij heeft op podia gespeeld met o.a. Levon Helm, Boz Scaggs en Gregg Allman en op diverse jazzfestivals in de VS en in Europa gestaan. Zijn debuutalbum Introducing Moses Patrou komt in 2007 uit, in 2013 gevolgd door Can’t stop vol. 1. Vorige maand verscheen er na twaalf jaar weer een nieuw album van Moses Patrou, Confession of a fool, een album met dertien nieuwe door Patrou geschreven songs.
De mooie baritonstem van Patrou is meteen al te horen in het openingsnummer Look what love can do. Funky soul, golven Hammond, een lekkere gitaarsolo en vocale assistentie van Nicky Richards. De soul blijft er van af druipen in Willing to change, met de fantastische blazers, en vooral de zeer fraaie saxsolo van Al Falaschi. Het tempo gaat omhoog in het door een strakke ritmesectie gedreven en swingend 7 Days and counting. De titelsong Confession of a fool is een emotionele soulballad met backing vocals, Hammond, Rhodes en slide. Prominent is het drumwerk, naast die uitstekende blazerssectie in het funky bluesy That ain’t love. Run away is een langere ballad met George Laks op Hammond en piano en Eric Finland op Wurlitzer, gevolgd door Lyin’ to yourself, ‘luie’ soul met een gruizige gitaarsolo van Xavier Lynn. De fameuze blazers verfraaien het sterk gezongen met een soulsaus overgoten Who’s it gonna be. De schitterende ballad I know you ain’t mine doet me sterk denken aan I’ve been loving you too long van Otis Redding. Wervelend zijn de Hammondsolo’s in het swingende Better get it right. De blazers zijn weer top, met een glansrol voor Todd Horton en zijn trompetsolo in het funky Land of the groove. In de ingetogen ballad Ain’t it easy to see is het fijn luisteren naar de pedal steel van Rich Hinman en de harmonieen van Nicky Richards. Fijn is het akoestische gitaarwerk in het slotnummer She’s got other plans, met cajun-invloeden die je in de sferen van New Orleans brengen.
Conclusie: Confession of a fool is een zeer smaakvol album.
Tracks cd:
- Look what love can do
- Willing to change
- 7 Days and counting
- Confession of a fool
- That ain’t love
- Run away
- Lyin’ to yourself
- Who’s it gonna be?
- I know you ain’t mine
- Better get it right
- Land of the good groove
- Ain’t it easy to see
- She’s got other plans
Line-up:
- Moses Patrou – zang (track 1,2,3,5,6,7,8,9,10), elektrische gitaar (track 1,2,9,13), bas (track 12), piano (track 3), Rhodes Wurlitzer, clavinet (track 1,2,4,5,7,8,9,11), Hammond (track 1,2,3,5,7,8,9,10), drums (track 7,11), percussie (track 1,2,3,4,5,6,7,8,10,11), backing vocals (track 3,6)
- Luca Benedetti – elektrische en akoestische gitaar (track 2,3,4,5,6,7,8,13)
- Ed Cherry – elektrische en akoestische gitaar (track 1,3,8,9,10)
- Xavier Lynn – elektrische en akoestische gitaar (track 7,11)
- Avi Bortnik – elektrische en akoestische gitaar (track 12)
- Rich Hinman – pedal steel (track 12)
- Tony Scherr – slide (track 4)
- Will Bernard – elektrische en akoestische gitaar (track 6)
- Tony Scherr – bas (track 1,2,3,4,5,6,8,9,10,11)
- Derek Nevergelt – drums en bas (track 7)
- George Laks – piano (track 6), Hammond (track 6)
- Eric Finland – Rhodes , Wurlitzer, clavinet (track 6)
- Ricky Peterson – Hammond (track 4)
- Diego Voglino – drums (track 1,2,3,4,5,6,8,9,10,12,13), box drum & tamboerijn (track 13)
- Nicky Richards – backing vocals (track 1,2,3,5,6,7,12)
- Leah Siegel – backing vocals (track 2,4,6,7,9)
- Hope Debates – backing vocals (track 4,8,9,)
- Amanda Khiri – backing vocals (track 4,8,9,)
- Al Falaschi – backing vocals (track 12), saxofoon (track 2,5,8,11)
- Courtney Larsen – trombone (track 2,5,8,11)
- Jim Doherty – trompet (track 2,5,8,11)
- Todd Horton – trompet (track 11)
Dawn Brothers – Cry alone
Dawn Brothers is een in 2015 opgerichte Rotterdamse band. De vier leden van de band waren voor die tijd al bekende gezichten in de muziekscene van Rotterdam en Dordrecht. Na het uiteenvallen van de bands waarin ze spelen besluiten ze in 2015 samen een groep op te richten. De naam van de nieuwe band is Bolt & The Swamp People, een naam die in 2017 wordt veranderd in Dawn Brothers. De muziek van Dawn Brothers is volgens hun bio een botsing van klanken en stijlen, waarbij rock, folk, blues en soul worden gemixt en geroerd tot een onweerstaanbare cocktail. In 2017 verschijnt hun platendebuut Stayin’ out late, een album dat is opgenomen in de studio van DeWolff aan de Oudegracht in Utrecht. Als gitarist-zanger Bas van Holt en zanger-gitarist Pablo van der Poel van DeWolff tot de ontdekking komen dat ze allebei een grote voorliefde hebben voor oude soul en R&B besluiten, beide bands samen een album op te nemen. Dit zeer goed ontvangen album, Double Cream, wordt in 2022 uitgebracht. Het album wordt ook genomineerd voor een Edison. In de jaren sinds hun debuutalbum in 2017 toeren de Dawn Brothers volop, spelen op North Sea Jazz en Nashville ’s Americanafest en verzorgen het voorprogramma van The Black Keys en Golden Earring.
Vorige maand verscheen Cry alone, het nieuwe en 6e studioalbum van Dawn Brothers. Het album is weer opgenomen in de Electric Monkey Studio in Amsterdam met Paul Willemsen ook nu weer als producer, die ook nieuwe technieken uitprobeerde.
Do me wrong is de soulvolle funky opener met jazzy toetsenwerk en fraaie gitaarlicks. Invloeden van Tom Petty hoor ik in het uptempo Can’t let you in, can’t let you out. Fraai toetsenwerk, mooie meerstemmige zang en helder gitaarwerk. Naast het prominente drumwerk valt het (surf) gitaarwerk op in het heerlijke meanderende door stevige intermezzo’s afgewisselde I will never hold you heart again. Het melodieuze I cry alone heeft een strakke ritmesectie en percussie. In de stamper Seven year itch zitten invloeden van The Band maar het heeft tevens een 10 CC gehalte. Psychedelische elementen zijn er in de ‘donkere’ ballad Don’t you weep. Drum, bas en toetsen leggen de basis voor de uptempo rocker Let it bleed. Een andere stijl heeft Live a little. Lui, groovy, jazzy toetsenwerk en verder sterk geïnstrumenteerd. De ritmesectie legt weer de basis in het rockende Jack of all trades. In het dampende Humble call zitten gierende toetsen, een vlammende gitaarsolo en wederom de sterke ritmesectie. In het soulvolle You know why is de meerstemmige zang een lust voor het oor. Het album wordt met I don’t think I’ve ever really had it sterk afgesloten. Afwisselend qua tempo, heerlijke bastonen en een gruizige gitaarsolo.
Conclusie: Plak de stickers fris, zonder opsmuk, eerlijk, rauw en energiek op de hoes van Cry alone en je weet dat je naar een uitstekend en gevarieerd album gaat luisteren.
Tracks cd:
- Do me wrong
- Can’t let you in, can’t let you out
- I will never hold your heart again
- I cry alone
- Seven year itch
- Don’t you weep
- Let it bleed
- Live a little
- Jack of all trades
- Humble call
- You know why
- I don’t think I’ve ever really had it
Line-up:
- Bas van Holt – gitaar, zang
- Rowan de Vos – toetsen, zang
- Tammo Deuling – bas, zang
- Rafael Schwiddessen – drums
RFC Gouda schrijft geschiedenis
“Gerrit besef je dat je vanmiddag getuige bent geweest van een historisch moment”. Emotionele woorden van Patrick van den Bovenkamp. Ik kon het alleen maar volmondig met de oud-voorzitter van RFC Gouda eens zijn. En met mij waren ook honderden enthousiaste toeschouwers getuige van dit historische moment, al zal misschien niet iedereen beseft hebben dat de Goudse Rugbyclub geschiedenis had geschreven.
RFC Gouda schreef op zondagmiddag 13 april 2025 inderdaad geschiedenis. Op zondag 21 april 2024 versloegen de Goudse rugbyers de Delftse studenten van Sanctus Virgilius RC en werden kampioen van de 3e klasse. Zondag 13 april, nog geen jaar later, moest RFC Oysters er aan geloven en kon voor het tweede achtereenvolgende jaar de kampioensvlag worden gehesen. Maar het historische feit is dat de Goudse rugbytrots voor een primeur zorgde door voor het eerst sinds de oprichting van de club op 6 juni 1980 te promoveren naar de 1e klasse.
Voorafgaand aan de wedstrijd was er uiteraard sprake van gezonde spanning. Het weer werkte mee want de zon scheen uitbundig. RFC Gouda schoot als een raket uit de starblokken en blufte de Brabantse tegenstander meteen af en ineens stond er 13-0 op het scorebord. De rust brak aan met 13-10. Meteen na rust dreigde het mis te gaan want de tegenstander kwam heel snel op een 13-17 voorsprong. Maar RFC rechtte de rug, kraakte de oesters van de tegenstander, die uiteindelijk geen parels bleken te bevatten, en keek na het laatste fluitsignaal juichend naar het scorebord met de eindstand van 36-17.
En toen kon het beroemde en misschien wel beruchte feest van de derde helft beginnen. De bierpomp maakte overuren, de broodjes hamburger vlogen weg. Iedereen feliciteerde iedereen. Tranen heb ik niet letterlijk zien vloeien, maar ik sluit niets uit. Vreugde alom bij de Goudse rugbyliefhebbers. Hier en daar werd al voorzichtig vooruit gekeken naar de nieuwe seizoen.
Het zal ongetwijfeld nog heel lang onrustig gebleven zijn aan de Uiterwaardseweg 6. En terecht, want je schrijft als sportclub niet elke dag geschiedenis. Op naar de 1e klasse!

Kris Delmhorst – Ghosts in the garden
Kris Delmhorst is geboren in Brooklyn, New York. Ze is getrouwd met singer-songwriter en producer Jeffrey Foucault en woont tegenwoordig in West-Massachusetts. Zij maakt actief deel uit van de folkscene in Boston. Behalve gitaar speelt zij ook viool, cello, contrabas en piano. Haar debuutalbum Appetite verschijnt in 1998. In 1999 verschijnt er een livealbum van The Vinal Avenue String Band, waar Delmhorst deel van uitmaakte. Delmhorst maakt ook met het trio Redbird, met echtgenoot Jeffrey Foucault en Peter Mulvey, platen. Zij is ook te horen op albums van o.a. Mary Gauthier, Peter Wolf, Chris GhostsSmither, Jeffrey Foucault en Lori McKenna. Delmhorst wordt vergeleken met o.a. Lucinda Williams en Ricky Lee Jones.
Vorige maand verscheen er na vijf jaar weer een nieuw album van Kris Delmhorst. Op dit album, Ghosts in the garden, wordt zij ondersteund door een compacte band en zijn er gastrollen voor bekende zangers en zangeressen uit de vriendenkring van Delmhorst, waaronder echtgenoot Jeffrey Foucault. Het album is opgenomen in The Great North Sound Society, een opnamestudio gevestigd in een 18e eeuwse boerderij in het zuiden van Maine.
Het album wordt met Summer growing old sfeervol geopend. Meeslepend gezongen met duozang van Rose Cousins en prachtig geïnstrumenteerd. In Wolves is naast de soms enigszins fluisterende zang van Delmhorst mooi gitaarwerk te horen. In het titelnummer Ghosts in the garden horen we weer die soms fluisterende zang. Pedal steel, Rhodes en de backing vocals van Jabe Beyer toveren het nummer om in een wonderschone song. Won’t belong is onlangs ook op single uitgebracht. Het is een steviger uptempo nummer met felle en rauwe gitaarlicks. Uitbundig is de duozang met Rachel Baiman.
Ook Not the only one is op single verschenen. Vocale steun is er naast het jazzy gitaarwerk van Ana Tivel. In het zweverige Detour horen we flarden pedal steel en verzorgt echtgenoot Jeffrey Foucault de backing vocals. Zeer aangenaam is de duozang met Ana Egge in het melodieus meanderende Age of innocence. Lucky river, met backing vocals van Anaïs Mitchell, is een enigszins psychedelisch nummer waarin de band terughoudend instrumenteert. Het door Delmhorst en Matthew Sanborn geschreven Beyond the bounderies is een prachtige ballad en mooie duozang met Taylor Ashton. De slide is ook fraai. Dematerialize is uptempo en stevig met backing vocals van Jabe Beyer. De band speelt uitstekend. In het rustige en ingetogen geïnstrumenteerde slotnummer Something to show, de eerste single van het album, zijn de backing vocals net als in het openingsnummer van Rose Cousins.
Conclusie: Ghosts in het garden is een prachtig sfeervol rootsalbum. Kris Delmhorst heeft weer een pareltje toegevoegd aan haar toch al imposante oeuvre.
Tracks cd:
- Summer growing old (feat. Rose Cousins)
- Wolves
- Ghosts in het garden (feat. Jabe Beyer)
- Won’t be long (feat. Rachel Baiman)
- Not the only one (feat. Ana Tivel)
- Detour (feat. Jeffrey Foucault)
- Age of innocence (feat. Ana Egge)
- Lucky river (feat. Anaïs Mitchell)
- Beyond the boundaries (feat. Taylor Ashton)
- Dematerialize (feat. Jabe Beyer)
- Something to show (feat. Rose Cousins)
Line-up:
- Kris Delmhorst – zang, elektrische en akoestische gitaar, Rhodes
- Ray Rizzo – drums, udu, chimes, percussie
- Jeremy Moses Curtis – elektrische en contrabas
- Erik Koskinen – elektrische en akoestische gitaar, orgel,
- Sam Kassirer – piano, orgel Rhodes, Wurlitzer, autoharp
- Rich Hinman – pedal steel, elektrische gitaar
Gast vocalisten
- Anais Mitchell, Rose Cousins, Ana Tivel, Ana Egge, Tayor Ashton, Rachel Baiman, Jabe Beyer, Jeffrey Foucault
Fietsen in Belgie
Het was een mooi weekend voor het Goudse voetbal, want het komt niet iedere week voor dat alle Goudse clubs drie punten binnen halen. Jodan Boys en Olympia mengen zich nadrukkelijk in de strijd om het kampioenschap. DONK stond na de zeperd van vorige week op en boekte een belangrijke overwinning op weg naar handhaving. ONA sluipt weg uit de onderste regionen en lonkt zowaar naar de 3e periodetitel. Nog vijf spannende rondes te gaan.
Maar het afgelopen weekend stond voor mij, ondanks de zevenklapper van CVC Reeuwijk, helemaal in het teken van wielrennen. De Ronde van Vlaanderen, Vlaanderens Mooiste, de jaarlijkse Hoogmis van het Vlaamse wielrennen. De Berendries, de Paterberg, de Taaienberg, de Koppenberg en de Oude Kwaremont. Een wielerspektakel van de hoogste categorie.
Mijn gedachten dwaalden even terug naar de jaren ’80 van de vorige eeuw toen ik met eveneens fietsgekke broers en neven twee keer de Waalse klassieker Luik – Bastenaken – Luik heb gereden. Het was geen wedstrijd, maar wij voelden ons na de finish toch allemaal winnaar. En dat het beide dagen van start tot finish vrijwel onafgebroken regende deed er even niet toe. Herinneringen om te koesteren.
Nog een herinnering. In maart 2012 bezocht ik in de Goudse schouwburg de voorstelling ‘De man en zijn fiets’, een fantastische avond met schitterende wielerverhalen, verteld door Wilfried de Jong. Alles wat maar enigszins rook naar het Vlaamse wielerverleden kwam voorbij. Het gehucht Munkzwalm ontsnapte even uit de anonimiteit. Legendes als Eddy Merckx, Fausto Coppi en Marco Pantani passeerden de revue. Ik voelde die avond in de schouwburg dat het nieuwe wielerseizoen echt was begonnen.
Fietsen in België en dan met name in Vlaanderen. De afgelopen weken heb ik al met veel plezier gekeken naar de Vlaamse voorjaarsklassiekers zoals de Classic Brugge – De Panne. Vakantieherinneringen kwam boven toen beelden van plaatsen als Veurne, Nieuwpoort, Oostduinkerke, Koksijde, Sint-Idesbald, de Moeren, Adinkerke en De Panne passeerden. Ik kan bijna niet wachten om in deze omgeving zelf ook weer te gaan fietsen. Ach, voor je het weet is het juli.
Chris Kramer & Paddy Boy Zimmerman – Tales of Tampa
Chris Kramer (2 maart 1970) is een uit Dortmund afkomstige Duitse singer-songwriter-gitarist en mondharmonicaspeler. Op zijn 18e begint hij zijn muzikale carrière. In 1995 neemt hij met The Bluesbyrds zijn eerste album Born with the blues op.Daarna bouwt Kramer gestaag aan een solocarrière. Hij wint meerdere keren Duitse Blues Awards, zoals vijfvoudig winnaar (2010, 2012, 2014, 2018, 2020) in de categorie Best Blues Harp en in 2019 wint hij in de categorie Beste Blues cd de eerste prijs voor zijn album Way back home.
Paddy Boy Zimmerman (8 februari 1982) is een Duitse songschrijver, gitarist en studiomuzikant uit Mönchengladbach. Hij maakt door de jaren heen deel uit van verschillende rock- en bluesbands, waaronder het bluesrocktrio The Paddy Boy Zimmerman Band. Hij is ook te horen op albums van bluesharpist Chris Kramer.
Onlangs hebben Chris Kramer en Paddy Boy Zimmerman de handen weer ineen geslagen en een muzikale duik genomen in de catalogus van de Amerikaanse blueszanger en –gitarist Tampa Red (1904 – 1981). Tampa Red was een virtuoze slidegitarist die bekend stond als The Guitar Wizard.
Tampa Red verhuisde in de jaren ’20 van de vorige eeuw naar Chicago en vormde daar met Georgia Tom Dorsey het duo Hokum Boys. Tot in de jaren ’50 behoorde Tampa Red naast Big Bill Broonzy en Muddy Waters tot de leidende bluesmuzikanten van Chicago. Na het overlijden van zijn vrouw in 1953 stokte zijn carrière mede door alcoholproblemen. Begin jaren ’60 nam hij nog een paar soloalbums op, maar een nieuwe carrière opbouwen lukte niet. Tampa Red overleed berooid op 19 maart 1981. Hij werd in datzelfde jaar opgenomen in de Blues Hall of Fame.
Begin april verschijnt het album Tales of Tampa, waarmee Kramer en Zimmerman zoals gezegd in het repertoire van de legendarische Tampa Red (geboren als Hudson Woodbridge) zijn gedoken.
Het openingsnummer So crazy about you baby zet meteen de toon. Fijne countryblues, een heerlijke mondharpsolo en prettige samenzang. Het ragtime achtige Seminole blues heeft een hoog Sonny Terry & Brownie McGhee gehalte, en dat gevoel is in meerdere nummers aanwezig. Het tempo gaat daarna omhoog in You rascal you no. 1, met fraaie gitaarlicks en bas en een felle mondharp. Black angel blues is de soulvolle bluesstandaard uit 1928. Een prachtige versie. Mooi is de zang in de rudimentaire countryblues Please mister blues. I’ll kill your soul is een uptempo door mondharp gedreven groovy shuffle met fraaie gitaarsolo’s. Indrukwekkend is de mondharmonica in Love her with a feeling. Meeslepend is de samenzang in No matter how she done it en verpletterend de mondharpsolo in Crying won’t help you. De sound van Sonny Terry & Brownie McGhee is er weer in de countryblues Kingfish blues, waarin Chris Kramer nog maar weer eens bewijst een geweldige mondharpspeler te zijn. Prachtig is de samenwerking tussen Kramer en Zimmerman in de shuffle Dead cat on the line. Virtuoos is de mondharp in het passievol gezongen If she don’t come back. Het album wordt perfect afgesloten met de dromerige ragtime achtige blues The duck yas yas yas.
Conclusie: Tales of Tampa is een passievol en respectvol gemaakt album met vakkundige heldere interpretaties van een geweldig bluesgenre. Kortom, een prachtig eerbetoon aan Tampa Red.
Tracks cd:
- So crazy about you baby
- Seminole blues
- You rascal you no. 1
- Black angel blues
- Please mister blues
- I’ll kill your soul
- Love her with a feeling
- No matter how she done it
- Crying won’t help you
- Kingfish blues
- Dead cat on the line
- If she don’t come back
- The duck yas yas yas
Line-up:
- Chris Kramer – zang, mondharmonica
- Paddy Boy Zimmerman – (slide) gitaar, bas, percussie, zang
Continuïteit
De ene wedstrijd is de andere niet. Een waarheid als een koe. Bijna wekelijks zien we hier voorbeelden van. Hangen de ene week de supporters in de hekken van enthousiasme, zo kan het gebeuren dat ze een week later hun frustraties nauwelijks kunnen bedwingen. Kreten als onbegrijpelijk, niet te geloven en jeetje wat slecht vliegen je van alle kanten om de oren.
Er zijn verschillende oorzaken voor het ontbreken van continuïteit in het spel. Vaak wordt de vorm van de dag genoemd. Maar de vorm van de dag is toch iets ongrijpbaars. Fysieke ongemakken zoals niet echt fit zijn spelen dan een rol. Maar is er is meer, want blessures van belangrijke spelers kunnen het niveau van een wedstrijd uiteraard bepalen. Doe je als trainer niet zo gek veel aan. Wat te denken van gebrek aan motivatie, dat is kwalijk. Onderschatting van de tegenstander zou eigenlijk ook niet mogen gebeuren. Het niveau van de tegenstander kan ook bepalend zijn, maar daar kun je je als team ook aan optrekken. En je hebt tenslotte ook typische mooi weer voetballers.
Voorbeelden? De ‘voetbalkenner’ wist een paar maanden geleden niet of, maar wanneer PSV landskampioen zou zijn. Maar na zondag zijn ze kansloos voor de landstitel. Dichter bij huis, Jodan Boys speelde vorige week zaterdag de sterren van de hemel tegen Heinenoord, maar kon afgelopen zaterdag met pijn en moeite en enig geluk drie punten binnenslepen bij hekkensluiter DCV. Onderschatting, gebrek aan motivatie?
DONK speelde vorige week een prima wedstrijd maar verzaakte zaterdag, speelde bedroevend slecht en droop af na een 5-2 nederlaag tegen degradatiekandidaat Koudekerk. Geen bereidheid om het duel aan te gaan en het niet nakomen van afspraken las ik. Ja dan kun je op een zeperd worden getrakteerd.
Al met al ben ik toch blij dat de ene wedstrijd de andere niet is, hoewel ik er uiteraard geen bezwaar tegen heb als er altijd sprake is van een topwedstrijd. Maar het is een illusie om dat te verwachten. Onzekerheid hoe een wedstrijd afloopt heeft ook zijn charme. Voorspelbaarheid kan me gestolen worden.
Jubileumweekend
Het was groot feest aan de Sportlaan in Gouda. De Christelijke Voetbalvereniging De Jodan Boys viert nog steeds haar 90-jarig jubileum. Opgericht op 1 mei 1934, nota bene de Dag van de Arbeid, de feestdag voor de socialistische, communistische en anarchistische arbeidersbeweging. Het kan verkeren. En de meest succesvolle voetbalclub van Gouda, hoewel ze nooit zoals stadsgenoot SV Gouda twee keer landskampioen zijn geweest, haalden alles uit de kast om het weekend tot een groot succes te maken.
Vrijdagavond werden meer dan honderd vrijwilligers in het zonnetje gezet. Terecht natuurlijk want zonder vrijwilligers kun je het wel schudden en die liggen niet voor het oprapen. De laatste jaren moeten verenigingen alle zeilen bijzetten om alle roosters rond te krijgen.
Zaterdag was de Dag van de Reünie. Veel oude bekenden, oud voetballers, trainers, troffen elkaar, soms na jaren weer, in een feestelijke omgeving. Handen werden geschud en er zullen ongetwijfeld oude koeien uit de sloot zijn gehaald en sterke verhalen verteld. En er zijn natuurlijke prachtige momenten. Wedstrijden in de Topklasse en de 4e divisie. En de vele bekerwedstrijden met als absolute hoogtepunten die tegen Go Ahead Eagles en Vitesse.
En dan moest het sportieve hoogtepunt van het weekend nog komen, de topper tegen Heinenoord. Voorafgaand aan de wedstrijd was er een indrukwekkend eerbetoon aan Teun Baas, een geliefde Jodan Boys man die vorige week overleed. De wedstrijd was een feest voor het oog. De Worstebakkers uit de Hoekse Waard kregen, vooral in de eerste helft, alle kanten van het veld te zien. Dankzij een fenomenale doelman Angelo Spanjaart, die de meest onwaarschijnlijke ballen uit zijn kooi ranselde, werd het uiteindelijk slechts 3-1. De zure nederlaag van vorige week tegen VOC was weggespoeld.
A.s. zaterdag gaat de Goudse nummer vier naar rode lantaarndrager DCV. Daar heeft het team van Mark Evers nog wat goed te maken. Want de bloedeloze 0-0 op 9 november 2024 was een blamage. Wil de titel in zicht blijven dan moet de wedstrijd op sportpark Waalplantsoen in Krimpen aan den IJssel drie punten opleveren.
Darling West – Woods
Darling West is een in Oslo gevestigd Noors folkduo. Het duo is het echtpaar Mari Sandvær Kreken (zang, mandoline, akoestische gitaar, mondharmonica, hakkebord) en Tor Egil Kreken (zang, pedal steel, gitaar, banjo). Maar zowel in de studio als live worden ze vaak geassisteerd door gitarist Kjetil Steensnaes, gitariste Christer Gracia Slaaen en drummer Thomas Gallatin.
Darling West bracht hun vormende jaren door als sessiemuzikanten voor andere artiesten, maar er gebeurt iets magisch als ze samenkomen als Darling West. Ze schrijven hun eigen nummers en creëren muziek die even goed resoneert op de drukke straten van Nashville, de zonnige bergtoppen van Hollywood Hills en in de regenachtige valleien van Noorwegen. De band zegt muzikaal beïnvloed te zijn door Emmylou Harris, Doc Watson, Gram Parsons, John Prine, Townes Van Zandt, Gillian Welch, Kacey Musgraves, Ryan Adams, Sam Outlaw en Jason Isbell.
In 2014 verscheen hun debuutalbum Winter passing. Dit album werd genomineerd voor ‘Country Album of the Year’ bij de Spellemannpris (Noorse Grammy Awards).
Deze maand kwam er weer een nieuw album van Darling West uit. Op dit album, Woods, keert Darling West terug naar hun roots en omarmt de magie van een akoestisch en uitgeklede sound waarmee zij bij hun debuut in 2014 bekend werden. De titel Woods verwijst naar de relatie met bos en natuur.
In het openingsnummer Faster valt meteen de heldere zang op van Mari Kreken naast de tokkelende gitaar, pedal steel en mellotron. In het zweverige Oh Maria met de ingetogen gitaarlicks van Tor Kreken zijn vooral ook de stringarrangementen van Håkon Aase heel mooi. Season is een korte instrumental van bijna twee minuten met strings, pedal steel banjo en Gran Casa (grote Turkse trom). In het sfeervolle Off to the woods is de hoofdrol voor Tor op diverse gitaren. Het titelnummer Woods is een minimalistische instrumental van een minuut met flarden pedal steel en elektrische gitaar. Mari is vocaal top in In the woods, met backing vocals van Tor en Thomas Gallatin. Time is the healer is sfeervol met meerstemmig zang, ingetogen gitaarwerk en schitterend stringarrangement van Aase. Alleen strings zijn daarna te horen in het zeer korte instrumentale Time. Our little world is weer een voorbeeld van mooie ingetogen meerstemmige zang van Mari en Tor. Het ruim een minuut durende slotakkoord Silince is weer minimalistisch met alleen piano en synthesizer door Christer Slaaen.
Conclusie: Woods is een album met sfeervolle folky songs die zijn weg naar de liefhebbers zeker zal vinden.
Tracks cd:
- Faster
- Oh Maria
- Season
- Off to the woods
- Woods
- In the woods
- Time is the healer
- Time
- Our little world
- Silence
Line-up:
- Mari Sandvaer Kreken – zang (track 1,2,4,5,6,7,9), nylon string gitaar (track 2) akoestische gitaar (track 7)
- Tor Egil Kreken – bas (track 1,4), pedal steel (track 1,3,4,5,6), akoestische gitaar (track 1,4,6,9), elektrische gitaar (track 1,2,4,5,7), banjo (track 3,4,) zang (track 4,6,7,9)
- Thomas Gallatin – percussie (track 1,4), drummachine (track 1,4), Gran Casa (track 3), zang (track 1,6,7), claps (track 4,6)
- Christer Gracia Slaaen – mellotron (track 1), gitaar (track 7), piano (track 9,10), synthesizer (track 10), zang (track 7)
- Håkon Aase – strings en stringsarrangementen (track 2,3,7,8)