Gerritschinkel.nl Columns & meer

31dec/240

The Rolling Stones – Welcome to Shepherd’s Bush

Terwijl The Rolling Stones zich klaarmaakten voor twee uitverkochte concerten in Wembley Stadium, verraste de band hun fans op 8 juni 1999 met een concert in de kleine zaal van Shepherd’s Bush Empire in London. Slechts 1800 fans hadden geluk dit intieme concert bij te mogen wonen. De setlist bestond uit echte Stones klassiekers en nummers die de band zelden live brengen. Dit unieke concert is op 6 december uitgebracht op het album Welcome to Shepherd’s Bush.

Na de woorden van de speaker “Ladies and gentlemen, please welcome The Rolling Stones”, barst het concert los met het fel rockende Shattered, gevolgd door It’s only rock ‘n’ roll (But I like it), met felle gitaarduels en sprankelende keyboards. De gashendel wordt daarna verder open getrokken met de gitaarrocker Respectable onder leiding van een stoïcijns drummende Charlie Watts. Met All down the line gaat de band terug naar 1972 (Exile on Main St.). Een stomende versie  met volop backing vocals en de fantastische blazerssectie. Het tempo zakt daarna in de ballad Some girls met een Mick Jagger in vocale topvorm, naast de vette gitaarpartijen. Prachtig is het pianospel van Chuck Leavell in de ballad Melody, een song die voor het eerst sinds 1977 weer live wordt gespeeld. Heerlijke backing vocals, een jazzy gitaarsolo en een trombonesolo van Michael Davis. I got the blues (Sticky fingers 1971) is ook een song die zelden live wordt gespeeld. De soul druipt er vanaf in deze slowblues met blazers en een orgelsolo. Herinneringen aan Otis Redding komen spontaan bij mij boven. Het tempo gaat daarna weer omhoog met twee songs van het album Voodoo lounge (1994). Allereest Brand new car met wah wah gitaar en de fijne blazers en daarna Moon is up, met een onverstoorbaar drummende Charlie Watts, een song die voor het eerst live wordt gespeeld.

Cd 2 opent met Saint of me, een song van hun twee jaar daarvoor verschenen album Bridges to Babylon. Het enthousiaste publiek zingt aan het eind het refrein acapella uit volle borst mee. In Honky tonk women is een vocale gastrol voor Sheryl Crow. Na het voorstellen van de bandleden trekt Jagger zich even terug en is het tijd voor Keith Richards om de leadzang over te nemen met de gebruikelijke twee songs. Ronduit schitterend is You got the silver, met akoestische slide, naast Ronnie Wood en Blondie Chaplin. Daarna barst het geweld los in de vette gitaarrocker Before they make me run. Een dampende versie met de weer prominent aanwezige blazers, evenals de backing vocalisten waarbij deze keer ook Leah Wood. Met een strak gespeeld Route 66 van Bobby Troup gaan The Stones terug naar 1964. Charlie Watts legt de bodem en Richards en Wood gaan er gitaristisch tegenaan in You got me rocking. De blazers stelen de show daarna in Tumbling dice. De soulvolle backing vocals van Lisa Fischer mogen er ook zijn. Het voorlaatste nummer is een lange spetterende versie van Brown sugar met uiteraard de bekende scheurende saxsolo van Bobby Keys. Jumpin’ Jack Flash is de gloedvolle afsluiter waarin iedereen er nog een keer 100% tegenaan gaat.  

Conclusie: Onbegrijpelijk dat het zo lang heeft geduurd voordat dit sublieme concert nu voor iedere (Stones) liefhebber is te horen en te zien.

Tracks cd 1:

  1. Shattered
  2. It’s only rock ‘n’ roll (But I like it)
  3. Respectable
  4. All down the line
  5. Some girls
  6. Melody
  7. I got the blues
  8. Brand new car
  9. Moon is up

Tracks cd 2:

  1. Saint of me
  2. Honky tonk women
  3. Band introductions
  4. You got the silver
  5. Before they make me run
  6. Route 66
  7. You got me rocking
  8. Tumbling dice
  9. Brown sugar
  10. Jumpin’ Jack Flash

Line-up:

  • Mick Jagger – zang, gitaar, harmonica
  • Keith Richards – gitaar, zang
  • Charlie Watts – drums
  • Ronnie Wood – gitaar
  • Darryl Jones – bas, backing vocals
  • Chuck Leavell – keyboards, backing vocals
  • Tim Ries – saxofoon, keyboards
  • Michael Davis – trombone
  • Kent Smith – trompet
  • Lisa Fischer – backing vocals
  • Bernard Fowler – backing vocals, percussie
  • Blondie Chaplin – backing vocals, percussie, akoestische gitaar
  • Leah Wood – backing vocals (track 14)
  • Sheryl Crow – zang (track 11)
27dec/240

Lucinda Williams – Sings the Beatles at Abbey Road

Singer-songwriter Lucinda Williams (26 januari 1953, Lake Charles, Louisiana) loopt ruim vier decennia mee in de muziekscene. In 1979 verschijnt haar debuutalbum Ramblin’ on my mind. Haar grote succes en doorbraak naar een groter publiek, komt in 1998 met het album Carwheels on a gravel road.

In 2020 begon Lucinda Williams de serie Lu’s Jukebox, een project ter ondersteuning van de door COVID-19 getroffen muziekpodia. Telkens stond een artiest, een muziekstijl of een muziekperiode centraal. Achtereenvolgens verschenen vol. 1 (Tom Petty), vol. 2 (Southern soul), vol.3 (Bob Dylan), vol. 4 (Country classics), vol. 5 (Little Christmas) en vol. 6 (The Rolling Stones).

Op 6 december jl. kwam Lucinda Williams, na bijna vier jaar, weer met een nieuw album, Lucinda Williams sings The Beatles from Abbey Road. Dit 7e deel in haar geliefde Lu’s Jukebox serie is opgenomen in de legendarische Abbey Road Studios in Londen.

Dat Lucinda Williams zich omringd weet door een voortreffelijke band wordt meteen duidelijk in het  openingsnummer Don’t let me down, het B-kantje van de Beatles hit Get back uit 1969. Van Rubber soul uit 1965 stamt het nummer I’m looking through you, een melodieuze versie met de typisch ‘klagende’ stem van Williams, Hammond en fijn gitaarwerk. In Can’t buy me love, (1964) horen we een strakke ritmesectie, orgel en een gruizige gitaarsolo. In het losse Rain, de B-kant van de hit Paperback writer uit 1966, horen we weer de indringende zang en fraaie backing vocals. Williams heeft twee composities van George Harrison opgenomen. While my guitair gently weeps, van het dubbelalbum The White Album uit 1968, is en blijft een prachtig nummer, ook hier met ‘slepende’ zang en schitterend fel gitaarwerk. Fraai zijn ook het gitaarwerk en het orgel in het ingetogen Let it be, van het gelijknamige album van The Beatles uit 1970.Drums, bas, orgel en rauwe zang domineren het van The White Album afkomstige duistere Yer blues. De band is strak op dreef, naast de harmoniezang in het refrein van I’v got a feeling (album Let it be). I’m so tired (The White Album) is een heel kort nummer opgebouwd rond de gedreven zang en de backing vocals van Siobhan Kennedy. De tweede compositie van George Harrison is de bekende van het album Abbey Road uit 1969 afkomstige ballad Something. Het gitaarwerk is weer prachtig. With a little help from my friends (Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band, 1967) is voor velen vooral bekend van Joe Cocker. Hier horen we ook een stevige energieke versie met fraaie backing vocals in het refrein. Het slotnummer The long and winding road (Let it be 1970) krijgt met de ‘trillende’ zang weer een typische Lucinda Williams uitvoering.

Conclusie: Een geïnspireerde Lucinda Williams heeft met haar voortreffelijke band met Sings the Beatles from Abbey Road een mooi album toegevoegd aan haar (en mijn) geliefde Lu’s Jukebox serie.  

Tracks cd:

  1. Don’t let me down
  2. I’m looking through you
  3. Can’t buy me love
  4. Rain
  5. While my guitar gently weeps
  6. Let it be
  7. Yer blues
  8. I’ve got a feeling
  9. I’m so tired
  10. Something
  11. With a little help from my friends
  12. The long and winding road

Line-up:

  • Lucinda Williams – zang
  • David Sutton – bas
  • Butch Norton – drums, percussie
  • Marc Ford – elektrische en akoestische gitaar
  • Doug Pettibone – elektrische gitaar, pedal steel, backing vocals
  • Richard Causon – Hammond B-3
  • Siobhan Maher Kennedy – backing vocals
Gearchiveerd onder: Bluestownmusic Geen reacties
18dec/240

Het sportjaar 2024

“Het sportjaar 2024”, dat was ook de titel van mijn eerste sportcolumn in januari jl. Ik probeerde hier vooruit te blikken op het sportjaar dat voor de deur stond. In deze column, mijn laatste van dit jaar, kijk ik terug op het afgelopen sportjaar, een jaar met hoogte- en dieptepunten.

Op voetbalgebied was het bijna huilen met de pet op met degradaties voor Olympia en Gouda. Met als klap op de vuurpijl dat Gouda in september niet eens aan de nieuwe competitie begon. ONA en DONK liepen in de nacompetitie promotie mis en Jodan Boys miste zelfs deelname aan de nacompetitie. Maar er was een hoogtepunt, de vrouwen van Jodan Boys werden voor de 3e achtereenvolgende keer kampioen en promoveerden naar de topklasse.

De heren van GZCDONK konden hun landstitel dit jaar helaas niet prolongeren en verloren ook de bekerfinale. Het zeer onervaren damesteam van GZCDONK eindigde op de laatste plaats in de eredivisie. Maar de Goudse vrouwen gaven wel hun visitekaartje af in de Champions League. Helaas moest volleybalvereniging VollinGo het eerste damesteam terugtrekken ui de topdivisie.

De vlag kon wel uit bij RFC Gouda dat overtuigend kampioen werd in de 3e klasse en bij Sportschool Den Edel, dat weer een groot aantal medailles binnensleepte, met als hoogtepunt de wereldtitel jiujitsu van Boy Vogelzang. Ook inline skater Lianne van Loon deed in 2024 op wereldniveau van zich spreken met prachtige medailles en rolstoelbasketbalster Julia van der Sprong werd met Nederland paralympisch kampioen. In maart onthulde wethouder Michiel Bunnik negen nieuwe namen van Goudse topsporters op de Wall of Fame in sporthal de Mammoet en aan het Middenmolenplein werd een prachtig nieuw denksport- en biljartcentrum geopend.

Ook in 2024 moest de Goudse sportwereld helaas afscheid nemen van een aantal markante leden. Ik denk dan b.v. aan Henny Vermeer van Jodan Boys. DONK nam afscheid van twee ereleden, oud voorzitter Hans Dessing en Corrie van Kralingen en Olympia van speldendrager Cees Nagtegaal.   

Ik wens u fijne feestdagen, een goede jaarwisseling en tot 2025, ijs en weder dienende.

11dec/240

Marcus Trummer – From the start

Marcus Trummer is een 23-jarige in Calgary, Alberta, geboren Canadese singer-songwriter-gitarist. In Canada verdient hij al erkenning. De Calgary Herald noemde hem ‘een vroegrijpe gitarist wiens vocalen een wijs-voor-zijn-jaren-vermoeidheid bezitten’. In 2022 sleepte hij een nominatie binnen voor “New Artist of the Year” bij de Maple Blues Awards in Toronto. Vorig jaar reisde hij naar Colorado en won hij de finale van de Telluride Blues Challenge 2023. Trummer is geïnspireerd door de tijdloze muziek van de jaren ’60 en ’70, klassieke soulzangers als Bill Withers en Al Green en gitaristen als BB King en Jimi Hendrix. Vorige maand verscheen zijn debuutalbum From the start.

Het album opent met Holding out for you, tevens de eerste single van het album. De soul van de 70’er jaren spat er van af met de blazers en Hammond. Let you down is ook prachtige soul met jazzy gitaarlicks naast die fantastische blazers. Trompettist Tom Moffett en saxofonist Andrew Moljgun ‘dragen’ de trage soulballad Hard time naast de keys van Miles Evans-Branagh en het sublieme gitaarwerk van Trummer. De fraaie soulballad Waiting for change is gedrenkt in orgeltonen, geruggesteund door de blazers, de backing vocals van Nicky Lawrence en de straffe gitaarsolo’s. De invloed van BB King is te horen in het bluesy The only thing. Sterk is ook de ritmesectie van drummer (broer) Silas Trummer en bassist Stacey Shopsowitz. De soul druipt er weer af in de sterk geinstrumenteerde titeltrack From the start, een song over een oude liefde die geen stand hield. Dat Trummer geïnspireerd is door Al Green is duidelijk te horen in Break my fall. Orgel en blazers trekken daarna in Not the same weer alle registers open. Prominent is het drumwerk en fraai het gitaarwerk in Ready to go. Met fel gitaarwerk en ‘golvende’ keys wordt het album met Let the devil win stevig rockend afgesloten.

Conclusie: From the start is een zeer sterk debuutalbum.

Tracks cd:

  1. Holding out for you
  2. Let you down
  3. Hard time
  4. Waiting for change
  5. The only thing
  6. From the start
  7. Break my fall
  8. Not the same
  9. Ready to go
  10. Let the devil win

Line-up:

  • Marcus Trummer – gitaren, zang
  • Silas Trummer – drums
  • Stacey Shopsowitz – bas
  • Miles Evans-Branagh – orgel, piano
  • Nicky Lawrence – backing vocals
  • Tom Moffett – trompet
  • Andrew Moljgun – saxofoon
11dec/240

Herbstmeister

Afgelopen weekend speelden de voetbalamateurs de laatste competitiewedstrijd voor de winterstop. Hier en daar staat er komende week nog een bekerwedstrijd of een inhaalwedstrijd op het programma, maar voor alle anderen breekt een korte vakantie aan om er op 18 januari 2025 uitgerust en met goede moed weer tegenaan te gaan.

De voetballers doen het de komende weken dus rustig aan. Er zal ongetwijfeld worden doorgetraind en sommige teams zoeken zelfs de zon op, zoals De Jodan Boys dat op een 5-daags voetbalkamp naar Torremolinos gaat. Ik kan me voorstellen dat de Goudse 1e klasser in een uitstekende stemming afreist, zeker nadat ze zaterdag in extremis met 2-1 van Spartaan ’20 wonnen. Aanvankelijk leek het zoals meerdere keren dit seizoen mis te gaan toen de Rotterdammers geheel onverwacht op voorsprong kwamen. Maar ook nu weer konden de Goudse supporters, net als de week daarvoor, in de blessuretijd juichen en een driepunter koesteren. “We worden kampioen” hoorde ik naast mij al euforisch roepen. Het chagrijn van het onnodig verspelen van punten was acuut verdwenen.

Jodan Boys is nu ineens, min of meer onverwacht en met enige hulp van de concurrentie die punten verspeelde, lijstaanvoerder in de 1e klasse C. Weliswaar omdat ze een beter doelsaldo hebben dan VOC en Nieuwenhoorn, maar ze zijn nu wel winterkampioen. Of Herbstmeister zoals onze oosterburen het zo mooi zeggen.

Herbstmeister, een mooie titel, maar je hebt natuurlijk nog niets. Zeker in die 1e klasse C is de spanning te snijden, want het verschil tussen de koploper en de nummer 8 is slechts drie punten. Een keer verliezen en je kunt een vrije val maken. VOC stond op 19 oktober puntloos onderaan, maar won die dag met 1-3 van De Jodan Boys en zijn nu gedeeld koploper. “T kan verkeren” sprak de 17e eeuwse Amsterdamse dichter en toneelschrijver Bredero en dat is nog steeds een waarheid als een koe.

Jodan Boys, koester de titel Herbstmeister, veel plezier in Torremolinos en laat je daar als ‘campeón de invierno’ niet de Goudse kaas van het brood eten.

6dec/240

Vanessa Collier – Do it my own way

Vanessa Collier is een Amerikaanse saxofoniste, zangeres en songwriter. Zij is geboren in  Dallas, Texas en groeide op in Columbia, Maryland. Zij studeerde een aantal jaren privé saxofoon bij Chris Vadala, waar ze klassiek, jazz en vele andere muziekstijlen bestudeerde. Haar invloeden zijn o.a. Bonnie RaittNorah Jones,Tedeschi Trucks BandRay CharlesSnooks EaglinAretha FranklinHerbie HancockProfessor Longhair en Cannonball Adderley. Collier toerde o.a. met Joe Louis Walker die haar aanmoedigde om een solocarrière te beginnen. In 2014 kwam haar debuutalbum Heart soul & saxophone uit.

Onlangs verscheen haar nieuwe album Do it my own way, een album met acht zelf geschreven songs. Elbow grease is de funky opener met een fraai solerende Vanessa op sax en Doug Woolverton op trompet. Prominent is het drumwerk van Byron Cage daarna in het soulvolle met backing vocals versierde titelnummer Do it my own way. Collier is vocaal en met een spetterende saxsolo in topvorm in het soulvolle Take me back, waarin de backing vocals een extra tintje toevoegen. Wild as a rainstorm is een schitterende soulballad met blazers, subtiele gitaarlicks, fluit en fraaie bastonen aan het eind. De blazers en de sterke ritmesectie zijn geweldig op dreef in het funky Shoulda know better. De geweldige saxsolo halverwege is om van te smullen. Met Just one more belanden we met de rumba in Cubaanse sferen. Rosetta is een van de prijsnummers van het album. In deze rockende gospel brengt Collier een schitterende ode aan, “Ik zou graag in haar voetstappen treden”, de Amerikaanse singer-songwriter-gitariste Sister Rosetta Tharpe (1915 – 1973). Het slotnummer Warrior opent met mooi gitaarspel als een rudimentaire blues, maar de blazers, de gitaar en de intense zang voeren daarna het tempo en het volume op. Het einde is weer heel ingetogen.

Conclusie: Do it my own way is een indrukwekkend mooi album.

Tracks cd:

  1. Elbow grease
  2. Do it my own way
  3. Take me back
  4. Wild as a rainstorm
  5. Shoulda know better
  6. Just one more
  7. Rosetta
  8. Warrior

Line-up:

  • Vanessa Collier – saxofoon, fluit, slide- en resonatorgitaar, zang
  • Laura Chavez – gitaar
  • Scot Sutherland – bas
  • Byron Cage – drums
  • Reverend Charles Hodges – Hammond B3
  • Doug Woolverton – trompet
  • Trey Macias – percussie
  • Maureen Murphy – backing vocals
4dec/240

Decembermaand

En toen was het alweer december, de laatste maand van het jaar. Nog een paar weken en 2024 kan weer worden bijgeschreven in de geschiedenisboeken. Sinterklaas mag nog een paar dagen de scepter zwaaien en zijn cadeautjes uitdelen alvorens hij het stokje overgeeft aan de kerstman. De kerstboom in onze Noorse zusterstad Kongsberg is inmiddels gekapt en onderweg naar Gouda waar hij a.s. vrijdag aan hoopt te komen om de komende weken weer in volle glorie op de Goudse Markt te staan. Ook de Goudse IJsbaan rondom het oude stadhuis komt er aan. Vanaf 18 december is het weer een en al schaatsplezier. De kans dat we in december ook op de Reeuwijkse Plassen kunnen schaatsen schat ik helaas op vrijwel nihil.  Ook hoor ik al weer dagen vuurwerk knallen en heb de eerste kerstbomen in de huiskamers zien staan.

December is ook de maand van de lijstjes. Sinds vorige week kan er opnieuw gestemd worden voor de Top 2000, de zgn. ‘lijst de lijsten’. Voor de ene muziekliefhebber een feest, voor de andere een muzikale diarree. Radio, televisie, kranten, tijdschriften en social media staan in december in het teken van terugblikken op 2024 en het herdenken van degenen die ons het afgelopen jaar zijn ontvallen.

Voor veel sporten loopt het jaar ook op zijn laatste benen. Tijdens sportverkiezingen zal er hier en daar weer worden gestreden om de titel sportploeg, sportman, sportvrouw en sporttalent van het jaar. De amateurvoetballers spelen a.s. zaterdag hun laatste competitiewedstrijd van 2024 om op 18 januari 2025 de competitie weer te hervatten. De winterstop is een mooie gelegenheid om onder de kerstboom de prestaties van het afgelopen jaar te evalueren. Heeft Olympia de degradatie naar de 3e klasse verwerkt? Hoe is de stemming bij SV Gouda dat op dit moment geen standaardteam meer heeft? Zullen de trouwe Reeuwijkse voetbalfans al over de degradatie van RVC ’33 en van CVC Reeuwijk heen zijn? Moeten er nog trainers vrezen of ze de kerst halen? December, al met al toch een maand om te koesteren

2dec/240

Willie Nelson – Last leaf on the tree

Singer-songwriter Willie Nelson is still alive and kicking. De op 29 april 1933 in Abbott, Texas, geboren en in Forth Worth, Texas opgegroeide Red Headed Stranger vierde in april van dit jaar zijn 91e! verjaardag. Maar met grote regelmaat verschijnen er nieuwe albums. In mei van dit jaar bracht hij The border uit, een album met originele songs van Willie Nelson en zijn producer Buddy Cannon en zes covers. Op 1 november jl. verscheen zijn 76e (!) solo-studioalbum Last leaf on the tree. Dit nieuwe album is geproduceerd door zijn zoon Micah. Op het album staan enkele eigen nummers en nummers van rocklegendes en artiesten als Neil Young, Tom Waits, Nina Simone, Keith Richards, Warren Zevon en Beck. Het album is opgenomen in Hen House Studio in Venice, Californië.

Het album opent met Last leaf van Tom Waits een ballad met de warme en breekbare stem van Willie en overgoten met een psychedelisch sausje. If it wasn’t broken is een song van Sunny War, de blues-punk-folkgitariste uit Nashville, Tennessee. Micah speelt hier surdo, (een bastrommel), drummer John Densmore van The Doors speelt percussie en naast de mooie gitaarlicks van Willie op zijn Trigger is Nikita Sorokin te horen op viool. Op Lost cause van Beck is Micah multi-instrumentaal aanwezig op gitaar, drums, bas, piano en backing vocals. De mondharp is van good old Micky Raphael. Ingetogen jazzy is het met trillende stem gezongen Come ye van Nina Simone. Mondharp, viool en dulcimer verrijken de mooie versie van Warren Zevon’s Keep me in your heart. Multi-instrumentalist Micah Nelson, percussionist Densmore, mondharpist Raphael zijn naast de fraaie gitaarlicks van Willie te horen in Robbed blind, een song van Keith Richards van zijn soloalbum Crosseyed heart. House where nobody lives is de tweede cover van Tom Waits. Een zeer fraaie versie met zoon Micah die weer veel ‘invult’. Are you ready for the country? is een countrysong van Neil Young met slide, fiddle, mondharp en de licks op Trigger. Van The Flaming Lips, de psychedelische rockband uit Oklahoma, is het nummer Do you realize?. Ingetogen en warm gezongen naast mondharp, percussie en viool. Mica schreef Wheels, dat hier met clapping en synthesizer een psychedelisch tintje krijgt. Broken arrow is de tweede song van Neil Young. Willie zingt met gebroken stem naast de backing vocals van Micah die ook cello speelt. De mooie baslijnen zijn van Aroyn Davis. Willie en Micah schreven samen Colour of sound, een rustig liedje met naast Willie en Micah op akoestische gitaar altsaxofonist Sam Gendel op blokfluit. Het album sluit af met The ghost. Dit nummer verscheen in 1967 op het album The party’s over and other great Willie Nelson songs. Het nummer is opnieuw opgenomenmet Micah op elektrische en akoestische gitaar en mellotron, Micky Raphael op mondharp en Daniel Lanois op pedal steel. Aan het eind van dit nummer is nog de hidden track Looking for trouble te horen.

Conclusie: Een nieuw album van Willie Nelson blijft een lust voor het oor.

Tracks cd:

  1. Last leaf
  2. If it wasn’t broken
  3. Lost cause
  4. Come ye
  5. Keep me in your heart
  6. Robbed blind
  7. House where nobody lives
  8. Are you ready for the country?
  9. Do you realize?
  10. Wheels
  11. Broken arrow
  12. Colour of sound
  13. The ghost

Line-up:

  • Willie Nelson – zang, gitaar (Trigger)
  • Micky Raphael – mondharmonica (track 1,2,3,4,5,6,7,8,9,13)
  • Micah Nelson – akoestische gitaar (track 1 t/m 9,11,12,13), piano (track 1,2,3,7,11), surdo (track 1,2,4,6,7,9,11), percussie (track 1,2,4,6,9,11), cello (track 1,3,7,9,11),steel gitaar (track 1,6), backing vocals (track 2,3,5 t/m 11, 13), bas en drums (track 2,3,5,6,7,8,9,13), elektrische gitaar (track 3,4,5,6,7,9,11,13), clapping (track 4,8,10), dulcimer (track 5), synthesizer (track 6,10), slide gitaar (track 8), mellotron (track 13)
  • Daniel Lanois – pedal steel gitaar (track 13)
  • Aroyn Davis – bas (track 11)
  • John Densmore – percussie (track 1,2,6,9)
  • Sam Gendel – alt saxofoon (track 4,10,11), blokfluit (track 12)
  • Kevin Smith – contrabas (track 1)
  • Nikita Sorokin – viool (track 2,5,9), fiddle (track 8)
  • Magatte Sow – drums (track 4)
  • Harlan Steinberger en Jeremy Steinberger – clapping (track 4)