My Darling Clementine
Americana Treasures. Ik kijk bij het uitkomen van het nieuwe programma van de Goudse Schouwburg altijd welke artiesten er onder dezer noemer naar Gouda komen. Dit jaar zijn dat Michael Weston King en Lou Dalgliesh. Michael Weston King is een zeer succesvolle singer-songwriter die tien soloalbums en vier albums met de band The Good Sons op zijn naam heeft staan. Lou Dalgliesh, een gevierde zangeres werkte o.a. samen met Elvis Costello, Bryan Ferry en het Brodsky Quartet. Dit Britse echtpaar vormt het duo My Darling Clementine.
Zaterdagavond 31 oktober was het dus zover. De kleine zaal van de Goudse Schouwburg was niet helemaal uitverkocht, maar dat kon de pret niet drukken. Ik zat helemaal vooraan, stoel 1 rij 1.Toen om half negen de lichten werden gedoofd klonken uit de speakers de stemmen van George Jones en Tammy Wynette. The ceremony, het lied waarin man en vrouw elkaar eeuwige trouwe beloven. Lou en Michael komen het podium op. Lou in een rode jas, een rood hoedje, een broek met wijd uitlopende pijpen en een bloemetjesmotief, een rood handtasje en een bosje rode rozen. Michael met een hoed en een gitaar. Na een simpel hello Gouda, zet Lou haar tasje en de rozen neer. Michael stemt nog even zijn gitaar en ze trappen af met That’s all it took, een George Jones song die door Gram Parsons en Emmylou Harris in 1973 op het album GP zo mooi werd vertolkt. Een fijn begin.
Michael vertelt dat dat George Jones een van de countryartiesten is waardoor hij is beïnvloed. En ook door Tom T. Hall. Diens That’s how I got to Memphis, heet nu Going back to Memphis, een nummer dat op hun eerste album How do you plead? staat. Na een aantal nummers wordt Rob van Duuren op pedalsteel welkom geheten. Voor de pauze wordt nog een aantal nummers van George Jones gespeeld en No matter what Tammy said (I won’t stand by him) een soort parodie op Tammy Wynette’s klassieke tearjerker Stand by your man. En Friday night at the Tulip Hotel dat op het album The other half staat, een samenwerkingsverband tussen My Darling Clementine en de Britse schrijver Mark Billingham.
Na de pauze zet Lou zich achter de vleugel en krijgen we een gloedvolle uitvoering van It’s a good year fort he roses van Elvis Costello te horen. Vervolgens wordt een aantal nummers van hun eerste album en hun nieuwe album The Reconciliation? gespeeld zoals I no longer take pride. En het prachtige Our race is run, een soulnummer in de beste traditie van Dan Penn en Spooner Oldham. Helaas ontbreken de blazers hier die op het album wel aanwezig zijn. Rob van Duuren is goed op dreef in Leave the good book on the shelf, in Departure lounge en de Hank Williams klassieker Your cheatin’heart.
Om even over half elf wordt het laatste nummer ingezet, 100.000 Words. Met een diepe buiging en een Thank you neemt het duo afscheid. Een toegift zit er helaas niet in. Wel heb ik uiteraard de nieuwe cd The Reconciliation? aangeschaft. Een heel mooi album met blazers, violen, piano, elektrische gitaar en drums die het geheel net even een extra touch geven. Desondanks heb ik genoten van een avondje pure countrymuziek van een duo in de beste traditie van George Jones & Tammy Wynette en van Dolly Parton & Porter Wagoner.
Pam McBeth & Cash on Delivery
Het was wel even slikken toen vorige week bekend werd dat Heather Myles vanwege rugklachten de Americana Treasures Tour had afgezegd. Ik had me er zo op verheugd. Maar tot mijn verrassing kreeg ik de mededeling dat er een goede vervangster was gevonden in de persoon van Pam McBeth. Een zangeres die haar sporen zeker in Amerika heeft verdiend. Als je hebt opgetreden met Jerry Lee Lewis, Steve Earle, Merle Haggard en Vince Gill, om maar enkele groten te noemen, dan heb je wat in je mars. Ook in Nederland heeft de zangeres uit Georgia inmiddels een goede reputatie opgebouwd.
Woensdagavond 24 oktober j.l. trad zij op in de Goudse Schouwburg, begeleid door Cash On Delivery, al jaren een van de bekendste Nederlandse countrybands. De groep met zanger gitarist Wim van de Vliert, bassist Ad Welten, drummer Erik Hanegraaf en pedal steelgitarist Johan Jansen beet het spits af, alvorens Pam McBeth op het podium verscheen met een aantal odes aan haar favorieten Garth Brooks, George Jones en Merle Haggard. Johan Jansen excelleerde op pedal in Together again. En als je bij Jolene je ogen had dicht gedaan zou je zweren dat Dolly Parton zelf op het podium stond.
Na de pauze kwam de Pam McBeth show pas echt los met het titelnummer van haar album Cowgirl state of mind, en van het album Forever one day at a time Dim lights, thick smoke and loud loud music.
Vervolgens was haar nieuwste cd A part of me aan de beurt. Het titelnummer (een prachtige ode aan haar overleden vader, Yesterday’s memories en I feel a honky tonk coming on.
Daarna waren haar helden weer aan de beurt met covers van Hank Williams (Your cheatin’ heart), Willie Nelson (Angel flying too close to the ground) en Buck Owens (I got a tiger by the tail). Pam en de uitstekende band gingen vervolgens helemaal los bij Jambalaya, waarbij Pam met een aantal radslagen over het podium slalomde.
Met Strawberry wine, volgens Pam het mooiste liedje dat ooit is geschreven, als toegift, kwam een einde aan het concert. Toen ik naar huis fietste vroeg ik me af of ik Heather Myles had gemist. Ik weet in ieder geval wel dat Pam McBeth & Cash On Delivery hadden me een heel prettige avond hadden bezorgd.
Roger McGuinn
Zijn roem was hem natuurlijk al heel lang vooruit gesneld. Het gaat me te ver om te zeggen dat ik er dagen niet van heb kunnen slapen, maar ik was blij dat het eindelijk zo ver was. Op dinsdagavond 25 oktober 2011 om 20.00 uur precies klonken de bekende tonen van My Back Pages. De geheel in het zwart gestoken Roger McGuinn betrad met zijn beroemde rode twaalfsnarige Rickenbacker het podium van de Goudse Schouwburg. De bijna uitverkochte grote zaal begroette de oprichter van The Byrds met applaus en ging eens goed zitten voor an evening telling stories en singing songs, zoals de 69-jarige legende aankondigde. Na het openingsnummer nam McGuinn plaats in een stoel omringd door vijf grote varens. Akoestisch werden vervolgens een aantal nummers gespeeld uit de film Easy Rider. Er werd de hele avond zeer uitgebreid geput uit het repertoire van The Byrds. Veelal korte, mooi gezongen liedjes en fraai gitaarspel. Hits zoals Mr. Spaceman, All I Really Want To Do werden afgewisseld met nummers van de albums Sweet Heart Of The Rodeo, het eerste countryrock album uit 1968 en Back From Rio, het soloalbum van McGuinn uit 1991. Tussen de nummers door vertelde hij leuke anekdotes over zijn belevenissen met Gram Parsons, Chris Hillman ,Gene Clark, en Joan Baez.
Na een pauze van 20 minuten werd het concert vervolgd met mooie uitvoeringen van Lover Of The Bayou en Chestnut Mare. Mooi waren de verhalen over de Rolling Thunder Revue, de tour van Bob Dylan in 1976. Adembenemend was zijn vertolking van Dreamland van Joni Mitchell. De hit Don’t You Write Her Off Like That mocht natuurlijk ook niet ontbreken. Een ander hoogtepunt was zijn intens gezongen He Was A Friend Of Mine, de ode aan president John F. Kennedy, gespeeld op zijn akoestische HD 7 Roger McGuinn gitaar. En opeens was daar Mr. Tambourine Man, door het publiek uiteraard klappend begroet. McGuinn vertelde over de ontstaansgeschiedenis van deze hit van The Byrds. Eerst urenlang luisteren naar de uitvoering van Dylan om daarna op een op The Beatles geënte elektrische versie uit te komen. De rest is geschiedenis. Dan de improvisaties van John Coltrane, Andres Segovia en Ravi Shankar, uitmondend in een huiveringwekkende versie van Eight Miles High. Als slot de hit Turn Turn Turn.
Uiteraard werd McGuinn door het enthousiaste publiek teruggeroepen voor een aantal toegiften en daar gaf McGuinn met plezier gevolg aan. May The Road Rise Up To Meet You, een traditioneel Iers volksliedje was de finale. De legende nam buigend afscheid, het publiek gaf hem een ovationeel applaus en het leek wel of de varens op het toneel The Master Of The Rickenbacker bewonderend vaarwel wuifden. An evenening with Roger McGuinn zat er op, en ik kan me slechtere avonden bedenken. De muziek van The Byrds klinkt de komende tijd weer regelmatig in huize Schinkel.
Kendel Carson & Dustin Bentall
Toen in mei van dit jaar de nieuwe seizoengids van de Goudse Schouwburg bekeek kon ik een vreugdekreet niet onderdrukken. Het stond er echt, onder de noemer Americana Treasures komt Kendel Carson weer naar Gouda. Het was al weer ruim 3 jaar geleden dat deze Canadese mijn muzikale hart stal en ik zette meteen een kruis op het bestelformulier. “Wat er ook gebeurt, hier moet ik weer bij zijn” mompelde ik.
En vrijdag 21 oktober j.l. was het dus zover. Om even over half 9 klonk het applaus. “Hello, we’re from Canada” zei Kendel en zij en Dustin Bentall begonnen met twee Canadese liedjes, waaronder een van Kendel’s favoriete singer songwriter Fred Eaglesmith. Zo, de toon was gezet. Daarna voegden zich gitarist Koppe Koppeschaar en bassist Gerco Aerts zich bij het duo. Koppeschaar en Aerts waren die week “geronseld” en begeleidden de Canadezen alsof ze dat dagelijks doen. Daarna werden min of meer om en om nummers gespeeld van hun laatste albums Alright Dynamite en Six Shooter, het album waarop Bentall meer dan voortreffelijk wordt begeleid door The Outfit. Uiteraard stak Kendel meer dan eens de loftrompet over Chip Taylor, haar ontdekker en (mede) schrijver van veel van haar nummers en vervolgens werd “Oh Baby Lie Down” ingezet. “We’ve got another surprise for you” kondigde Kendel aan en “The blond block” kwam op. Jelka van Houten en Anna de Beus, een duo dat de Nederlandse snik in de americana wil brengen. Tijdens het door Jelka adembenemend gezongen A Song For You van Gram Parsons kon je een speld horen vallen. Een nieuw nummer werd gespeeld, Chicago Man, dat op de nieuwe cd van Kendel komt te staan. Uiteraard weer een compositie van Chip Taylor, met de mooie zin “ZZ Top, the sharp dressed man”. Voordat het publiek even stoom kon gaan afblazen om een kopje koffie of iets anders te drinken werden een aantal odes gebracht aan de groten in de countrymuziek. Het klassieke Sin City van Gram Parsons en Chris Hillman, My Bucket Has A Hole In It van Hank Williams en Angel From Montgomery van John Prine.
Na de pauze werden weer een aantal klassiekers ingezet. Anna van Arthur Alexander en Powderfinger van hun landgenoot Neil Young. De mondharmonica werd regelmatig door Bentall tevoorschijn gehaald. De dobro van Koppeschaar, de bas van Aerts, de min of meer meezinger “I Like Trucks” en het stomende Hunchback Lovers. Battles tussen gitaar en viool. En wat te denken van het adembenemende Willin’ van Little Feat, tergend mooi gezongen door Anna de Beus. Dit was geen snik, dit was een waterval!
Om kwart voor elf ging het doek dicht en kwam aan een schitterend concert een einde. In de muzikantenhemel zullen Lowell George, Hank Williams en Gram Parsons goedkeurend hebben geknikt. “They played our music and it was fantastic”.
Na afloop natuurlijk nog wat cd’s kopen en mijn avond en weekend konden niet meer stuk.
Rowwen Heze
Het licht in de zaal ging uit, Leon Verdonschot betrad de bruine kroeg op het podium en zette een bak water neer voor de hond Bonnie. Een of een kwamen vervolgens de leden van Rowwen Hèze op. Jan Philipsen, Jack Haegens en Theo Joosten gingen aan een tafeltje zitten. Tren van Enckevort kwam stilletjes op en drummer Martin Rongen liep naar het dartbord. Als laatste kwam Jack Poels binnen, pakte zijn gitaar en schotelde het publiek een verstilde versie van “zilverstroat” voor.
De show was begonnen. En het werd een show. Het publiek in de volgepakte Goudse Schouwburg was op maandag 14 februari 2011 niet voor niets gekomen. De trots van de Peel bestaat al weer ruim 25 jaar en lieten in Koper, hun jubileumtheatertour, zien dat ze nog lang niet aan hun pensioen toe zijn. Oud werk, nieuw werk, balladen, tex-mex, folk, polka’s, alles kwam weer voorbij die avond. Leon Verdonschot fungeerde niet alleen als barkeeper, maar vertelde tussen de nummers door anekdotes, vertaalde en passant soms het Limburgs van Jack Poels en bleek na de pauze zelfs ook de grote trom te kunnen bespelen.
Goudse Gertje uit buurthuis De Kade werd op het podium gehesen en hij was die avond “de lollige vent”. Poels verhaalde van 25 jaar Rowwen Hèze. Over de ontmoeting met Normaal en de band bleek ineens ook te kunnen høken. Toen een drietal blazers, die eerst domweg zaten te kaarten aan een tafeltje, mee ging spelen, was het hek helemaal van de dam. Flarden deden mee regelmatig denken aan Calexico, de Amerikaanse band uit Tuscon, Arizona. Joey Burns en John Convertino hadden voor hetzelfde geld gewoon achter de schermen mee staan spelen. Behalve Goudse Gertje werd ook een mooie blonde dame uit het publiek gepikt en zij werd verrast met een a cappella versie van “Bestel maar”.
De pauze duurde voor mij veel te lang en ik was blij toen het feest weer losbarstte. Mijn held Tren van Enckevort beulde zijn accordeon af en stak regelmatig Flaco Jimenez naar de kroon. Bovendien speelde hij weer prachtige piano. Of het nu “Amarillo” is of “The Rose”, Tren kan alles spelen. Gelukkig werd mijn favoriete nummer “auto, vliegtuug, een trein een boot” ook gespeeld. Toen Leon een verbale ode bracht aan zijn held Bruce Springsteen, kon Jack Poels natuurlijk niet achterblijven en werd Shane MacGowan, de voorman van de Pogues, bezongen in “Shane”. Even meende ik zelfs een flard Led Zeppelin te horen en toen de 17 jarige Wouter over zijn passie hardrock had verteld, zette de band “IJzeren Thijs” in en zo kwamen de liefhebbers van AC/DC, Judas Priest, Metallica en Iron Maiden ook aan hun trekken. Een van de hoogtepunten voor mij was “Megje van Vermeer”. Prachtige zang, die heerlijke blazers en wederom pianistische hoogstandjes van Tren.
Om 22.30 nam de band het applaus in ontvangst, maar werd natuurlijk teruggeroepen en toen volgde uiteraard het onvermijdelijke volkslied “ Kwestie van geduld”. Het refrein werd massaal door het publiek meegezongen. Leon kreeg nog twee Valentijnsrozen en de avond eindigde met “zilverstroat”, waar deze prachtige avond ook mee was begonnen. Met een houdoe naar de zaal was het echt afgelopen.
Bij het verlaten van de Goudse Schouwburg zag ik de blonde dame weer. Zij keek vol tederheid naar de mooie bos bloemen die ze van Leon Verdonschot had gekregen. Voor haar had de week slechter kunnen beginnen. En voor mij ook. Voldaan fietste ik naar huis.
Iain Mattews & Searing Quartet
Het nieuwe muziekjaar kon slechter beginnen. Ik had me er al maanden op verheugd en zaterdag 8 januari was het dan eindelijk zover. Het was miezerig weer, maar dat kon mij er uiteraard niet van weerhouden om naar de Goudse Schouwburg te fietsen. Zelfs meters sneeuw hadden mij niets kunnen maken, want ik was reuze benieuwd naar het optreden van Iain Matthews. Iain Matthews, de held uit mijn jeugd die ik nooit live heb gezien. Een van de oprichters van de legendarische Engelse folkrockgroep Fairport Convention. En die zou nu optreden, midden in de Hollandse polder.
De zaal was vrijwel uitverkocht en om even over half negen betraden vijf muzikanten het podium. Onder applaus maar verder zonder enige aankondiging startte het optreden met het prachtige St. Theresa’s ghost. Iain Matthews, zonder enige opsmuk met een stem die al bij de eerste tonen klonk als een klok. Maar het was niet alleen die prachtige stem die indruk maakte op mij en het publiek. Het Searing Quartet, bestaande uit pianist en bandleider Egbert Derix, saxofonist Leo Janssen, contrabassist Norbert Leurs en drummer Sjoerd Rutten maakten ook vanaf het begin een grote indruk.
Het merendeel van de nummers die werden gespeeld staan op het album Joy mining uit 2008. Iain vertelde dat Miles Davis hem al in de jaren 60 had geïnspireerd en dat hij heel blij was dat hij zo’n 8 jaar geleden Egbert Derix had ontmoet. Het was altijd zijn stille wens geweest om met een jazzkwartet op te treden. Veel van de liedjes zijn autobiografisch, b.v. “My town” waarin hij terugdenkt aan zijn jeugd in Scunthorpe. Hoogtepunten waren er bij de vleet. Saxofonist Leo Janssen speelde in “Waves” de sterren van de hemel. Als je je ogen dicht zou doen, zou je denken dat Stan Getz stond te blazen. Prachtige lyrische tonen, maar hij kon ook tekeer gaan als een Charlie Parker of een John Coltrane.
“Fishing”, het favoriete liedje van Iain en God’s eye view, waarin hij verhaalde over zijn echte vader die hij pas toen hij 40 jaar was leerde kennen. Kippenvel. “The solid stuff” met wederom Hermesdorf die nu Ben Webster benaderde. Behalve nummers van Joy mining kwamen er ook songs langs die nog niet op de plaat zijn gezet. In een van die liedjes bezong Iain zijn drie idolen, Hank Williams, Jimi Hendrix en Janis Joplin.
Om half 11 werd het laatste nummer gespeeld, maar uiteraard kwam men terug voor de toegift. Het publiek werd verrast door de mededeling van Iain dat hij het Goudse publiek getuige ging zijn van een primeur. De uitsmijter was een nummer dat hij voor het eerst zou spelen. Slechts begeleid door meesterpianist Derix werd “Pebbles in the road” gespeeld. Een minutenlang applaus was hun beloning. Iain Matthews, geboren en getogen in Engeland, jaren gewoon in de VS, maar nu al jaren gelukkig in Limburg, het kan verkeren.
Zoals ik in het begin al zei, het muziekjaar had slechter kunnen beginnen. Iain Matthews had met het Searing Quartet voor een betoverende avond gezorgd. Daar kan goochelaar Hans Klok, die in een andere zaal optrad nog een puntje aan zuigen. Daar waar sommige bezoekers zich nog afvroegen of hij wellicht “Woodstock” nog zou spelen, heb ik die oude nummers geen seconde gemist.. Maar toen ik naar huis fietste nam ik me voor om toch maar weer eens die eerste albums van Fairport Convention uit de kast te halen en onder het genot van een southern comfort ook hier weer eens naar te luisteren.
Carrie Rodriguez
Als de gids van het nieuwe theaterseizoen van de schouwburg in mijn woonplaats Gouda in de bus valt kijk ik eerst of er concerten komen in de reeks Americana treasures. En dat was dit jaar gelukkig weer het geval. Carrie Rodriguez zou optreden. Ik vulde onmiddellijk het aanvraagformulier in. Ik herinnerde me nog heel goed het concert dat Carrie enkele jaren geleden gaf in de Goudse Schouwburg met Chip Taylor. Haar ontdekker zou er deze keer niet bij zijn, maar Carrie had destijds een onuitwisbare indruk op mij gemaakt.
Vol goede moed zat ik vrijdag 8 oktober op de eerste rij in de kleine zaal. Even was ik bang dat er een kink in de kabel was gekomen want om 20.30 was er nog geen teken van leven op het podium te bekennen. Eindelijk ging het licht uit en verschenen Ben Kyle en Luke Jacobs, samen vormend het duo Romantica Americana uit Minneapolis Minnesota. Het duo trapte af met een aantal lekker folksongs. Zanger gitarist Ben Kyle deed me denken aan Jeff Tweedy en vertelde tussen de songs door over zijn Ierse afkomst. Luke Jacobs speelde een rol op het tweede plan, onopvallende begeleiding en hier en daar een prachtige tweede stem. Alleen jammer dat hun optreden niet langer dan een half uur duurde en een lange pauze volgde.
Maar na de pauze kwam het publiek volop aan zijn trekken. Carrie Rodriguez kwam op en heette de zaal welkom in het Nederlands. Later bleek waarom ze Nederlands sprak, haar vader woont n.l. sinds jaren in Dordrecht. Carrie zong, speelde viool en speelde gitaar. Ze werd begeleid door Luke Jacobs die zijn schroom nu helemaal van zich af had gegooid, op pedal steel. En met Kyle Kegerreis op upright en elektrische bas speelde het trio de schouwburg plat. Hoogtepunten waren Seven angels on a bicylcle, een ode aan een overleden vriend en punalada trapera, geschreven door een tante van haar vader.
Dat Carrie kan improviseren bewees zij toen een snaar van de gitaar van Luke Jacobs het begaf. Carrie keek even naar bassist Kegerreis en gaf toen een warmbloedige vioolsessie.
Het hoogtepunt van de avond kwam toen de uit Austin Texas afkomstige Carrie Ben Kyle naast zich zag verschijnen. De band speelde vol overgave een aantal prachtige nummers van de CD “We still love our country”. Met “My baby’s gone” van The Louvin Brothers en “If I needed you” van Townes van Zandt werd de stemming in de zaal opgevoerd. “You’re still on my mind” deed de uitvoering van Emmylou Harris en Gram Parsons bijna verbleken. An empty bottle and a broken heart. Uiteraard mocht een nummer van Chip Taylor niet onbreken, “Big kiss”. Met een dankje wel en tot ziens nam Carrie afscheid maar ze werden door het dolenthousiaste publiek teruggeroepen en met de absolute tearjerker “Today I started loving you” van Merle Haggard kwam er na ruim 2 uur een einde aan een prachtige avond.