Gerritschinkel.nl Columns & meer

4mei/160

Pan Alley Fever – Hidden Agenda Deluxe

Het zijn drukke baasjes die hun sporen in de muziek al lang hebben verdiend. BJ Baartmans (singer songwriter, producer en begeleider van o.a. Ian Matthews, David Corley, Shannon  Lyon), Eric DeVries (The Big Easy, Songwriters United), Sjoerd van Bommel (Van Deven & Van Bommel, Jango Edwards, David Corley, Frederique Spigt), Gerald van Beuningen (Nancy Works On Payday, JW Roy en Rob Geboers (The Revolvers, Brainbox, Mick Taylor).

Deze gelegenheidsformatie heeft onder de naam Hidden Agenda Deluxe een eerste album uitgebracht, Pan Alley Fever. Dit album, met twaalf eigen composities en een cover voert je als luisteraar rechtstreeks terug naar de seventies.

Het album begint meteen vrolijk met Shine, dat sterk doet denken aan Ramblin’ man van The Allman Brothers. Lekker speels gitaarwerk. Invloeden van Little Feat zijn er in het gospelachtige Don’t give up hope. Tulsa shining is een regelrecht verlangen naar Tulsa Oklahoma. Een lekkere uptempo countryrocker. Mind of her own is een soulful funky nummer in de traditie van Dr. John. Een mooie gitaarsolo en een lekkere bas. De midtempo countryrocker I don’t even need you is een song met een fantastische hammond  en Poco-achtige samenzang. De invloeden van The Band zijn volop aanwezig in de prachtige slowblues Don’t forget to leave, alsof ze Garth Hudson hebben ingehuurd, maar Sjoerd Geboers doet hier nauwelijks voor hem onder. De enige cover is Long time gone, dat oorspronkelijk verscheen op het debuutalbum van Crosby Stills & Nash uit 1969. Prachtig, bijna zes minuten genieten. Na het mooie Jericho walls komt het cajunachtige Sweet Joanna’s kiss, waarvan het begin me herinnert aan Eric Clapton’s Tulsa time. Een van de hoogtepunten van het album is de ballad Goodbye eternal youth, met CS&N achtige harmonies en ik bespeur ook invloeden van The Nits. En wat te denken van de gitaarsolo a la Roger McGuinn. Het Dough Sam achtige orgeltje is aanwezig in Good one liners en wordt gevolgd door de midtempo funky rocker Whole 7 days. Het album eindigt met So blue, een subtiele vaudeville jazzy blues waar Leon Redbone het patent op heeft.

Conclusie: Pan Alley Fever voert je zoals gezegd terug naar de countryachtige muziek van de 70’er jaren van de vorige eeuw. Niks geen poespas, niks geen vernieuwing, gewoon een lekker americana album van rasartiesten die weten waar ze de mosterd moeten halen.

Tracks:

  1. Shine
  2. Don’t give up hope
  3. Tulsa shining
  4. Mind of her own
  5. I don’t even need you
  6. Don’t forget to leave
  7. Long time gone
  8. Jericho walls
  9. Sweet Joanna’s kiss
  10. Goodbye eternal youth
  11. Good one liners
  12. Whole 7 days
  13. So blue

Line up:

  • BJ Baartmans – gitaar, zang
  • Eric DeVries – gitaar, zang
  • Sjoerd van Bommel – drums, zang
  • Gerald van Beuningen – bas
  • Rob Geboers – hammond
4mei/160

Eternity’s descent – Studebaker John & The Hawks

De Amerikaanse bluesgitarist en mondharmonicaspeler “Studebaker” John Grimaldi werd geboren op 5 november 1952 in Chicago, Illinois. De naam Studebaker verwijst naar het bekende automerk Studebaker Hawk. John rijdt vandaag de dag trouwens nog in zo’n auto. Zijn vader was een muzikant die in zijn jeugd in de bekende Maxwell Street speelde, een locatie waar ook legendarische bluesmannen als Hound Dog Taylor, Big Walter Horton, Big John Wrencher, John Littlejohn en J.B. Hutto vaak waren te vinden. Hij leerde mondharmonica spelen toen hij 7 jaar was en hij werd door Hound Dog Taylor geïnspireerd om de slidegitaar ter hand te nemen. “Ouwe jongens” als Walter Horton drukten hem volgens zeggen op het hart vooral een eigen stijl te ontwikkelen. In de jaren 70 van de vorige eeuw formeerde hij zijn band The Hawks. De naam The Hawks is, behalve de verwijzing naar het automerk ook een eerbetoon aan zijn vriend J.B. Hutto wiens band The Hawks heette. Het eerste album van Studebaker John & The Hawks, Straight no chaser, verscheen in 1979 gevolgd in 1985 door Rockin’ the blues. Vanaf de jaren 90 brengen Studebaker John & The Hawks met enige regelmatig albums uit.

Deze maand verscheen het nieuwste album, Eternity’s descent. Het eerste nummer hakt er meteen stevig in. Same as mine is een melodieuze uptempo rocker met snerpende gitaarsolo’s en een heavy ritmesectie. Up and down the line again is een stevige voortdenderende boogie met een felle mondharmonicasolo. Het tempo gaat daarna iets terug in de midtempo blues Not to be like you (lyrische gitaarsolo’s) en Hold me down met gitaarwerk a la Albert Collins en een loeiende mondharmonicasolo. Uitstekend harmonicaspel is ook te horen in de stevige bluesballad My life, met gitaarsolo’s over beukende drums en een pompende bas. Ready to rock is een enigszins monotone voortdenderende rockerrocker met zang van Studebaker John die me in de verte doet denken aan John Hiatt. Alleen is de stem van Studebaker wat vlakker. In het jachtige I feel like rockin’ scheurt John zijn gitaar bijkans aan flarden met zijn felle solo’s. I still won is een “springerige” bluesballad met mondharmonciasolo ’s, een zoemende bas en een drumsolo aan het eind. De ritmesectie dendert vervolgens ook weer door in de uptempo gitaarrocker Search this life. Mondharmonicasolo’s bepalen de bluesballad Passed and gone. De gitaarsolo’s en de meppende drums overheersen weer in Rock and roll before I die. De bluesballad Humanity is een (relatief) rustpunt op het album met de ingetogen zang en de huilende harmonica. Het album eindigt mooi met de instrumentale slowblues Eternity’s descent.

Conclusie: Studebaker John is een heel goede gitarist en hij speelt uitstekend mondharmonica en The Hawks weten ook van wanten. Eternity’s descent is geen uitschieter in zijn genre maar na een paar keer beluisteren gewoon een goed bluesrockalbum.

Tracks:

  1. Same as mine
  2. Up and down the line again
  3. Not to be like you
  4. Hold me down
  5. My life
  6. Ready to rock
  7. I feel like rockin’
  8. I still won
  9. Search this life
  10. Passed and gone
  11. Rock and roll before I die
  12. Humanity
  13. Eternity’s descent