Lieneke Perik – van den Heuvel: ‘De mooiste tijd van mijn leven’
In de rubriek over oud-topsporters zetten we deze maand ex topwaterpoloster Lieneke Perik – van den Heuvel in het zonnetje. Lieneke (59) was in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw een wereldtopper in het vrouwenwaterpolo.
Lieneke begon op haar 10e met waterpolo bij Z&PC DONK. Bij de club waren er twee disciplines, zwemmen en waterpolo en Lieneke deed, zoals velen bij de club, beide disciplines, maar ze ging zich al snel speciaal toeleggen op waterpolo. Lieneke speelde haar eerste wedstrijd in DONK dames 1 toen ze 12 was. “Daarnaast speelde ik natuurlijk gewoon in mijn eigen team en mocht soms mee als wisselspeelster met dames 1”. Het sterkste punt van Lieneke was volgens haar haar spelinzicht. “Maar in principe was ik een allround speelster”.
De erelijst van Lieneke is enorm groot. Te beginnen met DONK. In 1985, 1987, 1988, 1990, 1992, 1994 en 1998 werd ze met de Goudse vrouwen kampioen van Nederland. Ze won met DONK ook acht keer de KNZB beker (1988, 1989, 1990, 1991, 1992, 1994, 1998 en 2000).
In 1988 maakte van den Heuvel een uitstapje naar ZC Nereus in Zaandam. “Ik wilde graag met Hermine in één team spelen, maar DONK had toen al een heel goede keepster en toen zijn Hermine en ik overgestapt naar Nereus”. Met Nereus werd zij in het seizoen 1988 – 1989 meteen landskampioen. Omdat keepster Marian Walthie bij DONK stopte gingen Lieneke en haar partner Hermine Perik in 1989 terug naar DONK.
Lieneke, die in 1980 op haar 18e debuteerde tijdens een FINA Cup in Breda, was ook in het Nederlands team zeer succesvol. In 1980, 1988 en 1989 won ze met Oranje de Wereldbeker (Fina World Cup) en in 1985, 1987 en 1989 werd de Europese titel veroverd. Op de vraag hoeveel interlands ze in totaal heeft gespeeld moet Lieneke het antwoord schuldig blijven. “Ik heb destijds een speldje gekregen van de KNZB toen ik 100 interlands had gespeeld. Dus iets meer….”. In 1999 werd Lieneke tot Nederlands waterpolospeelster van de 20e eeuw uitgeroepen en werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
“Lieneke, bij al die titels die je hebt behaald mis ik een Olympische titel. Is dat een smetje op je carrière?” “Nee, ik trainde destijds mee voor de aanloop naar de Olympische Spelen van 2000 in Sidney. Ik was samen met Patricia Megens in 1998 teruggevraagd, maar ik kon me uiteindelijk niet verenigingen met de speelwijze van de coach”. Lieneke verzorgde in Sydney samen met Humberto Tan voor de NOS het commentaar bij de wedstrijd Rusland – Nederland, de wedstrijd om de 3e en 4e plaats, die Nederland helaas met 4-3 verloor.
Op een jaartje Nereus na is Lieneke DONK altijd trouw gebleven. Tegenwoordig spelen er veel Nederlandse waterpolovrouwen in het buitenland. Op mijn vraag wat de reden is dat zij nooit gezwicht is voor een buitenlands avontuur antwoordt Lieneke kort en krachtig: “HEIMWEE”. En dat DONK een speciale plaats inneemt in haar sportleven kun je afleiden uit het antwoord op mijn vraag welke van die grote reeks titels haar het dierbaarst zijn. “Ik denk toch één van die landstitels”.
Lieneke ’s laatste wedstrijd was met DONK dames 4, een vriendenteam. Zij was toen 45 jaar. Daarna werd ze trainer/coach. “Dat is toch wat anders dan zelf spelen, maar ook superleuk. Ik vond het mooi mijn ervaring over te mogen en kunnen brengen aan de jonge speelsters”.
Ik was benieuwd van welke trainer Lieneke in haar lange carrière het meest heeft opgestoken. “In de jaren ’80 van bondscoach Rob Heemskerk, daarna heeft Peter van den Biggelaar mij het plezier gegeven waardoor ik vrijuit kon spelen en daardoor het uiterste uit mijzelf kon halen”.
Lieneke volgt het waterpolo nog steeds. “Maar ik blijf er niet voor thuis”. Mijn laatste vraag is of ze alles uit haar carrière heeft gehaald. “Alles, het was de mooiste tijd van mijn leven”.
Leave a comment