Gerritschinkel.nl Columns & meer

2nov/200

Katvanger – So late so soon

Je begint een band en je verzint een naam. Dat moet Ruud  Fransen ook hebben gedacht. Bassist Ruud Fransen, in 1967 samen met gitarist Ted Oberg oprichter van de Haagse bluesband Livin’ Blues, bedacht voor het trio waar hij nu deel van uitmaakt de merkwaardige naam Katvanger. Het woord katvanger betekent zoiets als handlanger of stroman. Iemand die actief is in het criminele milieu, dus niet direct een positieve betekenis, maar volgens Fransen is het ironisch bedoeld. Katvanger bestaat naast Ruud Fransen uit de Amerikaanse, maar al heel lang in Nederland wonende zanger-gitarist Jim Wake en de uit België afkomstige leadgitarist Jan Vereçki.

Half augustus verscheen So late so soon, het debuutalbum van Katvanger, een album met vijftien songs, waarvan er veertien geschreven zijn door Jim Wake en één door Ruud Fransen. Het album is opgenomen op een antieke harddiskrecorder in een piepkleine privéstudio in Den Haag en gemixt op een pc in een huiskamer en zo ongeveer met vallen en opstaan gemasterd. Bij de cd zit een boekje met de teksten van de liedjes.

De liedjes van Katvanger gaan over pijn, bedrog en eenzaamheid, thema’s waarover al door generaties bluesartiesten gezongen wordt. Daarnaast bevatten hun songs een flinke dosis ironie en sarcasme. Het zijn songs zonder opsmuk, ‘kale’ muziek zonder drums, blazers en keyboards. De gruizige en soms grommende zang van Jim Wake doet me regelmatig denken aan Tom Waits en Leon Redbone. Mooi is de driestemmige samenzang in de veelal midtempo nummers. In songs als Gimme en I seen the light ligt het tempo hoger. Jazzy en vaudeville achtige invloeden zijn er in Peacefull coexistence, Not the reality I ordered en I lost again. Het gitaarspel van Vereçki is helder met soms fraaie solo’s en de baslijnen van Fransen zijn ook lekker zoals in het door hem geschreven Time never mends a broken heart. De mondharp van Wake doet het lekker in bluessongs als Love and death in het age of Trump, You don’t have to worry, I lost again en I seen the light.

Conclusie: Katvanger heeft met hun debuutalbum So late so soon een plaat gemaakt met eigenzinnige eerlijke blues die het beluisteren waard is.

Tracks:

  1. I oughta know better
  2. So late so soon
  3. Gimme
  4. White man
  5. Peaceful coexistence
  6. Blind faith
  7. Not the reality I ordered
  8. Love and death in the age of Trump
  9. Please forgive me
  10. You don’t have to worry
  11. I lost again
  12. Traveler’s tale
  13. Crazy ‘bout you
  14. Time never mends a broken heart
  15. I seen the light

Line up:

  • Jan Vereçki – lead gitaar, backing vocals
  • Ruud Fransen – bas, backing vocals
  • Jim Wake – lead vocals, ritme gitaar, mondharmonica
2nov/200

Let’s play darts

Op mijn vorige sportcolumn over het 100-jarige SV DONK heb ik veel leuke reacties gekregen. Vooral mooie herinneringen van oud-Donkianen uit de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw.

Ook bij mij komen mooie herinneringen boven. Niet alleen aan DONK, maar aan veel Goudse sportverenigingen. En bij gebrek aan actuele sportactiviteiten in Gouda dompel ik me ook maar onder in mijn herinneringen van de afgelopen 35 jaar als sportverslaggever. Een mooie bron van informatie vormen die aantekenboekjes die ik met liefde koester.

Ik neem u mee terug naar vrijdag 13 april 2007. In Gouda was een groot dartcircus neergestreken. De grote namen van die tijd liepen gewoon in een autoshowroom ‘in het wild’ rond. De Britten Ted Hankey (the count), Daryll Fitton (the dazzler), Tony O’Shea (the silverback) en Amsterdammer Co Stompé (the matchstick). Je kon ze gewoon aanraken en een babbeltje met ze maken. Handtekeningen werden gretig uitgedeeld. Dames gingen gretig met de dartfenomenen op de foto. O’Shea had het uitstekend naar zijn zin en op mijn vraag wat hij van de locatie vond zei hij dat hij in veel locaties had gespeeld maar nog nooit bij een cardealeragent. Een primeur voor Van Beynum! Ook Stompé vermaakte zich uitstekend. “Het is een beetje kermis, de show is het belangrijkste en je moet voor zo’n avond geen grijze muizen uitnodigen. En ik ben geen grijze muis”. De 13-jarige Tim van den Hoek, ‘the little master van Gouda’, was niet echt onder de indruk van al die legendes. Zijn grote voorbeeld was Michael van Gerwen. Kijk, die Tim had een vooruitziende blik.

O ja, ‘the dazzler’ won de bloedstollende finale van ‘the count’ en ging met de titel ‘Master of Gouda’ terug naar Engeland.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties