Gerritschinkel.nl Columns & meer

21aug/170

De kunst van het juichen

Nauwelijks is de ophef over de giftige korrels verstomd of de discussie over kunstgras laait weer op. Voetballers klagen steen en been en er zijn er zelfs die weigeren bij een club die kunstgras heeft te voetballen. Coaches, oud-spelers, internationals en aanvoerders hebben een petitie getekend tegen kunstgras.

In het amateurvoetbal komen steeds meer kunstgrasvelden. De Jodan Boys en DONK hebben helemaal geen gras meer. Veel pupilletjes weten niet beter dan dat gras voor de koeien is en niet om op te voetballen. Een vereniging als Olympia heeft een hoofdveld dat zich in december in zo’n deplorabele toestand bevindt dat zelfs mollen er niet meer willen wonen. Een kunstgrasmat is hier volgens velen de oplossing.

Behalve nostalgie (‘je moet het gras kunnen ruiken’) speelt geld een belangrijke rol. De meeste amateurvelden zijn eigendom van de gemeenten en die kijken vooral naar het kostenplaatje. Het sportieve element speelt hier volgens mij geen rol. Hoe dan ook, niet iedereen staat te juichen.

Over juichen gesproken, dat wordt ook steeds gevaarlijker. Doelman Warner Hahn van Heerenveen juichte bij een doelpunt zijn schouder uit de kom en is een paar weken uitgeschakeld. Spits Nicolai Müller van Hamburger SV was zo blij met zijn doelpunt dat hij juichend tegen de cornervlag aan viel en een zware kruisbandblessure opliep. Zeven maanden uit de roulatie. Dan kun je, hoewel ik dat altijd een merkwaardige actie vind, in zo’n geval beter je shirt uittrekken en een gele of een rode kaart incasseren. Of een radslag maken, in trance het hele veld over rennen en je desnoods onder een berg medespelers laten bedelven. Op zich ook niet ongevaarlijk allemaal en zeker niet op kunstgras Juichen is ook een kunst.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties