Six classic albums – Nick Lowe
De Engelse singer-songwriter, bassist en producer Nick Lowe (24 maart 1949 Walton-on-Thames, Surrey) is 50 jaar muzikaal actief. In 1967 voegt hij zich bij Kippington Lodge, de band die in 1969 Brinsley Schwarz gaat heten en country en bluesrock speelt. In 1975 verlaat Lowe Brinsley Schwarz en vormt hij met Dave Edmunds Rockpile. Na zijn afscheid van Rockpile toert hij met zijn band Noise to Go en later met His Cowboy Outfit. In de jaren 90 is hij actief als bassist in Little Village, de band met John Hiatt, Ry Cooder en Jim Keltner. Naast het uitbrengen van eigen werk schrijft Lowe songs voor o.a. Elvis Costello, Dave Edmunds en zijn toenmalige schoonvader Johnny Cash. Als producer is hij actief voor o.a. Graham Parker, Elvis Costello, Wreckless Eric, Micky Jupp, Paul Carrack, John Hiatt en The Fabulous Thunderbirds.
In 1978 verschijnt Jesus of cool, zijn eerste soloalbum, met daarop de hitsingle I love the sound of breaking glass, in 1979 gevolgd door Labour of lust met de single Cruel to be kind.
In de jaren 80 staat Nick Lowe onder contract bij Columbia Records en verschijnen er vijf albums. De afgelopen maanden zijn deze vijf klassieke studioalbums, samen met Party of one uit 1990, opnieuw (digitaal) geremasterd, uitgebracht.
Het album Nick the knife (1982) verscheen op 14 juli jl. Op dit album spelen naast gitarist Martin Belmont en drummer Bobby Irwin, ook leden van Rockpile mee (drummer Terry Williams en gitarist Billy Bremner). Op piano zijn o.a. Paul Carrack, Carlene Carter en Steve Nieve te horen. De songs variëren van (pub)rocksongs als Burning, Stick it where the sun don’t shine en My heart hurts, tot melodieuze rockers als Queen of Sheba, reggae in Heart en ballads als Couldn’t love you (anymore than I do), Too many teardrops en Raining raining, veelal gelardeerd met lekkere piano- en hammondklanken. Het album heeft drie bonustracks waarvan twee demo’s en de blues I got a job.
Het album The abominable showman (1983) werd ook op 14 juli opnieuw uitgebracht. Op dit album wordt Lowe bijgestaan door oude bekenden gitarist Martin Belmont, pianist Paul Carrack en drummer Bobby Irwin. Ook hier weer de bekende sound van Nick Lowe. Uptempo rockers (We want action, Raging eyes met heerlijke keys van Carrack, en Saint beneath the paint met fantastisch basspel van Lowe. Melodieuze midtempo nummers als Wish you were here, en Messing around with love. Mooie ballads als Time wounds all heels en Paid the price met fijne harmonies. Zeer gevoelig en sfeervol is het met strijkers versierde ballroomachtige How do you talk to an angel. Ook hier bonustracks, drie live uitgevoerde uptemporockers waaronder het van Elvis Costello bekende What’s so funny bout peace love and understanding.
Op 25 augustus verscheen Nick Lowe & His Cowboy Outfit (1984) opnieuw. De line-up bestaat naast Lowe (bas, zang) uit Martin Belmont (gitaar), Paul Carrack (keyboards) en Bobby Irwin (drums). Met dit album verandert ook de muzikale stijl van Lowe enigszins en is meer rootsrock te horen. Het album opent met het vrolijke tex-mex getinte Half a boy and half a man met dat lekkere orgeltje. Verder stevige uptempo rockers zoals de Micky Jupp song You’ll never get me up in one of those, Maureen met een hamerende piano en Tom Springfield’s Breakaway. De country(rock) komt aan bod in Love is like a glove, van Carlene Carter en het van Faron Young bekende Live fast love hard die young. De blazers (TKO Horns) toveren L.A.F.S. om tot mooie soul. De jaren 50 keren terug in het instrumentale Awesome. Ook hier zijn bonustracks toegevoegd, de swingende pianorocker Honkytonk hardwood en de countrysong Walk on by.
Een van mijn favoriete albums van Nick Lowe is het uit 1985 stammende The rose of England en dit album werd ook op 25 augustus opnieuw uitgebracht. Behalve Lowe’s vaste bandleden Martin Belmont (gitaar), Paul Carrack (orgel, piano) en Bobby Irwin (drums) zijn ook bijdragen van een aantal gastmuzikanten te horen. Er is weer een mix aan stijlen te horen. Lekkere melodieuze songs als Darlin’ angel eyes, John Hiatt’s She don’t love nobody en de titelsong The rose of England. Gastbassist Andrew Bodnar mag zich uitleven in het instrumentale Long walk back. Naast de jachtige uptempo songs 7 Nights to rock en Hope to God I’m right, met een glansrol van Paul Carrack op piano en orgel, zijn er ook rustpunten te vinden in gevoelige liedjes als Indoor fireworks van Elvis Costello en I can be the one you love. Een aantal gastmuzikanten is ingehuurd voor het heerlijk rockende I knew the bride (when she used to rock and roll), met de harmonicasolo van Huey Lewis.
Het laatste album van Nick Lowe op Columbia Records verscheen in 1988. Dit album, Pinker and prouder than previous werd op 20 oktober jl. opnieuw uitgebracht. Naast de bekende line up met Nick Lowe (bas, zang) Paul Carrack (orgel, piano), Martin Belmont (elektrische gitaar) en Bobby Irwin (drums) is ook gitarist John Hiatt van de partij. Dit album wordt weer gekenmerkt door de bekende sound van Nick Lowe. Melodieuze uptempo songs als (You’re my) wildest dream met Kim Wilson op mondharmonica, Big hair, met dat lekkere orgeltje en Wishing well. Opwindende rock in Black Lincoln Continental (met wederom Kim Wilson op mondharmonica) en Lover’s jamboree wordt afgewisseld met gevoelige songs zoals de tearjerker Crying in my sleep en het reggae achtige Cry it out. Countryinvloeden zijn aanwezig in het mooie Geisha girl, een cover van Lawton Williams en in het rockende Big big love van Wynn Stewart.
In 1990 veranderde Nick Lowe van platenmaatschappij en zijn nieuwe album Party of one werd door Reprise uitgebracht. Dit album kwam opnieuw uit op 20 oktober jl. De begeleidingsband bestaat uit Ry Cooder (elektrische gitaar, mandoline), Jim Keltner (drums) en Paul Carrack (piano, orgel). Dave Edmunds, en Bill Kirchen, voormalig lid van Commander Cody and his Los Planet Airmen zijn op elektrische gitaar te horen. De inbreng van producer Dave Edmunds is op dit album duidelijk te horen. De nummers rocken meer en vertonen rockabilly invloeden. Het rockende karakter wordt met name vorm gegeven door het karakteristieke en strakke drumwerk van Jim Keltner, zoals meteen al te horen is in het openingsnummer You got the look I like en in songs als (I want to build) a jumbo ark, Refrigerator white en Honey gun. Ook Ry Cooder drukt nadrukkelijk zijn stempel op songs als het catchy Gai-gin man en in de swingende rocker Shting-shtang. Een mooie gastrol is weggelegd voor Ray Brown met zijn staande bas in de ballad What’s shakin on the hill. Een vrolijk nummer blijft All men are liars, met een verwijzing naar het popidool Rick Astley. Op deze reissue staan vier bonustracks, waaronder Don’t thing about her, een ingetogen gezongen akoestische ballad.
Conclusie: Nick Lowe is en blijft een rasmuzikant en het bewijs hiervan wordt op deze zes albums weer overduidelijk geleverd. Klasse!.
Tracks cd Nick the knife:
- Burning
- Heart
- Stick it where the sun don’t shine
- Queen of Sheba
- My heart hurts
- Couldn’t love you (anymore than I do)
- Let me kiss ya
- Too many teardrops
- Ba doom
- Raining raining
- One’s too many (and a hundred ain’t enough)
- Zulu kiss
- Heart (demo) (bonustrack)
- Raining raining (demo) (bonustrack)
- I got a job (bonustrack)
Tracks cd The abominable showman:
- We want action
- Ragin eyes
- Cool reaction
- Time wounds all heels
- Man of a fool
- Tangue Rae
- Wish you were here
- Chicken and feathers
- Paid the price
- Messing around with love
- Saint beneath the paint
- How do you talk to an angel
- Pet you hold you (live) (bonustrack)
- Crackin up (live) (bonustrack)
- What’s so funny bout peace love and understanding (live) (bonustrack)
Tracks cd Nick Lowe and his Cowboy Outfit:
- Half a boy and half a man
- Breakaway
- You’ll never get me up in one of those
- Love is like a glove
- The gee and the rick and the three card trick
- (Hey big mouth) stand up and say that
- Awesome
- God’s gift to women
- Maureen
- A.F.S.
- Live fast love hard die young
- Honkytonk hardwood floor (bonustrack)
- Walk on by (bonustrack)
Tracks cd The rose of England:
- Darlin’ angel eyes
- She don’t love nobody
- 7 Nights to rock
- Long walk back
- The rose of England
- Lucky dog
- I knew the bride (when she used to rock & roll)
- Indoor fireworks
- (Hope to God) I’m right
- I can be the one you love
- Everyone
- Bo bo ska diddle
Tracks cd Pinker and prouder than previous:
- (You’re my) wildest dream
- Crying in my sleep
- Big hair
- Love gets strange
- I got the love
- Black lincoln continental
- Cry it out
- Lovers jamboree
- Geisha girl
- Wishing well
- Big big love
Tracks cd Party of one:
- You got the look I like
- (I want to build) a jumbo ark
- Gai-gin man
- Who was that man
- What’s shakin on the hill
- Shting-shtang
- All men are liars
- Rocky road
- Refrigerator white
- I don’t know why you keep me on
- Honey gun
- You stabbed me in the front (bonus track)
- Rocket coast (bonus track)
- Rocky road (demo) (bonus track)
- Don’t thing about her (demo) (bonus track)
Nostalgie in de sport
Ik loop nu 33 jaar als verslaggever rond in de sportwereld en in die tijd heb ik veel zien veranderen. Ik was getuige van vele hoogte- en dieptepunten. Kampioenschappen en degradaties. Sporters en bestuurders die kwamen en gingen. Aanpassing van spelregels.
De meeste veranderingen zijn te zien bij de sportaccommodaties. Sporthal De Springers en de zwembaden De Trefkuil en de Tobbe zijn gesloopt. In het Spaardersbad komen zonnige loftwoningen. Over het voormalige knusse complex van SV DONK rijden nu auto’s. De oude handbalvelden van Vires et Celeritas zijn ook verdwenen.
Nieuwe sportaccommodaties verschenen. Sportpark Uiterwaarden en het onderkomen van SV DONK in de Oostpolder. De sporthallen De Zebra en de ‘nieuwe’ Mammoet. Het Groenhovenbad. De bestaande complexen van Jodan Boys en Olympia ondergingen een metamorfose. AV Gouda heeft een atletiekbaan om jaloers op te zijn.
Veranderingen zijn ook in de sport onvermijdelijk of je het nu leuk vindt of niet. Desondanks kan ik nog genieten van de sfeer op oude sportcomplexen waar de tijd lijkt stil te hebben gestaan. Waar de geest van ‘Toen was geluk heel gewoon” rondwaart en je elk moment Gerard Cox tegen kunt komen.
Zaterdag was ik bij RVV Swift Boys in Rotterdam. Geen bewakers die naar je pasje vragen. Geen sponsorhome waar de bobo’s zich ophouden. Geen tribune met kuipstoeltjes. De kassa is een bouwval zonder functie. Een voorzitter die verbaasd is een radioverslaggever aan te treffen, maar je van harte welkom heet. In de kantine rinkelen de glazen en de kleine keuken is een eldorado voor smulpapen.
Swift Boys is een willekeurig voorbeeld en gelukkig zijn die er nog. Soms is het heerlijk in nostalgie te zwelgen en dan is voetbal eigenlijk maar bijzaak.
Swift Boys
Ik loop nu zo’n ruim 30 jaar rond als verslaggever van RTV Gouwestad en dan kom je nog eens ergens om het zo maar te zeggen. Sporthallen, sportzalen, zwembaden, korfbalvelden, cricketvelden, handbalvelden, hockeyvelden, rugbyvelden, atletiekbanen, wielerparcoursen. Kortom te veel om op te noemen.
En natuurlijk niet te vergeten de vele voetbalaccomodaties. Die heb je in alle soorten en maten. Grote complexen als bv. Sportpark De Westmaat in Bunschoten- Spakenburg, het thuishonk van de voetbalgrootmachten Spakenburg en IJsselmeervogels. Sportpark Nieuw Zuid in Katwijk, het enorme complex van Quick Boys met zijn mooie Dirk Kuyt Tribune.
Voetbalcomplexen die net als ONA midden in een woonwijk liggen zoals dat van AVV Swift aan het Olympiaplein in Amsterdam Oud Zuid. Een van de mooiste vind ik nog steeds het sportpark van ODIN ’59 in Heemskerk, met op de achtergrond een mooi kasteel en de constant overkomende vliegtuigen. Ook al is de voetbalwedstrijd niet om aan te zien, dan vermaak je je met je omgeving.
Maar je komt ook bij voetbalcomplexen waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan en waar de sfeer van de jaren 50 en 60 nog voorzichtig rond waart. Je komt nog net Gerard Cox uit de serie ‘Toen was geluk heel gewoon’ niet tegen, maar het scheelt niet veel. Maar daar waar het bij clubs als IJsselmeervogels en Quick Boys net een fabriek lijkt met al die bewakingsmensen voor de poort daar is het bij de clubs die ik net beschreef vaak heel gezellig.
Gisteren was ik in Rotterdam bij Swift Boys. Was ik nog nooit geweest en dan ga je even googelen om iets meer te weten te komen over die verenigingen. Het eerste wat ik tegen kwam was dat Swift Boys een fictieve amateurclub is uit de tv-serie All Stars. De club van voorzitter Jack Wouterse en legendarische voetballers als Thomas Acda, Kasper van Kooten, Danny de Munck en Frank Lammers. Even ging mijn fantasie met me op de loop want ik zag het al voor me dat Ton Blonk met zijn collega voorzitter Wouterse onder het genot van een biertje sterke verhalen gingen ophalen.
Maar ik googelde verder en kwam bij de website van R.V.V. Swift Boys de echte tegenstander van SV Gouda. Maar ik twijfelde toch weer want het meest actuele bericht van de club op de website dateerde van 19 januari 2014, bijna 4 jaar oud. De tijd leek te hebben stilgestaan en dat leek het ook toen ik bij de ingang van het complex van Swift Boys aan de Prinsenlaan aan kwam. Het hokje waar normaal de kassa zou moeten zijn leek te zijn getroffen door een bombardement en er hing nog niet geen bordje ‘onbewoonbaar verklaarde woning’ op. De oude kantine was een gezellig onderkomen. In de bestuurskamer was een aardige man aanwezig die de voorzitter bleek te zijn die me vriendelijk koffie aanbood. De merkwaardige wedstrijd mocht ik volgen vanuit de uit oude plastic golfplaten opgetrokken dugout van ‘de gasten’.
Maar geen kwaad woord over Swift Boys. Het lijkt of ik kritiek heb, maar dat is echt niet zo. Ik mag zulke verenigingen wel. Alles mag en niets hoeft. En weet u waar ik gistermiddag het meest van heb genoten? Van dat heerlijke broodje bakkeljauw. Heerlijk! Het leven van een voetbalverslaggever is zo slecht nog niet.