Gerritschinkel.nl Columns & meer

30okt/230

Old Californio – Metaterranea

Old Californio is een countryrockband o.l.v. singer-songwriter Rich Dembowski uit Zuid-California. Hun platendebuut Along the cosmic Grass verschijnt in 2007. In hun ruim 16-jarige bestaan heeft de band nu zes albums uitgebracht. Het zesde album Metaterranea verschijnt deze maand. Het album is opgenomen in Bonsai Universe Studio in Rosemead, California. De tien nieuwe songs op Metaterranea zijn geschreven door Rich Dembowski.

Old kings road is de melodieuze uptempo countryrocker met een fraaie lap steel van Paul Lacques en een wervelende keyboard- en gitaarsolo. De ballad Come undone, met heerlijk pianospel van Jon Niemann en de slide van Woody Aplanalp, roept herinneringen op aan de sound van The Band. In het ‘slepend’ gezongen The swerve speelt Dembowski lekkere solo’s op zijn string maudal gitaar. Dembowski’s zang is ingetogen, naast de swingende lapsteel en de conga, in het akoestische Timeless things. Destining again is een midtempo countryrock song, met felle gitaarsolo’s, strak drumwerk van Justin Smith en fraaie harmonieen. Het akoestische Weeds (wildflowers) wordt schitterend opgeluisterd door de contrabas van Corey McCormick, de omfloerste drum van Lon Hayes en de nylon string gitaarlicks van Aplanalp. Het fel rockende The seer zou ook op het repertoire van Neil Young en Crazy Horse kunnen staan. De mooie bariton van Dembowski is weer prachtig in het akoestische, enigszins psychedelische Tired for a sea. Het sobere drumwerk van Anthony Logerfo en de contrabas van McCormick zijn ook hier weer een lust voor het oor. Prettig zijn de harmonieen in het harmonieuze Through the days (and past all nights). Just like a cloud is een voortreffelijke afsluiter. Keyboards, de sterkte ritmesectie Logerfo – McCormick en het nummer eindigt met een lange snijdende gitaarsolo van Aplanalp.     

Conclusie: Metaterranea is een prima album.

Tracks cd:

  1. Old kings road
  2. Come undone
  3. The swerve
  4. Timeless things
  5. Destining again
  6. Weeds (wildflowers)
  7. The seer
  8. Tired for a sea
  9. Through the days (and past all nights)
  10. Just like a cloud

Line-up:

  • Rich Dembowski – lead zang, gitaar, bas (track 1,2,5,7,9), string maudal gitaar (track 3)
  • Woody Aplanalp – gitaar, backing vocals, nylon string gitaar (track 6), lapsteel (track 4), slide gitaar (track 2)
  • Jon Niemann – keyboards, piano, bells
  • Justin Smith – drums (track 1.2.5.7.9), backing vocals (track 2,5,9)
  • Jason Chesney – backing vocals (track 5,6,9)
  • Paul Lacques – lapsteel (track 1,7)
  • Anthony Logerfo – drums (track 3,8,10)
  • Lon Hayes – drums (track 6)
  • Corey McCormick – bas (track 3,4,6,8,10)
  • Andres Rentaria – conga (track 4)
25okt/230

Rod Picott – Starlight tour

De Amerikaanse singer-songwriter Rod Picott is op 3 november 1964 geboren in New Hampshire. Als kind verhuist hij naar South Berwick in Maine. Op school raakt hij bevriend met Slaid Cleaves, waarmee hij samen jaren muziek maakt, o.a. in het bandje The Magic Rats. In 2000 schrijven ze het nummer Broke down, dat veel gedraaid wordt op de americana zenders in de VS. Het succes hiervan leidt er toe dat Picott zijn baan in de bouw opgeeft om zich volledig aan de muziek te wijden. In 2001 verschijnt zijn debuutalbum Tiger Tom Dixon’s Blues. Picott is dan inmiddels verhuisd naar Nashville Tennessee. Collega’s als Ray Wylie Hubbard, Fred Eaglesmith en Slaid Cleaves hebben songs van Picott opgenomen.

Deze maand verschijnt er weer een nieuw album van Rod Picott, Starlight tour, opgenomen in Skinny Elephant in Nashville, Tennessee, en geproduceerd door Neilson Hubbard, die ook drums en percussie speelt op het album.

Met Next man in line, een song over de vergankelijkheid en het jachtige bestaan, wordt het album lekker ritmisch geopend. Strak is de ritmesectie in het rauwe Tom Waits achtige Digging ditches. Sober en mooi ingetogen gezongen is daarna Television preacher. Iets meer tempo komt er in A puncher’s chance, een opgewekte song over de mogelijkheden om succesvol te zijn in het leven.

Combine, met de mooie repeterende zin ‘All I need is more harvest from this old combine, is een rustige song met mandoline en pedal steel. In het vrolijke Homecoming queen blikt Picott terug op zijn jeugdromen (everybody wants to dance with the queen). In het akoestisch en enigszins fluisterend gezongen titelnummer Starlight tour stelt Picott dat je niet kunt ontsnappen aan de huid waarin je zit. Een prachtig nummer!. Het uptempo en heel fraai geinstrumenteerde Wasteland, is een heerlijki nummer over de woeste heuvels van Georgia. Pelican bay vertelt het emotionele verhaal van een uit Viet goddamn Nam teruggekeerde militair en zijn vrouw Mary. Time to let go of your dream is het indrukwekkende slotnummer waarin een sprankje hoopt wordt geschetst.

Conclusie: Rod Picott stelt eigenlijk nooit teleur. Met Starlight tour heeft hij zijn oeuvre weer met een parel uitgebreid.

Tracks cd:

  1. Next man in line
  2. Digging ditches
  3. Television preacher
  4. A puncher’s chance
  5. Combine
  6. Homecoming queen
  7. Starlight tour
  8. Wasteland
  9. Pelican bay
  10. Time to let go of your dream

Line-up

  • Rod Picott – zang, akoestische gitaar
  • Juan Solorzano – elektrische en akoestische gitaar, pedal steel, piano, glockenspiel, trompet
  • Lex Price – bas, mandoline
  • Neilson Hubbard – drums, percussie
24okt/230

Sean Taylor – Short stories

Sean Taylor (29 december 1983) is een Britse singer-songwriter uit Londen. Hij toerde door het Verenigd Koninkrijk (hij speelde o.a. vier keer op het Glastonbury Festival) en Europa. Hij was support act van Robert Cray, Tony Joe White, Richard Thompson, John Fogerty, The Neville Brothers, George Benson, Tom Paxton, Eric Bibb, June Tabor, John Mayall en The Band of Horses. Zijn debuutalbum Corrugations verscheen in 2006. Dit jaar werd hij genomineerd voor de UK Blues Ward Acoustic Act of the Year.

In augustus jl. verscheen zijn nieuwe album Short stories. Happy days is de relaxte opener met Hammond, bluesy piano en de schorre rappende zang van Sean Taylor. De ballad Snowdonia is een mooie ode aan de schoonheid van de natuur met piano en pedal steel. Wildflower is een ingetogen gezongen pianoballad. De ballad Open your heart to love, met een fraaie contrabas, is een pleidooi voor de liefde. Mona Lisa, met boogiewoogie piano en een mondharpsolo is het verhaal over het gestolen schilderij van Leonardo da Vinci, waar Picasso van werd beschuldigd. Set me free is een mooi liefdesliedje met piano, akoestische gitaar en pedal steel. Op Gravestones is een gastrol voor Basia Bartz op viool, naast de schorre zang en tinkelende pianoklanken. In Sweet Maria vallen de   percussie en de Hammond op. The letter is een uptempo blues met mondharmoncia. Het slotnummer Be cool duurt bijna 7 minuten. Een sfeervol, relaxt en jazzy nummer met gefluisterde en gesproken zang, piano en fraaie trompetsolo’s.

Conclusie: Short stories is een heerlijk sfeervol album.

Tracks cd:

  1. Happy days
  2. Snowdonia
  3. Wildflower
  4. Open your heart to love
  5. Mona Lisa
  6. Set me free
  7. Gravestones
  8. Sweet Maria
  9. The letter
  10. Be cool

Line-up:

  • Sean Tayjor – zang, gitaren, piano, harmonica
  • Ben Walker – gitaren en elektrische piano
  • Mike Seal – contra bas
  • Paulina Szczepaniak -  percussie
  • Justin Carroll – Hammond
  • Joe Harvey Whyte – pedal steel
  • Eric Lounsbury – trompet
  • Basia Bartz - viool
22okt/230

The Rolling Stones – Hackney diamonds

De fans hebben er heel lang op moeten wachten, maar eindelijk is er na 18 jaar weer een album van The Rolling Stones met nieuw materiaal verschenen. Het laatste album met eigen materiaal was A bigger bang (2005). Hun meest recente album Blue & lonesome (2016) bevatte louter bluescovers.

Maar nu is er dus, na een zeer uitgebreide en uitgekiende wereldwijde publiciteitscampagne, Hackney diamonds, wereldwijd op 20 oktober uitgebracht. Over de totstandkoming van dit album en waarom het zo lang heeft geduurd is de afgelopen weken zoveel geschreven dat ik dit hier maar achterwege laat. Op Hackney diamonds maakt een aantal gerenommeerde artiesten als Stevie Wonder, Paul McCartney, Elton John en Lady Gaga hun opwachting. Op twee songs is de twee jaar geleden overleden drummer Charlie Watts nog te horen en ook voormalig bassist Bill Wyman speelt op een nummer bas. En de rol van de jonge Amerikaanse producer Andrew Watt (33) is een zeer belangrijke. Watt krijgt ook de credits, naast Jagger en Richards, van drie songs. 

Het 24e studioalbum opent met Angry, dat in september als eerste single werd uitgebracht. Een energieke en typische Stones rocker met de knallende drums van Steve Jordan en een Mick Jagger in vocale topvorm. Get close heeft die typische Stones gitaarsound, Elton John op piano en een vette saxsolo van James King. Het tempo zakt in de prachtige ballad Depending on you, waarmee de Stones de richting van de country opgaan. De zang van Jagger is weer uitstekend (‘too young to die, to old to live’). Mooi akoestisch gitaarwerk en een zeer fraaie slide van Ron Wood. Bite my head off is een agressieve punkachtige rocker met een striemende gitaarsolo en Paul McCartney met zijn soms overstuurde grommende basspel. Whole wide world is een doordenderende venijnige rocker waar de Stones patent op hebben. Messcherpe gitaarsolo’s en een ‘jagende’ drummer. Jagger is vocaal weer in topvorm in het schitterende Dreamy skies met gospelinvloeden, fraai veelal ingetogen gitaarwerk, Hammond en mondharp. Mess it up is een felle melodieuze rocker met het kenmerkende swingende en strakke drumwerk van Charlie Watts. Charlie Watts is ook aanwezig op de vette gitaarrocker Live by the sword. Bill Wyman speelt bas zodat de originele ritmetandem even in ere is hersteld. Elton John tinkelt weer op de piano en Wood perst een splijtende solo uit zijn gitaar. De Stones in topvorm. De eerste gitaarlicks van het midtempo Driving me too hard doen me denken aan Tumblin’ dice. Keith Richards mag op dit album ook weer op een song de leadzang voor zijn rekening nemen. Hij is nog aardig bij stem in Tell me straight, dat vertrouwd klinkt in het verlengde van songs als Slipping away en This place is empty van vorige Stones albums. Dan het absolute hoogtepunt van het album, het ook op single uitgebrachte Sweet sounds of heaven. Een wonderschone gospel met Stevie Wonder op piano en Moog, Matt Clifford op B-3, maar vooral de fantastische zang van Mick Jagger en Lady Gaga. Een Stones klassieker in wording. Ruim zeven minuten puur genieten. In het slotnummer gaan de Stones terug naar hun begintijd met Rolling Stone blues. De Rolling Stones ontlenen hun naam aan deze klassieker van Muddy Waters uit 1950. Een indrukwekkende rudimentaire blues met Richards op gitaar en Jagger zang en mondharmonica. Is hiermee de cirkel rond?

Conclusie: Het lange wachten was de moeite waard. Op Hackney diamonds laten The Rolling Stones horen dat ze nog springlevend zijn. Een uitstekend album. Hopelijk hoeven we weer niet zo lang te wachten op nieuw werk, maar als dit het laatste album is dat deze legendarische band heeft gemaakt, dan hebben ze wel knallend afscheid genomen.

Tracks cd:

  1. Angry
  2. Get close
  3. Depending on you
  4. Bite my head off
  5. Whole wide world
  6. Dreamy skies
  7. Mess it up
  8. Live by the sword
  9. Driving me too hard
  10. Tell me straight
  11. Sweet sounds of heaven
  12. Rolling Stone blues

Line-up

  1. Mick Jagger – zang, backing vocals, gitaar, percussie, mondharmonica
  2. Keith Richards – gitaar, bas, backing vocals, zang (track 10), piano
  3. Ronnie Wood – gitaar, bas, backing vocals
  4. Charlie Watts – drums (track 7,8)
  5. Bill Wyman – bas (track 8)
  6. Steve Jordan – drums
  7. Matt Clifford – (Wurlitzer, Rhodes) piano, B-3, 
  8. Elton John – piano (track 2,8)
  9. Lady Gaga – zang (track 11)
  10. Paul McCartney – bas (track 4)
  11. Stevie Wonder – piano, Moog (track 11)
  12. Andrew Watt – backing vocals, percussie, bas, gitaar
  13. James King – saxofoon (track 2, 11)
  14. Ron Blake – trompet (track 2, 11)
  15. Karlos Edwards – percussie (track 2, 7)
  16. Benmont Tench – Hammond (track 3, 6)
18okt/230

Brent Cobb – Southern star

De Amerikaanse singer-songwriter Brent Cobb is geboren op 1 augustus 1986 in Americus, Georgia, maar groeit op in de nabijgelegen stad Ellaville. Als tiener is Cobb frontman van de lokale band Mile Marker 5. Op zijn 16e geeft hij zijn neef en producer uit Los Angeles Dave Cobb een demo-cd. Met zijn neef Dave neemt Brent Cobb in 2006 in Los Angeles zijn debuutalbum No place left to leave op. Na enige tijd keert Cobb weer terug naar Georgia en verhuist hij in 2008 naar Nashville, Tennessee, alwaar hij een songwriterscontract krijgt. Hij schrijft songs voor meerdere artiesten zoals Luke Bryan, David Nail, Kellie Pickler, Kenny Chesney en Miranda Lambert. Hij toert en opent o.a. voor gevestigde sterren als Blake Shelton, Sara Evans en is speciale gast van Chris Stapleton tijdens diens All American Roadshow Tour.

In september jl. verscheen Southern star, het 5e album van Brent Cobb. Het album is opgenomen in de legendarische Capricorn Sound Studios in Macon, Georgia.

Het album opent lekker ontspannen met het titelnummer Southern star, gevolgd door meeslepende J.J. Cale achtige laidback in It’s a start. Livin’ the dream is licht funky met keyboards en flarden mondharmonica. Cobb’s vrouw Layne schreef Patina, een mooi zacht en ingetogen gezongen liedje.

Het rockende gospelachtige ‘On’t know when wordt zeer fraai opgeluisterd door de achtergrondzang van het plaatselijke koor The Boswellz. De zoete mondharp is weer te horen in het rustige melodieuze Kick the can. Steviger wordt het daarna in het funky Devil ain’t done met de groovy mondharp van Chris Hicks. When country came back to town is met ruim vijf minuten het langste nummer. In dit nummer, dat ook op single is uitgebracht, brengt Cobb een ode aan alternatieve countryartiesten als Sturgill Simpson, Margot Price, Brandi Carlile en Jason Isbell. Het prijsnummer van dit album!

Miss Ater, geschreven door singer-songwriter Sally Jaye uit Georgia, vertelt het droevige verhaal van een eenzame vrouw in een verlaten stad. De begeleiders zijn hier in topvorm. Het slotnummer is Shade tree, alleen akoestische gitaar en zeer ingetogen zang met een zachte mondharmonica op de achtergrond.   

Conclusie: Southern star is een mooi verfijnd album waar ik met veel plezier naar kan luisteren.

Tracks cd:

  1. Southern star
  2. It’s a start
  3. Livin’ the dream
  4. Patina
  5. ‘On’t know when
  6. Kick the can
  7. Devil ain’t done
  8. When country came back to town
  9. Miss Ater
  10. Shade tree

Line-up

  • Brent Cobb – akoestische gitaar, zang, backing vocals
  • Charlie Gilbert – elektrische gitaar
  • Leroy Wilson – drums
  • Miles Landrum – bas
  • Josh Morningstar, Sally Jave, The Boswellz – backing vocals
  • Chris Hicks – harmonica
  • Jimmy Matt Rowland – keyboards
  • Rob Sumowski – percussie
  • Oran Thornton – backing vocals
15okt/230

The Handsome Family – Hollow

The Handsome Family is een Amerikaans alternatief country duo dat gevormd wordt door het echtpaar Brett en Rennie Sparks. De band wordt opgericht in 1993 in Chicago. Het echtpaar woont tegenwoordig in Albuquerque, New Mexico.

Het duo schrijft hun eigen liedjes, Rennie de teksten en Brett de muziek. De teksten van Rennie tonen een affiniteit met het literaire genre American gothic en fatalistische elementen uit vroege country- en folkmuziek. Brett omschrijft hun muziek als ‘Western gothic’, oftewel muziek geïnspireerd door de verlaten winkelcentra van de woestijn van Amerika, waar gebarsten bestrating glinstert van de hitte en doornig onkruid langzaam het land terugwint. In 1994 verscheen hun debuutalbum Odessa.

Op 8 september jl. verscheen na 7 jaar weer een nieuw album van The Handsome Family, Hollow, het 11e studioalbum van het duo. De 11 songs gaan over de romantiek van de brede rafelranden van de Amerikaanse samenleving, de leegte na dynamiek en de verlatenheid na de materialistische razernij.  

In het openingsnummer, de slepende ballad Joseph, met sprankelende piano en de diepe bariton is meteen de typische vertrouwde sound van The Handsome Family te horen. Het lome Two black shoes kabbelt voort met een groove van drums, bas en piano. Het ‘huppelende’ The king of everything is een melodieuze en vrolijke song. Sprankelend is het pianospel weer in het heerlijk met bas, drum en gitaar opgeluisterde Skunks. De prachtige diepe bariton van Brett is te horen in The oldest water, met een mooie bijdrage van Dave Gutierrez op mandoline. Mothballs is een ingetogen song met piano en ‘gedragen’ zang. Dromerig is de zang van de wals Shady lake met banjo en piano. Iets meer tempo zit er in To the oaks, met fraaie drumbeat en enigszins overstuurde gitaarlicks. Strawberry moon, een song vol mijmeringen, is een wonderschoon nummer met vibrafoon. Fraai zijn de pedalsteel en de harmoniezang in Invisable man. Het slotnummer, het walsende slaapliedje Good night, met pedalsteel en glockenspiel is pure country.

Conclusie: Hollow is een uitstekend album van de vertrouwde kwaliteit die we van The Handsome Family gewend zijn.

Tracks cd:

  1. Joseph
  2. Two black shoes
  3. The king of everything
  4. Skunks
  5. The oldest water
  6. Mothballs
  7. Shady lake
  8. To the oaks
  9. Strawberry moon
  10. Invisable man
  11. Good night

Line-up:

  • Brett Sparks – zang, gitaren, keyboards
  • Rennie Sparks – zang, banjo, bas
  • Alex McMahon – gitaar
  • Jason Toth – percussie
  • Dave ‘Guts’ Gutierrez – mandoline (track 5)
13okt/230

Dick van Altena en Johan Jansen – Pure country and more

Singer-songwriter-gitarist Dick van Altena (1957, Oosterhout) loopt al heel wat jaartjes rond in de muziekscene. Van 1977 tot 2005 was hij lid van de countrygroep Major Dundee. Daarnaast bracht hij ook een aantal soloalbums uit. Verder schreef hij nummers voor o.a. Henk Wijngaard, Mooi Wark, Saskia & Serge en Toni Willé (Pussycat), en werkte ook samen met tex-mex accordeonist Flaco Jiménez. In 2017 werd Dick van Altena voor zijn muzikale verdiensten benoemd tot lid in de Orde van Oranje Naussau. 

De eveneens in 1957 in Oosterhout geboren pedalsteelgitarist Johan Jansen werkt(te) met veel (internationale) muzikanten als Heather Myles, South Mountain, Lucille Starr en Dale Watson. Als sessiemuzikant werkte hij met Kadanz, BZN en Skik en speelt hij o.a. ook in de countryformatie Cash On Delivery.

Onlangs verscheen van Dick van Altena en Johan Jansen het album Pure country and more. De 12 songs op dit album waren oorspronkelijk bedoeld als lesmateriaal voor de studenten van Jansen. Hij vroeg aan van Altena om de songs in te zingen. De platenmaatschappij was zo enthousiast dat besloten is om de songs op cd uit te brengen.

Met de prachtig gezongen en van een slepende pedalsteel voorziene Bobby Bare song 500 Miles opent het album. Release me was een grote hit van Engelbert Humperdinck en van  Altena en Jansen

toveren deze tearjerker om in de pure countryversie. Mooi zijn de zang en de pedalsteel daarna in het van o.a. George Jones en Elvis Costello bekende Good year for the roses. One day at a time is een praise song van de Indonesische actrice en zangeres Meriam Bellina. In Neil Diamond’s Song song blue is de slepende pedalsteel weer prominent. De zang van van Altena komt in de Jim Reeves klassieker He’ll have to go verrassend dicht in de buurt van die van Reeves. Sober en ingetogen is Have you ever seen the rain, een van de vele grote hits van Creedence Clearwater Revival. Detroit city (Bobby Bare, Tom Jones), kabbel een beetje voort. Een verrassende cover is Words van The Bee Gees. Vooral door de heerlijke pedalsteel toveren de heren hier een fraaie countryversie tevoorschijn. Iets meer tempo is er in I recall a gypsy woman van Don Williams. De pedalsteel aan het slot is weer zeer fraai. Het van Ronnie Milsap en ook o.a. van Ray Price bekende Don’t you ever get tired of hur is weer een regelrechte tearjerker met een slepende pedalsteel en tinkelende pianoklanken. Het album wordt in stijl afgesloten met de countryballad Sing me back home, de grote hit van Merle Haggard.

Conclusie: Met het album Pure country and more bewijzen Dick van Altena en Johan Jansen dat ze terecht om hun grote kwaliteiten worden geprezen.

Tracks cd:

  1. 500 Miles
  2. Release me
  3. Good year for the roses
  4. One day at a time
  5. Song song blue
  6. He’ll have to go
  7. Have you ever seen the rain
  8. Detroit city
  9. Words
  10. I recall a gypsy woman
  11. Don’t you ever get tired of hur
  12. Sing me back home
4okt/230

Willie Nelson – Bluegrass

Singer-songwriter Willie Nelson weet echt niet van ophouden. De op 29 april 1933 in Abbott, Texas, geboren en in Forth Worth, Texas opgegroeide Red Headed Stranger vierde in april van dit jaar zijn 90e! verjaardag. Maar met grote regelmaat verschijnen er nieuwe albums. In april jl. verscheen I don’t know a thing about love, een album waarop hij een ode brengt aan de Amerikaanse singer-songwriter Harlan Howard. Medio september verscheen zijn 74e(!) studioalbum Bluegrass. De titel zegt het al, een album waarop Nelson zijn klassieke songs met een prachtige bluegrasssaus overgiet. Willie speelt op dit album geen gitaar, Trigger blijft in de koffer, en neemt alleen de leadzang voor zijn rekening. Het album is ook nu weer geproduceerd door Buddy Cannon.

Het album gaat met het uit 1998 stammende No love around vrolijk uptempo van start. De band mag zich nu al helemaal uitleven. In de countryballad Somebody pick up my pieces (album Theatro uit 1998) vraagt de melancholische viool van Aubrey Haynie alle aandacht, naast de dobro van Rob Ickes en de mooie harmonieen. In het door Nelson en Waylon Jennings geschreven A good hearted woman (1972) soleert de band er weer heerlijk op los. Dat Willie Nelson nog goed bij stem is bewijst hij o.a. in de tearjerker Sad songs and waltzes (album Shotgun Willie uit 1973). Mooi is zijn zang ook in de ballad Home motel (album Here’s Willie Nelson uit 1963). Heerlijk zijn de harmonieen in de melancholische ballad You left me a long, long time ago (1964). Na Yesterday’s wine, Nelson’s grote hit uit 1971, vestigt Barry Bales met zijn contrabas de aandacht op zich in de single Bloody mary morning (1974). In het uptempo Slow down old world (Shotgun Willie uit 1973) trilt de stem van Willie enigszins. Prachtig zijn de diverse solo’s daarna weer in Still is still moving to me (album Across the borderline uit 1993). Willie’s grote hit uit 1980 On the road again ontbreekt uiteraard niet. Man with the blues is het oudste liedje van Willie Nelson. Deze single uit 1959 wordt omgetoverd in een prachtige bluegrassversie.

Conclusie: Het album Bluegrass is een sprankelende kruisbestuiving tussen country en bluegrass. Willie Nelson heeft met zijn fantastische begeleiders een zeer prettig in het gehoor liggend album afgeleverd.

Tracks cd:

  1. No love around
  2. Somebody pick up my pieces
  3. A good hearted woman
  4. Sad songs and waltzes
  5. Home motel
  6. You left me a long, long time ago
  7. Yesterday’s wine
  8. Bloody Mary morning
  9. Slow down old world
  10. Still is still moving to me
  11. On the road again
  12. Man with the blues

Line-up:

  • Willie Nelson – zang
  • Barry Bales – contrabas
  • Ron Block - banjo
  • Aubrey Haynie – viool
  • Rob Ickes – dobro
  • Josh Martin – akoestische gitaar
  • Mickey Raphael – mondharmonica
  • Seth Taylor – mandoline
  • Bobby Terry – akoestische gitaar, gut string gitaar
  • Dan Tyminski - mandoline
  • Wyatt Beard – backing vocals
  • Buddy Cannon – backing vocals
  • Melonie Cannon – backing vocals
2okt/230

Track Dogs – Blind summits & hidden dips

Track Dogs is een muziekkwartet bestaande uit twee Ieren (Garnett Wall en Dave Mooney), een Engelsman (Howard Brown) en een Amerikaan (Robbie K. Jones). De naam Track Dogs is afgeleid van de donkere ondergrondse wereld van het metrosysteem van New York.

Track Dogs is in 2006 opgericht in Madrid, waar ze ook gevestigd zijn. Het begon met akoestische gitaar, elektrische bas, trompet en Cajon (een soort handtrom), maar in de loop der jaren werden banjo, ukelele en mandoline aan het instrumentarium toegevoegd. De vierstemmige vocale harmonieen vormen een integraal onderdeel van hun sound.

Track Dogs voelt zich goed thuis op diverse festivals zoals Americana Music Madrid, Electric Picnic Ierland, Grand Northern Ukelele Festival, Shrewsbury Folk Festval, Folk Alliance International, SXSW en Cork Jazz Festival.

Track Dogs rust niet op hun lauweren want ze hebben het afgelopen 1½ jaar maar liefst drie albums uitgebracht.  Het derde album in deze reeks, Blind summits & hidden dips verschijnt op 6 oktober.

Het openingsnummer The way of things brengt je met Spaanse gitaar, Cajon en trompet meteen in mediterrane sferen. Cover your tracks is een song waarin de prachtige samenzang een lust voor het oor is. De o.a. van The Blues Brothers bekende saxofonist Lou Marini blaast met zijn saxsolo ’s de funky blues Be your silver bullet naar grote hoogten. De banjo beheerst de snelle bluegrass Water the lawn. Bill Monroe zou dit nummer ongetwijfeld hebben kunnen waarderen. Fraai zijn de harmonieen weer in Peace inside, met gastrollen voor Adrianne Wininsky op cello en Chris Demetriou op viool. Na Play nice, met vibrafoon, ukelele en trompet is het met de banjo van Jones rockabilly en bluegrass wat de klok slaat in Sleep with one eye open, een cover van bluegrasspionier Lester Flatt (1914-1979). In het ‘huppelende’ ska-achtige Strange days zijn de trompetsolo’s van Howard Brown weer fantastisch.

In het door Stevie Nicks van Fleetwood Mac geschreven Rhiannon komen pop en americana samen. Gastzangeres is de jonge Spaanse zangeres Lu Garnet. In het slotnummer Disaster at sea, een gedicht uit 2005 van de op 14 januari 2023 overleden Engelse dichter Les Barker, wordt met prachtige harmonieen een ode gebracht aan deze dichter. Een gastrol is er voor de uit West Yorkshire afkomstige zangeres en multi-instrumentaliste Alice Jones op harmonium.     

Conclusie: Blind summits & hidden dips is een heerlijk album met prachtige zonovergoten liedjes.

Tracks cd:

  1. The way of things
  2. Cover your tracks
  3. Be your silver bullet (feat. Lou Marini)
  4. Water the lawn
  5. Peace inside
  6. Play nice
  7. Sleep with one eye open
  8. Strange days
  9. Rhiannon (feat. Lu Garnet)
  10. Disaster at sea (with Alice Jones)

Line-up:

  • Robbie K. Jones – Cajon (track 1,2,3,4,5,6,8), zang, vibrafoon (track 2,6,8,9), banjo (track 3,4,7,10)
  • Garett Wall – gitaar, Spaanse gitaar (track 1,5,9), zang, ukelele (track 6,8,9)
  • Howard Brown – trompet (track 1,2,3,4,5,6,8,9), zang, Cajon (track 7)
  • Dave Mooney – bas, mandoline (track 1,3,10), zang

Guests:

  • Lou Marini – saxofoon (track 3)
  • Chris Demetriou – viool (track 5)
  • Adrianne Wininsky – cello (track 5)
  • Lu Garnett – zang (track 9)
  • Alice Jones – harmonium (track 10)
24sep/230

Jason Ricci & the Bad Kind – Behind the veil

De Amerikaanse zanger – mondharmonicaspeler is geboren op 3 februari 1974 in Portland, Maine. Op 14-jarige leeftijd begint hij als zanger in punkbands, maar met name zijn moeder stimuleert hem om mondharmonica te gaan spelen. Ricci ontwikkelt zijn techniek door te luisteren naar o.a. Paul Butterfield en Little Walter. In 1995 verhuist hij naar Memphis, Tennessee, en speelt o.a. met David Kimbrough en R.L. Burnside. In dat jaar verschijnt ook zijn debuutalbum Jason Ricci. Ricci speelt ook op albums van o.a. Johnny Winter, Ana Popovic, Walter Trout, Cedric Burnside, Joe Louis Walker en Nick Moss,  Met zijn band New Blood’ toert hij vanaf 2002 zo’n tien jaar door Noord Amerika en Europa.  Tijdens de Blues Music Awards 2010 wordt Ricci uitgeroepen tot ‘Best Harmonica Player’.

In 2013 formeert Ricci zijn nieuwe band Jason Ricci and The Bad Kind. In 2017 komt hun debuutalbum Approved by snakes uit. Eind september verschijnt het nieuwe album van Jason Ricci & the Bad Kind, Behind the veil.

Het openingsnummer Casco Bay begint met een indrukwekkende mondharmonicasolo. Fraai zijn de baslijnen van Jack Joshua en mooi de gitaarsolo van Brent Johnson. Ricci’s echtgenote Kaitin Dibble neemt de vocalen voor haar rekening in 5-10-15 , de New Orleans R&B cover van songwriter Rudy Tooms (1914-1962). Naast de gruizige gitaar valt het strakke drumwerk van John Perkins op. In de instrumental Baked potato tovert Ricci weer een vlammende solo uit zijn mondharp en teistert Johnson zijn gitaar met vlijmscherpe solo’s. Cirque du Soleil is een blues in New Orleans stijl. Wrong kind of easy/Nobody but you, met de jazzy leadvocals van Dibble, begint met een fraai basintro. Het nummer wordt met volle borst ‘uitgeluid’ door de backing vocals. Ain’t she fine, een song van R&B zanger Bobby Rush, krijgt een stevige uitvoering met felle gitaar- en mondharpsolo’s. De bekende bluesstandard St. James infirmary duurt hier maar liefst ruim 8 minuten. Het nummer begint ingetogen, maar halverwege neemt de heftigheid toe om te eindigen met een scheurende mondharpsolo. Why don’t we sleep on it is heerlijke New Orleans R&B met een gastrol van Joe Krown op Hammond B-3. Terrors of nightlife, is een compositie van Dax Riggs, voorman van de jaren ’90 metal band Acid Bath. Uitbundig is de zang in deze bluesballad met duozang in het refrein en na de verpletterende gitaarsolo is er een ingetogen uitloop. Componist Dibble zingt in No way, een gruizige bluesrocker waarbij flarden me sterk doen denken aan de bluesklassieker Spoonful. Ricci trekt zijn mondharp als het ware weer aan flarden. Een gastrol is er voor gitariste Joanna Connor. Na de bluesballad Shipwreck sluit het album geweldig af met de bijna acht minuten lange stevige instrumental Hip-hug-her van Booker T & The MG’s. Naast de indrukwekkende lange Hammondsolo is er ook weer een kippenvelmoment als Ricci zijn mondharp pakt. 

Conclusie: Liefhebbers van een scheurende mondharp komen op Behind the veil volledig aan hun trekken. Het is volkomen terecht dat alom de loftrompet wordt gestoken over de virtuoze mondharmonicaspeler Jason Ricci.

Tracks cd:

  1. Casco Bay
  2. 5–10–15
  3. Baked potato
  4. Cirque du Soleil
  5. Wrong kind of easy/Nobody but you
  6. Ain’t she fine
  7. St. James Infirmary
  8. Why don’t we sleep on it
  9. Terrors of nightlife
  10. No way
  11. Shipwreck
  12. Hip hug-her

Line-up:

  • Jason Ricci – zang, mondharmonica
  • Kaitlin Dibble – zang
  • Brent Johnson – gitaar, backing vocals
  • Jack Joshua – bas, zang
  • John Perkins – drums, backing vocals

Special guests:

  • Joe Krown – piano, Hammond B-3 (track 2,8,12)
  • Joanna Connor – gitaar (track 10)
  • Lauren Mitchell – backing vocals