Gerritschinkel.nl Columns & meer

31mei/170

A/B – Kaleo

IJsland, land van geisers. IJsland, land waar bomen zeldzaam zijn en het uitspreken van namen van vulkanen als Eyjafjallajökull, Mýrdalsjökull, Thrihnukagigur en Mýrdalsjökull een aanslag op je tong betekent. Maar IJsland heeft ook een bloeiende muziekscene. Denk b.v. aan Sigur Ros, Mezzoforte, Björk, The Sugarcubs en Of Monsters and Men. En Kaleo. Kaleo is Hawaiaans voor ‘het geluid’.

Kaleo wordt in 2012 door vier vrienden opgericht in Mosfellsbær, een stadje in zuidwest IJsland, 12 kilometer ten oosten van de hoofdstad Reykjavik. In 2013 brengen ze in hun eigen land hun eerste album Kaleo uit en in datzelfde jaar ook de ep Glasshouse. Kaleo is in het begin van hun carrière te bewonderen op festivals in IJsland zoals Iceland Airwaves Music Festival. De band tekent een contract bij Elektra/Atlantic en vertrekt begin 2015 naar de Verenigde Staten. In hun nieuwe thuisbasis Austin, Texas, neemt Kaleo in 2016 hun debuutalbum (buiten IJsland) A/B op. Ze toeren ook vrijwel non-stop en treden op in 45 Amerikaanse staten.

Het album Kaleo en de ep Glasshouse waren succesvol in hun vaderland, maar buiten IJsland werd de band nauwelijks opgemerkt. Met het album A/B hoopt Kaleo nu wel succes te krijgen op het Europese vasteland.

En hoewel A/B al bijna een jaar uit is, is het nooit te laat om er hier nog eens aandacht aan te besteden, want het resultaat mag er zijn. De opener, de bluesrocker No good knalt er meteen stevig in met gierende gitaren, een straffe ritmesectie en de gedreven zang. Serene pianotonen openen het soms enigszins onheilspellende Way down we go. Dit nummer kwam ook op de soundtrack van het populaire voetbalgame FIFA 16 terecht en in de trailer van Orange is the new black op Netflix. Iets heel anders is daarna Broken bones, een soort worksong, met de openingszinnen ‘The devil’s going to make me a free man, the devil’s going to set me free’. Glass house en Hot blood zijn weer uptempo rockers met scheurende gitaren. Een rustpunt is All the pretty girls, een folksong in de stijl van Bon Iver, zeker met de hoge stem van Júlíusson, die sterke verwantschap vertoont met Justin Vernon. In het semi akoestische Automobile reist Kaleo fluitend op een autotrip door de USA. Kaleo eert in de traditionele ballad Vor i Vaglaskogi het muzikale erfgoed van IJsland. Met dit nummer brak Kaleo in 2012 in hun vaderland door. In Save yourself is weer die hoge stem van Júlíusson te horen. Het slotnummer I can’t go without you begint met akoestische gitaarakkoorden, waarna de schurende zang en de stevigere gitaar- en orkestrale intermezzo’s het geheel tot een mooi einde brengen.

Conclusie: Ik ben blij dat ik met enige vertraging kennis heb gemaakt met Kaleo. Deze IJslandse band heeft mij met het album A/B positief verrast. Een goed album met een aantal voortreffelijke uitschieters.

Tracks:

  1. No good
  2. Way down we go
  3. Broken bones
  4. Glass house
  5. Hot blood
  6. All the pretty girls
  7. Automobile
  8. Vor i vaglaskogi
  9. Save yourself
  10. I can’t go on without you

Line up:

  • JJ Julius Son (Jökull Júlíusson) – lead vocals, rhythm gitaar, piano
  • Rubin Pollock – lead gitaar, backing vocals
  • Daniel Kristjansson – bas
  • David Antonsson – drums, percussie, backing vocals
29mei/170

Sportprojecten in Gouda

Voor de meeste sporters zit de competitie er op. Promoties zijn feestelijk gevierd, teleurstellingen geïncasseerd en de wonden gelikt. De vakantie lonkt. Maar voordat iedereen helemaal van zijn vakantie kan gaan genieten is er eerst ook nog die beruchte deadline voor de overschrijvingen. Welke spelers blijven, gaan of komen. Medio juni weten we meer.

Maar toch zullen besturen van Goudse sportverenigingen aan het werk moeten want het College van B&W van Gouda heeft vorige week besloten een Sport(impuls)fonds in te stellen. Sportverenigingen kunnen plannen indienen voor sportprojecten. Kernwoorden bij deze plannen zijn gezondheid en participatie. Voor 2017 is er € 125.000 beschikbaar en wethouder van Sportzaken Jan Willem van Gelder denkt er zelfs over om bij grote interesse ook volgend jaar geld beschikbaar te stellen.

Sportverenigingen, hier ligt dus een mooie kans om je van je beste kant te laten zien en je club te promoten. Uiteraard moeten het goede plannen zijn en niet zo maar losse flodders met als voornaamste doel wat geld binnen te slepen.

Het zal nog lastig genoeg zijn denk ik om een goed doortimmerd plan in te dienen, want er worden nogal wat voorwaarden gesteld. Bovendien vraag ik me af hoe het beschikbare budget zal worden verdeeld. Welke beoordelingscriteria zijn er? Wie beoordeelt de ingediende plannen? Wat gebeurt er als de ingediende en goedgekeurde plannen het totale budget van € 125.000 te boven gaan? Wie het eerst komt, het eerst maalt?

Er zijn dus nog genoeg vragen lijkt mij, maar het idee voor de sportprojecten spreekt mij zeer aan. Hopelijk denkt de gemeenteraad van Gouda er ook zo over want die moet tenslotte het beleidsvoornemen goedkeuren en vaststellen.

 

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
28mei/170

Took you long enough – Brad Stivers

Brad Stivers is een jonge singer-songwriter-gitarist uit Austin Texas. Deze mid twintiger speelt en schrijft in de grote Amerikaanse muziektraditie. Hij speelt in zijn jeugd eerst trombone en saxofoon maar schakelt later over naar de gitaar. Via zijn toenmalige gitaarleraar komt hij in aanraking met de blues en als Brad de muziek van BB King, Stevie Ray Vaughan en Joe Louis Walker hoort raakt hij helemaal in de ban van the blues. Hij verhuist naar Colorado en aan de University Northern Colorado behaalt hij een graad in The Music Business en studeert hij jazzgitaar. Met andere studenten aan die universiteit formeert hij een eigen band en in 2012 mag hij Colorado vertegenwoordigen op de Youth Showcase op de internationale Blues Challenge. De jaren daarna spelen ze in clubs en op festivals in Colorado. In 2014 wint zijn band Bad Brad & The Fat Cats de lokale Blues Challenge.

Brad Stivers woont tegenwoordig weer in Austin waar hij een steeds bekendere naam wordt in de rijke bluesscene van deze Texaanse stad. Hij heeft opgetreden met lokale grootheden als Greg Izor, Jai Malano en Erin Jaimes en o.a. gespeeld in de beroemde Continental Club en de legendarische bluesclub Antone’s. Recent heeft hij getoerd in Italië en Zwitserland.

Bad Brad & The Fats Cats brengen twee albums uit en begin deze maand verscheen Took you long enough, het debuutalbum van Brad Stivers en zijn huidige band Een album met eigen nummers en  covers. Het album opent met het korte maar swingende 2000 Miles, waarin de echo van Chuck Berry hoorbaar is. Het door Johnny MacRae en in 1966 door Ray Charles op de plaat gezette You’re just about to lose your clown is een jazzy uptempo nummer met een heerlijke saxsolo van Mark Wilson, een snijdende gitaarsolo en droog roffelend drumwerk. De rockabilly van The Stray Cats klinkt door in de shuffle Put it down en Brad Stivers is weer gitaristisch op dreef in het funky titelnummer. Een van de gasten op het album is Emily Gimble met haar stem en hamerende piano op de Ray Charles klassieker Here we go again. Een andere gastmuzikant is Malford Milligan met zijn krachtige, soms op Otis Rush lijkende zang, in Nickel and a nail van O.V. Wright. Prachtig die orgelsolo van Bukka Allen en de messcherpe gitaarsolo van Stivers. Dat Stivers een uitstekende gitarist is bewijst hij ook in het instrumentale One night of sin en in de dampende blues Can’t wait. Save me is een rauwe blues met een twanging gitaar. Het album eindigt  met een tweede instrumentaal nummer, het funky Cold sweat met wederom goed gitaarwerk en een prima ritmesectie.

Conclusie: Took you long enough is een prima album. Rootsmuziek van grote klasse.

Tracks:

  1. 000 Miles
  2. You’re just about to lose your clown
  3. Put it down
  4. Took you long enough
  5. Here we go again (feat. Emily Gimble)
  6. Nickel and a nail (feat. Malford Milligan)
  7. One night of sin
  8. Can’t wait
  9. Save me
  10. Cold sweat

Line up:

  • Brad Stivers – zang, gitaar
  • Mark Wilson – sax
  • Malford Milligan – zang track 6
  • Emily Gimble – zang en piano track 5
  • Bobby Perkins - bas
  • Bukka Allen – B3 orgel
  • Nico Leophonte - drums
  • Odis Hill - bas
  • Eric Pzygocki – upright bas

 

22mei/170

Nu aan de conditie gaan werken

Je merkt de volgende dag dat je geen 18 meer bent en nog een dag later voel je je helemaal een bejaarde. Overal spierpijn, knikkende knieën en een ‘lome’ rechterarm. Dat is de straf na een avondje badminton bij badmintonvereniging Gouweslag. Gebrek aan conditie. Het team van Gouwestad Sport merkte dat het gemakkelijker is om sportwedstrijden te verslaan dan zelf een topprestatie neer te zetten. Nu hadden wij ook niet de illusie dat we de sterren van de hemel zouden spelen, maar op de laatste plaats van het toernooi eindigen was ook niet onze insteek. Maar ons campingteam heeft een mooie avond gehad en daar gaat het tenslotte om.

De meeste competities zijn geëindigd. De zomer is in aantocht en dat betekent dat typische zomersporten als cricket, honkbal en softbal in de belangstelling staan. En niet te vergeten wielrennen. Nederland heeft in Tom Dumoulin weer een nieuwe wielerheld gevonden. Iedereen gaat er al vanuit dat hij eventjes de Giro gaat winnen, maar een ongeluk zit in een klein hoekje. Daar weet Steven Kruijswijk alles van. Eén verkeerde manoeuvre en het is over en uit.

Over typische zomersporten gesproken, op 9, 10 en 11 juni wordt het NK Masters gehouden, een groot(s) atletiekevenement. Ruim baan voor de oudere topsporters. Prachtig dat AV Gouda dit evenement de komende drie jaar mag organiseren.

Maar ik ga nu eerst aan mijn eigen conditie werken. Mijn microfoon ligt even in de mottenballen, dus heb ik daar volop tijd voor. Mijn sportfiets staat me al verlangend aan te staren.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
19mei/170

Man on fire – Boogie Patrol

Boogie Patrol is afkomstig uit Edmonton en deze Canadese band bestaat sinds 2007. Boogie Patrol bestaat uit zanger en mondharmonicaspeler Rott’n Dan Shinnan, de gitaristen Yuji Ihara en Chad Holtzman, bassist Nigel Gale en drummer Emmet Van Etten. Sinds hun oprichting tien jaar geleden heeft de band honderden optredens gehad, waaronder op festivals in hun eigen Canadese provincie Alberta, zoals North Country Fair, Pembina River Nights, Beaumont Blues Festival, Sasquatch Gathering en Wild Oats & Notes. In 2011 stond Boogie Patrol in het voorprogramma van The Fabulous Thunderbirds en Buddy Guy. In 2009 kwam hun debuutalbum Groove on or bug out, uit. Hun 2e album I try & I try but I don’t know what to do, the plan was set some time ago & we must follow through (wat een titel!), werd in 2012 tijdens de Edmonton Music Awards gekozen tot Bluesalbum of the Year. In 2013 werden ze genomineerd voor de Maple Blues Award, de prijs voor nieuwe artiest of groep van het jaar.

Vorige maand verscheen Man on fire, het nieuwe album van Boogie Patrol, een album met tien nieuwe door de band zelf geschreven nummers. De blazerssectie The Mocking Shadows Horns knallen er meteen vanaf het openingsnummer Player’s blues fors in. Funky soulblues met de rauwe schuurpapieren stem van zanger Rott’n Dan Shinnan. Het tempo blijft er flink in bij de soulbluesrocker Whole lotta gravy met een huilende mondharmonica en een strakke ritmesectie. Foolish mind is een mooie ballad in de stijl van Southside Johnny & The Asbury Dukes. Na de ballad Hard to tell you, met een fraaie mondharmonicasolo, barst het geweld weer los in Shaker down below, met de bonkende drums en de funky blazers, en in de stampende boogie Easy to see met een loeiende mondharmoncia. De ballad Just wanna, met mooi drumwerk,  is weer even een rustpunt. Got one on ya is een James Brown achtige zeer funky soulblues. Ook de stem van Shinnan heeft soms sterke gelijkenis met die van The Godfather of Soul. De voetjes gaan van de vloer in de vrolijke uitbundige shuffle Let’s get Randy. Het album besluit met het funky titelnummer, met wederom de Mocking Shadows Horns in topvorm en de indringende rauwe zang.

Conclusie: Boogie Patrol is een zeer energieke band die met hun nieuwe album Man on fire een zeer fraai exemplaar heeft afgeleverd. Soul, blues, funk en rock van hoge kwaliteit. Een feest om naar te luisteren. Het wordt tijd dat deze Canadezen een keer hier heen komen.

Tracks:

  1. Player’s blues
  2. Whole lotta gravy
  3. Foolish mind
  4. Hard to tell you
  5. Shaker down below
  6. Easy to see
  7. Just wanna
  8. Got one on ya
  9. Let’s get Randy
  10. Man on fire

Line up:

  • Rott’n Dan Shinnan – zang, mondharmonica
  • Yuji Ihara – gitaar
  • Chad Holtzman – gitaar, backing vocals
  • Nigel Gale – bas
  • Emmet Van Etten – drums, percussie, backing vocals
  • Mac Arnold – B3, Fender Rhodes, Wurlitzer, clavinet
  • Kim Beachum – trompet
  • Garreth Huges – tenor sax
  • Carsten Rubeling – trombone
17mei/170

God’s problem child – Willie Nelson

De Texaanse singer-songwriter Willie Nelson werd afgelopen maand al weer 84 jaar. Hij is sinds 1956 actief in de muziek en hoewel zijn gezondheid de laatste tijd blijkbaar te wensen overlaat, treedt hij nog regelmatig op en verschijnen er met grote regelmaat nieuwe albums van de Red Headed Stranger. Vorig jaar zelfs twee, het album Summertime, Willie Nelson sings Gershwin en For the good times waarop Nelson een muzikale ode brengt aan Ray Price. Een dag voor zijn 84e verjaardag verscheen het nieuwe album God’s problem child, zijn 61e (!) studioalbum. Een album met 13 nieuwe songs, waarvan er zeven zijn geschreven door Willie Nelson en producer Buddy Cannon.

De openingstrack Little house on the hill is geschreven door Lyndel Rodes, de 92(!) jarige moeder van producer Buddy Cannon. Het is een lekker uptempo gospelachtige countrysong met backingvocals van o.a. Alison Krauss, gevolgd door Old timer, een mooie pianoballad met de breekbare stem van Nelson. Die breekbare stem is ook te horen in de romantische ballad True love met backing vocals. Steviger gaat het er aan toe op Delete and fast foreward, waarin Nelson zijn kijk geeft op de recente presidentsverkiezingen in de VS. Lekker gitaarwerk en mondharmonica. A woman’s love is weer zo’n fraaie ballad, met een prachtige harmonicasolo van Mickey Raphael, mooie Spaanse gitaarlijnen en gepassioneerde zang. Een heldere gitaarsolo van Nelson op zijn Trigger, de mondharmoncia, de piano en de breekbare stem laten je genieten van de ballad Your memory has een mind. Na de mooie ballad Butterfly, met een fraai intro op de mondharp, zingt Nelson in het lekker rockende uptempo Still not dead dat hij nog steeds leeft en on the road is. Dan het hoogtepunt van het album, het door Tony Joe White en Jamey Johnson geschreven bluesy titelnummer. Behalve Tony Joe White (zang, gitaar en mondharmoncia) is in dit nummer ook de stem van de vorig jaar overleden Leon Russell te horen. Een werkelijk schitterend nummer waarin Willie Nelson zingt dat hij hoopt dat onze lieve Heer ondanks alles toch een plaatsje in het hiernamaals voor hem zal inruimen. It gets easier is een typische Willie Nelson song met een fraaie steelgitaarsolo. Na de echte countrysong Lady luck biecht Nelson in I made a mistake op dat hij in zijn leven nogal wat foutjes heeft gemaakt. Prachtig ook weer die steelgitaar. Het slotakkoord, het door Gary Nicholson geschreven He won’t ever be gone, is een mooie ode aan de vorig jaar overleden vriend Merle Haggard. Volgens Nelson zullen diens liedjes onsterfelijk blijven.

Conclusie: Het album God’s problem child ontroert. Mooi, mooi en nog eens mooi!

Tracks:

  1. Little house on the hill
  2. Old timer
  3. True love
  4. Delete and fast forward
  5. A woman’s love
  6. Your memory has a mind of its own
  7. Butterfly
  8. Still not dead
  9. God’s problem child
  10. It gets easier
  11. Lady luck
  12. I made a mistake
  13. He won’t ever be gone

Line up

  • Willie Nelson – zang, gitaar
  • Buddy Cannon – akoestische gitaar
  • Bobby Terry – steel gitaar
  • Rachel Loy – bas
  • Barry Bales en Kevin Grantt – up right bas
  • Lonnie Wilson – drums
  • Mickey Raphael – harmonica, jew’s harp
  • Jim ‘Moose’ Brown – orgel en synthesizer
  • Alison Krauss, Ben Haggard, Buddy Cannon, Jamey Johnson, Melanie Cannon – backing vocals
  • Ben Haggard en James Mitchell – elektrische gitaar
  • Fred Eltringham – drums, percussie en tamboerijn
15mei/170

De balans opmaken

Door de alles overheersende hectiek rondom het kampioenschap van Feyenoord zou je haast vergeten dat ook het voetbalseizoen 2016-2017 bij de amateurs het afgelopen weekend eindigde. Tijd voor het opmaken van de balans.

Hoofdklasser Jodan Boys maakte een interessant seizoen door. Spraakmakend waren de bekerwedstrijden met als hoogtepunten de overwinning op Go Ahead Eagles en de wedstrijd tegen Vitesse. In de competitie ging het minder. Afgezien van de laatste weken en een aantal uitschieters was het een beetje kleurloos met een plaats in de middenmoot als resultaat.

Gouda had mooie voornemens, maar door een aantal zeperds tegen laagvliegers en een paar pechgevallen raakte de nacompetitie uit beeld en was een 7e plaats uiteindelijk de beloning. En waar blijft die echte spits!

Olympia was een geval apart. Thuis werd maar liefst acht keer verloren! Waarom buitenshuis wel vaak werd gewonnen is voor mij een raadsel. Laten we het slechte veld aan de Bodegraafsestraatweg maar de schuld geven, hoewel dat geen sterk argument is vrees ik.

DONK verraste vorig jaar vriend en vijand door via de nacompetitie te promoveren, maar het verblijf in de 2e klasse was van korte duur. Vanaf het begin verkeerde DONK dit jaar in de onderste regionen. Even leek er nog een Houdini ontsnapping te komen, maar uiteindelijk degradeerde het team roemloos. Jammer.

Maar we eindigen positief want ONA presteerde het om dit seizoen voor de 2e achtereenvolgende keer kampioen te worden en vanuit de kelder van West II op te klimmen naar de 2e klasse. Een uitstekende prestatie en ik ben benieuwd naar het nieuwe seizoen.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
14mei/170

Dat ene woord

Het is zondagmorgen vroeg. Het zonnetje schijnt en de bomen begroeten vrijwel geruisloos de nieuwe dag. In Rotterdam vraagt men zich vertwijfeld af of 14 mei 2017 als een legendarische dag de geschiedenis in zal gaan.

Even terug in de geschiedenis. In Arnhem wordt op 14 mei 1892 voetbalclub Vitesse opgericht. Op 14 mei 1900 worden de Olympische Spelen in Parijs geopend. De spiksplinternieuwe bondscoach Dick Advocaat wint met zijn club Zenit Sint Petersburg de UEFA Cup. En vandaag precies 20 jaar geleden is het groot feest in de Kuip want FC Barcelona wint de Europacup II door Paris Saint-Germain met 1-0 te verslaan. Spaanse vreugde versus Frans verdriet.

Vandaag, 20 jaar na de triomf van FC Barcelona is alle aandacht weer gericht op de Rotterdamse Kuip. ‘Feyenoordsupporter’ ben je niet voor je lol’ luidt een veel gebezigde term en dat hebben we de afgelopen week kunnen merken. Wat je ook deed, op de een of andere manier kwam dat ene woord Feyenoord ter sprake. Mensen waarvan ik niet dacht dat ze in sport geïnteresseerd waren kwamen woorden te kort om over het gebeuren van a.s. zondag te praten. Ik was gisteren bij de wedstrijd Jodan Boys – Hoek en daar was menigeen niet geïnteresseerd in het verloop van die wedstrijd maar keek men al verlangend naar de zondag uit.

Bij veel door de wol geverfde supporters zijn de tranen van het verlies van vorige week nog niet opgedroogd. Met angst en beven wordt uitgekeken naar vandaag. Ik ken supporters die al dagen woelend en met het klamme zweet op het voorhoofd de nachten doorbrengen. Lee Towers repeteert zich een slag in de rondte om vandaag zonder stotteren ‘zijn’ evergreen ‘You’ll never walk alone’ te laten schallen.

Zondagmiddag half 3. De aftrap. ‘It’s now or never’ om met Elvis Presley te spreken. Het is de kans om 18 jaar min of meer frustrerende jaren een halt toe te roepen. Ook veel Goudse voetballiefhebbers zullen vanmiddag naar Rotterdam zijn vertrokken om hiervan getuige te kunnen zijn. De wedstrijd van Olympia is zelfs vervroegd om de Olympianen de kans te geven naar de tv te kijken. Begrijpelijk want er had anders geen hond langs de lijn gestaan. Ook clubliefde kent zijn grenzen.

Afijn, u weet inmiddels hoe het is afgelopen. De Kuip is ontploft en dreunt op zijn grondvesten, maar gelukkig zijn de plannen voor een nieuw stadion goedgekeurd. Volwassen mannen en vrouwen vallen elkaar huilend van vreugde in de armen. Achttien jaar ellende wordt de komende uren en dagen met ongetwijfeld heel veel drank weggespoeld. ‘We gaan Europa in’ en ‘Laat Chelsea, Real Madrid, Bayern München, Juventus en Barcelona de borst maar nat maken’ wordt uit volle borst door het legioen gezongen. Lee Towers is van pure emotie de tekst van zijn lijflied vergeten, maar een kniesoor die daar op let. Op zo’n glorieus moment is voor de supporters zelfs een Amsterdamse schlager van Andre Hazes nog te pruimen.

De avond valt over Rotterdam. Het vuurwerk is gedoofd. De laatste supporters keren huiswaarts om zich morgen weer op een volle Coolsingel te melden. De droom is eindelijk uitgekomen. Rood en wit overheerst het straatbeeld. Tattooshops krijgen het weer druk want nu is het echt weer. YES! Feyenoord is even top of the bill. En nu maar hopen dat randdebielen de zaak weer niet gaan verpesten.

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties
9mei/170

Blues of the legends – Hoodoo Monks

Hoodoo Monks is een Brabants bluestrio uit Helmond en Eindhoven. De band, die nu zo’n drie jaar bij elkaar is bestaat uit zanger-mondharmonicaspeler Erik van Tilburg (Papa T), gitarist Benito Berndsen (BB Burnette) en drummer Peter van der Zanden (Pit Maypole). Van Tilburg is voormalig drummer van The Vibrones en The Hummingbirds schakelt na 15 jaar drummen over op de mondharmonica. The Hoodoo Monks treden zo’n 40 keer per jaar op.

Na hun demo cd Black Mambo Boogie, verscheen onlangs Blues of the legends, het eerste echte album van Hoodoo Monks, dat in één dag werd opgenomen. Op dit album, de titel zegt het al, brengen de Brabanders een ode aan hun helden, voornamelijk Chicago bluesmannen uit de late jaren ‘50 van de vorige eeuw. Op de cover van het album staan prominent de gezichten van Muddy Waters, Howlin’ Wolf, Little Walter en Willie Dixon, door zanger Erik van Tilburg ‘De rat pack van de blues’ genoemd.

Blues of the legends begint met een swingende versie van R.L. Burnside’s See my jumper en hier is voor het eerst de scheurende mondharmonica te horen, gevolgd door Dust my broom van Elmore James met een vuige slide. Hoodoo man van Jr. Wells begint met ferme drumroffels, waarna de vette gitaar en de huilende mondharp het geheel overnemen, ondersteund door stampende drums. De band davert verder met de stomende boogie Shake it baby van John Lee Hooker en bij de Willie Dixon compositie Evil is going on slaat de damp er af. Het tempo wordt er flink in gehouden met Howlin’ Wolf’s Commit a crime en een swingende versie van de Muddy Waters klassieker Mojo working, met de backing vocals van Burnette en Maypole naast de rauwe stem van Papa T. Bij It’s too late brothers is het net of je de originele vertolker Little Walter hoort. Het trio houdt de vaart er flink in met See her do the do en John Lee Boogie. Van Tilburg blaast zijn harp bijna aan flarden, Maypole ranselt zijn drums en met het strakke gitaarwerk is ook niets mis. Mellow down easy van Little Walter is een fantastische energieke afsluiter.

Conclusie: Blues of the legends bevat rauwe authentieke elektrische Chicago blues van een energieke band. Heerlijk om naar deze eigen(tijdse) interpretaties van de blues van de klassieke helden te luisteren. Keihard draaien s.v.p.

Tracks:

  1. See my jumper
  2. Dust my broom
  3. Hoodoo man
  4. Shake it baby
  5. Evil is going on
  6. Commit a crime
  7. Mojo working
  8. It’s too late brothers
  9. See her do the do
  10. John Lee boogie
  11. Mellow down easy

 

8mei/170

Novum – Procol Harum

Ik neem u even een halve eeuw mee terug in de tijd naar mei 1967. Ik weet niet meer precies waar ik was toen ik deze plaat voor het eerst hoorde, maar ik weet nog wel dat ik totaal verbijsterd was. Die verpletterende hammondorgeltonen, die gedragen zang en die tekst waar ik helemaal niets van begreep. A whiter shade of pale, de debuutsingle van de Britse band Procol Harum, die in juni 1967 in één klap op de eerste plaats van de Veronica Top 40 terecht kwam. Uiteraard meteen naar de platenwinkel gerend om deze plaat te kopen en om hem daarna meer dan grijs te draaien.

Met A whiter shade of pale wordt Procol Harum wereldberoemd en heeft in de jaren 60 en 70 veel succes. De bekendste leden zijn Gary Brooker (zang, piano), Matthew Fischer (hammondorgel), Robin Trower (gitaar) en tekstschrijver Keith Reid. De band ondergaat in de loop der jaren de nodige personele wisselingen. Het vertrouwde Hammondgeluid verdwijnt in 1977 op het album Something magic en dat wordt door de fans niet in dank afgenomen. Procol Harum valt in datzelfde jaar uiteen.

Procol Harum wordt in 1991 heropgericht, gaat toeren en brengt weer albums uit. Ook Matthew Fischer en Robin Trower zijn dan weer van de partij, maar snel daarna komen er weer wisselingen in de bezetting. Ik heb Procol Harum één keer zien en horen optreden. Ook al weer bijna 10 jaar geleden op vrijdag 16 november 2007 in de Goudse Schouwburg. Een fantastisch optreden.

Vorige maand verscheen er na 14 jaar weer een nieuw album van Procol Harum. Dat het zo lang duurde heeft o.a. te maken met de juridische problemen over de rechten van A whiter shade of pale. Op dit 12e studioalbum, Novum, zijn voor het eerst geen composities van Keith Reid te horen. De meeste teksten zijn nu van de hand van Pete Brown, o.a. bekend van grote hits van Cream (I feel free, White room, Sunshine of your love). Novum is geproduceerd door Dennis Weinreich.

Het openingsnummer I told you begint met serene pianoklanken maar gaat daarna rockend verder. Last chance motel is een stevige ballad, met een mooie tinkelende pianosolo. De eerste orgeltonen van Image of the beast doen me denken aan hun grote hit Quite rightly so uit 1968. In dit nummer herken ik ook elementen van Steely Dan. Een lekker bluesy rocker met een mooie pianosolo achter de  orgeltonen en lekker gitaarwerk. Dat Gary Brooker nog steeds een stem als een dijk heeft bewijst hij in de schitterende ballad Soldier. Don’t get caught is weer een stevige rockballad met een prachtige orgelsolo. Vrolijke gitaren, een accordeon en uitbundige backingvocals zijn te horen in Neighbour. Het prijsnummer is Sunday morning, een schitterende ballad met strijkers die herinneringen oproept aan hun hit Salty dog uit 1969. Hierna rockt Procol Harum er weer lustig op los in de bluesy rockers Businessman en Can’t say that met lekker gitaar- en orgelwerk. De ballad The only one kan wedijveren met hun grote hit Homburg van een halve eeuw geleden. Gary Brooker sluit solo met zijn gedragen zang en pianospel in stijl af met Somewhen

Conclusie: Procol Harum is na een halve eeuw nog zeer vitaal en herkenbaar en heeft met Novum weer een mooie exemplaar aan hun catalogus toegevoegd.

Tracks:

  1. I told on you
  2. Last chance motel
  3. Image of the beast
  4. Soldier
  5. Don’t get caught
  6. Neighbour
  7. Sunday morning
  8. Businessman
  9. Can’t say that
  10. The only one
  11. Somewhen

Line up:

  • Gary Brooker – zang, piano, accordeon
  • Josh Phillips – orgel, zang
  • Geoff Whithorn – gitaar
  • Matt Pegg – bas
  • Geoff Dunn – drums