Gerritschinkel.nl Columns & meer

6apr/200

Virtuele sport

Ik heb zondag met gemengde gevoelens zitten kijken naar de Ronde van Vlaanderen. De virtuele ronde wel te verstaan, want vanwege die vermaledijde coronacrisis was de jaarlijkse Hoogmis van Vlaanderen in zijn feestelijke vorm gecanceld. We moesten ons behelpen met 13 opgehokte pedaleurs die vanuit hun kot op de hometrainer online met elkaar de strijd aanbonden. En met live verslag van het befaamde duo Wuyts & De Cauwer. Van het typische Vlaamse landschap was niet veel te zien en slechts hier en daar stond een verdwaalde virtuele toeschouwer. Een voordeel was wel dat we verlost waren van die idioten die, al dan niet zwaaiend met vlaggen, als dwazen meeholden naast de renners.

Virtueel fietsen, het lijkt leuk, maar het heeft met echte sport eigenlijk niets te maken. Zou het bestuur van de Elfstedentocht gisteren ook hebben gekeken? En de bestuurders van de KNVB? Ik sluit het niet uit, maar de gedachte alleen al om ook virtueel aan de slag te gaan is in mijn ogen een zonderlinge. Maar ik sta nergens meer van te kijken.

Ik heb al maanden een kaartje voor De Tour van ’80. Een avond met Joop in de Goudse Schouwburg op maandag 25 mei a.s. Een exclusieve theatershow rondom het winnen van de Tour de France door Joop Zoetemelk in 1980. Een avond met voormalige wielervedetten als Henk Lubberding, Leo van Vliet, Johan van der Velde en uiteraard Joop Zoetemelk himself. En met wielerliefhebbers als Mart Smeets, Eric Corton, Bert Wagendorp, Frank Lammers, Blaudzun, JW Roy en Wilfried de Jong. Virtueel wielrennen in de schouwburg. Ik verheugde me er op, maar helaas, de voorstelling gaat niet door.

Ik moest met enige weemoed denken aan die prachtige virtuele wieleravond in maart 2012. Wilfried de Jong trad toen in de Goudse Schouwburg op met zijn programma ‘De man en zijn fiets’:

Het geroezemoes in de volle zaal verstomde. Het licht ging uit en op het nog spaarzaam verlichte podium stond een naakte man doodstil met zijn rug naar het publiek toe. De drums roffelden zachtjes, de gitaar tokkelde, de bas trilde en zoemde. De glimmende rode racefiets van het merk Fausto Coppi stond werkeloos en vol verlangen te wachten op zijn coureur. Plotseling vertoonde de naakte man met het losse wiel in de hand tekenen van leven en hij zoog het publiek op indringende wijze mee in wat een spetterende avond zou worden.

De broek werd plotseling omhoog getrokken. De naakte man was niet helemaal naakt meer. De band ging helemaal los en het daverende wielerfeest in de Goudse Schouwburg was begonnen. Wielerfanaat Wilfried de Jong en het trio Ocobar zetten de volle zaal met wielerliefhebbers in vuur in vlam. Schitterende wielerverhalen werden de zaal ingespuwd. Het Vlaamse gehucht Munkzwalm werd aan de vergetelheid ontrukt. In het losstaande bouwsel met de naam Café Taxi bekeek de Hollandse wielerliefhebber de meute die naar dit onherbergzame oord was gekomen voor Vlaanderen’s Mooiste. De waardin glimlachte haar vriendelijkste glimlach. De bierpomp maakte op dit vroege tijdstip al overuren. Het Mariabeeld huilde. In de verte kwam het peloton aangeraasd om na enkele minuten  Munkzwalm weer in de anonimiteit terug te duwen. “That’s where you do it for” zou Lieuwe Westra in zijn steenkolenengels na zijn ritwinst in Parijs-Nice zeggen.

Eddy Merckx, Lance Armstrong, Fausto Coppi, Marco Pantani, ze kwamen allemaal langs. Vooral de ode aan Pantani, het Olifantje, deed me de rillingen over het lijf lopen. Ademloos luisterde de zaal naar het verhaal waarin De Jong door oud tourwinnaar Jan Janssen totaal de vernieling werd ingereden. Gelukkig was er na afloop van de afstraffing de maaltijd met de vers gestoken asperges met ei en hesp van Cora Janssen.

Het grote scherm vertoonde nu de mistige contouren van de Mont Ventoux, de berg waar Tom Simpson op 13 juli 1967 de dood vond. Onze held Wilfried had zichzelf getrakteerd op een enkeltje Mont Ventoux. Je word tenslotte maar één keer 50 jaar. Zoonlief filmde de heldentocht die bijna ook nog in het ravijn eindigde.

Ik had het boek met wielerverhalen meegenomen naar de Schouwburg in de hoop een handtekening te krijgen. Het wachten duurde lang. Ik was even bang dat de auteur stiekem via de achterdeur naar Rotterdam was teruggereisd. Gelukkig werd het wachten veraangenaamd met een Westmalle Tripel. Daar kwam de man aan, nu zonder fiets. Vriendelijk schreef hij bijna een nieuw verhaal in mijn boek. Ik borg het boek meteen weer trots op. Nu was het wielerseizoen pas echt begonnen.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties