What’s in a name
Afgelopen zondag deed ik verslag van de wedstrijd Olympia – Goes. Een wedstrijd tussen twee oude knarren in het amateurvoetbal. Olympia van 1886 en Goes van 1895. De bekendste voetballer van Goes was doelman Frans de Munck. Womanizer en uitstekend keeper. Frans de Munck, de Zwarte Panter was zijn bijnaam. De huidige trainer van Goes is oud international Jan Poortvliet, in zijn provincie liefkozend bijgenaamd de Tovenaar van Arnemuiden genoemd.
Prachtig al die bijnamen van sporters. Piet Schrijvers, de Bolle van Zwolle, het lek van PEC. Fanny Blankers-Koen, de Vliegende Huisvrouw. Nelli Cooman, Vaatje Buskruit. De Kromme. De Das. Dolle Dries. De Spijker. Sneeuwvlokje.
Ook Goudse sporters hadden mooie bijnamen. Doelman Ed de Goey, Ed Konijn. Kleine Gerrit Boogaard, voetballer van GSV. Ik zag hem zondag nog op de tribune bij Olympia. Daar zag ik ook Carlos Castano, gretige en agressieve middenvelder van o.a. DONK en Olympia. Ik noemde hem altijd De Stofzuiger, en zo begroet ik hem nog steeds. Vorige week overleed op 89-jarige leeftijd Henk Burger, oud voetballer en erelid van RVC ’33. Zijn bijnaam was Rijvers.
Maar al die sporters zullen ongetwijfeld heel jaloers geweest zijn op Frans de Munck, want degenen die kunnen zeggen dat ze ooit de Amerikaanse seksbom Jane Mansfield hebben mogen kussen zijn op één hand te tellen.
Leave a comment