Gerritschinkel.nl Columns & meer

15feb/240

Carnaval

Afgelopen weekend barstte het carnaval los. Aan mij gaat dit feest voorbij, maar voor hele volksstammen staat carnaval voor lol en jolijt. Ook in Pijpenburg zoals Gouda dezer dagen heet. Met Prins Johnny der Marktzotten die de stadssleutel een aantal dagen mag beheren.  

Hoewel afgelopen weekend het aantal sportwedstrijden beperkt was, moesten toch de nodige voetballers zaterdag de wei in. Zoals die van RVC ’33 die liever carnaval hadden gevierd in Reedurp. Met moeite kon men een elftal samenstellen. Maar het inlevingsvermogen van de KNVB is blijkbaar niet groot want de bond had in haar oneindige wijsheid besloten dat ze naar Koudekerk moesten voor een inhaalwedstrijd. Waarom die wedstrijd niet op 17 februari kan worden gespeeld is mij een raadsel, want het komend weekend staat ook in het teken van inhaalwedstrijden. Waarom kan DONK – EMM ’21 wel op die datum worden gespeeld?

Ik moet bij de combinatie carnaval – voetbal denken aan een aantal gebeurtenissen van jaren geleden. Koploper UNIO speelde, met de Raad van Elf van Uivergein langs de lijn, bij DONK en verloor. Jammer, maar na afloop vertrokken de bezoekers snel naar Oudewater, want de kantine was helemaal klaar voor het grote carnavalsfeest. Dat ook in Reeuwijk carnaval hoog in het vaandel staat merkte ik toen ik verslag mocht doen van een wedstrijd van RVC ’33. Ik weet niet meer wie de tegenstander was, maar ik vond het prachtig dat de scheidsrechter van dienst, op verzoek van de thuisclub, de wedstrijd een half uur later liet beginnen. Dan konden de kerkgangers de wedstrijd ook helemaal bijwonen.

Ik was zaterdag in Cabauw om verslag te doen van de wedstrijd Cabauw – Gouda. Ook in Cabauw, een katholieke enclave in de overwegend reformatorische Lopikerwaard, is men dol op carnaval. Nu was de wedstrijd tegen Gouda na 8 minuten met een 3-0 stand eigenlijk al gespeeld, de volle 90 minuten moesten worden volgemaakt. Het carnaval moest nog even wachten, maar na afloop wisten de spelers van Cabauw niet hoe snel ze naar Uivergein of Knopengein moesten afreizen om het feest voort te zetten. Alaaf!

14feb/240

Jennifer Porter – Yes, I do!

De muziekcarrière van de Amerikaanse singer-songwriter Jennifer Porter (24 september 1968, Springfield, Massachusetts), begint in 1989. Ze speelt jarenlang met haar kwartet in jazzclubs.

In 1998 verschijnt haar debuutalbum Hyacinth boy blue. Naast haar muziekcarrière is ze ook actrice. Ze is te zien in Mr. Barrington (2003) en 40 West (2011). Voor beide films schrijft zij de filmmuziek. In 2013 brengt ze haar eerste jazzalbum The way you look tonight uit.  

Begin deze maand verscheen haar 9e album Yes, I do!, een album met zes eigen composities en twee covers.   

Before we call it a day is het swingende openingsnummer, met heerlijke (solerende) blazers en de warme stem van Jennifer Porter die ook voor een mooie pianosolo zorgt. Met de soulvolle ballad, het titelnummer Yes, I do, zakt het tempo. Over you is een prachtige ballad in de beste traditie van Norah Jones. De blazers hebben in dit nummer even rust gekregen en naast de mooie ingetogen zang bewijst Porter hier ook weer uitstekend overweg te kunnen met Hammond B3 en Wurlitzer. Het vrolijke All I needed was you swingt de pan weer uit met de honky-tonk piano, de felle gitaarsolo en de accordeon van C.J. Chenier die voor een lekkere zydecosfeer zorgt. In de jazzy ballad Don’t worry no more is extra drumwerk en percussie te horen. De gitaarsolo van George Naha en de pedalsteel solo van Cindy Cashdollar zijn ronduit zeer fraai. De eerste cover is How long, de bluesstandaard van Leroy Carr en Scrapper Blackwell uit 1928. Piano, Wurlitzer, Hammond B3 en de mooie solo van Steve Jankowski op flugelhorn toveren dit nummer om in een schitterende bluesballad. Lucky dust (Shining through) is opwindende bigband jazz waarin, naast de relaxte zang, trompet, saxofoon, trombone en klarinet hoofdrollen vertolken. Good ol’ wagon, de ragtime blues van Bessie Smith uit 1925, is een wonderschoon slotakkoord, met alleen zang en piano van Porter en een fraaie bijdrage van Randy Andos op tuba. 

Conclusie: Yes, I do! is een voortreffelijk album.

Tracks cd:

  1. Before we call it a day
  2. Yes, I do
  3. Over you
  4. All I needed was you
  5. Don’t worry no more
  6. How long
  7. Lucky dust (Shining through)
  8. Good ol’ wagon

Line-up:

  • Jennifer Porter – zang, backing vocals, piano, Wurlitzer, Hammond B3
  • Dana Packard – drums, percussie
  • Damon Banks – bas
  • George Naha – gitaar
  • Steve Jankowski – trompet, flugelhorn
  • Doug DeHays – tenorsaxofoon, baritonsaxofoon, klarinet
  • Randy Andos – trombone, tuba
  • Vinnie Raniolo – gitaar
  • Jonathan Truman – drums

Special guests:

  • C.J. Chenier – accordeon (track 4)
  • Cindy Cashdollar – pedal steel (track 5)
8feb/240

Clubiconen

“Buiten is het … graden, binnen zit …….”. Sinds 5 januari 1976 opent Hans Hogendoorn zo elke avond het populaire radioprogramma ‘Met het oog op morgen’. Maar binnenkort verdwijnt deze iconische radiostem na 48 jaar op het vertrouwde tijdstip. A.s. zaterdag wordt bekend wie de nieuwe ‘Stem van het Oog’ wordt. Of deze opvolger ook zo iconisch wordt zal in de toekomst blijken.

Over iconische radiostemmen gesproken, afgelopen zondag hebben overleed Jan van Veen. Jan van Veen, de man met de donkerbruine stem die jarenlang liefdesgedichten voorlas in het radioprogramma ‘Candlelight’.

Iconen zijn er in vele soorten en maten, uiteraard ook in de sportwereld. In iedere sport is er wel een man of vrouw op wie het etiket ‘icoon’ kan worden geplakt. Ook al is hij al bijna 8 jaar dood, de naam Johan Cruijff is wereldwijd nog steeds een begrip. Ard en Keessie zijn ook nog niet vergeten. Judokampioen Anton Geesink is nog steeds een legende in Japan.

Ook de Goudse sportwereld heeft zijn iconen. Mario den Edel, de missionaris van het jiujitsu is zo’n icoon die wereldwijd nog bewondering oproept. Net als Anton Geesink wordt zijn naam in Japan nog met veel eerbied uitgesproken.

En dan heb je de echte clubiconen. Sporters die hun leven lang hun cluppie trouw blijven. B.v. de heer Oussoren, de legendarische voorzitter van GRTC Excelsior. De vorig jaar overleden Siem de Jong weerstond de lokroep van andere voetbalclubs en bleef ‘zijn’ ONA trouw. Bij sv DONK spreekt men, bijna zeven jaar na zijn overlijden, nog steeds met vertedering over Jober Thoen. Afgelopen week verloor Jodan Boys met Henny Vermeer een echte clubicoon. Ik ken Henny alleen als zeer trouwe supporter bij thuis- en uitwedstrijden van zijn club. Altijd was hij in voor een praatje. Hij zat dan in de kantine op ‘zijn’ stoel. De man met de sigaar, hoewel hij die sinds 1 oktober 2021 niet meer mocht opsteken op het rookvrije sportcomplex. Zaterdag was er een indrukwekkend eerbetoon aan Henny. Bij zijn uitvaart a.s. donderdag zal het ongetwijfeld ook druk zijn.

8feb/240

Een Siamese tweeling

‘Ofwel hou je van sport, ofwel van poëzie. Ofwel van geen van beide’. Deze openingszinnen kwam ik al surfend op internet toevallig tegen op de website van de KU Leuven. ‘Wat een baarlijke nonsens’ was mijn eerste gedachte. Met zulke onzin moet je bij mij niet aankomen, zeker niet in de Poëzieweek 2024. Ik hou van sport en van poëzie.

Sport en poëzie zijn geen aparte grootheden. Zonder sport geen poëzie, zonder poëzie geen sport. Ze horen bij elkaar als een Siamese tweeling. In 1928 was poëzie op de Zomerspelen in Amsterdam een volwaardig olympisch onderdeel! 

Het afgelopen weekend zag ik weer meerdere voorbeelden van een verbond tussen sport en poëzie. Zaterdag was ik bij de streekderby Gouda – CVC Reeuwijk. Een draak van een wedstrijd die in extremis door de thuisploeg werd gewonnen. Zou het Goudse trainersduo, dat

eerder die dag een jaar had bijgetekend, aan de woorden van dichter J.H. Leopold hebben gedacht? ‘O rijkdom van het onvoltooide’. De fraaie nieuwe namen in het Nederlandse schaatsen. Weliswaar niet zulke illustere namen als van der Karbargenbok, Kiekertak, Klotterbooke en Taas Daamde uit de roman Bint van Bordewijk, maar Jenning de Boo, Rem de Hair, Sylke Kas en Tjilde Bennis kunnen een inspiratiebron zijn voor een dichter. Tallon Griekspoor en Botic van de Zandschulp moeten toch ook fraaie tennisgedichten op kunnen leveren. Hoewel ik geen liefhebber ben van paardensport kan ik me voorstellen dat de dressuur dichters in beweging kan krijgen. En het kan niet anders of de VAR bij het voetbal moet wel een geliefd onderwerp zijn van een puntdichter. Kees Stip had er ongetwijfeld raad mee geweten. De wijze waarop Matthieu van de Poel de Stairway to heaven trappen bij het veldrijden beklimt en de concurrentie zijn hielen laat zien is pure poëzie. Ga zondagmorgen vroeg eens kijken op de Geluidswal als de veldrijders van GRTC Excelsior aan het werk zijn. Ook de ‘springende’ en hoog in de lucht zwevende motorcrossers van MCC Holland zijn ideaal om in een lofdicht te vereeuwigen.

Leve de sport, leve de poëzie!

8feb/240

The Tibbs – Keep it to yourself

The Tibbs is een Noord-Hollandse soulband waarvan de leden komen uit de driehoek Amsterdam – Alkmaar – Hoorn. De band werd opgericht in 2012 en hun repertoire bestond in het begin uit obscure Northern Soul- en Memphis soulnummers en instrumentals. Al snel ontstond de behoefte om eigen werk te gaan spelen. In 2014 verscheen de in eigen beheer uitgebrachte ep Cleaned out. Het eerste volledige studioalbum Takin’ over kwam in 2016 uit. Na het uitkomen van dit album verliet zangeres van het eerste uur Elsa Beekman de band om een solocarrière te beginnen. Haar plaats werd ingenomen door Roxanne Hartog die debuteerde op het in 2020 verschenen Another shot of fire. Afgelopen maand verscheen het nieuwe studioalbum Keep it to yourself. Dit derde studioalbum is opnieuw geproduceerd door Paul Willemsen.

Het album opent met Ain’t it funny, ook de eerste single van het album. Een heerlijke groovy uptempo song met de strakke soulvolle blazers. Can’t teach an old dog new tricks is funky soul met gedreven zang van Roxanne Hartog. De blazers zijn weer zeer fraai in de soulballad For lack of better words. In Give me a reason, de tweede single, is een mooi samenspel tussen zang, blazers en de strakke ritmesectie. Die ritmesectie maakt met de blazers van het titelnummer het funky Keep it to yourself een feest waar de soul van afdruipt. In de sfeervolle instrumental Chicken bones, die begint met gekakel van kippen, belandt de luisteraar vooral door de prominente rol van het orgel, in de sferen van de legendarische Booker T & The MG’s. Het tempo zakt in Guess I’m guilty. Lekkere gitaarlicks, orgel, blazers en bluesy zang. Ook in Rafaele is Roxanne Hartog sterk op dreef. Last train en Pyjama komen als het ware rechtstreeks uit de Stax-catalogus. Pure soul! In Rosie, met de heerlijke orgelwaaiers, gaat het tempo weer omlaag. Het album wordt afgesloten met de soulballad In orbit, met zeer sterke zang die varieert van ingetogen tot uitbundig. Een schitterend slotakkoord.  

Conclusie: Keep it to yourself is een uitstekend album van een soulband waar Nederland trots op mag zijn.

Tracks:

  1. Ain’t it funny
  2. Can’t teach an old dog new tricks
  3. For lack of better words
  4. Give me a reason
  5. Keep it to yourself
  6. Chicken bones
  7. Guess I’m guilty
  8. Rafaela
  9. Last train
  10. Pyjama party
  11. Rosie
  12. In orbit

Line-up

  • Roxanne Hartog – zang
  • Henk Kemkes – gitaar
  • Anton Titsing – Hammond, keys
  • Michael Willemsen – bas
  • Bas de Vries – drums
  • Frank Stolwijk – tenor sax
  • Berd Ruttenberg – bariton sax
  • Siebe Posthuma de Boer – trompet
5feb/240

Jacques Mees – Hall of Fame – live

De Tilburgse singer-songwriter Jacques Mees (1959, Moergestel), wordt al op jonge leeftijd door de muziek gegrepen. Als hij 11 jaar is koopt hij zijn eerste gitaar. Zijn eerste en grootste inspiratiebron was en is nog steeds Bob Dylan. Later ontdekt hij ook de muziek van artiesten als Woody Guthrie, Hank Williams en Dave van Ronk. Jacques Mees wordt door velen beschouwd als de bekendste en beste vertolker van de songs van Bob Dylan. De naam Jacques Mees wordt zelfs vermeld in het in 2011 verschenen ABC Dylan Book van de popjournalist Bert van de Kamp.

In 1996 verschijnt zijn eerste officiële album Drive them all crazy. Mees heeft de afgelopen jaren    meerdere keren een muzikale ode gebracht aan zijn favoriete singer-songwriters Guy Clark, Townes van Zandt, John Prine, Blaze Foley, Billy Marlow, Rory C. McNamara en uiteraard zijn grote inspiratiebron Bob Dylan. Mees toert regelmatig in Nederland en België.

Op 22 december 2023 vierde Jacques Mees zijn 50-jarige artiestenjubileum met een optreden in de Hall of Fame in Tilburg. Dit optreden is sinds 17 januari 2024 te beluisteren op Hall of fame live, een ep met vijf zelf geschreven akoestische songs.

Gang bang ritual is een song met relaxt akoestisch gitaarwerk en ingetogen zang. De idee voor dit liedje kwam van Eddy die een keer met een andere verslaafde bij Mees op bezoek was. “Ik heb een mooie titel voor een song”, zei Eddy en hij viel in slaap. Mees pakte zijn gitaar en schreef het lied in vijf minuten. No more rolling like a stone doet me een beetje denken aan knockin on heavens door en de mondharp brengt je echt in de Bob Dylan sferen. Het nummer gaat over het verlies van Rob Vermijs, een goede vriend en een soort mentor van Jacques Mees. Ook de zang van Mees in Sound of the south doet weer aan Dylan denken. Ook hier komt de verslaafde Eddy uit Tilburg weer langs en Mees waarschuwt: “you better be wise, don’t give Fast Eddy your gun”. These are no wasted years, met sterk en ontspannen gitaarspel, gaat over het verlaten van zijn zoon en zijn moeder ruim 30 jaar geleden. Tribute to rock & roll is een van de vroege songs van Mees over de veranderingen in de muziek. Over de rock & roll heroes waar hij met veel plezier naar luisterde en hun videoclips bekeek. Over Stephen Stills, Jimi Hendrix en al die ‘oude’ blueszangers. En over zijn liefde voor akoestische gitaren.

Conclusie: Eerlijk en sfeervol. Een genot om naar te luisteren.

Tracks:

  1. Gang bang ritual
  2. No more rolling like a stone
  3. Sound of the south
  4. These are no wasted years
  5. Tribute to rock & roll

1feb/240

Chris Wragg and Greg Copeland – The last sundown

De Amerikaanse singer-songwriter Greg Copeland (juli 1954, Portsmouth, Virginia) woont alweer geruime tijd in Duitsland. Vanaf zijn jeugd is hij muzikaal beïnvloed door o.a. James Brown, Wilson Pickett, Robert Johnson en Howlin’ Wolf. Zijn stijl zit ergens tussen blues, soul en funk. Hij heeft samengewerkt met o.m. Gerry Williams (ex-Eruption) en de blues gitaristen Gregor Hilden, Guitar Crusher en Kai Strauss en blueszanger Big Daddy Wilson. Daarnaast heeft hij zijn eigen band en maakt hij met Martin Messing deel uit van het akoestische bluesduo Deep Down South.

De in Sheffield woonachtige Engelse gitarist Chris Wragg is bekend als gitarist van het bluesrocktrio The Mudcat Blues Trio. Met deze band toerde hij uitgebreid door het Verenigd Koninkrijk en Europa. Hij speelde ook samen met o.a. Buddy Guy, T. Model Ford en Aynsley Lister.

Chris Wragg en Greg Copeland ontmoetten elkaar in 2015 tijdens een bluesfestival in België. Tijdens deze ontmoeting bleek hun voorliefde voor de Chicagoblues. Van het een kwam het ander en beide heren besloten te gaan samenwerken en samen een album op te nemen. In 2019 verscheen hun debuutalbum Deep in the blood. Begin dit jaar verscheen de opvolger The last sundown.

Met het stevige openingsnummer Alabama train wordt meteen de toon gezet. Fel gitaarwerk van Chris Wragg, soulvolle intense zang van Greg Copeland en de prima vaste ritmesectie Lee Bradley (bas) en Matt Talbot (drums). Can’t shake these blues is een soulvolle bluesballad. 1964 vertelt de geschiedenis van Mississippi Burning, de racistische moorden op drie burgerrechtenactivisten in juni 1964. De uitstekende ritmesectie legt weer de solide bodem in de met spetterend gitaarwerk opgetuigde funky blues Don’t let the devil ride. Na het indringende en meeslepende titelnummer The last sundown wordt wat gas teruggenomen in de ingetogen gezongen ballad House burned down, met sober drumwerk van Parker Kindred en Chris Wragg op orgel. In de funky blues Losing hand zit een fraaie bassolo van Bradley. Where my stars should be is een prachtige soulvol gezongen slowblues met een huilende mondharp van Bino Ribeiro, flonkerend pianospel van Dale Storr en fraaie basloopjes van John Reed. Na het heerlijke Miss Ruby volgt de lange schitterende soulballad When the cold winds blow. In Just a man levert Jorge Oliveira met zijn droge drumwerk een mooie bijdrage. Het stevige Light will shine wordt op sleeptouw genomen door drummer Matt Talbot. In de soulblues After the sun goes down zit een fijne orgelbijdrage van Joel White en leeft Wragg zich met zijn lyrische gitaarwerk weer uit. Fameus is ook het gitaarwerk in het gospelachtige, enigszins psychedelische slotnummer Gonna be with my maker.     

Conclusie: The last sundown is een uitstekend album.

Tracks:

  1. Alabama train
  2. Can’t shake these blues
  3. 1964
  4. Don’t let the devil ride
  5. The last sundown
  6. House burned down
  7. Losing hand
  8. Where my stars should be
  9. Miss Ruby
  10. When the cold winds blow
  11. Just a man
  12. Light will shine
  13. After the sun goes down
  14. Gonna be with my maker

Line-up:

  • Greg Copeland – zang
  • Chris Wragg – gitaar, keys (track 6),
  • Lee Bradley – bas
  • Matt Talbot – drums
  • Joel White – keys (track 1,2,9,13)
  • Parker Kindred – drums (track 6)
  • John Reed – bas (track 8)
  • Dale Storr – piano (track 8)
  • Bino Ribeiro –mondharmonica (track 8)
  • Jorge Oliveira – drums (track 11)
26jan/240

Valse start

Een paar weken winterstop vond ik niet erg, maar ik keek ongewild toch uit naar de hervatting van de voetbalcompetitie in het lagere amateurvoetbal. Benieuwd hoe de Goudse voetbalteams hadden overwinterd en hoe ze hun goede voornemens voor 2024 in daden gingen omzetten. Nieuwe ronde nieuwe kansen. Niets is nog verloren ook al sta je er, zoals bij een aantal, niet al te florissant voor. Voortijdig al de handdoek in de ring werpen zal toch hopelijk niet in hun woordenboek voorkomen. De mouwen opstropen en er tegenaan!

Maar waarvoor al een paar dagen werd gevreesd werd zaterdag werkelijkheid. Sneeuw en vorst hadden een verbond gesloten en zorgden er gezamenlijk voor dat bijna alle wedstrijden geen doorgang konden vinden. Een paar wedstrijden, zoals die van sv DONK, gingen nog wel van start, maar nauwelijks waren de eerste passen gezet of de scheidsrechter blies voortijdig af. Te gevaarlijk. Einde oefening en de derde helft kon voor 15.00 uur al beginnen. Frappant was die middag wel dat DONK, zonder zelf te spelen, met de minste verliespunten steviger op de 1e plaats kwam. Maar ik denk dat ze liever toch ook zelf hadden gespeeld.

Olympia, dat 2023 had afgesloten met een zeperd in Oudewater, kwam wel in actie en wilde de vieze nasmaak van die 5-1 nederlaag van 9 december snel wegspoelen. Met een nieuwe (interim) trainer die het stokje van de opgestapte Frank Bloemheuvel had overgenomen. Optimistisch stapte Olympia in de bus naar Leiden om tegen UVS de broodnodige drie punten mee naar Gouda te nemen.

Aangekomen op sportcomplex Kikkerpolder trok een aantal grote foto’s langs het veld mijn aandacht. Mooie zwart-wit foto’s van UVS elftallen met een groot sportief verleden, zoals die van de betaald voetbal selectie in clubkostuum uit 1959. Prachtig!

Helaas moest Olympia een zure nederlaag slikken. De gelukkigste won en kon (nog) niet van een ‘Carl Flux effect’ worden gesproken. Maar het wordt nu toch tijd dat Olympia een uitwedstrijd wint, want de 2-3 overwinning op Rood Wit St Willebrord van 10 april 2022 is al bijna twee jaar geleden.

24jan/240

BJ Baartmans – Ghostwriter

Singer-songwriter-multi-instrumentalist-producer Bart-Jan (BJ) Baartmans (29 juli 1965, Boxmeer), is sinds 1980 actief in de muziekscene. Hij speelde in de loop der jaren in meerdere qua muziek zeer uiteenlopende bands (o.a. BJ’s Pawnshop, BJ’s Wild Verband, Hidden Agenda Deluxe, Matthews Southern Comfort). Van Baartmans verschijnt een groot aantal albums, hij neemt deel aan honderden albumsessies en heeft tot nu toe zo’n 4000 keer opgetreden. Eigenlijk behoeft BJ Baartmans voor de kenners en de liefhebbers van zijn muziek verder geen nadere introductie.

Zijn debuutalbum The Pawnshop Guitar Chase verschijnt in 1998 en nu, ruim 25 jaar na dat debuut, komt er weer een nieuw album van BJ Baartmans uit. Deze maand verscheen Ghostwriter, een album met 13 zelf geschreven liedjes vol heel persoonlijke verhalen, observaties en opvattingen. Een mix van americana, pubrock en folk. Inspiratiebronnen voor Baartmans bij het maken van dit album waren o.a. Wilco, The Black Keys, Elvis Costello, Tom Petty en Nick Lowe. Ook werd hij geïnspireerd door de energieke optredens van nieuwe jonge Nederlandse bands.

Het openingsnummer The other side is heerlijke relaxte en fraai geinstrumenteerde americana. De zang van Baartmans doet mij hier, en ook in bijna alle andere nummers, heel sterk denken aan de droge en soms schorre stem van de Amerikaanse singer-songwriter Steve Forbert. Pedal steel en keys zijn heerlijk in Troubled. In your only is countryrock met reggae-invloeden. Sjoerd van Bommel verzorgt het strakke drumwerk. Baartmans etaleert zijn virtuoze gitaarwerk in het melodieuze uptempo Room 242. De band is weer in topvorm in Chasing dreams. Prachtige americana. De pedal steel van Johan Jansen duikt weer op in The fall en in Old habits die hard. In die laatste song is Rob Geboers ook op keys sterk aanwezig. In het ‘huppelende’ Happy even only is het drumwerk van Sjoerd van Bommel uitstekend. Zen master is opwindende stevige countryrock met lekker gitaarwerk en een prachtige korte orgelsolo. Baartmans neemt op het soulvol gezongen Solid ground het drumwerk voor zijn rekening. Dat Nick Lowe een inspiratiebron is voor Baartmans is te horen in de met heerlijk gitaarwerk versierde pubrocker Bootleg companion. De ritmesectie is strak in het stevige Someone to blame. In het slotnummer She just knows toont Baartmans nogmaals zijn grote gitaarkwaliteiten.     

Conclusie: Op Ghostwriter plak ik zonder dralen het etiket topalbum.

Tracks:

  1. The other side
  2. Troubled
  3. In your only
  4. Room 242
  5. Chasing dreams
  6. The fall
  7. Old habits die hard
  8. Happy even only
  9. Zen master
  10. Solid ground
  11. Bootleg companion
  12. Someone to blame
  13. She just knows

Line-up:

  • BJ Baartmans – zang, elektrische (slide) gitaar, akoestische gitaar, mandoline, bas, drums (track 10), percussie
  • Sjoerd van Bommel – drums
  • Gerco Aerts – bas (track 5,7,11,13)
  • Tom Baartmans – bas (track 2,4,12)
  • Rob Geboers – grand piano, Wurlitzer, Hammond B3 en VOX orgel (track 3,5,7,8,9)
  • Mike Roelofs – grand piano, Wurlitzer, Hammond B3 (track 1,2,6,10,11,12)
  • Johan Jansen – pedal steel (track 2,6,7,10)
19jan/240

Dawn Brothers – Alpine gold

Dawn Brothers is een Rotterdamse band. Hun muziek is volgens hun bio een botsing van klanken en stijlen, waarbij rock, folk, blues en soul worden gemixt en geroerd tot een onweerstaanbare cocktail. In 2017 verschijnt hun platendebuut Stayin’ out late. Als gitarist-zanger Bas van Holt en zanger-gitarist Pablo van der Poel van TheWolff tot de ontdekking komen dat ze allebei een grote voorliefde hebben voor oude soul en R&B besluiten, beide bands samen een album op te nemen. Dit zeer goed ontvangen album, Double Cream, werd in 2022 uitgebracht.

In oktober 2023 verscheen er een nieuw album van Dawn Brothers. De nummers voor dit album Alpine gold, werden in twee maanden geschreven en daarna opgenomen in de Electric Monkey Studio in Zaandam o.l.v. producer Paul Willemsen.

Het album opent sterk met gitaar en strak drumwerk in het uptempo rockende Lucky. In het enigszins duistere met dubeffecten en fraaie orgeltonen versierde titelnummer Alpine gold gaat het tempo omlaag. Sheryl Crow is een fantasierijke melodieuze song met de hit ‘All I wanna do’ van Sheryl Crow uit 1993 min of meer als leidraad. Sheryl Crow figureert samen met Eddie Vedder en Cat Stevens naast Bas van Holt in dit nummer. Het dynamische uptempo Dancing all over town heeft raakvlakken met Bruce Springsteen. It’s so easy is een ballad met mooie harmoniezang. De fraaie harmonieen horen we daarna ook weer in het relaxte Whippoorwill, met prominent en rustig drumwerk. Ingetogen is de zang in de rustige ballad The breeze met keys en een heldere twangy gitaarsolo. Het ontspannen I am a singer wordt gedragen door de strakke ritmesectie. Het tempo gaat weer omhoog in For better or worse. In dit melodieus rockende nummer met hamerende keys en sterke harmoniezang is de sound van Creedence Clearwater Revival niet ver weg. Bonkende drums openen Mona Lisa, dat naast orgel en wederom de sterke harmoniezang ook hier en daar psychedelische elementen bevat. Het album sluit af met Wanting your love so bad, een folky tearjerker met prominent stevig drumwerk. 

Conclusie: Alpine gold is een fijn, geïnspireerd, gevarieerd en zeer toegankelijk album.

Tracks:

  1. Lucky
  2. Alpine gold
  3. Sheryl Crow
  4. Dancing all over town
  5. It’s so easy
  6. Whippoorwill
  7. The breeze
  8. I am a singer
  9. For better or worse
  10. Mona Lisa
  11. Wanting your love so bad

Line-up:

  • Bas van Holt – gitaar, zang
  • Rafael Schwiddessen - drums
  • Rowan de Vos – keys, zang
  • Tammo Deuling – bas, zang