Gerritschinkel.nl Columns & meer

23jan/170

Chicago ’78 – Frank Zappa

Van Frank Zappa verschenen in november 2016 maar liefst drie albums. Een van die albums is Little dots met live-opnamen van een tournee uit 1972 (zie recensie Bluesmagazine). Tot het eveneens in november 2016 uitgebrachte materiaal behoort het dubbelalbum Chicago ’78. De titel zegt het al, een album met live-opnamen van een concert in The Uptown Theatre in Chicago op 29 september 1978. Zappa betreedt het podium met een band bestaande uit de gitaristen Ike Willis en Denny Walley, de keyboardspelers Tommy Mars en Peter Wolf (niet te verwarren met Peter Wolf van The J. Geils Band), bassist Arthur Barrow, drummer Vinnie Colaiuta en percussionist Ed Mann.

Na een intro van ruim een minuut wordt afgetrapt met Twenty one, een instrumental die begint met percussie, maar waarna Frank Zappa er een aantal snoeiharde gitaarsolo’s uitgooit. Zappa legt daarna uit wat het publiek die avond kan verwachten en belooft oud en nieuw materiaal. Na het aftellen 1,2,3,4 zet de band Dancin’ fool in, het nummer dat in 1979 op het album Sheik Yerbouti zal verschijnen en een grote hit wordt voor Frank Zappa. Het nummer staat zelfs sinds jaar en dag in de Top 2000. Het blijft een lekker nummer met de beroemde uitroep youwsa youwsa youwsa. In Easy meat zit een ‘smerige’ solo van Zappa. Honey, don’t you want a man like me? en Keep it greasy zijn typische ‘verhalende’ Zappa songs met de vele tempowisselingen. In Village of the sun is weer een verschroeiende gitaarsolo te horen. Het tempo gaat wat terug in The meek shall inherit nothing, laid back blues met Denny Walley op slide. Walley brengt in Bamboozled by love, ook een mooie slidesolo en in Sy Borg mag Tommy Mars excelleren.

Hierna krijgen Tommy Mars, Peter Wolf en drummer Vinnie Colaiuta meer ruimte in Little house I used to live in, een jazzrock, avantgardistisch en psychedelische song van het album Burnt weeny sandwich van The Mothers of Invention uit 1970. In Paroxysmal splendor zijn eerst elementen te horen die later het nummer Greggery Peccary zou worden, een avonturenverhaal op muziek. Het nummer eindigt als een uptempo gitaarrocker. Uitstekend drumwerk en fantastische gitaarsolo’s maken van Yo mama een topper. Na Magic fingers golft er een blijk van herkenning door het publiek bij de eerste tonen van Don’t eat the yellow snow, het verhaal van de Eskimo Nanook, St. Alphonzo en Father O’Blivion. Dit nummer van het album Apostrophe(!) uit 1974 is voor mij het hoogtepunt. Na deze ruim 18 minuten lange suite worden de fans in Chicago getrakteerd op een grandioze versie van Strictly genteel, van het album 200 Motels uit 1971. Volgens Zappa beweerden sommigen dat dit nummer niet zonder het orkest van 200 Motels te spelen zou zijn. Maar de band in topvorm bewijst het tegendeel! Black napkins van Zoot Allures uit 1976 is een prachtig eindschot. Zappa bewijst weer eens ten overvloede een uitstekend gitarist te zijn met zijn (lyrische) gitaarsolo’s. Na een ‘ good night’ volgt applaus en is het concert afgelopen.

Conclusie: Chicago ’78 is een uitstekend dubbelalbum. Frank Zappa in topvorm en dat geldt ook voor zijn uitstekende band.

Tracks cd 1:

  1. Chicago walk-on
  2. Twenty one
  3. Dancin’ fool
  4. Easy meat
  5. Honey, don’t you want a man like me?
  6. Keep it greasy
  7. Village of the sun
  8. The meek shall inherit nothing
  9. Bamboozled by love
  10. Sy Borg

Tracks cd 2:

  1. Little house I used to live in
  2. Paroxysmal splendor
  3. Yo mama
  4. Magic fingers
  5. Don’t eat the yellow snow
  6. Strictly genteel
  7. Black napkins

Line up:

  • Frank Zappa -  gitaar en zang
  • Ike Willis – gitaar en zang
  • Denny Walley – slide gitaar en zang
  • Tommy Mars – keyboards, zang
  • Peter Wolf – keyboards
  • Ed Mann – percussie en zang
  • Arthur Barrow – bas en zang
  • Vinnie Colaiuta – drums en zang

 

 

Reacties (0) Trackbacks (0)

Nog geen reacties


Leave a comment

Nog geen trackbacks.