Meneer Vos
Op 30 maart 1932 wordt de voetbalclub Achilles Veen opgericht. Bekende namen uit die tijd zijn Jan Vos (poes), Giel Vos (de kreek), Piet Verbeek (de plaaier), Bertus Vos (de potluis), Cor van der Pol (de dofkool) en Hen Roeland (de kakkau). Namen die weggelopen lijken uit de roman Bint van Bordewijk. Het toenmalige voetbalveld ligt aan de Groenesteeg. Om tijdens de wedstrijden inkijk te belemmeren zijn draden gespannen en wordt een gordijn van jute langs de straat getrokken. In een keet kunnen de spelers zich omkleden. Sanitaire voorzieningen zijn er niet.
Nadat er een aantal jaren niet was gevoetbald besluiten Jan Vos (den berm), Joost Sonneveld (den hakker) en Gerrit Vos (de fangelo) om Achilles Veen op 7 juni 1944 nieuw leven in te blazen.
Ik was zaterdagmiddag in Veen. Het knollenveld met de keet van Jan Fop had plaatsgemaakt voor een schitterend complex met de welluidende naam ‘De Hanen Weide’.
Na afloop van de wedstrijd tegen Jodan Boys raakte ik in het fraaie sponsorhome in gesprek met een supporter van Achilles. “Herman Vos is de naam”, antwoordde hij. “Ik ben 87 jaar en ken deze omgeving heel goed. Het was pure armoede in die tijd meneer. Dat is nu anders” Hij vertelde me ook dat hij onlangs zijn sleutelbeen had gebroken. Gestruikeld over een gevallen portie kibbeling die hij net had gekocht. Verbluft flapte ik er uit “dan is de vis duur betaald meneer Vos”.
Op de terugreis naar Gouda moest ik aan Herman Vos denken. Hij kwam uit een gezin van 15 kinderen. Die mannen van het eerste uur met de naam Vos zouden broers of in ieder geval familie geweest kunnen zijn. Had ik misschien moeten vragen en ook of hijzelf een bijnaam heeft.