Gerritschinkel.nl Columns & meer

30okt/200

Jimmie Vaughan – The pleasure’s mine: the complete blues, ballads and favorites

Blueszanger en –gitarist Jimmie Vaughan (20 maart 1951 Dallas, Texas) is in 1974 (mede)oprichter van The Fabulous Thunderbirds. Met deze band breekt hij in 1986 door. Na zijn vertrek uit The Fabulous Thunderbirds gaat Jimmie met zijn jongere broer Stevie Ray spelen. Als zijn broer in 1990 bij een helikopterongeluk om het leven komt trekt Jimmie zich een paar jaar terug uit de muziekbusiness. Maar in 1994 is hij weer terug en verschijnt zijn debuutalbum Strange pleasures.

Vandaag, 30 oktober 2020, verschijnt er een dubbelalbum van Jimmie Vaughan, getiteld The pleasure’s mine: the complete blues, ballads and favorites. Dit album bevat de albums Blues, ballads and favorites (2010) en More blues, ballads and favorites (2011).

Op cd 1 brengt Jimmie Vaughan met covers een saluut aan Billy Emerson, Jimmy Reed, Don Harris, Little Richard, Johnny Ace, Rosco Gordon, Charlie Rich, Ted Taylor, Roy Milton, Guitar Junior, Little Richard, Dough Sam, Leonard Feather en Willie Nelson. Heerlijke R& B met Kas Kasenoff op bariton sax en Greg Picollo op tenor sax. Goede zang en gedreven gitaarwerk van Jimmie Vaughan die ook mondharp speelt zoals in Jimmy Reed’s Come love. Op meerdere songs wordt Vaughan vocaal terzijde gestaan door Lou Ann Barton, die in Don Harris’ tearjerker I’m leaving it up to you en de bluesballad Wheel of fortune als leadvocaliste geweldig op dreef is. Prachtig is ook de Hammond B3 van Bill Willis in Rosco Gordon’s Just a little bit, Roy Milton’s Rm blues, Dough Sam’s ballad Why why why en de lange prachtige ballad Funny how time slips away van Willie Nelson, waarin Willis ook de vocalen voor zijn rekening neemt.

Ook op cd 2 staan covers van uiteenlopende artiesten als Mel Tillis, Bobby Charles, Jimmy Liggins, de zingende cowboy Gene Autry, Ray Charles, Nappy Brown, Lloyd Price en Jimmy Reed. De blazers (tenorsaxofonist Greg Picollo en baritonsaxofonisten Doug James en Kas Kasenoff) zijn deze keer weer soulvol aanwezig en de strakke ritmesectie bestaat net als op cd 1 uit drummer George Rains en bassist Ronnie James. De songs variëren van midtempo (Oh oh oh), uptempo (I ain’t gonna do it no more, I’m a love you) tot ballads Teardrop blues, What makes you so tough, the rains come). Ook Lou Ann Barton is weer van de partij in de ballads Breakin’ up is hard to do van Jivin’ Gene and the Jokers en I’m in the mood for you. Deze cd bevat twee bonustracks, een mooie uptempo versie van Amos Milburn’s Bad bad whiskey en een liveversie van Faye Adams prachtige ballad Shake a hand, met de indringende zang van Lou Ann Barton.    

Conclusie: Jimmie Vaughan brengt met veel liefde en gedrevenheid een mooie muzikale ode aan groten uit de Amerikaanse R&B.

Tracks cd 1:

  1. The pleasure’s all mine
  2. Come love
  3. I’m leavin’it up to you
  4. Comin’ and goin’
  5. Wheel of fortune
  6. How can you be so mean
  7. Just a little bit
  8. Lonely weekends
  9. I miss you so
  10. Rm blues
  11. Roll, roll, roll
  12. Send me some lovin’
  13. Why, why, why
  14. She’s got the blues for sale
  15. Funny how time slips away

Tracks cd 2:

  1. I ain’t never
  2. No use knocking
  3. Teardrop blues
  4. I hang my head and cry
  5. It’s been a long time
  6. Breaking up is hard to do
  7. What makes you so tough
  8. Greenbacks
  9. I’m in the mood for you
  10. I ain’t gonna do it no more
  11. Cried like a baby
  12. Oh oh oh
  13. I’m a love you
  14. The rains came
  15. Bad bad whiskey (bonus track)
  16. Shake a hand (live bonus track)
27okt/200

Alastair Greene – The new world blues

 

Alastair Greene (18 april 1971, Santa Barbara, California) komt uit een muzikale familie. Zijn moeder speelt piano en zijn grootvader Chico Alvarez speelt in de jaren ’40 en ’50 trompet in de band van Stan Kenton. Alastair volgt ook pianolessen, speelt enige tijd saxofoon, maar als hij de gitaar ontdekt kiest hij voor dat instrument. Na een muziekstudie in Boston, Massachusetts,  keert hij weer terug naar California en treedt daar op als gitarist in lokale blues- en rockformaties. In 1997 richt hij The Alastair Greene Band op en staat tijdens tournees in het voorprogramma van o.a. The Fabulous Thunderbirds, Robin Trower, Lonnie Brooks, John Mayall’s Bluesbreakers, Joe Bonamassa en Lucky Petersen. In 2002 verschijnt Greene ’s debuutalbum A little wiser. Van 2010 tot 2017 is hij ook gitarist bij Alan Parsons.

Deze maand verscheen The new world blues, het nieuwe album van Alastair Green. Het werd opgenomen in de Whiskey Bayou Studios in Houma, Louisiana, onder leiding van producer Tab Benoit. De meeste nummers werden in 1 of 2 takes en enkele overdubs opgenomen en min of meer live in de studio op de plaat gezet.

Met een vlammende gitaarsolo in de stevige ZZ Top achtige opener Living today bewijst Greene meteen een uitstekende gitarist te zijn. Het felle gitaarwerk in het funky Lies and fear doet me denken aan Gary Moore. In het samen met Benoit geschreven Bayou mile wordt wat gas teruggenomen maar de vette slide doet de relatieve rust weer ‘teniet’. When you don’t know what to do is ook samen met Benoit, die hier erg strak drumt, geschreven. In de slowblues No longer amused, roept de door merg en been gaande gitaarsolo herinneringen op aan Peter Green. Solide is de ritmesectie in de gruizige uptempo instrumental Back at the poor house. Greene teistert zijn gitaar weer in het funky Find your way back home. Heroes is een melodieuze ballad, weer een coproductie met Benoit. Mooi zijn hier ook de harmonievocalen. Verschroeiend is de gitaarsolo in Wontcha tell me, waarna Peter Green in de slowblues Alone and confused weer om de hoek komt kijken. Met een raaie slide eindigt het album met het titelnummer, de zeer stevige gitaarrocker The new world blues.

Conclusie: Op The new world blues komen liefhebbers van prima bluesrock helemaal aan hun trekken.

Tracks:

  1. Living today
  2. Lies and fear
  3. Bayou mile
  4. When you don’t know what to do
  5. No longer amused
  6. Back at the poor house
  7. Find your way back home
  8. Heroes
  9. Wontcha tell me
  10. Alone and confused
  11. The new world blues

Line up:

  • Alastair Greene – gitaar, zang
  • Tab Benoit – drums, backing vocals
  • Corey Duplechin – bas, backing vocals
25okt/200

100 JAAR SV DONK

Deze week mag de Goudse sportwereld weer een eeuweling begroeten. Donderdag 29 oktober is het precies 100 jaar geleden dat de Goudse voetbalclub R.K.V.V. DONK werd opgericht. Initiatiefnemers waren pater A.J.M. van de Donk OFM en de heer J Kasbergen.

Ik maakte medio jaren ’80 kennis met SV DONK. De club speelde toen bij de Julianasluizen en mijn gedachten dwalen terug naar de tijd van dit oude knusse complex. Naar de legendarische voorzitter Bart van der Sprong. Naar de heer Lorjé, die me corrigeerde als ik het over corner had i.p.v. hoekschop. Naar die kleine generaal Jober Thoen, het oliemannetje, wereldberoemd in Gouda en verre omstreken. Naar het dodelijke spitsenduo René van Beek en Renke Prevo, dat de tegenstander op voorhand al angst aan joeg. Naar de technici Patrick Akerboom en Peter Straver. Naar de supporters van het ‘zuivelfront’, nu melkboeren in ruste Quirien Schoonderwoerd en Kees Olsthoorn. Naar de dames van DONK die toen in de landelijke 1e divisie speelden. Naar de helaas deze week overleden uitstekende doelman Per Lubbers, die af en toe op mijn radiocommentaar reageerde. Ik zat n.l. in die tijd op een bankje pal achter zijn doel en hij kon dus alles wat ik zei verstaan. Naar de grensrechters Rinus van der Stad en Jan Nuijen. Naar de kerkdiensten bij jubilea, waar de DONK-vlag in de kerk pontificaal achter de pastoor hing.

Legendarisch waren de feestavonden van DONK, want feesten kunnen ze bij deze (h)echte familieclub. Zo herinner ik me de optredens van Arne ‘meisjes met rode haren’ Jansen, Dries Roelvink en de imitatie Dorus.

COVID-19 heeft het jubileumprogramma van DONK helaas in het honderd laten lopen, maar ijs en corona dienende neemt DONK volgend jaar revanche. De draaiboeken liggen klaar.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
24okt/200

Jeffrey Halford & The Healers – Beware of worthless imitations

De in Dallas, Texas, geboren singer-songwriter Jeffrey Halford groeit op met de muziek van  countryartiesten als Johnny Cash en Roger Miller. In 1963 verhuist het gezin naar California. Na zijn middelbare school speelt hij gitaar in een streetband liedjes van o.a. Jerry Lee Lewis, Chuck Berry, Robert Johnson en The Ventures. Hij treedt dan ook op in clubs in Oakland waar hij speelt met bluesmuzikanten als Mississippi Johnny Waters en J.J. Malone. Later vormt hij de rockabillyband The Snappers die o.a. optreden met Chris Isaak, The Blasters en The Beat Farmers. In 1991 verschijnt Halford’s titelloze debuutalbum. Sinds 1999 maakt hij platen met zijn band Jeffrey Halford & The Healers en zij delen het podium met o.a. Etta James, Taj Mahal, Los Lobos, Jimmy Cliff, John Hammond, Guy Clark, Greg Allman en Chuck Prophet. De vanuit San Francisco opererende band bestaat naast Jeffrey Halford (zang, gitaar), uit Adam Rossi (drums, percussie, keys) en Bill MacBeath (bas).

De 20 songs op Beware of worthless imitations  geven een gevarieerde inkijk in het repertoire van Jeffrey Halford & The Healers. Er zijn uptempo (blues) rockers zoals Bad luck, Creole moon, Nine hard days, Watching the trains, en Rainmaker. Maar er zijn ook mooie ballads (Railbirds en het ingetogen akoestische Sea of Cortez). De zang van Jeffrey Halford doet me regelmatig denken aan  Tom Petty. Two Jacksons en Door # 3 zijn melodieus. Halford’s gitaar is gruizig zoals in het onheilspellende Elvis shot the television en twangy in Mexico en in het rockabilly achtige Deeper than hell. De declamerende Halford heeft in het funky West towards south verdacht veel weg van Iggy Pop. Gitarist Chuck Prophet levert mooie lyrische gitaarbijdragen in Radio flyer en Lost and found. De Texaan Augie Meyers (Sir Douglas Quintet, Texas Tornadoes, Doug Sam) is te gast in het uptempo Louisiana man en met zijn typische orgeltje trekt hij de luisteraar via In a dream rechtstreeks de tex-mex sferen in. Het gitaarspel van Halford kan ook mooi akoestisch en laidback zijn (10.000 Miles) en ook de slide is hem toevertrouwd (Satchels fastball, met fraaie vocale gastbijdragen van de uit Oakland afkomstige gospelgroep The Gospel Hummingbirds en North beach). .

 Conclusie: Beware of worthless imitations geeft een mooi overzicht van de niet geringe kwaliteiten van Jeffrey Halford & The Healers.

Tracks:

  1. Bad luck
  2. Creole moon
  3. Radio flyer
  4. Lost and found
  5. Satchels fastball
  6. Nine hard days
  7. Watching the trains
  8. Railbirds
  9. Louisiana man
  10. In a dream
  11. Mexico
  12. Rainmaker
  13. North beach
  14. Two Jacksons
  15. Door # 3
  16. Elvis shot the television
  17. 000 Miles
  18. West towards south
  19. Deeper than hell
  20. Sea of Cortez

 

23okt/200

Ben Granfelt – True colours

Ben Granfelt (6 juni 1963, Helsinki, Finland) is elf jaar als hij gitaar gaat spelen. Als hij in 1986 in een platenzaak Muddy Manninen ontmoet, leidt dit tot de oprichting van de hardrockband Gringos Locos. Met deze band treedt Granfelt op 26 juni 1988 op tijdens Parkpop in het Haagse Zuiderpark. Van 1991 tot 1999 is Granfelt gitarist in The Guitar Slingers en speelt hij ook met The Leningrad Cowboys. Tijdens een Duitse tournee van Wishbone Ash staan The Guitar Slingers in hun voorprogramma en raakt Granfelt bevriend met Andy Powell. Deze vriendschap leidt er toe dat Granfelt van 2001 tot 2005 gitarist is bij Wishbone Ash. Vanaf 1994 heeft Granfelt  ook zijn eigen Ben Granfelt Band, terwijl hij  vanaf 2010 ook lid is van de Finse rockband Los Bastardos Finlandeses.

Begin deze maand is True colours, alweer het 18e album, van deze Finse gitaarreus verschenen. Granfelt toont zijn grote kwaliteiten meteen in het openingsnummer de melodieuze instrumental Victorious. Mooi is de samenzang met zijn vrouw Jasmine in het mede door ‘storyteller’ Jonathan Hutchings geschreven No turning back. In het funky Hey stranger is naast de scheurende gitaar van Granfelt een strakke ritmesectie te horen. De gitaar van Granfelt neemt lyrische Santana achtige vormen aan in de ballad Arms of an angel. Drummer Jari Salminen trekt met zijn ferme klappen de aandacht in de intense rocker A moment of madness, waarna Granfelt zich weer helemaal gitaristisch uitleeft in de instrumental Orient express. Bryn Jones van Los Bastardos Finlandeses, neemt de leadvocals voor zijn rekening in de felle rocker met de melodieuze intermezzo’s Down for the count en in de pure hardrocker Love or nothing. Het absolute hoogtepunt wordt bewaard tot het laatst. Late night in Hamburg is een ruim acht minuten durende zeer sfeervolle ballade achtige instrumental. Eerst mooi akoestische gitaarspel naast de piano van Mika Aukio en uitmondend in schitterend lyrisch slepend gitaarwerk.      

Conclusie: Een sterk album van een geweldige veelzijdige gitarist.

Tracks:

  1. Victorious
  2. No turning back
  3. Hey stranger
  4. Arms of an angel
  5. A moment of madness
  6. Oriental express
  7. Down for the count
  8. Love or nothing
  9. Late night in Hamburg

Line up:

  • Ben Granfelt – gitaar, zang
  • Masa Maijanan – bas
  • Miri Miettinen – drums (track 1,2,4,9), percussie (track 3,5)
  • Jari Salminen – drums (track 3,5,6,7,8), percussie (track 7,8)
  • Mika Aukio – keyboards (track 1,2,4,9)
  • Magnus Axberg – keyboards (track 3)
  • Jasmine Wynants-Granfelt – zang (track 2,4)
  • Bryn Jones – zang (track 7,8)
  • Jonathan Hutchings – storyteller (track 2)
21okt/200

Rolling Stones – Steel wheels live

De tweede helft van de jaren ’80 is niet de meest succesvolle periode voor The Rolling Stones en velen voorspellen het einde van de band. Mick Jagger wil in 1984 een solocarrière beginnen. Keith Richards is daar zo boos over dat hij zelf ook met andere projecten aan de gang gaat. In 1986 komen The Stones weer bij elkaar voor het album Dirty work, maar Jagger en Richards hebben nog steeds ruzie. Richards komt in 1988 ook met een soloalbum, Talk is cheap.

In 1989 is de lucht tussen Jagger en Richards weer enigszins geklaard en komen The Stones bijeen voor de opname van een nieuw album. Tijdens de opnamen van Steel wheels verbetert de relatie tussen Jagger en Richards en dat is het begin van een comeback van de band. Zij gaan na jaren weer op tournee en de Steel wheels Tour (1989-1990) en de Urban Jungle Tour (1990) zijn zeer succesvol.

De Steel Wheels Tour was hun eerste Amerikaans tour sinds 1981. De tour begon op 12 augustus 1989 in New Haven en eindigde op 20 december 1989 in Atlantic City, New Jersey. De tour ging in 1990 verder in Japan en Europa.

In september jl. verscheen Steel Wheels Live met het concert dat The Rolling Stones in december 1989 gaven in de Historic Atlantic City Convention Hall.

Cd 1 opent met de bekende riff van Start me up. De blazers komen er daarna bij in Bitch en ook in het nieuwe nummer Sad sad sad wordt het tempo er flink in gehouden met gitaarduels tussen Keith Richards en Ronnie Wood en de onverstoorbare ritmesectie Charlie Watts en Bill Wyman. Van het album Dirty work worden twee nummers gespeeld, Undercover of the night, met het drumwerk van Watts als basis en een gloedvolle uitvoering van Harlem shuffle, waarin de blazerssectie prominent op de voorgrond treedt en ook in Tumbling dice zijn de blazers present. Miss you gaat er in als koek. Fraai drum- en baswerk en een vette lange saxsolo van Bobby Keys. Terrifying is weer van hun  recente album Steel wheels, met een solerende Wood, die trouwens de meeste solo’s in de nieuwe(re) songs voor zijn rekening neemt. Met het mooie barokke Ruby Tuesday wordt weer ver in de tijd teruggegaan. Als het applaus is weggestorven komt er een verrassing. Voor het eerst wordt Salt of the earth live gespeeld met Axl Rose en Izzy Stradlin van Guns ‘n ‘ Roses. Rock and a hard place en Mixed emotions zijn weer nieuwe songs. Strak en energiek gespeeld met heerlijke backing vocals van Lisa Fischer, Cindy Mizelle en Bernard Fowler. Dan dalen we weer af naar de sixties met een solerende Richards op Honky tonk women. Midnight rambler is een ultiem livenummer met de tempowisselingen en Jagger ’s scheurende mondharp. You can’t always get what you want, ontbeerde zoals later wel het geval zou zijn, een speciaal koor. Maar de prachtige French horn ontbrak niet in deze ballad.   

Op cd 2 gaan The Stones eerst terug naar hun roots, de blues. In de slowblues Little red rooster komt Eric Clapton het podium op om een paar solo’s te spelen. De volgende gast is John Lee Hooker met zijn Boogie chillen. Met ‘how do you doing, it’s almost Christmas’, begroet Richards het publiek voor zijn ‘solo’ set. Eerst een ruige versie van Can’t be seen en daarna Happy. Vervolgens weer terug naar de sixties. Paint it black, met het bekende akoestische intro en het strakke drumwerk. Psychedelisch wordt de sfeer in 2000 Light years from home, met Jagger als balletdanser en de fraaie keys van Chuck Leavell en Matt Clifford die bijna geruisloos overgaan in de percussie van Sympathy for the devil, waarin Richards zich helemaal uitleeft met zijn schrikdraadsolo’s. Fraai is ook het basspel van Wyman. Richards en Wood vechten weer felle gitaarduels uit in It’s only rock ‘n ‘ roll. De overbekende riffs van Keith Richards zijn er in de slotnummers. Brown sugar, met de verpletterende saxsolo van Bobby Keys. Satisfaction met de onverstoorbare ritmesectie en de soulvolle blazers van The Uptown Horns. Terwijl het vuurwerk opspat, is het tijd voor de spetterende toegift Jumpin’ Jack Flash.

Conclusie: Het leek wel of de geïnspireerd en energiek spelende band alle ‘zeer’ van de 80’s in deze ruim 2½ uur durende show van zich af wilde spelen. Dat is met deze grandioze comeback absoluut gelukt.

Tracks cd 1:

  1. Start me up
  2. Bitch
  3. Sad sad sad
  4. Undercover of the night
  5. Harlem shuffle
  6. Tumbling dice
  7. Miss you
  8. Terrifying
  9. Ruby Tuesday
  10. Salt of the earth (feat. Axl Rose & Izzy Stradlin)
  11. Rock and a hard place
  12. Mixed emotions
  13. Honky tonk women
  14. Midnight rambler
  15. You can’t always get what you want

Tracks cd 2:

  1. Little red rooster (feat. Eric Clapton)
  2. Boogie chillen (feat. Eric Clapton & John Lee Hooker)
  3. Can’t be seen
  4. Happy
  5. Paint it black
  6. 2000 Light years from home
  7. Sympathy for the devil
  8. Gimme shelter
  9. It’s only rock ‘n ‘ roll (but I like it)
  10. Brown sugar
  11. (I can get no) Satisfaction
  12. Jumpin’ Jack Flash

Line up:

  • Mick Jagger – zang, gitaar, mondharmonica, percussie
  • Keith Richards – rhythm gitaar, lead gitaar, zang
  • Ronnie Wood – lead gitaar
  • Bill Wyman – bas
  • Charlie Watts – drums
  • Matt Clifford – keyboards, backing vocals, percussie, French horn
  • Bobby Keys – saxofoon
  • Chuck Leavell – keyboards, backing vocals
  • Bernard Fowler – backing vocals, percussie
  • Lisa Fischer – backing vocals
  • Cindy Mizelle – backing vocals
  • Arno Hecht – saxofoon
  • Bob Funk – trombone
  • Crispin Cioe – saxofoon
  • Paul Litteral – trompet
19okt/200

Andere tijden

‘De bomen dorren in het laat seizoen en wachten roerloos den nabijen winter, wat is dat alles stil, doodstil’. Met deze woorden van de dichter Willem Kloos sluit ik in de herfstmaanden mijn verslag van een voetbalwedstrijd wel eens af. Het eindsignaal had dan geklonken. De handen werden geschud. De scheidsrechter werd bedankt. De spelers gingen juichend of teleurgesteld het veld af. De toeschouwers haastten zich richting kantine voor een versnapering. De vlaggen werden gestreken. De meeuwen namen bezit van het veld. De rust keerde weer.

Het is inmiddels herfst en de bomen beginnen hun bladeren te verliezen. Tot zover is alles normaal, maar ik vrees dat ik de komende tijd Willem Kloos niet kan citeren, althans niet tijdens een voetbalverslag. Ik besloot vorige week mijn column met de woorden dat ik mijn hart vast hield voor wat Mark Rutte in petto zou hebben. Inmiddels is mijn vrees bittere waarheid geworden. De sportwereld is, afgezien van het betaald voetbal, maar daar is het ook troosteloos zonder publiek, vanaf woensdag 14 oktober weer bijna in volledige lockdown gegaan. Hier en daar zie je wat jonge voetballertjes een balletje trappen, want voor de jeugd zijn er nog mogelijkheden om te trainen. Maar verder liggen de sportvelden er verlaten bij. Kantines zijn weer hermetisch afgesloten. In de sporthallen en de zwembaden is het passen en meten. Sportverenigingen moeten hun trukendoos opentrekken om toch nog wat activiteiten te kunnen ontplooien.

Ik was juist afgekickt na de noodstop van de eerste coronagolf, maar helaas ligt mijn  microfoon weer werkeloos te zijn. Om Kloos nogmaals te citeren ‘Ach, ‘k had zo graag heel, héél veel willen doen’. Ik hou me maar vast aan Lennaert Nijgh, ‘Er komen andere tijden’.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
18okt/200

Drive-By Truckers – The new OK

De Amerikaanse band Drive by Truckers werd opgericht in 1996 in Athens, Georgia, door Patterson Hood en Mike Cooley. In 1998 verscheen hun debuutalbum Gangstabilly. In de loop van de jaren zijn er de nodige groepswisselingen geweest. O.a. Jason Isbell was van 2001 tot 2007 als 3e gitarist lid van de band. Ook pianist/organist Spooner Oldham speelde enige tijd bij Drive-By Truckers.

Deze maand verscheen hun nieuwe album The new OK, het 2e album van Drive-By Truckers in 2020, want in januari had de band het album The unraveling uitgebracht. Het was oorspronkelijk de bedoeling om een ep uit te brengen met nummers die de band twee jaar geleden had opgenomen in de Memphis Sun Studio tijdens de sessies van The unraveling, maar waarvan Hood c.s. vonden dat die nummers toen niet het ‘verhaal’ van dat album zouden bevorderen. Door de wereldwijde COVID-19 epidemie werden alle geplande concerten gecanceld. De bandleden zaten thuis, dus tijd om nieuwe nummers te schrijven. En zo ontstond een volledig nieuw, veelal politiek geëngageerd album.

Het titelnummer The new OK schreef Hood in juli in zijn ‘geadopteerde’ geboortestad Portland, Oregon, tijdens de rellen tussen Black Lives Matter activisten en de politie. Melodieuze uptempo rock met Roger McGuinn achtige zang. Lekker is het orgel in Tough to let go, dat Hood schreef nadat hij ontwaakte uit een droom waarin hij meende dat dit nummer door zijn voormalige bandlid Jason Isbell werd gezongen. Voor de zekerheid heeft hij bij Isbell gecheckt of hij zijn nummer niet had gejat. Het stevige The unraveling wordt gezongen door Matt Patton omdat Hood vond dat hij dit zelf niet goed kon zingen. Het politiek getinte The perilous night schreef Hood op de dag dat Donald Trump tot president werd gekozen en hij voltooide dit nummer een week nadat in Charlottesville tijdens een betoging Heather Heyer door een neonazi werd doodgereden en waarbij Trump riep dat er aan beide kanten fouten waren gemaakt. De woede is in de vette gitaren voelbaar. Sarah’s flame, met fraai drumwerk en keyboard, is geschreven door Mike Cooley en is een knipoog naar Sarah Palin, de voormalige gouverneur van Alaska en in 2008 running-mate van presidentskandidaat John McCain. De geest van Otis Redding is in het soulvolle Sea island lonely vooral door de fameuze blazerssectie duidelijk aanwezig. The distance is een van Hood’s favoriete songs en hij beschouwt dit nummer als een soort epiloog op de muziek uit hun beginjaren. Het prijsnummer is wat mij betreft Watching the orange clouds, met felle gitaarlicks en een ‘huppelende’ ritmesectie. Aanleiding tot het schrijven van dit nummer was de gewelddadige dood van George Floyd in Minneapolis. Het slotnummer is een cover van The Ramones uit 1981. In  2½ minuut gooit de band in de vuige rocker The KKK took my baby away, alle woede er uit. De zang van Patton lijkt trouwens op die van Joey Ramone.

Conclusie: Een geweldig album.

Tracks:

  1. The new OK
  2. Tough to let go
  3. The unraveling
  4. The perilous night
  5. Sarah’s flame
  6. Sea island lonely
  7. The distance
  8. Watching the orange clouds
  9. The KKK took my baby away

Line up:

  • Patterson Hood – gitaar, zang
  • Mike Cooley – gitaar, zang, harmonica
  • Brad Morgan – drums
  • Jay Gonzalez – keyboards, gitaar, backing vocals
  • Matt Patton – bas, zang, backing vocals
  • Marc Franklin – trompet (track 2,6)
  • Kirk Smothers – bariton sax (track 2,6)
  • Victor Sawyer – trombone (track 2,6)
  • Lannie McMillan – tenor sax (track 2,6)
  • Tangela Longstreet, Joyce Jones, Tawana Cunningham – backing vocals (track 4)

 

14okt/200

Rolling Stones – Goats head soup 2020

Het album Goats head soup van The Rolling Stones verscheen voor het eerst op 31 augustus 1973. De opnamen hiervoor werden gemaakt in het najaar van 1972 in Byron Lee’s Dynamic Sound Studios in Kingston, Jamaica en in 1973 voortgezet in Londen en Los Angeles. Vorige maand werd Goats head soup opnieuw uitgebracht. Op cd, vinyl en in een deluxe boxset met een fraai boekwerk.

Cd 1 bevat het originele album uit 1973 in een nieuwe stereomix. Met de dampende boogie Dancing with Mr. D opent het album. Billy Preston speelt clavinet in 100 Years ago, een nummer dat rustig begint maar mede door de wah wah gitaar explosief eindigt. In de schitterende ballad Coming down again neemt Keith Richards de vocalen voor zijn rekening en naast de saxofoons van Jim Horn en Bobby Keys wordt dit nummer een feest door het flonkerende pianospel van Nicky Hopkins. Ruig gaat het er daarna weer aan toe in Doo doo doo doo doo (heartbreaker), met Billy Preston op piano, de wah wah gitaar en de spetterende blazerssectie. Misschien wel de mooiste song die The Rolling Stones op de plaat hebben gezet is Angie. Mooie akoestische gitaren van Richards en Taylor, het oorstrelende pianospel van Hopkins en de fraaie stringarrangementen van Nicky Harrison. ‘Oh Angie, everywhere I look I see you eyes, there ain’t a woman that comes close to you’. In Silver train worden daarna weer alle registers opengetrokken. Een vuige gitaarrocker met de hamerende piano van Ian Stewart, de gillende mondharp en de onverstoorbare ritmesectie. Hide your love is een ballad met Jagger op piano, lyrische gitaarsolo’s van Taylor en de baritonsax van Bobby Keys. Lyrisch is daarna ook weer de gitaar van Taylor in het mooi georkestreerde Winter, met wederom het fraaie pianospel van Nicky Hopkins. De fluit van Jim Horn en de percussie geven aan Can you hear the music een psychedelisch tintje. Het slotakkoord Star star is de ultieme doordenderende rocker. Gierende gitaren, Stewart’s piano, de onverstoorbare ritmesectie Charlie Watts en Bill Wyman, de baritonsax van Keys en Jagger die de seksueel getinte teksten de microfoon in blèrt. Deze teksten, ‘starfucker starfucker’ en de ‘aanwezigheid’ van Steve McQueen zorgden destijds nogal voor wat ophef.

Op cd 2 staan drie nooit eerder uitgebrachte nummers. In het funky Scarlet is Led Zeppelins’ Jimmy Page naast Keith Richards op gitaar te horen. All the rage is een typische uptempo Stones gitaarrocker. Het stevig rockende Criss cross was al in verschillende takes op meerdere bootlegs verschenen. Charlie Watts’ onverstoorbare drumwerk blijft intrigerend. Behalve deze drie eerder genoemde tracks bevat de cd alternatieve uitvoeringen van songs van het originele album. 100 Years ago is een demo met Jagger en piano. Dancing with Mr. D en Heartbreaker zijn instrumentale versies die nogal afwijken van de originelen. Hide your love is te horen in een alternatieve mix en Dancing with Mr. D, Doo doo doo doo doo (heartbreaker) en Silver train zijn Glyn Johns mixes uit 1973.

Op cd 3 staan live opnames van de concerten die The Rolling Stones op 17 oktober 1973 gaven in Vorst National in Brussel als onderdeel van hun 1973 European Tour. Het was de laatste tour van Mick Taylor als gitarist van The rolling Stones. Taylor verliet de band in 1974. Naast de Stones zijn ook Billy Preston (clavinet, orgel, piano, zang), Steve Madaio (trompet, flugelhorn) en Trevor Lawrence (saxofoon) te horen. Lawrence nam tijdens deze tournee de plaats in van de vaste saxofonist Bobby Keys. Na de aankondiging ‘And now ladies and gentlemen, it’s The Rolling Stones’ gooit Richards er meteen zijn eerste riff tegenaan in Brown sugar en de slide van Taylor blijft niet achter. Gimme shelter stelt nooit teleur en na de aankondiging van Jagger “Keith veut chanter pour vous”, volgt het door Richards gezongen Happy. De hit Tumblin’ dice wordt naast het gruizige en lyrische gitaarwerk vooral ook gedragen door de strakke ritmesectie Charlie Watts en Bill Wyman. Deze tour was bedoeld om recent verschenen album Goats head soup te promoten. Van dit album worden vier nummers gespeeld, te beginnen met een zeer energieke versie van Star star waarin Richards en Taylor gitaristisch vuurwerk afleveren. In de boogie Dancing with Mr. D laat Taylor weer horen wat een fantastische gitarist hij is met zijn lyrische spel. Felle gitaarduels worden weer uitgevochten in Doo doo doo doo doo (heartbreaker). Met veel applaus wordt de wonderschone ballad Angie begroet. Mooi pianospel van Billy Preston, sterke zang van Jagger en weer een fenomenale Taylor. De flugelhorn van Madaio kondigt de ballad You can’t always get what you want aan. Huiveringwekkend mooi is de lange saxsolo van Trevor Lawrence. Ruim elf minuten genieten. Het ultieme livenummer toen (en eigenlijk nu nog steeds) is Midnight rambler, waarin Jagger zijn mondharp bijkans aan flarden blaast. Na de hit Honky tonk women, worden twee snelle nummers gespeeld van Exile on Main Street, het dubbelalbum dat een jaar daarvoor was uitgekomen. De slide is weer groots in All down the line en in Rip this joint gaat de gashendel helemaal los met een scheurende saxsolo. De bekende Richards riff kondigt daarna Jumpin’ Jack Flash aan en na deze wereldhit is Street fighting man de stampende finale. Snijdende gitaren en een op hol geslagen ritmesectie. “Au revoir, merci”. The Stones waren in Brussel!

Conclusie: Het album Goat’s head soup heeft na 47 jaar nog niets van zijn glans verloren. En hun energieke optreden in Brussel bewijst dat The Stones een echte liveband zijn. Ze waren in 1973 en zeker in Brussel in absolute topvorm!

Tracks cd 1

  1. Dancing with Mr. D
  2. 100 Years ago
  3. Coming down again
  4. Doo doo doo doo doo (Heartbreaker)
  5. Angie
  6. Silver train
  7. Hide your love
  8. Winter
  9. Can you hear the music
  10. Star star

Tracks cd 2

  1. Scarlet
  2. All the rage
  3. Criss cross
  4. 100 Years ago
  5. Dancing with Mr. D
  6. Heartbreaker
  7. Hide your love
  8. Dancing with Mr. D
  9. Doo doo doo doo doo (Heartbreaker)
  10. Silver train

Tracks cd 3 (The Brussels Affair)

  1. Brown sugar
  2. Gimme shelter
  3. Happy
  4. Tumbling dice
  5. Star star
  6. Dancing with Mr. D
  7. Doo doo doo doo doo (Heartbreaker)
  8. Angie
  9. You can’t always get what you want
  10. Midnight rambler
  11. Honky tonk women
  12. All down the line
  13. Rip this joint
  14. Jumpin’ Jack Flash
  15. Street fighting man
12okt/200

VOETBALSFEER

Ik had me voorgenomen een sportcolumn te schrijven waarin de woorden corona en COVID-19 niet voorkomen. Een kansloze missie, want ik haal in de eerste zin mijn voornemen al keihard onderuit. De gevolgen van deze pandemie zijn groot en worden steeds groter voor de sportwereld, zowel in financieel als in sportief opzicht.

Laat ik me tot het sportieve beperken. Ik zat zaterdag als radioverslaggever op de tribune bij De Jodan Boys om verslag te doen van de wedstrijd tegen Achilles ’29. De tribune was met rood-witte linten afgezet en keurig van stickers voorzien. Reservespelers mochten niet in de dug-out maar in een speciaal vak op de tribune. Geen enthousiast geklap van supporters bij een mooie aanval of een geweldige redding van de doelman. De kletterende regen op het dak van de tribune was het enige geluid, afgezien van de trainers die hun aanwijzingen riepen. Ik miste ook vaste supporter Joost die altijd voorzien van zijn clubsjaal luidruchtig in woord en gebaar aanwezig is.

Desondanks zijn er ook positieve geluiden. De voetballers hebben er wel zin in. Dat geldt ook voor de scheidsrechters. De pers mag aanwezig zijn bij de wedstrijden. Verenigingen bieden hun supporters de service om via een stream live mee te kijken. Leuk, maar de echte voetbalsfeer is desondanks ver te zoeken. Neem de wedstrijd Gouda – TAVV. Zes minuten voor tijd staat er 0-3 op het scorebord, maar in extremis maakt Gouda toch nog 3-3. Jammer dat je als supporter nooit kunt zeggen dat je dat hebt meegemaakt. Afgezien van die paar achter de hekken dan.

Ik schrijf deze column op maandagmorgen, nog onwetend wat Mark Rutte dinsdagavond voor ons in petto heeft. Ik hou mijn hart vast.

Buikschuiver Cor

Sensationele 3-3 tegen TAVV wordt gevierd

Geplaatst door Sv Gouda Foto's op Zaterdag 10 oktober 2020

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties