MEI
En zo was ik afgelopen zaterdagmorgen weer in een sporthal. Alweer voor de tweede keer binnen vijf weken notabene, het moet niet gekker worden. In maart mocht ik in sporthal De Mammoet mijn stem uitbrengen voor de 2e Kamerverkiezingen. En mijn bezoek aan de Dick van Dijk Hal had zaterdag helaas ook niets met sport te maken. Het enige wat hier momenteel aan sport herinnert is een basketbalnet dat treurig aan de muur hangt en verlangend uitkijkt naar het moment dat er weer lekker gesport gaat worden. De hal was nu het domein van de GGD. Ik had een uitnodiging gekregen om mijn 1e coronaprik te halen. Als sportverslaggever had ik trouwens geen uitzonderingspositie bedongen zoals de Olympische sporters. Nee, ik was gewoon aan de beurt. De prik was raak, bull’s eye om in darttermen te spreken. Toch nog een beetje sport.
Al is het langer dan een jaar geleden dat ik een sportwedstrijd in een sporthal heb bezocht, daarentegen kom ik de laatste tijd zeer regelmatig in een zwembad om waterpolowedstrijden te verslaan. Ik zit dan wel alleen op de tribune van een verder sfeerloos Groenhovenbad, maar het is wel topsport wat de dames en heren van GZCDONK laten zien. Nu op naar de play-offs om het landskampioenschap!
Buiten het waterpolo is het in de Goudse sportwereld nog steeds huilen met de pet op. Het kabinet strooit met data die hoop bieden, maar de inkt is nog niet droog of deze data worden al weer ter discussie gesteld. Zelfs de alternatieve regiocompetitie bij de amateurvoetballers zit er waarschijnlijk ook niet in. ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’, dichtte Herman Gorter in zijn prachtige gedicht Mei. Dan maar hopen dat de maand mei eindelijk verlossing brengt?