Blues Company – Take the stage
De Duitse bluesband Blues Company uit Osnabrück is in 1976 opgericht door Todor Todorovic en Christian Rannenberg. In hun beginperiode fungeert Blues Company als een begeleidingsband voor bluesmuzikanten die door organisator Rolf Schubert naar Europa worden gehaald. Sinds hun debuutalbum in 1980 zijn er meer dan 20 albums verschenen van deze vooral in Duitsland zeer succesvolle bluesband. In hun ruim 40-jarige bestaan zijn er weinig wisselingen in de bezetting geweest. Zanger-gitarist Mike Titre is sinds 1980 lid, drummer Florian Schaube sinds 2000 en bassist Arnold Ogrodnik ook al meer dan 10 jaar.
Hun laatst verschenen album is Ain’t givin’ up uit 2019. De plannen voor een nieuw studioalbum in 2020 konden vanwege corona de ijskast in. Maar om de fans niet teleur te stellen werd onlangs toch een album uitgebracht, Take the stage, een livealbum met opnamen van hun concert dat ze in 2017 gaven op het Bowers & Wilkins Rhythm & Blues Festival in Halle, Duitsland. Blues Company wordt tijdens dit concert bijgestaan door de fantastische blazers van The Fabulous BC Horns en de swingende backing vocals van The Soul Sistaz.
Met Till the lights go out wordt het album spetterend en heerlijk swingend geopend en in het met een soulsaus overgoten My guitar and me rockt de band verder. Na de swampy bluesrocker The blues been good to me wordt gas teruggenomen in de prachtige slowblues met een imposante gitaarsolo If I only could. Met de Wilbert Harrison klassieker Let’s work together gaat de gashendel weer open. Naast de huilende mondharp neemt hier Mike Titre ook de leadvocals voor zijn rekening. De blazers doen me hier denken aan de blazers in de versie van Brian Ferry. Ook in het funky Move to the groove, met een pompende bas, spetteren de blazers alsof hun leven er van af hangt. Iets geheel anders is daarna het jazzy Brother, where are you, met mooie zang van Todorovic geassisteerd door The Soul Sistaz. De bekende Leiber & Stoller klassieker Riot in cell bock no 9 is weer stampende bluesrock met een vette harpsolo en een indringende saxsolo. Het gitaarwerk in de slowblues Black night varieert van ingetogen tot spetterend. Titre’s slide is geweldig in het lange indringend rockende Walkin’ blues van Robert Johnson. Red blood is een soulvolle ballad met mooie zang en backing vocals. Scheurend gitaarwerk is te horen in de van Freddie King bekende funky bluesrocker Big legged woman en in de daverende bluesrocker Almost wordt het tempo verder opgevoerd. Het album wordt gloedvol instrumentaal afgesloten met Freddie King’s Hide away en Henri Mancini’s en het van The Blues Brothers bekende Peter Gunn theme..
Conclusie: Met Take the stage bewijst Blues Company overduidelijk dat ze een fantastische liveband zijn. Een schitterend album met bovendien een geweldige geluidskwaliteit.
Tracks:
- Till the lights go out
- My guitar and me
- The blues been good to me
- If I only could
- Let’s work together
- Move to the groove
- Brother, where are you
- Riot in cell block no 9
- Black night
- Walkin’ blues
- Red blood
- Big legged woman
- Almost
- Hide away/Peter Gunn theme
Line up
- Todor Todorovic – gitaar, lead vocals
- Mike Titre – gitaar, slide gitaar, mondharp, bas (track 4), lead vocals (track 5)
- Arnold Ogrodnik – bas, keyboards (track 4,9)
- Florian Schaube – drums
- Uwe Nolopp – trompet
- Volker Winck – sax
- Seda Devran – backing vocals
- Maria Nicolaides – backing vocals
Afscheid van 2020
In december kijk ik in mijn sportcolumn altijd terug op het afgelopen sportjaar. Vorig jaar constateerde ik dat 2019 een prachtig sportjaar was voor Gouda, met nationale, europese en wereldtitels. SV Gouda werd na jaren weer kampioen en ONA vierde het 100-jarige jubileum.
Maar met 2020 ben ik snel klaar, want het aantal maanden dat er dit kalenderjaar gesport kon worden zijn op één hand te tellen. Geen kampioenen of andere aansprekende resultaten. Dus hoeft het jaarlijkse Goudse Sportgala over twee maanden ook niet te worden georganiseerd. Jubileumprogramma’s van SV DONK, SV Gouda en RFC Gouda moesten helaas worden gecanceld. Ik had me verheugd op de Tour van ’80, een feestelijk eerbetoon aan Joop Zoetemelk op 25 mei. Maar de Goudse Schouwburg moest helaas dicht en deze week kreeg ik de mededeling dat de voorstelling helemaal is gecanceld. Kortom, 2020 is een verloren sportjaar. Een jaar om heel snel te vergeten!
Op de valreep is er toch nog een klein Gouds sportsucces te melden. Zondag won Sjoerd den Hertog tijdens het kwalificatietoernooi in een troosteloos Thialf de massastart, een beetje kermisachtig en voor de kijker onoverzichtelijk schaatsonderdeel. Maar winst is winst en die telt. Sjoerd den Hertog woont tegenwoordig weliswaar in Groningen, maar deze geboren Gouwenaar is nog steeds lid van SC Gouda.
Deze week legt 2020, murw gebeukt door alle door COVID-19 veroorzaakte ellende, na het estafettestokje aan zijn opvolger te hebben overgedragen, het moede hoofd met een grote zucht neer. Veel lof zal de overledene niet ten deel vallen.
De grote vraag is wat 2021 ons gaat brengen en hoewel ik van nature een optimist ben durf ik geen enkele voorspelling te doen. Ik wens u een goede jaarwisseling en vooral een gezond 2021.
Tiny Legs Tim – Call us when it’s over
Tim De Graeve (1978) groeit op in de Vlaamse Westhoek op een afgelegen boerderij. Op zijn 6e jaar begint al zijn liefde voor de blues als hij de platenverzameling van zijn vader ontdekt, die naast de hele collectie van Bob Dylan, ook de muziek van alle grote bluesgoden omvat. Op zijn 15e staat hij voor het eerst op een podium en speelt hij in verschillende bandjes. Nadat hij ernstige gezondheidsproblemen heeft overwonnen en in 2008 definitief de ziekenhuisdeuren achter zich dicht slaat blijkt dat de muziek een louterende werking heeft uitgeoefend. De bluesman Tiny Legs Tim is geboren. In 2010 verschijnt in eigen beheer zijn eerste ep They say small birds don’t fly too high.
Ook voor Tiny Legs Tim stond 2020 vanaf maart muzikaal gezien helemaal in het teken van COVID-19. Geen live optredens en jamsessies zoals b.v. in Missy Sippy Blues & Roots Club in Gent. Maar het samen muziek maken kriebelde bij Tim en eind juni besloot hij met enkele vrienden een weekend door te brengen in The Yellow Tape Recording Studio in Gent om samen lekker muziek te gaan maken. Geen ingewikkelde poespas of opsmuk, maar gewoon in een eenvoudige live-opstelling met een 60’s Faylon mengtafel en een oude 24-track tapemachine.
Het resultaat van deze spontane sessie is vastgelegd op het op 27 november jl. verschenen album Call us when it’s over. Het begint met een bezoek aan de boogie doctor in Love come knocking, een boogie met een hoog John Lee Hooker gehalte. Het nummer is ook als 2e single van het album uitgebracht. De slowblues I believe roept bij mij herinneringen op aan de Chicago blues van Fleetwood Mac toen de dit jaar overleden Peter Green daar aan het gitaarroer stond. Opzwepend gitaarwerk en lekkere bas en drums. Uptempo Chicago blues is ook te horen in Ocean met felle gitaarsolo’s en zeer fraai ‘aanvullend’ gitaarwerk. De enige cover op het album is een spetterende rockende versie van R.L. Burnside’s Going down south. Dit is tevens de 1e single die van het album is getrokken. De geest van John Lee Hooker duikt weer op in het 7 minuten durende One more chance. Met de instrumental It’s all over now wordt het album ingetogen en rustig besloten.
Conclusie: Mijn vakantie in de Vlaamse Westhoek is er dit jaar helaas bij ingeschoten, maar dit album van Tiny Legs Tim beschouw ik als een pleister op de wonde. Call us when it’s over is een heel spontaan en energiek album waar het spelplezier van afspat.
Tracks:
- Love come knocking,
- I believe
- Ocean
- Going down south
- One more chance
- It’s all over now
Line up:
- Tiny Legs Tim – zang, gitaar
- Bernd Coene – drums
- Matthias Geernaert – bas
- Toon Vlerick – gitaar
Scott H. Biram – Feverdreams
Scott H. Byram, alias The Dirty Old One Man Band, is geboren op 4 april 1974 in Lockhart, Texas en groeit op in Prairie Lea en San Marcos, Texas. In 1992 studeert hij af aan de San Marcos High School en in 1997 behaalt hij een bachelor of fine arts graad aan de Texas State University. Biram woont tegenwoordig in Austin, Texas.
De eenmansband Biram is een multi-instrumentalist, zijn muziek is een opwindende mix van blues, rock, punk, country, gospel en heavy metal. Biram toert sinds 1998 onafgebroken door de VS, Canada en Europa. Ook in Nederland treedt hij meerdere keren op en als COVID-19 het toelaat is hij in 2021 ook weer in ons land te bewonderen.
Voordat hij als eenmansband door het leven zou gaan was hij lid van de punkband The Thangs en van de bluegrassbands Scott Biram & the Salt Peter Boys en Bluegrass Drive-By. In 2000 verschijnt zijn debuutalbum This is Kingsbury?
Eind november kwam Fever dreams, het 12e album van Scott H. Biram uit. Biram, die het album zelf produceerde, krijgt op een aantal songs ondersteuning van gastmusici waaronder zijn goede maatje gitarist Jesse Dayton. Het openings- en titelnummer Fever dreams is meteen intens en laat gevarieerd gitaarwerk horen. In Hobo jungle rockt Biram er met gruizig gitaarwerk lekker op los. Met Can’t stay long gaat Biram rijk geïnstrumenteerd op de melodieuze uptempo countrytoer. Drunk like me is daarna totaal iets anders. Uitbundige soms psychedelische punk met brullend gitaarwerk en uitbundige zang. Prachtig is het door Townes van Zandt geschreven Highway kind. Jammer dat het nummer nog geen twee minuten duurt.Pure blues is Monkey David Wine, een song van David Allen Coe met spetterend gitaarwerk van Jesse Dayton. Dit soms angstaanjagende nummer is eerder uitgebracht in 2019 op 7’ vinyl. Het door Gary Stewart geschreven Single again is weer country en ook hier is Jesse Dayton’s gitaarspel fraai. Dit nummer werd ook al eerder in 2019 op 7’ vinyl uitgebracht. Ruig en explosief is daarna Whatcha gonna do, dat klinkt als een sneltrein die soms dreigt te ontsporen. De dominee in Biram komt boven in Kevin Curtin’s stevige Hellelu, met een verschroeiende gitaarsolo van Jonas Wilson. Ray Willey Hubbard schreef Chickens. Biram gaat er hier weer spannend als eenmansband explosief tegenaan. Everything just slips away is een mooie countryblues. Geluiden van de highway zijn te horen op het instrumentale Can’t stay gone (goodnight from the highway). Het album wordt afgesloten met een bonusnummer, een strakke remix van Hallelu.
Conclusie: Met Fever dreams heeft Scott H. Biram een opwindend en gevarieerd album afgeleverd.
Tracks:
- Fever dreams
- Hobo jungle
- Can’t stay long
- Drunk like me
- Highway kind
- Monkey David Wine
- Single again
- Whatcha gonna do
- Hellelu
- Chickens
- Everything just slips away
- Can’t stay gone (goodnight from the highway)
- Hallelu (bonus remix)
Line up:
- Scott H. Byram – zang, gitaren (lead, elektrisch, akoestisch, slide, klassiek, bas, resonator, bartion) keyboards (elektrische piano, orgel, synth), percussie (voetpedaal, drums, handtrommels, klappen, shakers, tamboerijn, bel, gong)
- Jessy Dayton – leadgitaar (track 6,7), backing vocals (track 6)
- Chris Rhoades – bas (track 6,7)
- Justin Collins – drums (track 6,7)
- Jonas Wilson – gitaar, bas, percussie, backing vocals (track 9)
Groene Hart Trofee
Het jaar 2020 gaat de boeken in als een merkwaardig voetbaljaar. Jaargang 2019-2020 werd in maart voortijdig beëindigd. Geen kampioenen en geen degradanten. Sommige clubs vonden dat gezien de stand op de ranglijst misschien niet zo erg, maar door koplopers werd flink gemopperd. Uiteindelijk promoveerden toch nog teams, waaronder ONA.
In oktober jl. werd ook de nieuwe competitie weer stilgelegd en de grote vraag is wanneer deze weer wordt gestart. Als de jaargang 2020-2021 überhaupt nog wordt opgestart. De KNVB heeft al een aantal besluiten genomen, heeft een Plan B in de achterzak en hoopt dat er in januari, of desnoods maart, weer gevoetbald kan worden.
Afgelopen weekend blikte de sportredactie van RTV Gouwestad met een voetbaltrainers terug op 2020. Zonder uitzondering baalden ze als een stekker van de huidige situatie. Alleen een beetje trainen en dat is op dit moment een soort bezigheidstherapie met allerlei beperkingen. Bij sommige voetballers dreigt de animo minder te worden. Kortom, men snakt naar voetbal!
Maar gezien de onvoorspelbare dagkoersen van het coronavirus lopen de trainers niet over van optimisme. Eigenlijk maakt het hen niet uit op welke wijze de competitie wordt uitgespeeld. Als er maar kan worden gevoetbald om het egje. Een van de trainers kwam met een alternatieve opzet. Alle regioclubs in één poule onderbrengen en dan lekker twee keer tegen elkaar spelen. Liefst met publiek natuurlijk. Hij kreeg bijval van een collega en ik vind het ook een idee dat het overwegen waard is. Het moet natuurlijk wel ergens om gaan. Kampioenschap van het Groene Hart? En dan het liefst zaterdagteams en zondagteams bij elkaar. Wie weet pakt dit zo goed uit dat de KNVB eindelijk ook eens een beslissing neemt over het weekendvoetbal.
The Allman Brothers Band – The final note
The Allman Brothers Band werd in 1969 opgericht in Macon, Georgia. De band groeide in de jaren ’70 van de vorige eeuw uit tot een van de meest succesvolle southern rockbands. Hun debuutalbum The Allman Brothers Band verscheen in 1969. Ondanks het feit dat de band met dit album indruk maakte werd het geen groot commercieel succes. De opvolger Idlewild south werd dat wel en de (live) reputatie van de band nam toe. In maart 1971 traden ze op in de beroemde Fillmore East in New York City. Opnames hiervan verschenen op het dubbelalbum At the Fillmore East. Dit album leverde lovende kritieken op en wordt alom beschouwd als de grote doorbraak van The Allman Brothers Band.
In de zomer van 1971 toerde de band intensief en deze toer werd afgesloten op 17 oktober in Painters Mill Music Fair, Owings Mills, Maryland. Dit concert werd opgenomen door Sam Idas, een 18-jarige radiojournalist, met een handcassetterecorder. Idas zou oorspronkelijk na afloop een interview met Greg Allman maken, maar hij wilde zijn nieuwe cassetterecorder testen en dacht toen ‘ach waarom zou ik het concert niet gewoon opnemen’. Naar nu blijkt was dat een historisch concert want het was het laatste concert met gitarist Duane Allman. Duane Allman kwam 12 dagen later door een motorongeluk om het leven. Hij werd slechts 24 jaar.
De opnamen die Idas maakte zijn nu uitgebracht op cd. Het concert begint rommelig, er wordt meerdere keren ‘testing, testing’ geroepen voordat The Allman Brothers losgaan met Statesboro blues, de uptempo bluesrocker van Blind Willie McTell. Vervolgens gaan de gitaren ook los in Muddy Waters’ Trouble no more. Iets rustiger wordt het in de door Gregg Allman geschreven slowblues Don’t keep me wondering. Fel gitaarwerk en een bonkende ritmesectie zijn te horen in Done somebody wrong van Elmore James. Van Elmore James is daarna ook One way out. Gitarist Dickey Betts schreef In memory of Elizabeth Reed. Een instrumentalwaarbij ook saxofonist Juicy Carter zich meldt en Gregg Allman een mooie Hammond solo laat horen die echter vrij abrupt in een fade-out eindigt. Ook Hot ‘lanta is een instrumental met wederom Gregg Allman op Hammond. Veel orgel is ook te horen in het slotnummer Whipping Post, een ruim 12 minuten durende jamsessie.
Conclusie: The Allman Brothers klinken energiek, het is alleen jammer dat de geluidskwaliteit zeer matig is. Menig bootleg klinkt beter. Maar het zijn historische opnamen omdat dit het laatste concert was van de geweldenaar Duane Allman. De diehard Allman Brothers fan zal er ongetwijfeld blij mee zijn.
Tracks:
- Statesboro blues
- Trouble no more
- Don’t keep me wondering
- Done somebody wrong
- One way out
- In memory of Elizabeth Reed
- Hot ‘lanta
- Whipping post
Line up:
- Duane Allman – lead gitaar, slide gitaar
- Gregg Allman – zang, Hammond B3
- Dickey Betts – lead gitaar
- Jai Johanny ‘Jaimoe’ Johanson – drums, percussie
- Butch Trucks – drums, steel drums
- Berry Oakley – bas
- Juicy Carter – saxofoon (track 6,7,8)
Sportgala
Voor Jodan Boys was 2016 een jaar om in te lijsten. De Goudse hoofdklasser was de verrassing van het KNVB bekertoernooi. In de voorrondes werden Swift en SVZW uitgeschakeld. In de eerste ronde van het hoofdtoernooi moest eerst HHC Hardenberg er aan geloven en in de 2e ronde was de sensatie compleet toen eredivisionist Go Ahead Eagles er uit werd gekieperd. De 8e finales waren helaas het eindstation van Jodan Boys.
Ik moest hier weer aan denken omdat Facebook mij er aan herinnerde dat het, op het moment dat ik deze column schrijf, 14 december, precies 4 jaar geleden is dat Jodan Boys in Arnhem in de Gelredome speelde tegen Vitesse. Ruim 7200 toeschouwers, waaronder bussenvol Goudse supporters zagen dat de voetbaltrots van Gouda met 4-0 werd verslagen. Maar eervol verliezen tegen de latere bekerwinnaar is absoluut geen schande. Zeker niet als je weet dat Jodan Boys bijna een halve wedstrijd met 10 man moest spelen. Gouda was voetballend weer op de kaart gezet.
Het was dan ook niet verwonderlijk dat Jodan Boys tijdens het jaarlijkse Goudse Sportgala op 10 februari 2017 in sporthal De Mammoet werd uitgeroepen tot sportploeg van 2016.
Over Sportgala gesproken, normaal is december een drukke maand en was ik nu met de andere juryleden druk bezig met de sportverkiezingen van 2020. Maar ja, net als bij zoveel evenementen heeft corona er helaas voor gezorgd dat dit sportfeest begin volgend jaar ook niet doorgaat. Er was trouwens ook niet veel te kiezen want de lopende competities werden gestopt en die van het seizoen 2020-2021 liggen ook al weer maanden stil. Een verloren sportjaar. Laten we hopen dat de op 20 februari jl. in de Dick van Dijk sporthal gekozen winnaars weer snel opvolgers krijgen.
Chris Stapleton – Starting over
De muziekcarrière van de Amerikaanse singer-songwriter, gitarist en producer Chris Stapleton (15 april 1978, Lexington, Kentucky), begint in 2001, wanneer hij verhuist naar Nashville, Tennessee. Van 2007 tot 2010 is hij zanger van de bluegrassgroep The SteelDrivers en na zijn vertrek uit die band wordt hij in 2010 lid van de southern rockband The Jompson Brothers. Als The Jompson Brothers in 2013 uiteenvallen tekent Stapleton een contract bij Mercury Nashville en start een solocarrière. In oktober 2013 brengt hij zijn eerste single What are you listening to? uit en in 2015 verschijnt zijn debuutalbum Traveller. Succes blijft niet uit en hij sleept de nodige prijzen in de wacht.
Vorige maand verscheen Stapleton’s nieuwe album Starting over. Op dit album staan elf nieuwe songs en drie covers. Naast de bandleden bassist J.T. Cure en drummer Derek Mixon zijn ook echtgenote Morgan en een aantal speciale gastmusici waaronder Mike Campbell en Benmont Tench van The Heartbreakers te horen.
De mooie countryfolksong Starting over is behalve de titeltrack ook de nieuwe single waar het album mee opent. Stevig en swampy is daarna Devil always made me think twice, waarbij de rauwe stem van Stapleton veel weg heeft van die van John Fogerty. Cold is een schitterende met violen en cello’s georkestreerde soulballad. Na de rustige countryballad When I’m with you, wordt het tempo in de snelle countryrocker Arkansas weer flink opgevoerd met o.a. een snijdende gitaarsolo. De eerste cover is de liefdesballad Joy of my life, een song van John Fogerty. Hillbilly blood begint heel rustig, maar wordt steeds steviger om tenslotte weer rustig akoestisch te eindigen. Benmont Tench is lekker op dreef op Hammond in de melodieuze ballad Maggie’s song. Indringend is de zang naast de felle gitaarlicks in Whiskey sunrise. Er staan twee songs van Guy Clark op het album, de uptempo rocker Worry B gone en de prachtige ballad Old folks met de fijne backing vocals, het heldere pianospel en de fraaie baslijnen. ‘Dreigend’ is het rockende Watch you burn met de achtergrondzangeressen van All Voices Choir. Na het soulvolle You should probably leave wordt het album afgesloten met de mooie slepende countryballad Nashville TN met een hoofdrol voor de pedal steel van Paul Franklin.
Conclusie: Starting over is een zeer sterk en gevarieerd album.
Tracks:
- Starting over
- Devil always made me think twice
- Cold
- When I’m with you
- Arkansas
- Joy of my life
- Hillbilly blood
- Maggie’s song
- Whiskey sunrise
- Worry B gone
- Old friends
- Watch you burn
- You should probably leave
- Nashville TN
Line up:
Chris Stapleton – zang, akoestische gitaar, elektrische gitaar, mandoline
Morgan Stapleton – backing vocals, tamboerijn
J.T. Cure – bas
Derek Mixon – drums, percussie, tamboerijn
Mike Campbell – elektrische gitaar
Dave Cobb – akoestische gitaar, percussie, string arrangementen,
Benmont Tench – Hammond B3, piano, Wurlitzer
Paul Franklin – pedal steel
All Voices Choir (track 12)
Eric Clapton – Eric Clapton’s Crossroads Guitar Festival 2019
Het Crossroads Guitar Festival is een serie muziekfestivals en benefietconcerten, opgericht door Eric Clapton. De opbrengsten van de festivals komen ten goede aan het door Clapton opgerichte Crossroads Center, een centrum voor afkickbehandeling in Antigua. De gitaristen die optreden zijn persoonlijk geselecteerd door Eric Clapton. Het eerste Crossroads Guitar Festival werd gehouden op 30 juni 199 in Madison Square Garden in New York.
Op 20 en 21 september 2019 werd dit festival weer gehouden, nu het American Airlines Center in Austin, Texas. De opnamen van dit festival zijn vorige maand uitgebracht.
Cd 1 opent met de stevig rockende instrumental Native stepson en de vette slide van Sonny Landreth. Eric Clapton en Andy Fairweather Low ontfermen zich akoestisch over twee Clapton songs, de ballad Wonderful tonight en Lay down Sally. Bonnie Raitt is in drie songs te horen, in de bluesballad Million miles samen met Keb’ Mo’ en Alan Darby, met Sheryl Crow in de rockende Bob Dylan cover Everything broken en met Jimmy Vaughan in de jumpblues Baby please come home. Gary Clark jr. pijnigt zijn gitaar in Son’s gonna rise. Apart is de instrumental Lait – De Ushuaia a la quiaca van de Argentijnse gitarist Gustavo Santaolalla. De Tedeschi Trucks Band levert met Doyle Bramhall II gedegen werk af met een rocker en twee ballads waaronder het prachtige That’s how strong my love is. De Britse gitarist Tom Misch is te horen met zijn funky instrumental Lift off. Felle gitaarduels worden door Buddy Guy en Jonnie Lang uitgevochten in Cognac. Jazzy akoestisch is het optreden van de Braziliaanse gitarist Daniel Santiago, de Braziliaanse multi-instrumentalist Pedro Martins en de Amerikaanse jazzgitarist Kurt Rosenwinkel. Naast haar optreden met Bonnie Raitt rockt Sheryl Crow ook nog stevig met de Britse gitarist James Bay.
Robert Cray opent op zijn vertrouwde wijze cd 2 met I shiver. Daarna is het de beurt aan The Marcus King Band met de funky soulblues How long en de ballad Goodbye Carolina. George Harrison’s While my guitar gently weeps wordt fantastisch vertolkt door Clapton en Peter Frampton. Fel en indrukwekkend zijn de drie instrumentals van Jeff Beck, maar ook Robert Randolph weet wat gitaarspelen in het verschroeiende Cut em loose. James Bay is er weer met twee stevige melodieuze songs. Los Lobos is altijd een feest en de countryblues van Keb’ Mo’(Am I wrong) is verbluffend. Ingetogen is het gitaarwerk van John Mayer in de ballad Slow dancing in a burning room. The Tedeschi Trucks Band sluit cd 2 af met het van BB King bekende How blue can you get en hun eigen song Shame. Vlammend gitaarwerk van Derek Trucks en gloedvolle en soulvolle zang van Susan Tedeschi.
Prachtig is de akoestische set van de Britse singer-songwriter Lianne La Havas die met twee songs cd 3 opent. Indrukwekkend is vooral haar prachtige versie van Aretha Franklin’s I say a little prayer. etSteviger wordt het dan weer door Gary Clark jr. met funky soul en met felle gitaarlicks opgesierde ballads. Het countryelement wordt verzorgd door countryzanger Vince Gill en de gitaristen Albert Lee en Jerry Douglas in de countryrocker Tonight the bottle let me down van Merle Haggard en Tulsa time. In de traditional Drifting too far from the shore is een vocale hoofdrol weggelegd voor Bradley Walker. Dan treedt Eric Clapton weer op de voorgrond. Allereerst met de Cream klassieker Badge en daarna met Layla, waarbij hij gitaristische ondersteuning krijgt van John Mayer en Doyle Bramhall II. Dan stroomt het podium vol voor een prachtige versie van Purple rain van Prince. Het concert wordt spetterend afgesloten met ruim 12½ minuten High time we went van Chris Stainton en Joe Cocker.
Conclusie: Voor gitaarliefhebbers is dit een verplichte aanschaf en dan kunnen ze hun hart ophalen.
Tracks cd 1:
- Native stepson (Sonny Landreth)
- Wonderful tonight (Eric Clapton & Andy Fairweather Low)
- Lay down Sally (Eric Clapton & Andy Fairweather Low)
- Million miles (Bonnie Raitt, Keb’ Mo’ & Alan Darby)
- Son’s gonna rise (Citizen Cope with Gary Clark jr.)
- Lait – De Ushuaia a la quiaca (Gustavo Santaolalla)
- I wanna be your dog (Doyle Bramhall II with Tedeschi Trucks Band)
- That’s how strong my love is (Doyle Bramhall II with Tedeschi Trucks Band)
- Going going gone (Doyle Bramhall II with Tedeschi Trucks Band)
- Lift off (Tom Misch)
- Cognac (Buddy Guy & Jonnie Lang)
- Everything broken (Sheryl Crow & Bonnie Raitt)
- Everyday is a winding road (Sheryl Crow with James Bay)
- Retrato (Daniel Santiago & Pedro Martins)
- B-side (Kurt Rosenwinkel with Pedro Martins)
- Baby, please come home (Jimmie Vaughan with Bonnie Raitt)
Tracks cd 2:
- I shiver (Robert Cray)
- How long (The Marcus King Band)
- Goodbye Carolina (The Marcus King Band)
- While my guitar gently weeps (Peter Frampton with Eric Clapton)
- Space for the papa (Jeff Beck)
- Big block (Jeff Beck)
- Caroline, no (Jeff Beck)
- Cut em loose (Robert Randolph)
- Hold back the river (James Bay)
- When we were on fire (James Bay)
- Mas y mas (Los Lobos)
- Am I wrong (Keb’ Mo’)
- Slow dancing in a burning room (John Mayer)
- How blue can you get (Tedeschi Trucks Band)
- Shame (Tedeschi Trucks Band)
Tracks cd 3:
- Is your love big enough (Lianne La Havas)
- I say a little prayer (Lianne La Havas)
- Feed the babies (Gary Clark jr.)
- I got my eyes on you (Gary Clark jr.)
- Pearl Cadillac (Gary Clark jr.)
- Tonight the bottle let me down (Vince Gill with Albert Lee & Jerry Douglas)
- Tulsa time (Vince Gill with Albert Lee & Jerry Douglas)
- Drifting too far from the shore (Bradley Walker with Vince Gill, Albert Lee & Jerry Douglas)
- Badge (Eric Clapton)
- Layla (Eric Clapton with John Mayer & Doyle Bramhall II)
- Purple rain (Eric Clapton & Ensemble)
- High time we went (Eric Clapton & Ensemble)
STIL
Zelfs degenen die niets met sport hebben is het ongetwijfeld ook opgevallen dat het behoorlijk stil is op de Goudse sportcomplexen. Alleen bij de jeugd zijn er nog enige activiteiten te bespeuren. Een beetje trainen en onderlinge wedstrijdjes spelen, maar daar houdt het zo ongeveer mee op. Bijna overal zit er een slot op de deur. Behalve bij AZ, want daar hebben ze Slot juist met onmiddellijke ingang verwijderd.
De KNVB is het zat dat het zo verrekte stil is op de voetbalvelden en wil zo snel mogelijk weer dat er getraind en gevoetbald kan worden bij de amateurs en mikt op een herstart van de competitie medio januari 2021. Waarschijnlijk wel een aangepaste competitie. De behaalde resultaten in de 2e en 3e divisie en de Hoofdklasse zijn vorige week al geschrapt. Subtopper Jodan Boys is zijn 12 punten kwijt! Ik kan me goed voorstellen dat zij daar niet blij mee zijn. En hoe het met het lagere amateurvoetbal verder moet is nog niet bekend.
Maandagmorgen 7 december demonstreerde de KNVB op het Malieveld in Den Haag. Niet met tractoren maar met 1000 voetbalshirts die het woord STIL vormden. De bond zit een keer niet stil, zet terecht vraagtekens bij het voetbalverbod en vraagt aandacht voor de problemen van de amateurvoetbalclubs. Waarom kan er b.v. niet in de buitenlucht worden gevoetbald, maar vormen overvolle bouwmarkten geen enkel probleem.
Toch zit de KNVB volgens Amnesty International op het punt van mensenrechten wel stil. Het WK voetbal is in 2021 in Qatar, maar wat in Qatar gebeurt is ronduit schandalig. Corruptie, uitbuiting en meer dan 1000 doden zijn er te betreuren. Achter de schermen doet de bond volgens zeggen het nodige, maar laat dat eens een keer zien. Zichtbaar graag!