Gerritschinkel.nl Columns & meer

19jun/170

Still testifying – My Darling Clementine

Michael Weston King (Derbyshire 11 november 1961) is een succesvolle singer-songwriter die op zijn 16e naar Liverpool vertrekt waar hij in de postpunkscene in een aantal bands speelt. Midden jaren ’80 wordt hij beïnvloed door Amerikaanse band als R.E.M., Green on Red, The Dream Syndicate en The Triffids en door deze band raakt hij geïnteresseerd in de muziek van Gram Parsons, Hank Williams, The Byrds, Lyle Lovett, Dwight Yoakam en Nanci Griffith. King wordt lid van de countryrockband Gary Hall and The Stormkeepers tot deze band in 1991 uiteenvalt. In 1992 formeert hij de alt. countryband The Good Sons waarmee hij vier albums opneemt. King heeft ook tien soloalbums op zijn naam staan. Hij heeft o.a. samengewerkt met Chris Hillman, Ron Sexsmith, Jackie Leven en Townes van Zandt die ook Weston’s song Riding the range heeft opgenomen.

Lou Dalgliesh, is een gevierde Britse zangeres die o.a. samenwerkte met Elvis Costello, Bryan Ferry en het Brodsky Quartet. Van 1993 tot 2000 brengt zij vier albums uit, waaronder het bekende Live at Ronnie Scotts. Dalgliesh is ook te bewonderen in het door haar geschreven toneelstuk They call het Natasha, een verhaal van obsessie en verbeelding, gebaseerd op een reeks songs van Elvis Costello die voor het eerst op het Festival van Edinburgh werd uitgevoerd.

Het echtpaar Michael Weston King en Lou Dalgliesh vormt sinds 2010 samen het in Birmingham opgerichte duo My Darling Clementine. In 2011 wordt hun eerste album How do you plead? uitgebracht. In 2012 winnen ze The Americana Music Artist of the Year tijdens de British Country Music Awards. In dat jaar wordt ook hun eerste single 100.000 Words uitgebracht. Het tweede album van de band The reconciliation? verschijnt in 2013.

In 2014 gaf My Darling Clementine in het Vereniging Koninkrijk onder de noemer ‘The other half’ een aantal shows met misdaadauteur Mark Billingham, waarvan in 2015 ook een album met die titel verscheen, met o.a. gastopredens van acteur David Morrissey, zanger Graham Parker en het Brodsky Quartet.

Deze maand verscheen Still testifying, het nieuwe album van My Darling Clementine. Op dit album is  weer duidelijk te horen dat de band oorspronkelijk is begonnen met een eerbetoon aan de grote Amerikaanse duo’s uit de jaren ’60 en ’70, zoals Tammy Wynette & George Jones, Johnny Cash & June Carter en Dolly Parton & Porter Wagoner. King en Dalgliesh worden op Still testifying begeleid door gerenommeerde Britse musici als b.v. gitarist Martin Belmont (Graham Parker & The Rumour, Nick Lowe, Elvis Costello), bassist Kevin Foster (Ducks Deluxe, Jackie Leven), drummer Neil Bullock (Chuck Berry, Ronnie Scott) en organist en accordeonist Geraint Watkins (Bill Wyman’s Rhythm Kings, Dave Edmunds, Van Morrison, Paul McCartney, Mark Knopfler).   

De opener The embers & the flame is een lekkere uptempo countrysong met fijne blazers en zang in de beste traditie van Dolly Parton & Porter Wagoner. In de ballad Eugene is de gevoelige zang van Dalgliesh te horen en de begeleidingsband is lekker op dreef in Your’s is the cross that I still bear. Na de tranentrekkende ballad Since I fell for you gaat het er steviger aan toe in There’s nothing you can tell me, met afwisselende zang van Dalgliesh en King. Jolene’s story is weer een prachtige countryballad.  Mooi gitaarwerk en drumwerk zoals dat op meerdere songs van Roy Orbison is te horen. In  de ‘slepende’ countryballad Friday night, Tulip Hotel is Geraint Watkins te horen op accordeon. Subtiele blazers, orgel, piano en mooie bastonen van Kevin Foster vullen de afwisselende zang van Dalgliesh en King mooi aan in Just a woman. Lekker is de ‘driving’ saxofoon in de countryrocker Tear stained smile. Een van de prijsnummers is de countryballad Two Lane Texaco. Mooi pianospel, prachtige duozang en heerlijke blazers. het album wordt teder en in stijl afgesloten met Shallow. Gevoelige duozang met akoestische gitaar.   

Conclusie: Still testifying is een heel mooi album. Country en americana van grote klasse.

Tracks:

  1. The embers & the flame
  2. Eugene
  3. Yours is the cross that I still bear
  4. Since I fell for you
  5. There’s nothing you can tell me (that I don’t already know)
  6. Jolene’s story
  7. Friday night, Tulip Hotel
  8. Just a woman
  9. Tear stained smile
  10. Two Lane Texaco
  11. Shallow

Line up:

  • Michael Weston King – zang, akoestische gitaar
  • Lou Dalgleish – zang, piano, star trek lady
  • Geraint Watkins – orgel, accordeon
  • Martin Belmont – elektrische en bariton gitaar
  • Kevin Foster – elektrische en akoestische bas
  • Liam Grundy – piano, wurlitzer
  • Neil Bullock – drums
  • Bob Loveday – viool, viola, recorder
  • Matt Holland – trompet, flugelhorn
  • Nick Pentelow – sax, klarinet
  • Andy Wood – trombone, euphonium
  • Angie Pollock – backing vocals
  • Oliver Darling – backing vocals
  • Tuck Nelson – bongo’s, backing vocals, horse’s hooves
  • Neil Brockbank – vibrafoon
  • Mabel Dalgleish-King – recorder, klockenspiel, vocals

 

19jun/170

De transferperiode

Het jaarlijkse circus van de overschrijvingen bij de amateurvoetballers is weer achter de rug. Jaarlijks verhuizen soms weer hele volksstammen. Bij sommige elftallen is het zo dat de supporters heel erg aan die nieuwe namen zullen moeten wennen. Maar als ik naar de overschrijvingen van de Goudse voetbalclubs kijk dan valt het allemaal nog wel mee. Hoofdklasser De Jodan Boys timmert het meest aan de weg, maar om je ambities om op termijn naar de 3e divisie te gaan kracht bij te zetten, zullen ze ‘moeten’. Of iedereen daar blij mee is is een tweede, want het aandeel ‘echte’ Jodan Boys wordt steeds kleiner. Kampioenen zijn op de een of andere manier vaak aantrekkelijk en daarom kan ONA de nodige nieuwe spelers verwelkomen. Bij Olympia, DONK en Gouda is het vrij rustig gebleven. Het aantal mutaties valt mee.

Hoewel er bij de amateurs ook het nodige geld aan te pas komt is dit absoluut niet te vergelijken met de absurde bedragen in het topvoetbal. De miljoenen vliegen je om de oren. Voor relatief onbekende voetballers wordt zonder blikken of blozen 40 miljoen euro neergeteld. Dat die voetballers daarna op de reservebank weg zitten te kwijnen is blijkbaar geen enkel probleem. Spelersmakelaars wrijven zich in de handen en hun ogen puilen uit van de dollartekens. Modale profvoetballers verdienen in een week meer dan een minister in een heel jaar. In de tijd die ik nodig heb (nog geen half uur) om deze column te schrijven verdient Ronaldo zo’n 5000 dollar! Hoe kun je dit allemaal uitgeven terwijl je ook de belasting nog even tilt. Ik gun het hem maar de grenzen zijn totaal zoek.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties