Gerritschinkel.nl Columns & meer

31okt/240

Zotte Zaterdag

De stad Gouda verkeerde zaterdag weer in middeleeuwse sferen. De Zotte Zaterdag Parade met waarzeggers, misdadigers, kwakzalvers en viswijven lopen door de Goudse binnenstad. Margaretha, de moeder van Erasmus loopt weer stralend rond. Ambachtslieden tonen middeleeuwse ambachten. Straattheater. De stadsomroeper. Een sprookspreker. Middeleeuwse dansen. Muziek met een eigen Zotte Zaterdaglied. Levende standbeelden. Een zoete verleiding in het Museumcafé. Middeleeuwse kluchten. Eetvermaeck met een Zoete verleiding. En de weergoden werkten ook nog mee want het was heerlijk nazomerweer. En dat ondanks het thema van Zotte Zaterdag ‘Winterkou’.

De Zotte Zaterdag activiteiten speelden zich af in de Goudse binnenstad. Ik was zelf zaterdagmiddag op een plek in Gouda waar er ook sprake was van Zotte Zaterdag. Ik heb het over het spektakel in het Groenhovenbad. Honderden fans waren in het bloedhete zwembad getuige van een sensationele Champions League waterpolowedstrijd die zijn weerga niet kent. Voor een radioverslaggever was het een wedstrijd om je vingers bij af te likken. Na een voorspoedige start was een nederlaag voor de Goudse vrouwen in de slotfase dichterbij dan ooit. Toen GZC DONK met nog 20 seconden te spelen met 12-14 achter stond geloofde geen zinnig mens meer dat ze een nederlaag konden ontlopen. Kon dat, nog twee keer scoren in 20 seconden? Ik heb wel eens wonderen gezien, ik dacht terug aan 25 oktober 2016 toen hoofdklasser Jodan Boys in Deventer eredivisieclub Go Ahead Eagles uit het KNVB bekertoernooi stootte.

Maar de absolute sensatie zaterdag sloeg alles. Het werd eerst 13-14 en in de allerlaatste seconde  kreeg GZC DONK een strafworp. De Italiaanse coach ontplofte bijkans. Sabrina van der Sloot bleef koel en benutte de strafworp. Toch nog een gelijkspel. En doelvrouw Sarah Buis was enige minuten later het feestvarken. Zij stopte de Romeinse strafbal, waardoor GZC DONK de 20-19 overwinning kon gaan vieren.

Toen ik een uur na de sensationele ontknoping naar huis ging zag ik de Goudse coach

Eric Brugué trots en nog enigszins beduusd met zijn vrouw achter de kinderwagen rustig over het plein wandelen. Zou hij al aan 9 november denken?   

31okt/240

Various artistst – Can’t steel my fire – the songs of David Olney

Singer-songwriter David Olney werd geboren op 23 maart 1948 in Providence, Rhode Island. In 1972 verhuisde hij naar Atlanta, Georgia en in 1973 naar Nashville, Tennessee. Begin jaren ’80 formeerde hij de band The X-Rays met wie hij twee albums opnam. De band opende voor grote artiesten zoals Elvis Costello. In 1985 ging de band uit elkaar en ging Olney verder als soloartiest. Zijn solodebuut Eye of the storm verscheen in 1986.

David Olney was een belangrijk lid van de muziekscene van Nashville. Hij schreef sonnetten en speelde de hoofdrol op het Nashville Shakespeare Festival. Hij bracht gedurende zijn lange carrière meer dan twintig albums uit. Zijn liedjes werden gecoverd door talloze artiesten zoals Emmylou Harris, Del McCoury, Linda Ronstadt, Steve Young en Steve Earle. Olney was ook in Nederland een graag geziene gast en werd door zijn bewonderaars op handen gedragen.

David Olney stierf op 18 januari 2020 aan een hartaanval tijdens een optreden op het podium van het 30A Songwriter Festival in Santa Rose Beach, Florida. “Hij was midden in zijn derde nummer toen hij stopte, zijn excuses aanbood en zijn ogen sloot”, aldus zijn collega-muzikant-begeleider Scott Miller. David Olney werd 71 jaar.

Op 18 oktober jl. verscheen het album Can’t steel my firethe songs of David Olney. Een album waarop een groot aantal artiesten een ode brengt aan David Olney met de vertolking van songs van de singer-songwriter die door velen van hen werd bewonderd.

Lucinda Williams opent het album indringend met Deeper well met stevig gitaarwerk van Stuart Mathis en Joshua Grange. Steve Earle vertolkt daarna het prachtige Sister Angelina op zijn karakteristieke wijze. Schitterend is de gospelversie van Voices on the water door The McCrary Sisters, het gospelgezelschap uit Nashville Tennessee. De handclaps zijn van dochter Lily Olney. Na de fraaie vertolking van Jerusalem tomorrow door Buddy Miller, komen The Steeldrivers uit Nashville met een heerlijke bluegrassversie van If my eyes were blind. De Texaanse singer-songwriter Willis Alan Ramsey trakteert op een ‘slepende’ versie van Woman across the water. Tammy Rogers van The Steeldrivers is hier aanwezig op viool en mandoline. Zeer indrukwekkend zingt Mary Gauthier daarna 1917, het verhaal van het front in België en Frankrijk in de 1e Wereldoorlog. Met het door R.B. Morris ingetogen gezongen Always a stranger, komen we door de uilleann pipes en tin whistle van Skip Cleavinger in Keltische sferen. Het country getinte If it wasn’t for the wind is een kolfje naar de hand van de Texaan Jimmie Dale Gilmore. Mooi zijn de vioolsolo’s van Warren Hood. Het tempo wordt flink opgevoerd in het stevig rockende Running from love met de explosieve zang van Anana Kaye uit Nashville naast de gitaren, orgel en de strakke ritmesectie. That’s my story is een countryblues door singer-songwriter-gitarist Greg Brown uit Iowa met bluesy gitaarwerk van Bo Ramsey. Sonnet # 40 is een heel kort gesproken intermezzo door David Olney, begeleid door Irakli Gabriel, die met Anana Kay een indo-alt- americana duo in Nashville vormt. Singer-songwriter Afton Wolfe uit Mississippi brengt een ‘duistere’ versie van Titanic met vervormde gitaren, bonkende drums en flarden mondharp. Good old Dave Alvin is ruim zes minuten op dreef in Steal my thunder, samen met Rick Holstrom Trio (Rick Holstrom gitaar, Gregory Boaz bas en Steve Mugalian drums). Delta blues is een mooie countrysong met naast Jim Lauderdale o.a. Ward Stout op fiddle en mandoline en de harmonieen van Rosemary Fossee. Violist Tammy Rogers en bassist Victor Krauss begeleiden Janis Ian op het door haar teder gezongen She’s alone tonight. Het album sluit af met een liveversie van Illegal cargo van Townes Van Zandt, opgenomen in The Cat’s Cradle Chapel Hill, New York City, op 3 november 1977 en nooit eerder uitgebracht.  

Conclusie: Can’t steel my fire is een indrukwekkend en mooi gevarieerd eerbetoon aan een groot singer-songwriter.

Tracks cd 1:

  1. Deeper well – Lucinda Williams
  2. Sister Angelina – Steve Earle
  3. Voices on the water – The McCrary Sisters
  4. Jerusalem tomorrow – Buddy Miller
  5. If my eyes were blind – The Steeldrivers
  6. Women across the river – Willis Alan Ramsey
  7. 1917 – Mary Gauthier
  8. Always the stranger – R.B. Morris
  9. If it wasn’t for the wind – Jimmie Dale Gilmore
  10. Running from love – Anana Kaye
  11. That’s my story – Greg Brown
  12. Sonnet # 40 – David Olney
  13. Titanic – Afton Wolfe
  14. Steal my thunder – Dave Alvin with the Rick Holstrom Trio
  15. Delta blues – Jim Lauderdale
  16. She’s alone tonight – Janis Ian
  17. Illegal cargo – Townes Van Zandt
30okt/240

Marc Broussard – Time is a thief

Marc Broussard (14 januari 1982, Carencro, Louisiana) is een veelgeprezen Amerikaanse singer-songwriter. Hij is de zoon van Ted Broussard, voormalig lid van The Boogie Kings. Het debuutalbum van Marc Broussard Momentary Setback verscheen in 2002. Broussard werd in Nederland in 2008 bekend met zijn single Come in from the cold en in 2023 met het nummer Friend, een samenwerking met Alain Clark.  

Vorige maand verscheen er na zeven jaar weer een nieuw album van Marc Broussard, Time is a thief.

een album met tien nieuwe nummers. Zeven songs zijn geschreven door Broussard samen met Alphonse Ardoin, Travis Meadows, Joe Stark en Eric Krasno. Drie songs zijn geschreven door Krasno.

Het album is geproduceerd door gitarist/songwriter/producer Eric Krasno en producer/gitarist Jeremy Most. Multi-instrumentalist Krasno is op alle nummers te horen en ook Most levert zijn muzikale bijdragen (gitaar, keyboards, drums, percussie). Andere musici zijn Otis McDonald (drums, percussie, piano, clavinet, Hammond B3), Daniel Casare (saxofoon), Lorenzo Molina (trompet) en Mike Olmos (trompet).

Fire is de strakke funky soulvolle opener met blazers. Mood, zonder de blazerssectie, knalt de speakers ook uit. Invloeden van The Temptations zijn te horen in Cool blooded, met een bonkende bas en geweldig gitaarwerk van Krasno. You deserve more is een prachtig soulvol gezongen liefdeslied. Gepassioneerd is de zang van Broussard in de soulballad Hard times, begeleid door een strakke ritmesectie, een multi bijdrage van Krasno, waaronder een spetterende gitaarsolo, en backing vocals van Most. Fraai is de zang in het soepel gespeelde Give you the world. Geweldig is het gitaarwerk van Krasno in het funky en het enigszins in calypso sferen brengende titelnummer Time is a thief. Carry my name is een emotionele en intens gezongen soulballad met mooie begeleiding van Krasno. De stuwende ritmesectie (Krasno op bas en Most op drums) op Way you shine is verpletterend. De ritmetandem Krasno en Most zijn ook de aanjagers in het soulvol gezongen. Gospel invloeden zijn hier duidelijk aanwezig.

Tracks cd 1:

  1. Fire
  2. Mood
  3. Cold blooded
  4. You deserve more
  5. Hard times
  6. Give you the world
  7. Time is a thief
  8. Carry my name
  9. Way you shine
  10. Stay still

Conclusie: Met Time is a thief heeft Marc Broussard met zijn geweldige band een meesterwerk afgeleverd.

28okt/240

Steve Louw – Between time

Steve Louw is een op 16 september 1955 in Den Haag geboren Zuid-Afrikaanse bluesrock, country en americana singer-songwriter-gitarist. Hij leerde gitaar spelen toen hij geïnspireerd raakte door de muziek van Bob Dylan, The Rolling Stones en Neil Young. In de late jaren ’60 formeerde hij in Kaapstad zijn eerste band Atlantic Rose. Tijdens zijn studie aan de Universiteit van Stellenbosch in de jaren ’70 raakte hij betrokken bij de lokale muziekscene. Zijn carrière als professioneel muzikant begon in 1981 in de band All Night Radio met wie hij twee albums maakte. Enkele jaren later formeerde Louw zijn band Big Sky. Hun debuutalbum Waiting for the dawn verscheen in 1990. Louw werd in 2003 opgenomen in de South African Rock Hall of Fame.

In 2021 kwam, na meer dan tien jaar stilte, zijn eerste soloalbum Headlight dreams uit. Het goed ontvangen album werd o.l.v. producer Kevin Shirley (John Hiatt, The Black Crows) opgenomen in Nashville, Tennessee. Begin september jl. verscheen zijn nieuwe (3e) soloalbum Between time, een dubbelalbum, wederom geproduceerd door zijn vertrouwde producer Kevin Shirley.

Cd 1 opent met het ontspannen Alibi. Het stevige We had it all, met backing vocals, doet me denken aan Bob Dylan’s Like a rolling stone.  Beggar tonight is een stevige melodieuze ballad. De bluesrocker Giant’s walk the land, tevens de 1e single van het album, schreef Louw samen met Jim Moginie van Midnight Oil, die op dit nummer ook gitaar en keyboards speelt. Killers is een mooi gezongen ballad met gruizig gitaarwerk en harmonieen en in de ballad StreeJanes dream #3 is de wah wah gitaar zeer te genieten. In de bluesrocker Do me good. met een strakke ritmesectie, is de keyboardsolo van Kevin McKendree een lust voor het oor. De sound van Tom Petty is duidelijk te horen in Flowers from the graves of doves, de rocker Don’t leave a heart alone en in de met orgel en lyrisch gitaarwerk opgesierde ballad Time to get on.

Cd 2 begint stevig rockend met Get real gone, gevolgd door het melodieuze The way your heart beats. Take me for a ride, met fijne backing vocals van Kim Flemming en Devonne Fowlkes, is een rockballad met piano en fel gitaarwerk. Genieten is het van de Hammond van Lachy Doley in het tamelijk ingetogen Streets of rain. Joe Bonamassa geeft een vlijmscherpe gitaarsolo ten beste in het uptempo Cruel hand of fate. Na het door keys gedragen Free to fly is het in het funky en gospelachtige You’n me tonight Doug Lancio die de aandacht op zich gevestigd weet met zijn wah wah gitaar. Na de ingetogen ballad Cold cold rails en het rockende Ever be undone wordt het album geweldig afgesloten met Highway to the sun, een acht minuten lange lyrische ballad die zo ongeveer eindigt in een ware jamsessie.  

Tracks cd 1:

  1. Alibi
  2. We Had it all
  3. Beggar tonight
  4. Giant’s walk the land
  5. Killers
  6. StreeJanes dream #3
  7. Do me good
  8. Flowers from the graves of doves
  9. Don’t leave a heart alone
  10. Time to get on

Tracks cd 2:

  1. Get real gone
  2. The way your heart beats
  3. Take me for a ride
  4. Streets of rain
  5. Cruel hand of fate
  6. Free to fly
  7. You’n me tonight
  8. Cold cold rails
  9. Ever be undone
  10. Highway to the sun

Conclusie: Between time is een uitstekend album waar de energie van afdruipt.

Line-up:

  • Steve Louw – akoestische gitaar, zang
  • Doug Lancio – elektrische gitaar, mandoline
  • Kevin McKendree – keyboards
  • Alison Prestwoord – bas
  • Greg Morrow – drums, percussie

Additional musicians

  • Jim Moginie – elektrische gitaar, keyboards (track 4)
  • Joe Bonamassa – elektrische gitaar (track 15)
  • Randy Flowers – elektrische gitaar (track 6,7,9,11,12,19,20)
  • Rob McNelley – elektrische gitaar (track 2,3,5,8,10,13,15,16)
  • Lachy Doley – hammond orgel (track 14)
  • Kim Fleming en Devonne Fowlkes – backing vocals (track 2,13,16)
  • Jade MacRae en Danielle DeAndrea – backing vocals (track 17)
23okt/240

The Wild Feathers – Sirens

The Wild Feathers is een countryrockband uit Nashville, Tennessee. De band werd opgericht in 2010

door Ricky Young, Joel King en Taylor Burns. Na de release van hun debuutalbum The Wild Feathers in 2013 sluit drummer Ben Dumas zich aan bij de band en in 2015 multi-instrumentalist Brett Moore.

The Wild Feathers beginnen in 2013 te toeren en speelden honderden shows met o.a. Bob Dylan, Willie Nelson en ZZ Ward. Als hun inspiratiebronnen noemt de band o.a. Tom Petty, Eagles en Otis Redding. Na enige onmin met platenfirma’s tekenen The Wild Feathers een contract bij hun huidige label New West Records. Hun eerste album op dat label Alvarado verschijnt in 2021.

Voor hun begin oktober verschenen nieuwe album Sirens reisde de band af naar Los Angeles. Tijdens studiosessies o.l.v. Shooter Jennings in Dave’s Room in North Hollywood ontstonden uit een groot aantal demo’s volwaardige nieuwe songs voor hun 5e studioalbum.

Het album opent sfeervol met Stereo. Fraaie bastonen, driestemmige zang en een psychedelisch slotakkoord. Pretending is een mooi gezongen pianoballad met dromerige gitaren. Vooral bas, orgel en lyrisch gitaarwerk bepalen het uptempo Sanctuary. L.A. makes me sad is een met orgel en piano versierde fraaie ballad. Na het Tom Petty achtige meanderende Slow down gaan de remmen met uitbundige zang, een strakke ritmesectie en fel gitaarwerk los in de southern rocker Comedown. Fameus is het basintro in de uptempo meerstemmig gezongen rocker Don’t know. Het basspel van King is weer prominent aanwezig in de melodieuze midtempo rocker Rendez-vous. In Sleep for days wordt weer stevig en ‘vol’ geïnstrumenteerd. Het album eindigt heel sfeervol en ingetogen met de akoestische ballad Giving up.  

Conclusie: Sirens is een zeer prettig in het gehoor liggend album. Chapeau voor The Wild Feathers.

Tracks cd:

  1. Stereo
  2. Pretending
  3. Sanctuary
  4. L.A. makes me sad
  5. Slow down
  6. Comedown
  7. Don’t know
  8. Rendez-vous
  9. Sleep for days
  10. Giving up

Line-up:

  • Ricky Young –  gitaar, zang
  • Joel King – gitaar, bas, toetsen
  • Taylor Burns – gitaar, zang
  • Ben Dumas – drums
  • Brett Moore – gitaar, toetsen
23okt/240

Onvoorspelbaarheid

De supporters van Jodan Boys gingen er zaterdagmiddag maar eens goed voor zitten. Nadat vorige week koploper Papendrecht met duidelijke cijfers werd verslagen moest het puntloze VOC toch zeker geen probleem zijn. De opmerking dat de eerste nederlaag en de eerste overwinning theoretisch steeds dichterbij komen werd voor kennisgeving aangenomen.

De Goudse supporters werden heel snel op hun wenken bediend want na 1 minuut en 42 seconden lag de bal al in het Rotterdamse net. Het feest kon beginnen! Maar ondanks de nodige kansen om de voorsprong uit te breiden stokte de doelpuntenmachine en putte de tegenstander hieruit moed schat ik zo in. Sterker nog, VOC stroopte, zoals het echte Rotterdammers betaamt, de mouwen op en nam in de 2e helft zelfs een voorsprong. Zou dit nu de beruchte VOC-mentaliteit zijn volgens de definitie van minister-president Jan Peter Balkenende destijds tijdens de algemene politieke beschouwingen in de Tweede Kamer?

Ondanks de kansen die Jodan Boys ook in de slotfase nog kreeg, bal op de lat, doelpunt afgekeurd, sleepte VOC de eerste punten binnen en bezorgde het Jodan Boys zijn eerste onverwachte nederlaag. De theorie waar ik eerder over sprak was al snel praktijk geworden.  

‘Als je zelf niet scoort dan doet de tegenstander het wel’, een voetbalwet die wekelijks opgaat. Jodan Boys kan er over meepraten. Vorige week zag ik Olympia zo ongeveer twee handen vol opgelegde kansen om zeep helpen. Uiteindelijk kwam het toch nog goed voor de Gouwenaars omdat tegenstander Groeneweg zo vriendelijk was een handje te helpen door de winnende treffer in eigen doel te scoren. Typisch een kwestie van pech en van geluk.

Geluk en pech gaan tijdens een sportwedstrijd vaak hand in hand. Degene die mist zal pech roepen en de tegenpartij zal van geluk spreken. En als het missen van kansen zulke groteske vormen aanneemt zou je natuurlijk ook het woord onkunde in de mond kunnen nemen.

Hoe dan ook, het is maar goed dat er fouten worden gemaakt en niet elke kans een doelpunt wordt. Pech, geluk, of onkunde? Lang leve de onvoorspelbaarheid.

17okt/240

David Rodriguez & The Rhythm Chiefs – Rise and shine

Singer-songwriter David Rodriguez (1 januari 1952 – 26 oktober 2015) was een zoon van Mexicaanse emigranten en werd geboren en groeide op in Houston, Texas. Vanaf zijn 14e speelde David in zijn tienerjaren in een rockband, een folkgroep en pianist in een avant-garde ensemble. Hij werd in zijn jeugd beïnvloed door Lightnin’ Hopkins, Townes Van Zandt, Lydia Mendoza en Jerry Jeff Walker. In 1992, 1993 en 1994 werd hij door muziekmagazine Third Coast Music in Austin gekozen tot the best Texas songwriter. Rodriguez op zijn beurt werd bewonderd door o.a. Lucinda Williams, Butch Hancock en Lyle Lovett.

In 1994 besloot David Rodriguez zich in Nederland te vestigen. In Dordrecht maakte hij kennis met The Rhythm Chiefs. Op zijn concerten werd hij af en toe ook begeleid door zijn dochter, de violiste Carrie Rodriguez. David Rodriguez overleed op 26 oktober 2015 in Dordrecht.

Vlak voor zijn dood blies hij met The Rhythm Chiefs in een studio in Haarlem oud werk nieuw leven in. Dit werd vastgelegd op het album Rise and shine. Het album wordt op 19 oktober a.s., als ode, negen jaar na het overlijden van Rodriguez, tijdens Ramblin Roots Festival in Utrecht gepresenteerd. The Rhythm Chiefs zullen dan songs van Rise and shine spelen met Tim Knol, Ian Siegal en Nika Pantovic als speciale gasten.

Het openingsnummer Wonder how it feels is een mooie song met fraai melodieus gitaarwerk en de breekbare stem van Rodriguez. Lonesome drover is een ingetogen lied met lekkere twangy gitaarlicks. Ballad of the snow leopard and the tanqueray cowboy is ook opgenomen door Lyle Lovett in 1996 op zijn album Step inside this house. Rodriguez zingt hier ingetogen met schorre breekbare stem naast de minimale instrumentatie. Met meanderend gitaarwerk gaat het tempo in het country achtige Lucky ol’ me iets omhoog. South Holland woman is een prachtig liedje over de liefde in Dordrecht. Steviger is ook Visions of Europe, ook de zang. Heerlijke americana. Ballad of the western colonies is een heel rustige met gebroken stem gezongen ballad met sfeervol ingetogen gitaarwerk. In de zeven minuten lange ballad The friedens angel doet de stem van Rodriguez mij af en toe denken van Michael de Jong, de Amerikaans-Nederlandse blueszanger, ook een Dordrechter. In het slotnummer, de lange uptempo countryballad Ballad of Wanda Jewel, krijgen The Rhythm Chiefs alle gelegenheid om zich te manifesteren.

Conclusie: Rise and shine is een wonderschoon afscheidscadeau van David Rodriguez.

Tracks cd:

  1. Wonder how it feels
  2. Lonesome drover
  3. Ballad of the snow leopard and the tanqueray cowboy
  4. Lucky ol’ me
  5. South Holland woman
  6. Visions of Europe
  7. Ballad of the western colonies
  8. The friedens angel
  9. Ballad of Wanda Jewel

Line-up:

  • David Rodriguez – zang, gitaar
  • Dusty Ciggaar – gitaar, zang
  • Danny van ’t Hoff – bas, zang
  • Rafael Schwiddessen – drums, zang
16okt/240

Alastair Greene, Eric Johanson, Katarina Pejak – Blues Caravan 2024

Ruf Records is een onafhankelijk Duits platenlabel voor blues, Het label werd in 1994 opgericht door de manager van Luther Allison, Thomas Ruf, om Allisons carrière te bevorderen. Het motto van het label is Where Blues Crosses Over. Het is gevestigd in Lindewerra. Ruf Records viert dit jaar trots zijn 30-jarig jubileum. In die tijd heeft Ruf honderden albums uitgebracht, tientallen vooraanstaande acts gehuisvest en de carrières van veel van de meest geliefde bluesacts van vandaag gelanceerd.

Al 19 jaar is een van de hoogtepunten van Ruf Records de jaarlijkse Blues Caravan. Drie artiesten die elk een live set spelen en daarna hun krachten bundelen om op tournee gaan. De drie artiesten van Blues Caravan 2024 zijn Alastair Greene, Eric Johanson en Katarina Pejak.

Bluesrocker Alastair Greene is een Amerikaanse singer-songwriter-gitarist uit Californië. Hij speelde o.a. met Eric Burdon, Walter Trout, Coco Montoya, Savoy Brown, Alan Parsons Project en Sugaray Rayford. Hij heeft tegenwoordig zijn eigen power trio.

Eric Johanson is een Amerikaanse bluesrockzanger-gitarist en songwriter uit Louisiana. Hij trad o.a. op met Cyril Neville, Anders Osborne, The Neville Brothers, Terrance Simien, JJ Grey, Eric Lindell en Mike Zito.

Katarina Pejak is een charismatische in Belgrado geboren Servische singer-songwriter-pianiste. Zij is beïnvloed door o.a. Tom Waits, Otis Spann, Van Morrison en Bessie Smith. Zij heeft opgetreden met Ronnie Earl en Ana Popovic en concerten gegeven in de VS en Europa.

Alastair Greene, Eric Johanson en Katarina Pejak traden op 20 april 2024 op in The Blues Garage in Isernhagen, Duitsland. Opnamen van dit concert zijn op 27 september jl. verschenen op cd en op dvd. De cd bevat 16 nummers en de dvd 27 nummers.

De cd opent met de Robert Johnson song Come on in my kitchen. Een swingende uptempo versie met een tinkelende piano van Katarina Pejak en vet gitaarwerk van Alaistair Greene en Eric Johanson. Daarna is het de beurt aan Pejak met vier songs van haar recent verschenen album Pearls on a string. De prachtige gevoelige jazzy pianoballad Jeremy’s boat, het prachtig gezongen Notes on boredom, Excuses waarin het tempo omhoog gaat met de heerlijke pianosolo’s en de Pink Floyd klassieker Money, met het verfijnde pianospel van Pejak. Dan komt Eric Johanson aan de beurt met drie nummers van zijn album Deep and the dirty. Undertow, een uptempo bluesrocker met vlammend gitaarwerk, de vette slide in Familiar sound, de ruige bluesrocker Galaxy girl met de diepe bas en het strakke drumwerk. Van zijn album Below sea level uit 2020 komt de bluesballad Changes the universe. Ruig en enigszins overstuurd gitaarwerk wordt afgewisseld met lyrische solo’s. Alastair Greene put vervolgens uit zijn recente album Standing out loud. te beginnen met het titelnummer van dat album de funky heavy bluesrocker Standing out loud. Vette gitaarsolo’s en de strakke ritmesectie kleuren de groovy bluesrocker Only do. Indringend is het gitaarwerk in de slowblues Rusty dagger. Greene besluit zijn set met Am I to blame?. een uptempo boogie met een groot ZZ Top gehalte. Op de laatste drie nummers van de cd gaan Greene, Alastair en Pejak gedrieën weer los. Allereerst I walk on guilded splinters, een klassieker van Dr. John uit 1968. Een lange jamsessie van 11 minuten met als hoogtepunt die prachtige orgelsolo van Pejak. Gitaarsolo’s, een swingende pianosolo en de strakke ritmesectie zijn te horen in Howlin’ Wolf’s Evil. De fantastische afsluiter is One way out, geschreven door Elmore James maar vooral bekend geworden in de uitvoering van The Allman Brothers. Een lekkere uptempo southern bluesrocker met solo’s en geweldig drumwerk.

Conclusie: Blues Caravan 2024, een album om je vingers bij af te likken.

Tracks cd:

  1. Come on in my kitchen
  2. Jeremy’s boat
  3. Notes on boredom
  4. Excuses
  5. Money
  6. Undertow
  7. Familiar sound
  8. Galaxy girl
  9. Changes the universe
  10. Standing out loud
  11. Only do
  12. Rusty dagger
  13. Am I to blame?
  14. I walk on guilded splinters
  15. Evil
  16. One way out

Tracks dvd:

  1. Come on in my kitchen
  2. Pearls on a string
  3. Jeremy’s boat
  4. Notes on boredom
  5. Excusus
  6. Money
  7. Roads that cross
  8. Honey jar
  9. Undertow
  10. Hammer on the stone
  11. Just like new
  12. Familiar sound
  13. Galaxy girl
  14. Changes the universe
  15. Don’t hold back
  16. Temptation
  17. Slow burn
  18. Standing out loud
  19. You can’t fool me
  20. Rusty dagger
  21. Only do
  22. Am I to blame?
  23. I walk on guilded splinters
  24. Evil
  25. Bullfrog blues
  26. Baby what you want me to do
  27. One way out

Line-up:

  • Alastair Greene – zang, gitaar
  • Eric Johanson – zang, gitaar
  • Katarina Pejak – zang, keys
  • Christin Neddens – drums
  • Tomek Germann – bas
16okt/240

Er groeit iets moois

Anders dan in de Ronde van Lombardije waar zaterdagmiddag Tadej Pogacar iedereen naar de gallemiezen reed, was er zondag in de slotetappe van de Ladies Tour spanning tot de laatste seconde. De dappere Silke Smulders werd de laatste meters nog voorbijgereden door Lotte Kopecky. De laatste kilometer was tot mijn stomme verbazing en verontwaardiging niet te zien bij de NOS, want het 6 uur Journaal wachtte! Waarom kan dat niet 1 of 2 minuten worden uitgesteld? We werden verwezen naar de app of de livestream. Meestal kijk ik wielrennen bij Sporza, maar de Belgen zonden de etappe niet uit vanwege live verslag van de gemeenteraadsverkiezingen. Dus maar snel zappen naar Eurosport om de laatste kilometer toch nog live te zien. Niet meer doen NOS! Ach, laat ik me verder niet druk maken.

Wat viel mij verder op in het sportweekend in Gouda. Eerste klasser Jodan Boys won overtuigend van koploper Papendrecht. De vrouwen van Jodan Boys boekten hun eerste overwinning in de Topklasse. Olympia begint al vroeg in het seizoen met het winnen van een uitwedstrijd. Vraag alleen niet hoe. ONA scoort de eerste driepunter en kijkt weer omhoog.

Het seizoen voor DONK is nog geen succes en de 2e klasser staat na vier wedstrijden al drie keer met lege handen. Maar u weet wat Joop Zoetemelk zei.

De vrouwen van GZCDONK zeuren niet zoals veel voetballers over een druk programma en winnen in de kwartfinale van de KNZB beker twee keer van het altijd lastige Polar Bears.

De rugbyers van RFC Gouda verloren vorige week met 1 punt verschil, maar denderden zondag als een olifant door de porseleinkast van tegenstander The Elephants. Met een 38-3 nederlaag werden de Eindhovense studenten teruggestuurd naar de Lichtstad. Er groeit iets moois aan de Uiterwaardseweg.

Tenslotte wil ik kort stil staan bij de Langlaufvereniging Gouda. Deze bloeiende vereniging bestaat deze week 40 jaar. Een mooie mijlpaal die mij ook even 40 jaar terug in de tijd brengt. In december 1984 maakte ik mijn eerste radio-interview. Bij de langlaufvereniging Gouda!  De tijd vliegt.

14okt/240

Various artists – I’ll believe I’ll run on – A tribute to Wilson Pickett

Wilson Pickett (18 maart 1941, Prattville, Alabama) was een Amerikaanse soulzanger. Zijn successen waren vooral in de jaren ’60 en beginjaren ’70 van de vorige eeuw. Zijn grootste hit had hij in 1965 in Amerika met In the midnight hour. In Nederland had Pickett minder succes en had slechts vier kleine hits. In 1999 werd Wilson Pickett opgenomen in de Alabama Music Hall of Fame. Hij overleed op 19 januari 2006 in Reston, Virginia aan een hartaanval. Wilson Pickett werd slechts 64 jaar.

Bassist en sessiemuzikant Scott Ward koestert al lang een diepe bewondering voor de geschiedenis van Muscle Shoals, Alabama, haar muzikanten en de iconische "Muscle Shoals Sound". Door de jaren heen heeft Ward samengewerkt met en geleerd van de beste muzikanten en technici uit de regio. Velen van hen kenden Wilson Pickett, schreven met hem of speelden op zijn platen, en vormden zo de inspiratie voor het album I believe I’ll run on – a tribute to Wilson Pickett. Ward nam dit album met een all-star cast voornamelijk op in Wishbone Recording Studio in Muscle Shoals, Alabama. Dit album is op 20 september jl. uitgebracht. 

Met een 1,2,3 opent Jimmy Hall, leadzanger en mondharmonicaspeler van de southern rockband Wet Willie het album met Land of 1000 dances, de grote hit van Wilson Pickett uit 1966. Countryzanger T. Graham Brown is de vocalist in het door Eddie Floyd en Steve Cropper geschreven 634-5789. Bobby Womack schreef I’m sorry about that. Blueszanger Mark Massey tovert deze song met zijn intense zang, naast het orgel en de blazers om tot een prachtige soulballad. Steve Cropper, Eddy Floyd en Wilson Pickett schreven in 1966 Ninety-nine and a half won’t do. De uitbundige zang hier is weer van Jimmy Hall en Cropper speelt gitaar. People make the world, een compositie van Bobby Womack, wordt hier vertolkt door The Bramblemen All Stars, en de prachtige vibrerende soulvolle zang van Corey Glover, leadzanger van Living Colour en droog drumwerk van Simon Kirke (Free en Bad Company). De fantastische blazers maken het feest compleet. Zanger-gitarist Damon Johnson (Brother Cane, Lynyrd Skynyrd, Alice Cooper, Thin Lizzy), is met zijn vlijmscherpe gitaarwerk de ster in de Steppenwolf klassieker Born to be wild. In 1969 nam Pickett de Lennon-McCartney song Hey Jude op. Deze Beatles klassieker is hier door de mooie zang van singer-songwriter Paul Thorn en de blazers een fraaie soulballad geworden. Multi-instrumentalist John Jorgenson (o.a. Desert Rose Band en The Hellecasters) rockt er in Danger zone, geflankeerd door de fantastische blazers, stevig op los. Wilson Pickett nam in 1969 ook het door Andy Kim en Jeff Barry geschreven Sugar sugar op. Dit nummer is vooral bekend in de hitversie van de bubblegumband The Archies. Christine Ohlman (al 30 jaar leadzangers van The Saturday Night Live Band), laat hier een prachtige soulversie horen. Giggy giggy googy gooy is een strakke rockversie door de southern rockband Skinny Molly uit Nashville Tennessee. Don’t let the green grass fool you is een fraaie soulballad, gezongen door singer-songwriter-producer en eigenaar van Wishbone Recording Studio Billy Lawson. De southern rockband uit Alabama Billy Allen & The Pollies sluiten het album af met de stevige soulballad If you need me. Mooi is de acapella zang aan het eind van deze Wilson Pickett compositie uit 1963. 

Conclusie: I’ll believe I’ll run on is een prachtig eerbetoon aan Wilson Pickett.

Tracks cd:

  1. Land of 1000 dances (feat. Jimmy Hall)
  2. 634-5789 (feat. T. Graham Brown)
  3. I’m sorry about that (feat. Mark “Muleman” Massey)
  4. Ninety-nine and a half won’t do (feat. Steve Cropper with Jimmy Hall)
  5. People make the world (The Bramblemen All Stars, feat. Corey Glover and Simon Kirke)
  6. Born to be wild (feat. Damon Johnson)
  7. Hey Jude (feat. Paul Thorn)
  8. Danger zone (feat. John Jorgenson)
  9. Sugar sugar (feat. Christine Ohlman)
  10. Giggy giggy googy googy (feat. Skinny Molly)
  11. Don’t let the green grass fool you (feat. Billy Lawson)
  12. If you need me (feat. Billy Allen & The Pollies)